HOE DE EXPORTEURS TE HELPEN?
Kameelhaar- en Regenmantels
Willem Groenhuizen
Feuilleton
Maandag 4 Mei 1931
«DE EEMLANDER-
29e Jaargang No 258
PARTICULIERE CREDIET-
VERZEKERING
Methode die aanbeveling
verdient
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE tJt*
JUWELIER
LUXE AUTO TE WATER
MET 7 PERSONEN
E. FRANKENHUIS
'T ZAND i
Een instituut, dat
nog jong is
In de moeilijke jaren na den oorlogstijd,
toen er in het handelsverkeer met het bui
tenland groote onzekerheid heerschte en
vele fabrikanten huiverig waren, om met
het buitenland zaken te doen, met het oog
op de groote risico's daaraan verbonden,
terwijl zij ook niet dan op zeer bezwarende
voorwaarden van particuliere bankinstel
lingen exportcredieten konden verkrijgen,
heoft de regeering, om de exporteurs te hulp
te komen, een regeling in het leven geroe
pen, waardoor de mogelijkheid werd ge
opend, dat door de Nederlandsche Bank
aan exporteurs, na onderzoek door een com
missie, exportcredieten werden verleend,
waarbij de Staat, tegen zekere door den ex
porteur te betalen premie, 40 pet. garan
deerde van het uiteindelijk door den expor
teur, na uitwinning van den schuldenaar,
op de export-transactie geleden verlies. Deze
regeling heeft over het geheel weinig bevre
digend gewerkt; er is steeds minder gebruik
van gemaakt en twee jaar geleden is zij dan
ook opgeheven. Een van de bezwaren tegen
de regeling was, dat de premie, welke werd
vastgesteld na ingewonnen advies van de
Commissie voor de Exportcredieten, te hoog
was. Een tweede bezwaar was, dat het on
derzoek, dat aan het verleenen van het cre
dit vooraf moe9t gaan, veel te lang duurde.
Verder was het een bezwaar, dat men niet
zijn geheelen export naar een bepaald land
kon verzekeren, maar men iederen kooper
met naam en toenaam aan de commissie
moest opgeven, die dan een onderzoek in
stelde naar dien9 solvabiliteit, in verband
met de vraag, of het crediet kon worden
verleend en hoe hoog de premie moest zijn
Wij beleven ook thans weer moeilijke^ij-
den, zoodat er opnieuw stemmen opgaan,
om de exporteurs door een dergelijke rege
ling te helpen. Het dunkt ons echter zeer
twijfelachtig, of er op de basis van de vroe
gere crediet-garantie een bevredigende re
geling is te verkrijgen. In de eerste plaats
immers zal de premie altijd min of meer
verzekeringstechnisch moeten worden be
rekend, tenzij men de bedoeling mocht heb
ben den exporteurs, die van de regeling ge
bruik maken, een verkapte export-premie
te geven. Voor sommige landen en afnemers
zal de premie dus noodzakelijk zeer hoog
moeten zijn. Ten tweede zéfl, indien de Staat
het crediet verleent of garandeert, het on
derzoek, dat daaraan moet voorafgaan, al
tijd lang moeten duren, waardoor de expor
teur vaak te lang zal moeten wachten, tot
dat hij geholpen wordt. En eindelijk zal een
onderzoek naar den financieelen toestand
van den kooper, waarvan zooveel afhangt,
vaak uiterst moeilijk, zoo niet ondoenlijk
zijn voor den Staat of een Commissie, die
voor den Staat optreedt.
Daarom dunkt het ons beter en practi-
echer, dat een andere weg gevolgd worde.
