AVONTUREN MET HAAIEN
Uit het dagboek van een zee-kapitein.
De Amerlkaansche bark „Anita" verliet in
S'ptember 1883 de haven van New-York
met een lading stukgoederen voor Port-An-
tonio op Jamaica. Ik was destijds pas 20
jaar oud en had als volwassen matroos aan
gemonsterd voor een gage van 30 dollar. De
„Anita" was van hout gebouwd, wel niet
meer erg nieuw, maar toch een schip, dat
er wezen mocht. De bemanning bestond uit
den kapitein, den eersten en tweeden stuur
man, den timmerman, kok en acht matro
zen. Na den gedancn arbeid zaten wij op
het dek bij elkaar, rookten een pijp en luis
terden naar de vertellingen van den tim
merman. Het was een oude, ervaren zeerot
en wij hadden allen veel eerbied voor zijn
kennis van zaken.
Zoo kwam eens op een avond onder an
deren ook het gesprek op de verschillende
zeemonsters, waarvan de haai wel een van
de geduchtsto vertegenwoordigers is np
timmerman beweerde, dat een haai nooit
een levenden men9ch in het water aanvalt;
hij zou het gerust er op durven wagen in
een water, waar haaien waren, te gaan ba
den. Doch hij zou aan zijn eigen lichaam
ondervinden, dat hij ditmaal ongelijk had.
Wij lagen op dc reede van Port-Antonio
voor anker. De lading was geheel gelost,
zoodat ons schip hoog in het water lag. De
scheepstimmerman wilde deze gelegenheid
benutten om eenige koperen platen, die
eenigszins hadden losgelaten, weer op hun
plaats tegen den scheepsromp te bevesti
gen. Voor dit werk gebruikte hij een zoo
genaamde „bootmansstoel", waarin hij
plaats nam. Hot was een korte houten
plank van dik, stevig hout, waarin men
in de hoeken vier gaten heeft geboord Net
als een schommel in een theetuin bij de
landrotten werd deze „stoel" buiten boord
gehangen, de timmerman nam erop plaats
mij door het hoofd. Ik wist, dat mijn ka
meraden alles in het werk zouden stellen
mij te redden. Ik ontwaakte uit mijn stom
me vertwijfeling en zwom met inspanning
van al mijn krachten in de richting, waar
in ik de „Anita" vermoedde. Opeens wat
was dat? Ontzetting en afscnuw verlamden
mijn ledematen. Hemelsche goedheid, een
haai! Het bloed stolde mij <n do aderen.
Dadelijk wierp ik mij op den rug, 'rapte
met armen en boenen en brulde zoo hard
ik kon om hulp. Ik hoopte daardoor den
haai schrik aan te jagen en te verd'ljvcn.
Het roofdier zwom voortdurend in groote
kringen om mij heen. Ik zag dc donker
gekleurde rugvin door het water snijdm
Steeds grooter werden de kringen lie de
viech beschreef en ik werd reeds bevreesd,
dat het dier zou duiken en mij van en
deren zou trachten te naderen.
Bijna een vol uur hebben mijn kameraden
naar mij gezocht. Eindelijk vonden zij mij
oor het zeewater dan voor de mooie dui
nenrij waarlangs wij voeren.
Maar daar is het ook gelukkig bij geble
ven; ik ben weer opgeknapt en heb den
anderen dag volop genoten van de zee en
het mooi6 dat op onze marinevaartuigen te
zien is. Bepaald zeeziek ben ik gelukkig
niet geweest. Met mij knapten de anderen
ook weer op, behalve degene die 's mor
gens al ziek was geworden; die had werke
lijk de zeeziekte flink te pakken!
Langzaam kwam Den Helder in 't zicht
Een sleepboot komt langszij van de „Gruno'
te liggen en het verzoek van den comman
dant is „om over te stappen". Zoo maar op
zee!
Daar ging-ie dan, voorzichtig langs het
touwladdertje naar beneden op het dek van
de kleine sleepboot, die door zijn kleine
afmetingen nog harder schommelde dan
dc „Gruno". Dit had 6lcchts één gevolg: n.l.
dat de paar menschen die weer wat opge
knapt waren opniepw draaierig werden,
zoo zelfs, dat één hunner verzocht aan wal
gezet te mogen worden, daar hij den tocht
met den onderzeeër niet mee wilde maken
Hij ging aan wal en werd weer vrij spoedig
een gewoon mensch.
In de verte zagen wij een onderzeeboot
liggon, welke het was konden wij nog niet
onderscheiden. Wij voeren erheen of beter
gezegd: wij schommelden erheen. Lang
zaam werd het grijze sigaar-vormige ding
met den stompen toren erop grooter. Hoe
moesten wij daftr op komen! De wanden lie
pen 6chuin af, zoodat wij aan eeD touwlad
der ook niet veel hadden. Maar daar wisten
de matrozen en officieren aan boord van
de O 11 wel raad op. Een paar stevige ar
men trokken ons doodkalm van de sleep
boot naar de onderzeeër.
