AMERSFÖOÏÖTSC1H BAGÖ1AB ROTTERDAM IN MOEILIJKHEDEN Kameelhaar- en Regenmantels WiSlsm Giroenhuizen BeldanopNo.42 Woensdag 29 April 1931 .DE EEMLAISDER" 29e Jaargang No. 254 TWEEDE BLAD DE HEER KORTENHORST INTERPELLEERT JUWELIER Mr. G. W. EEKHOUT t VERMOEDELIJK GEEN WET HOUDERSCRISIS Nieuwe aancrang tol lagere haventarieven „TEN ALGEMEENEN NUTTE?" Spoorlyn Oranje-Nassau - Nuth Hebt U een Taxi of Auto noodig? N.V. COMPAGNIE LYONNAISE TWEEDE KAMER De handelsconventie van Genève De lieer Wijnkoop vraagt1 de ministers van onderwijs en waterstaat te mogen in- tej-pelleeren inzake do verwijdering der Tri bune uit de Openbare Leeszalen en de Sta tionwachtkamers Over dit verzoek wordt morgen beslist. De heer Kortenhorst houdt een in terpellatie over het niet in werking tre den d(r handelsconvcntie on vraagt of de regeering bereid is tot een spoedige reor ganisatie van het departement van arbeid en het in gereedheid brengen van een on derhandel ingstaricf. Voorts vraagt de heer Kortenhorst of de regeering bere'd is lot het treffen van voor bereidingen. waardoor het mogelijk wordt, dat de verschillende gebiedsdeelen van het rijk elkander een nrefercntieele behan deling toestaan, of de regeering van plan is de vrijheid, die Nederland thans heeft ver kregen te gebruiken om het arief van in voerrechten dienstbaar te maken aan haar verdere economische en fiscale politiek en of zij de tijd niet gekomen acht om maat regelen te nemen tegen den invoer van got deren uit landen, wier politiek er toe kan leiden, dat de productie in ons land wordt bedreigd. Minister beelaarts den interpellant na mens de regeering beantwoordend, zegt, dat deze geen aanleiding aanwezig .icht orn uit de conventie inzake het verbod in en uitvoer te treden en ook niet om voorbereidingen fe treffen tot voorkeurbehandeling van ver schillende gebiedsdeelen des rijks Aan de meestbegunstigingsclausule moet worden vastgehouden. Overwogen wordt naar minister Bee- laerts nog mededeelt of maatregelen in zake anti-dumping noodig zijn. De heer Kortenhorst repliceerde. De heer Vliegen constateert met ge noegen dat de Regeering in het algemeen onze handelspolitiek ongewijzigd laat. De heer C o 1 ij n acht het thans ondoen lijk een vaste lijn te trekken in onze han delspolitiek. Aan de meestbegunstigi:-gs- clausule dient te worden vastgehouden. Van onderhandelingstaricven verwacht spreker geen resultaten. De conventie inzake in- en uitvoerrechten kan z. i. worden opgezegd. De heer Lovink hoopt dat maatregelen tegen dumping zullen worden genomen en bepleit conlingenteoring van den invoer van landbouwproducten. De heer O u d is met den heer Colijn van oordeel, dat voor onderhandelingstarieven geenerlei aanleiding aanwezig is. Met anti-dumpingmaatregelen, hoewel Spr. daartegen op zichzelf geen bezwaar heeft, dient groote voorzichtigheid te wor den toegepast. De heer Knottenbelt constateert met voldoening, dat onze handelspolitiek onge wijzigd blijft. De heer Wijnkoop ziet in anti-dum ping ongemotiveerde pogingen om Sovjet- Rusland uit te sluiten. Door wraak komt nooit de haat aan een eind. Tel. 852. Langestraat 43. Do voorraad tafelzilver is rijk. Minister Beelacrts dupliceert. Na triplick van den heer Korten horst wordt de interpellatie gesloten. De vergadering wordt verdaagd. UIT DE STAATSCOURANT. Met ingang van 1 Jan. 1931 is benoemd tot administrateur bij het departement van jus titie mr. C. Scheltus, thans referendaris. Bij K.B. is met ingang van 1 Mei 1931 aan S. Taconis, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als controleerend geneesheer bij de Rijksverzekeringsbank, met dankbetui ging voor de door hem in dienstbetrekking