De laatste jaren heeft het instituut der
particuliere crcdietverzekering in vele lan
den, ook in Nederland, zich op verrassende
wijze ontwikkeld. Er wordt steeds meer
door handel en nijverheid gebruik van ge
maakt. Waar dit instituut intusschen nog
jong is en de maatschappijen, die zich
daarmede bezig houden, nog geen reusach
tige reserves hebben gevormd, moeten deze
zich in de keuze van de risico's, welke zij
aanvaarden, beperken. Zeer groote risico's
durven zij niet op zich nemen; risico's in
sommige landen nemen zij in het geheel
niet op zich Wanneer nu echter de Staat
bereid was met een 6ystoem van herver
zekering te gaan staan achter de Neder
landsche maatschappij of maatschappijen,
die zich met credietverzekering bezighou
den, dan zou daardoor wellicht kunnen
worden bereikt, dat deze maatschappijen
verder durfden gaan dan tot dusver en
haar belangstelling ook uitstrekken tot
landen, waarbij zij zich thans niet wen-
schen te interesseeren. Door het inslaan
van dezen weg zouden allerlei voordeelen
worden verkregen. Men zou zoodoende be
reiken, dat de te vorderen premie, ofschoon
commercieel berekend, niet te hoog be
hoefde te zijn; het onderzoek, ook naar den
financieelen toestand van den kooper, zou
ook sneller, gemakkelijker en degelijker
kunnen geschieden door een particuliere
maatschappij, die relaties onderhoudt met
credietverzekeringmaatschappijen over de
geheele wereld, welke overal hahr kanalen
en vertakkingen hebben, dan door een com
missie, die daarover niet beschikt. Van
daar, dat wij de regeering in overweging
zouden willen geven eens na te gaan, of
niet langs dezen weg het particulier initia
tief kan worden aangevuld.
Ook hierom verdient deze methode aan
beveling boven die van een nieuwe recht-
streeksche exportcredietgarantie van rijks
wege, omdat, nu de particuliere crediet
verzekering ook ten onzent zich bevredi
gend aan het ontwikkelen is, het toch wel
zeer ongewensebt zou zijn, indien de Staat
aan dat jonge, nieuwe bedrijf concurren
tie zou aandoen door zich te gaan begeven
op het terrein, waarop de credietverzeke
ring zich beweegt wellicht zelfs tegen la
ger premievoorwaarden. Bovendien valt
het toch niet te ontkennen, dat de parti
culiere credietverzekering, die reeds inter
nationaal georganiseerd is. veel beter in
staat is zich behoorlijk te ori^ntceren om
trent het risico, aan een bepaalde transac
tie verbonden, dan de Slaat, de Nederland
sche Bank of een Rijkscommissie, Samen
werking tusschen den Staat en hetgeen
uit het particulier initiatief is opgekomen,
kan aan de verdere ontwikkeling van dit
instituut slechts ten goede komen. De
Staatshulp, bestaande in het herverzekeren
van te zware risico's, zal daarbij op zeker
oogenblik geheel achterwege kunnen blij
ven, zoodra de credietverzekering voldoen
de 6terk zal zijn geworden, om ook zonder
zoodanige hulp die risico's te aanvaarden
of in de gelegenheid zal zijn, deze bij zus
terinstellingen te verzekeren. En onze ex
porteurs zullen vlugger en meer afdoende
den steun verkrijgen, dien zij vooral bij de
uitvoering van zeer groote en langen tijd
vorderende orders voor het buitenland vaak
zoozeer behoeven.
HOFBERICHT.
H.M. de Koningin-Moeder is voornemens
op 13 Mei a.s. de residentie te verlaten en
21 Mei het Paleis Soestdijk te betrekken.
Van 1321 Mei zal H.M. incognito verblijf
houden te Velp en intrek nemen in het
hotel Beekhuyzen aldaar.
UTRECHTSCHEWEG 10 TEL. 179 AMERSFOORT
Hierboven bet nieuwe paviljoen van üe Piins Alcxanclerstichting, te Huis:
ter Heide, dat op 8 Mei door Prinses Juliana zal worden geopend.
Tel. 852 -- Gevestigd 1885
VERTROUWENSHUIS.
Twee der inzittenden reeds onmid
dellijk om het leven gekomen
twee andêren in hoogst
ernstigen toestand
In de Ter Aasche Zuwe gereden
Nicuwersluis, 3 Mei. Hedenmiddag
te vier uur heeft aan de Ter Aasche Zuwe,
gemeente Loenersloot, een ernstig auto-on
geluk plaats gehad. Een personen-auto met
zeven inzittenden is, vermoedelijk tenge
volge van een defect aan de stuurinrich
ting, in do Zuwe gereden. IJlings toesnel
lende voorbijgangers slaagden er na veel
moeite in de drenkelingen te bevrijden en
op het droge te brengen. De doktoren Pierot
uit Vinkevcen en De Snoo uit Breukelen
werden onmiddellijk van het ongeval op de
hoogte gesteld. Toen zij ter plaatse versche
nen bleken bij twee der drenkelingen de
levensgeesten reeds te zijn geweken. Over
leden zijn mevrouw Swcers en een harer
dochters, uit Arnhem. Haar echtgenoot cn
een vriendinnetje der andere dachter waren
bewusteloos. Zij waren om 6 uur heden
avond nog steeds niet bij konnis.
De' familie Sweers, bestaande uit de heer
en mevrouw Sweers, hun twee dochters en
hun zoon, alsmede twee kennissen, allen uit
Arnhem, keerden van een tocht naar de
bollenvelden naar laatstgenoemde plaats
terug, toen het ongeval geschiedde.
De burgemeesters van Vinkeveen en Lo
nersloot, de heeren Wouters en Vordcrhake,
en de gemeenteveldwachter van Loenen De
Jong waren spoedig op de plaat6 des on-
heils aanwezig.
Nieuwersluis, 3 Mei. Omtrent het
ernstig auto-ongeluk te Loenersloot kan
nog het volgendo worden gemeld:
Men is er in geslaagd bij den heer Sweirs
de levensgeesten op te wekken. Het bewus-
telooze meisje is een vijftienjarig vriendin
netje van de thans overleden dochter. De
heer Sweers en het meisje zijn in hoogst-
zorgwekkenden toestand naar het Acade
misch Ziekenhuis te Utrecht overgebracht.
De chauffeur, alsmede een der andere in
zittenden, bleven ongedeerd.
De dood bij de beide slachtoffers werd
geconstateerd door dr. Posthuma uit Loe
nen, die ook spojdig na het ongeval ter
plaatse was.
Bij informatie aan het Academisch Zie
kenhuis te Utrecht vernamen wij gister
avond, dat daar in de afdecling „Interne
Kliniek" verpleegd werden, behalve dc heer
Sweers en diens dochtertje, zijn zoon en
het 15-jarig vriendinnetje van de overle
den dochter. De toestand van het dochtertje
van den heer Sweers was hoogst ernstig;
men twijfelde aan haar behoud. Ook de toe
stand van den heer Sweers was nog onver
anderd. Veel minder ernstig was do toe
stand der twea andere personen.
KON. BESLUITEN.
Bij K.B is de gouden eeremedaille der
Oranje Nassau-orde toegekend aan Mej. L.
G. A. Verheyen, hoofd der Chr. bewaar
school te Zierikzec;
de zilveren ecre-medaille der Oranje
Nassau-orde aan J. Hoogendoorn, voorman
bij de firma Copijn en Zonen, boomkwee
kers te Maartensdijk;
is benoemd tot lid van den Voogdijraad
te Groningen J. H. A. Veegcr, voorzitter
van do voreeniging van den Heiligen Vin-
centius A Paulo en Sint Martinus.
BELANGENGEMEENSCHAP
PHILIPS—OSRAM.