bewezen diensten; is met ingang van 1 Juni 1931 aan J. A. A. van lngcn, commies bij de algemeene reken kamer, in verband met reorganisatie van het dienstvak, waarbij hij werkzaam is, eer vol ontslag uit zijn betrekking verleend. Vice-president van de Am- sierdamsche rechtbank Amstei dam, 28 April. Gisteravond overleed hier ter stede plotseling Mr. G. W. Eekhout, vicc-prcsident van de Rechtbank alhier. Mr. Eekhout werd in 1S66 geboren pro moveerde 20 Juni 1891 te Leiden in de rechten, op 21 Sept. 1899 ving hij zijn rech terlijke loopbaan aan als substituut-griffier te Dordrecht, in 1902 werd hij als zoodanig te Amsterdam benoemd, in 1908 werd hij tot rechter alhier benoemd en in 1921 volgd zijn benoeming tot vice-president. In den laatsten tijd presideerde hij de lc Kamer A. i, min EEN GEVAL VAN MEINEED. Verdachte tot 6 maanden ge vangenisstraf veroordeeld. Amsterdam, 28 Aprii. In het najaai van 1928 wilde een Amsterdammer van zijn echigcnoote scheiden en om een gegron le roden le hebb-jn, verzocht hij vier vricnlen zijn vrouw te volgen. Op zekeren avond zouden zij gezien hebben, dat de vrouw met een man gearmd liep. In een later volgen de echtscheidingsprocedure verklaarde de man onder eede, dat hij geen verhouding met de vrouw had gehad, noch op den be- w us ten avond gearmd met haar had gcloo- pen. Er werd een vervolging wegens mein eed tegen hem ingesteld, doch de recht bank sprak hem op fi November vrij. De officier ging in hooger beroep. De procureur-generaal eischte een gevan gcnisötrof van acht maanden, het hof ver oordeelde hem heden tot zes maanden ge vangenisstraf wegens meineed. VORSTELIJK BEZOEK. 's-G ravenhage, 28 April. De gewezen vorst van Hessen, die eenige dagen in Den Haag heeft vertoefd, heeft hedenochtend de Residentie verlaton cn is naar Duitschland teruggekeerd. te zullen krijgen. Zij had dus alles goedge vonden cn met een zucht van verademing verklaard: De groote achtergrond van deze bestuurscrisis is de a.s. raadsverkiezing. Rotterdam, 28 April. Hoe het verloop van de gisteren ontstane crisis in het Rot- trfi-damsche gemeentebestuur zal zijn, of de wethouder de Zeeuw zal aftreden, dan wel dat hij aan het bewind zal blijven. mis schien ook dat de beide soc.-dem. wethou ders zullen aftreden, valt voorloopig niet te zeggen. Misschien dat vanavond een voorloopige beslissing valt. wanneer de soc.-dem. raadsfractie bijeen komt in het raadhuis om zich. zooals wethouder De Zeeuw het hedenmorgen uitdrukte: „over den toestand te beraden." De Vrijheidsbond speelt op het oozenblik de groote rol in dit conflict. Door haar woordvoerder, den heer üutilh, is gisteren, behulve de noodzakelijkheid van bezuini gen, bepleit do salarissen van het gemeen- tepcrsoneel te bezien, met de vraag naast zich of deze niet moeten worden verlaagd. Dize vraag laatste eisch van zijn motie heeft een volkomen nieuwe noot in het debat gebracht, die tenslotte wel het kar dinale punt punt zal blijken te zijn. Het is waarschijnlijk dat wethouder de Zeeuw zal aftreden. Maar men moet zich daarbij onmiddellijk rekenschap geven van het feit, dat Jiet zeer waarschijnlijk is, dat hij mot September in den nieuwen raad weer tot wethouder zal worden gekozen. Want de groote achtergrond van deze go- heele crisis is de verkiezing, die over eenige maanden volgt. Op het oogenblik staat de zaak zoo, dat van de zijde van den Vrij heidsbond positijf is geéischt, dat er bezui nigd wordt, terwijl daarnaast een aanval op de looncn van het gemeente-personeel is gedaan. Dat zal den Vrijheidsbond meer stemmen inbrengen dan dat hij stemmen verliezen zal. Verliezen doet hij ze ook. want er zullen ambtenaren