Eindhoven, 2 Mei. Naar wij van be
voegde zijde vernemen zijn er tusschen de
Osram G.m.b.H. te Berlijn en de N.V. Phi
lips Gloeilampenfabrieken te Eindhoven on
derhandelingen gevoerd, die tot resultaat
hebben gehad, dat het laboratorium onder
zoek, de fabricage en de verkoop van deze
beide firma's op het gebied van Neon licht-
buizen gecombineerd worden. De belangen
der beide ondernemingen worden in een In
ternationale Neon Maatschappij vereenigd.
DE GRASBAANRACES II
Knetl'rend ronkten dc motoren
Op den stadschen grasbaangrönd
Razend vlogen de vehikels
Loeiend, blazend in het rond.
Zeer bekende motorduivels
In hun sport geroutineerd
Hebben gist'ren bet publiek hier
Op iets pittigs getrakteerd.
Heel wat toeschouwers genoten
Er zat werkelijk spanning in
't Bleef sensatie tot het eindo
Die be>gon bij het begin.
Zwaar m 't leer gepakte renners
Vlogen zuchtende voorbij
Vechtend om het beste plaatsje
't Allereerste in do rij.
Door de bocht zoo met oen „zestig''
Bleek hier maar een kleinigheid
Snorkend tufte men een baantjo
In een minimum van tijd
Als j'een renner zag, dan zag j'hem
Ook meteen precies weer niet!
'n Snelheid die voor orientecrcn
Bijna nimmer tijd ons liet.
't Was een goede grasbaan wedstrijd
Ik zou zeggen: Ga zoo voort.
Breng doorloopend motorrijders
Naar on6 mooie Amersfoort.
„Hoe meer zielen, hoe meer vreugde'1
Ongeacht hoe men die brengt
Vast staat dat 't ons goede stadje
Altijd wat in 't laadje schenkt!
Kranig was 't debuut te noemen
Van een zeer jong stadgenoot,
Die ons bij de „nieuwelingen"
'n aardig staaltje „kunnen" bood.
Moeilijk blijven alle zaken
Altijd als men pas begint.
Maar als Wind wint aan routine
Weet ik vast dat Wind eens wint!! ij
GROEGROE. 3
(Allo rechten voorbehouden)
KIND DOODGEVALLEN. I
Waddinxvoen, 2 Mei. Gistermiddag
is het 4-jarig zoontje van den heer de Rooy,
wonende aan het Jaagpad, op het dak van
een pakhuis geklommen en had het ongeluk
in een lichtkoker te vallen.
Ilij kwam op een betonnen vloer terecht
c-n werd met een zware hersenschudding
opgenomen.
Hij is hedenmorgen zonder tot bewust*
zijn te zijn gekomen, overleden.
DOOR DE TRAM GEGREPEN EN GEDOOD.
Leiden, 3 Mei. Zaterdagavond is de on
geveer 45-jarige J. J. H. uit Leiden, even
voorbij het dorp Oegstgeest door de electri-
sche tram van de N.Z.H.T.M. overreden. Do
man werd geheel vermorzeld. De politie
stelt een onderzoek in.
DOOR EEN HOLLEND PAARD
OMVERGEWORPEN EN GEDOOD. 7
Maastricht, 3 Mei. De 26-jarige P. N.,
zoon van een landbouwer alhier, is, toen hij
op zijn rijwiel zat, door een hollend paard
omvergeworpen. Hij kreeg een slag tegen
het hoofd en was op slag dood. De man was
ongehuwd.
Inkoop van
Oud Goud, Zilver en Diamanten
tegen de hoogste prijzen.
Een wijs man vermorst niet veel woorden.
Naar het Engelsch van BERTA RUCK
door Mr G. Keiler.
Men zal hem dadelijk naar u toezen
den.
Dank u.
Binnen een kwartier zal hij hier zijn,
voegde Sheila er nog aan toe.
Kapitein Farquhar antwoordde niet. Hij
zette zich aan den lessenaar van zijn oom,
nam zijn pen ter hand en begon een brief
te schrijven. Geen woord liet hij hooren
gedurende het benauwende kwartier, dat
verliep voor de boodschaplooper uit White-
chapel aan de deur klopte.
Ben je daar Harris?
Goeden morgen, kapitein, goeden mor
gen, juffrouw.
Het was een lcelijk, wanriekend ventje,
maar allo arglist was hem verre, toen hij
antwoordde op de vragen van kapitein
Farquhar, en hij maakte een volkomen eer
lijken indruk. Misschien was dat echter
een masker, dacht Sheila een oogenblik, en
was he des te doortrapter. Maar als Harris
niet aansprakelijk kon worden gesteld voor
het vermissen van de parels, wie kwam er
dan voor in aanmerking?
Het was ongeveer half drie, verklaar
de Harris. Ik kwam hier met d'e doos, over
handigde haar aan deze jonge dame
Sheila beantwoordde zijn vriendelijken
glimlach niet en liet haar het ontvangst
bewijs teekenen.
Heb je dat bewijs bij je, Harris?
Bij me, meneer? Wel neen! Ik heb het
onmiddellijk aan den heer Lewison over
handigd. Hij is natuurlijk in het bezit er
van.
Wanneer heb je het aan den heer Le
wison gegeven?
Ja, dat was wel toevallig, dat ik hem
tegenkwam, toen ik hier het huis uitkwam.
Hij wachtte in de buurt van het restaurant
van Lyons op een anderen heer en kreeg
mij in het oog, toen ik de deur uitkwam.
Hij vroeg me, of ik het pakje had afgele
verd en vond het 't eenvoudigst als ik hem
't ontvangstbewijs overgaf. Wat ik natuur
lijk gedaan heb."
Harris, je zoudt me een groot genoe
gen doen om naar mijnheer Lewison terug
te gaan en het bewijs te halen.
Nu dadelijk, meneer?
Ja dadelijk. Juffrouw Curtis wilt u
een taxi opbellen aan de dichtstbij zijnde
standplaats. Harris, je moet zorgen zoo
gauw mogelijk terug te zijn met het stuk.
Best kapitein.
Tijdens de afwezigheid van Harris werd
nu niet gezwegen.
Kapitein Farquhar, begon Sheila, zoo
rustig als haar mogelijk was, hoe... wan
neer vermoedt u, dat het hem mogelijk is
geweest de parels te stelen?
Wien bedoelt u?
Nu, den man, die ze hier heeft gebracht
Harris?
Ja.
Ik vind het hoogst onwaarschijnlijk,
dat Harris er debet aan zou zijn.
Meent u dat?
O ja, hoogst onwaarschijnlijk. ITij is
nu al vijf en twintig jaar op dat kantoor.
Onze zaak kent hem reeds jaren. Het is
een flinke betrouwbare bediende. Boven
dien is er geen sprake van dat de parels
door andere valsche parels of iets derge
lijks vervangen zijn. Ze zijn verdwenen! Do
heele doos is weg, er is van het gansche
pakje niets meer te bespeuren!
Maar buiten dien Harris en mij was
er niemand anders op het kantoor, merkte
Sheila met nadruk op, den moed hebbend
om ten slotte onder woorden te brengen,
wat eindelijk toch eens moest worden ge
zegd. En u zal het met me eens zijn, dat
ik zeker niet de parels heb gestolen.
Doodsche stilte volgde op die woorden.
Zij begon nu lont te ruiken.
Kapitein Farquhar! U denkt toch niet,
dat ik iets afweet van de verdwijning van
die parels?
Hij keek haar met zijn koude, grijze
oogen van onder zijn donkere wenkbrau
wen recht in het gelaat Sheila kreeg een
kleur, er kwam iets aarzelends in haar
houding en haar diepe verontwaardiging
maakte den indruk alsof zij zich schuldig
gevoelde, terwijl zij beefdo van ergernis
toen zij den jongen man hoorde zeggen:
In uw plaats, juffrouw Curtis, zou ik
het maar ronduit bekennen.