met de verkie zingen rood stemmen. Rood heeft zich im mers .altijd op de bres gesteld voor de ge- rneentcsalarissen en zal nu ook zich tegen verlaging daarvan verzetten. Dc S.D.A.P. krijgt dus stemmen van de ambtenaren, on geacht hun politieke gezindheid. Bovendien is thans aan de S.D.A.P. de leur.e cadeau gegeven: tegen de loonsverlaging, tegen ver mindering van werkloozensteun, tegen de reactie. En het zal ons niet verwon deren, wanneer die leuze tenslotte geen zetelwinst bracht! Rood heeft, zoeals het nu staat, betrekkelijk weinig te verliezen, als de communisten geen roet in het et^n gooien En die mogelijkheid moet niet gering worden geacht. Voorloopig schijnt de reactie op deze cri sis het meest ongunstig voor de rechter zijde, die zich heeft laten verlokken tot dezen aanval, die zulke vèraaande conse quenties heeft, welke ze niet had behoeven te bezitten, waarschijnlijk tenminste niet, wanneer Vrijdagavond doorversaderd was en men het voorstel van B. en W. in stem ming had gebracht, dat dan aangenomen was. Misschien ook dat de opzienbarende raededeelingen van den burgemeester, waar op hij gisteravond weer teruggekrabbeld is. mede daaraan schuld ziin. In ieder geval zit het Rotterdamsche ge meentebestuur voor een ernstige crisis. De 'scherpe critick die in de laatste maanden, ongetwijfeld onder invloed van de Staten verkiezingen en de komende gemeente raadsverkiezingen is gevoerd, is tenslotte De heer Farquhar was bij zijn zaken vrienden bekend als „de Oude Kei", dit ter onderscheiding van zijn neef „de Jonge Kei", die niet ouder dan dertig jaar was, die familietrekken, waaronder de familie- stuurschheid. vertoonde en niet veel te rloen had op het kantoor, waar Sheila werkte. Hij had blijkbaar buitendienst, had tot taak de klanten op te zoeken en was dus slechts sporadisch in Hatton Garden. Bij een zijner zeldzame bezoeken zat juf frouw Curtis in het sombere voorkantoor, waar haar schrijfmachine on verdere kan toorbehoeften waren te vinden en wachtte op den Ouden Kei voor do onderteekening van de door haar onder zijn dictaat ge typte brieven Zij had de enkele dingen die daarvoor in aanmerking kwamen af gestoft cn op hun plaats gezet en nam het eenige, dat buiten haar zelve kon strekken tot verslering van het kantoor in haar hand. Het was een presse-papicr van vierduims dik glas. Onder het glas was een opgezette vlinder met kleurige vleugels aangebracht, en het diertje schitterde in zijn roerloos heid als een kostelijk juweel. Terwijl Shei la den presse papier in de hand hield en gedachtcnJoos naar het diertje staarde, schrok zij op door een mannenstem achter haar, die plotseling vroeg* Wat heeft u daar, juffrouw Curti6? Sheila keerde zich om cn zag den jong- stcn Farquhar voor zich staan, 6lank, ten ger cn stuursch. Hij dropg een nauwslui tend zwart jacket, een zwarte das met een smal wit streepje en een groote zwarte pa rel als doekspeld. Zij wist, dat deze niet aan hem toebehoorde, maar aan de firma, en een waarde van 750 Pond vertegenwoor digde. Het hoofd van do firma droeg een uitgeloopen op het afstemmen van de cri- sisvoorstellen van B. en W. En het is niet te verwonderen dat in deze danen dbk de handelslichamen die zich in de laatste maanden daadwerkelijk met de politiek zijn gaan bemoeien, insiders verzekeren dat de mogelijke candidatuur van den heer Hu- dig voor den Raad daaraan niet vreemd is. nu hun duit in het zakje doen. De Kamer van Koophandel meent, dat nu het oogen blik gekomen is. nu de verantwoordelijk heid van B. en W., welke in den noodtoe stand waarin de 6tad verkeert, nog 6teeds wachten met voorstellen tot verlaging der haventarieven steed6 grooter