Zij keek hem met vuur schietende oogen
aan. Wat bedoelt u daarmede? Is het u
ernst, dat ik iets zou afweten omtrent wat
er met die parels is gebeurd?
=3 Het lijkt er wel op, antwoordde hij
koeltjes. Maar zijn toorn was niet minder
dan do hare. Hij was woedend, was haast
nog nooit in zijn leven zoo boos geweest.
Mogelijk dacht hij, dat hij enkel zoo ver
toornd was wegens de brutale onbeschaamd
heid van die dievegge. Vermoedelijk was
hij zich echter niet bewust, dat hij in de
eerste plaats daarom zoo vertoornd op haar
was, omdat hij zooveel belang in haar had
gesteld. Hij was eigenlijk nog boozer op
zich zeiven omdat hij gedurende al de
maanden, dat zij op het kantoor was, zich
dermate om den tuin had laten leiden.
Want hij had er een eed op durven doen,
dat dit meisje, dat hem met den dag meer
belangstelling had ingeboezemd sinds hij
haar had leeren kennen, zoo eerlijk was als
goud, een echte dame, oprecht, fatsoenlijk,
tot het merg harer beenderen. Eerlijk. Hij
herhaalde het telkens in zijn binnenste. Da-
rol Farquhar, die een bittere school had
doorloopen, had zich gevleid, dat hijdaar
door schijn en werkelijkheid had leeren on
derscheiden, niet alleen wat edelgesteenten
betreft, maar ook op het stuk van men-
schcn. Welk een vergissing! Iloe deerlijk
was hij bedrogen en dat nog wel ten op
zichte van dat meisje, het eenige meisje
waarop hij had gemeend huizen te kunnen
bouwen. Hij had aan juffrouw Curtis de
hulde gebracht, welke de meeste heeren
aan een mooi meisje brengen; hij had zich
tot haar aangetrokken gevoeld. Maar hij
had haar nog grooter hulde gebracht, door
haar te beschouwen als een dame, die zijns
gelijke was, wat betreft de opvatting van
deugd en fatsoen. En al wat hij van het
meisje had gezien had die opvatting schijn
baar bevestigd.
En nu nu was het uit, en hij ge
voelde zich diep teleurgesteld en met vij
andige blikken keken zij elkander aan, ter
wijl zijn hoofd slechts vervuld was met het
ééne woord: een dievegge! Norsch zeide hij:
De schijn is tegen u, juffrouw Curtis.
Tegen mij? Uit haar stem sprak do
grenzelooze verontwaardiging van de fat
soenlijke vrouw, die in het diepst van haar
ziel wordt beleedigd.
U gelooft dus, dat ik de parels zou
hebben gestolen?
Hoe brutaal, dacht hij wrevelig. En
ongeduldig antwoordde hij:
Daar Harris het niet gedaan kan heb
ben en buiten u niemand anders op het
kantoor is geweest wie zou het dan an
ders kunnen zijn?
Inbrekers! barstte Sheila los, terwijl
haar een zucht van verademing ontsnapte.
Natuurlijk inbrekers! Ik heb daar zoo
gauw niet aan gedacht. Het zijn vast in
brekers geweest.
Farquhar glimlachte, terwijl zijn gelaat
er niet vriendelijker door werd en met bui
tengewone kalmte zeide hij:
Laten we dat dan eens nader bekijken.
Om te beginnen met de brandkast.
Zij gingen er heen. Hij liet zijn gebruinde
hand glijden over het zwarte, gladde op
pervlak er van.
Geen spoor op te vinden, juffrouw Cur
tis. Ik heb daarnaar ook dadelijk geke
ken, maar er is geen krasje, geen spoor
van een centerboor op te bekennen. Inbre
kers forceeren geen sloten als dit, zij snij
den een brandkast open als een bu9je sar
dines. Deze kast is volkomen onbescha
digd. Bovendien...
v(Wordt vervolgd).