wordt, om publicatie te geven aan een brief die zij reeds een week geleden tot B. cn W. heb ben gericht. In dezen brief wordt nog eens met klem aangedrongen op een verlaging van de haventarieven. Rotterdam, zoo zegt •le Kamer, moet zich niet tevreden laten stellen door belofte van urgentie, het moei nu daden zien. De Kamer ver.vacht posi tieve voorstellen op korten termijn. Ter il lustratie van dut standpunt legt de Kamer een copie over van vijf brieven van han delslichamen, die ook tot spoed manen. Men bedenke echter, dat cr reeds door den burgemeester erkend is. dat er géén noodtoestand is, terwijl dc heer v. d. Moe ven zich reeds tegen verlaging gekant heeft. Een dergelijk standpunt wordt ontvouwd door de Scheepvaartver. Zuid, die ook weer ,*ens in een adres aan den Raad uiting geeft aan haar bezorgdheid over den gang van zaken in de havens. Tariefverlaging acht zij dringend noodig, doch het gemeentebe stuur schijnt deze noodzakelijkheid niet te willen zien. Verder talmen, zegt het adres, zal de kans op herstel nog veel geringer doen worden. Nader meldt onze correspondent: In de hedenavond gehouden raadsfractie vergadering van de S. D. A. P., welke ge volgd is door een vergadering met het Rot terdamsche federatiebestuur, is na uitvoe rige discussie een gedragslijn vastgesteeld. Ofschoon van het resultaat dezer discussie weinig of niets bekend is, kan wel met vrij groote zekerheid worden aangenomen, dat de heer de Zeeuw zijn portefeuille niet ter beschikking zal stellen. Aan de Ned. Spoorwegen weder om belangrijke inkomsten onttrokken Wij lezen in „Spoor- en Tramwegen": Onder dagteekening van 10 April j.l. heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel bereikt ter verklaring van het algemeen nut der onteigening voor een spoorwegverbinding van de Oranje-Nassaumijnen I, III en IV met het spoorwegemplacement van de Staatsmijnen te Nuth. In de magere Memorie van Toelichting lezen we, dat de aanleg beoogt een recht- streeksche verbinding in eigen beheer te scheppen tusschon den mijnspoorvveg der Oranje-Nassau-mijnen cn dien van de Staatsmijnen, waardoor het mogelijk zal zijn, le uitwisseling van producten te krij gen tusschen beide ondernemingen in ver hand met de behoeften der cokes- cn briket- fabricage, 2e doelmatige samenstelling der treinen, 3e het verkrijgen van ean recht- strecksche verbinding van de Oranje-Nas saumijnen met hel Julianakanaal. Het is ten eencnmale onduidelijk, hoe hier gesproken kan worden van een ont eigening „ten algemeencn nutte''. Integen deel. Wordt het mogelijk geinaukt, dat be doelde spoorwegverbinding lot stand komt, dan is hierbij alleen het buitenlandsche particuliere kapitaal gebaat, dat in de Oranje-nassaumijnen is gestoken, terwijl het algemeen belang geschaad wordt, door dat aan de Nederlandsche Spoorwegen we derom belangrijke inkomsten worden ont trokken. Door deze en andere maatre gelen van gelijke strekking worden deze langzaam maar zeker, in de richting der „tekorten" gedreven, hetgeen de Nederland sche belastingbetaler wel spoedig genoeg zal ervaren. In de jong6te zitting van de Eerste Kamer (vergadering van 2(5 Maart j.L Hand. 1, blz ó90) liet de heer Koster zijn waarschuwende stem hooren te&en het scheppen van een tweede spoorwegonderneming naast de be staande Nederlandsche spoorwegen; z.i. zou dit zeer oneconomisch zijn. Woordelijk zei deze Limburgsche afgevaardigde: „Bovenal 16 eenheid noodig voor wat betreft het transport van goederen uit Zuid-Limburg naar het Julianakanaal cn omgekeerd. Oneconomisch zou het zijn, indien men elke mijn en elke in dustrie haar eigen weg naar het Julia nakanaal liet zoeken. Alle spoorwegver voer dient door bemiddeling van de Ne derlandsche Spoorwegen te geschieden, die de transporten op normale wijze en tegen redelijke prijzen zullen hebban uit te voeren, en wel, zooals is voorge schreven. onder goedkeuring van de tarieven door den Minister van Water staat. Men vreest, Mijnbeer de Voorzitter, thans in Zuid-Limburg, dat er een on gelijke regeling voor de verschillende ondernemingen zal komtn. Deze zal, wat dc steenkolenmijnen betreft ran nadceligen invloed kunnen zijn op de arbeidsvoorwaarden en looncn Ook het belang van de Nederlandscno Spoorwegen, die (och reeds moeilijke tijden tegemoet gaan, eischt, dat hun niet onnoodig een gedeelte van het goe derentransport naar het Julianakanaal ontnomen wordt. Zij zullen toch reeds bij de openstelling van het Julianaka naal voor de scheepvaart winsten moe ten derven. Ook de belangen van de streek tus schen Nuth en Stein zullen geschaad worden, indien de Spoorwegverbinding tusschen beide plaatsen slechts door de Staatsmijnen gebruikt kan worden. Ik acht het toch niet mogelijk, in elk geval niet wenschelijk, dat alsdan door do Staatsmijnen over deze lijn ook steen kolen van andere mijnen en goederen van particuliere ondernemingen ver voerd worden. Naast de Nederlandsche Spoorwegen de Staatsmijnen als spoor wegondernemingen te doen optreden, zal wel niemand wenschen". Ook de heer Janssen liet zich in gelijken jeest uit (blz. 594); bij het betoog van den heer Koster sloot hij zich geheel aan. Be treurd werd, zoowel in het belang der Ne derlandsche Spoorwegen als in het alge meen belang van Zuid-Limburg, dat uit breiding werd gegeven aan de oorspronke lijke bedoeling, waarom in 19*27 toestem ming was gegeven om onteigening ten al- gemeenen nutte uit te spreken voor aanleg van den mijnspoorweg der Staatsmijnen. Onbegrijpelijk is het, dat na deze stem men, welke in de Eerste Kamer opgingen, thans een dergelijk wetsvoorstel tot ont eigening „ten algemecnen nutte" kan wor den ingediend. Uit de Memorie van Toelich ting blijkt overduidelijk, dat men hier te doen heeft met een onteigening tot schade van de Nederlandsche Spoorwegen dus van het algemeen nationale belang en ten bate uitsluitend van een particulier met vreemd kapitaal gedreven mijnbedrijf. Naar het Engelsch van BERTA RUCK door Mr G. Keiler. Ilij had een paar staalgrijze oogen, een breed gelaat, maar toch een klein hoofd cn een kort maar sierlijk ge bouwd lichaam Al de Farquhars hadden die gestalte en in de familie werden daar over trouw grapjes gemaakt. Zelfs op zijn zes cn zestigste jaar liep do heer Farqu har kaarsrecht, vertoonde een slanke, wel gebouwde gestalte, zoodat hij nog de aan dacht trok van vereerders van mannelijk schoon. Schoonheid is voor vele mcnschen vereerenswaard. Hij vereerde evenwel slechts geld Hij had juftrouw Sheila Curtis aangeno men omdat, toen zij voor Jh betrekking kwam sollicileeren, zij volgde op een solli citante, die bij het vernamen van het salaris cn den werktijd hem ronduit in zijn gezicht had uitgelachen en verklaard had, dat zij nog liever in een mijn zou werken; gojden avond! Sheila was doodaf, ontmoedigd door tal van sollicitaiebezoeken, die niets haddon opgeleverd, en zij had zoo vaak den neus ■gC6tooten dat zij vreesde nooit een baantje ITij had een paar staalgrijze oogjn Zeker, ik vind dat zeer aannemelijk. Geen trek op het gelaal van den heer Farquhar deed bemerken, dat het hem innerlijk speet, dat hij niet 10 shilling min der had aangeboden. Voor haar weekloontje werkte Shcila (die, als de meeste vrouwon, in haar hart een romanlisch-gezinde Bolsjewist was) hard, nauwgezet cn zonder klagen, ten minste niet hardop. Zij woonde in een Te huis voor jonge dames in betrekking, oen afschuwelijke instelling! Zij zat in het voorkantoor van Farquhar, waar het al niet veel beter was! De lust tot leven cn van het leven genieten, welke in den aard van het meisje lag. werd wel sterk gekort wiekt door de banaliteit van dat alledaag- sche leven in die sombere omgeving en in gezelschap van al die ter neer drukken de mcnschen. pendant er van bij wijze van reclame. Verder droeg hij een donker vest, don kergrijze broek, zijn haar was van het don kerste bruin, voor zoover brillantine het echte rood kon temperen. Donkere wenk brauwen overschaduwden zijn donkergrijze oogen. En wat ging ur schuil jchter dat alles? Er was zoo weinig aan den jongen man en zelfs zijn stem was opzettelijk kleurloos. Wat heeft u daar, juffrouw Curti6? Dit? Dat is een- presse-papier, dien ik cadeau heb gekregen als een soort van talisman. Zij dacht dat hij weer zou verdwijnen. Maar hij bleef staan zonder zich te uiten en steeds maar op eigenaardige manier naar dien presscpapier starend. Een talisman? Ja, maar veel geluk heeft het ding me nog niet aangebracht, kapitein Farquhar, antwoordde Sheila, terwijl zij langzaam met haar zakdoek het glas wat opwreef. Het is natuurlijk wel toevallig, ma-ir 6inds ik het in mijn bezit heb, loopt me alles tegen. Sheila was niet bijster toeschietelijk tegen over heeren en tegenover den ouden Far quhar liet zij doorgaans niet anders los als „ja, mijnheer Farquhar. neen, niemand heeft opgebeld, mijnheer goed, meneer Farquhar..." Maar tegenover den jongen was zij minder kon van stof. want ondanks al zijn 6tuurschheid had zij loch met hem te doen. Zij gevoelde zich vok-lrekt niet van haar stuk gebracht door die 6tuurschheid zoomin als door de onverstoorbaarheid var, zijn gelaat. Zij gevoelde zich tot hem aan getrokken, voor een deel omdat zij iets ge hoord had van een romantische geschie lenis, waarbij hij betrokken was. Zijn moe der was een welbekende en zaer mooie Pool sche danseres gewepst. die zijn vader, de broeder van den Oude Kei, had gehuwd na haar niet meer dan een \\eei% le hebben ge vrijd. Misschien lag het aan tiet vermoeden, dat er achter dit onverstoorbaar uiterlijk een hartstochtelijker karakter school, dat Sheila mot hem te doen had En dan had zij ook medelijden met hem omdat hij in den oortog krijgsgevangene was geweest, nog meer mitschien omdat hij feitelijk nog 6t.»eds een gevangene was. Immers, was het zijn taak niet om te wer ken voor dien oom van 6tecn? Hij had tot het staande leger behoord en had later het leger verlaten om in de firma opgenomen te worden. Moest hem dat niet hinderen? Misschien zou een buitenstaander hebben opgemerkt wat aan beiden ontging, dat groeiende belangstelling onder gunstige om standigheden al heel gauw zich ontwikkelt tot iets van meer beteckenis tusschen den ernstigen jongen man cn he' meisje, da al was zij 6lechts bediende van de fir^ia, vriendelijk met hein praatte, soms op een bijna gemocdclijken toon, zoo Js een dochter des huizes zou 6p'eken me; een verlegen, student op bezoek. Dezen m:ddag b.v. ging Sheila voort met hem te vertellen, hoe zij omnibussen had nvsgeloopen, hoe zij haar tasch in den m >dder had lamn vallen, het dek6e' van haar poederdoosje had gebroken, haar boek uit de iiitlecnbibjiotheck in den ondcrgrondschen trein had laten liggen, haar paraplue bij den kapper had laten staan. Wel een dozijn van dergelijke kleine ongelukjes waren haar ten deel gevallen tn de paar dagen, dat zij dien ongelukkigen talisman in haar bezit had. Ik denk er aan hem weg te doen, besloot zij. (Wordt vervolgd). J UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5