Wij waren met 23 man. zoodat wij in twee
ploegen den onderzeesche.n tocht moesten
maken, omdat dc onderzeecr anders te vol
zou worden. Volgende week vertel ik jullie
een en ander over de reis onder de g'.lven.
en wij lieten hem langzaam zakken totdat cn wis(en mij redd(.n Ecn gr00t gIas
hij was aangekomen waar hij moest zijn. Jamalcarhum bracht mij a, spaedi? weer
Dan gaf hij ecn schreeuw (en dat kon hij
behoorlijk!) en wij bonden het touw stevig
vast. In dit geval zat de timmerman vlak
boven den waterspiegel, die spiegelglad was.
Onder het werk floot hij een liedje en liet
zijn beenen heen en weer in het water ben
gelen. Om zich geen pijn te doen aan de
scherpe kanten van het koperblok, had hij
een paar oude vetleeren schoenen aange
trokken. En terwijl hij daar Zv/o zorgeloos
fluitend zijn werk verrichtte, schoot er plot
seling een groote haai uit do diepte om
hoog en greep met zijn scherpe tanden de
i de beenen. Dat is mijn haaien-avontuur.
in het water slingerende rechtervoet van
den timmerman. De aangevallene liet van
schrik de groote hamer, waarmede hij werk
te, vallen, die op den kop van het ondier
terecht kwam, zonder het echter te nood
zaken den voet los te laten. Met beide han
den klemde de timmerman zich vast aan
de touwen van de „bootmansstoer. De haai
had de voet zoo stevig gegrepen, dat de
schoen en ecn paar stukken vlecsch in zijn
bek achterbleven. De beenderen van den
voet lagen bloot, zoo diep waren de tanden
doorgedrongen. Natuurlijk trokken wij, zoo-
dra de timmerman zijn angstschreeuw uit
stootte, de stoel ijlings, doch voorzichtig
op. Acht lange weken moest de arme kerel
met haast onduldbare pijnen in zijn kooi
blijven, voordat de voet eenigszins genezen
was. Zoodra er zich een haai liet zien, wa
penen wij ons allen met handspraken en
bootshaken en verjoegen het dier; wij wis
ten nu, dat wij een haai niet konden ver
trouwen.
De „Anita" had een lading rhum en riet
suiker ingenomen om daarmede k-oers te
zetten naar Philadelfia. Het schip 6tuurde
noordwaarts en kwam met de bries, die er
stond, flinik vooruit. Het- zal zoo ongeveer
ter hoogte van San Salvador of Guynahani
zijn geweest, dat de weersgesteldheid plot
seling omsloeg en er 's nachts een flinke
storm opstak, juist toen ik de roerganger
had afgelost.
Wij hadden geen tijd meer te verliezen
met groote snelheid naderde de storm, do
lucht betrok en de eerste windvlagen zwiep
ten langs ons heen. Alle werkten wij met
vliegende haast, maar het innemen van do
zeilen vorderde niet snel genoeg. Met een
verschrikkelijk geweld kwam de storm op
zetten. Het ingehaalde bramzeil scheur
de uit mijn handen en zweepte met
zulk een kracht tegen mijn hoofd, dat
ik mijn evenwicht verloor en aan stuur
boordzijde overboord sloeg. Het bramzeil
scheurde totaal in flarden
Ik maakte een prachtige salto en de gol
ven sloten zich boven mijn hoofd. Snel
werkte ik mij weer naar de oppervlakte.
Veel kleeding had ik in de warme, tropi
sche nacht niet aan, hetgeen mii het zwem
men buitengewoon gemakkelijk maakte.
Plotseling werd ik mijn vreesolijken toe
stand bewust Mijn schip, dat met de wind
vlagen te kampen had, zag ik in de verto
snel wegvaren. Door zwarte wolkenbanken
wierp de maan zijn zilver licht op de gol
ven, wier geruisch mijn hulpgeschreeuw
overstemde. De wind vaagde huilend «n
loeiend over mijn hoofd, hagelkorrels
zweepten mij in het gezicht en maakten
mot de wilde golfslag alle uitzicht onmo
Beste nichten en neven,
In het jaar, dat ik de kindercourant voor
jullie verzorg, heb ik al veel geschreven
over mijn reizen, over motortochten en
vluchten boven de provincie. Altijd heb ik
vurig verlangd om ook nog eens ecn ande
ren tocht te maken: ecn tocht met een on
derzeeboot. Eindelijk is dat verlangen m
vervulling gegaan. Maandagmiddag ben ik
een uur met de onderzeeboot O 11 tusschen
Den Helder en Texel onder water geweest.
Door een toevallige omstandigheid was ik
ill de gelegenheid Maandag een zeereis te
maken en aan het 6lot daarvan over te
stappen op den onderzeeër, die rae in kor
ten tijd 10 meter onder water bracht, üm
te beginnen ben ik met dc overige leden
die de excursie meemaakten, uit Amster
dam vertrokken met de pantserboot Gruno,
die door het Noordzeekanaal naar IJ muiden
voer om daar het ruime sop te kiezen en
op ongeveer t a 5 K.M. afstand van de kust
koers te zetten naar het Noorden, waar na
bij het vliegkamp De Mok de O 11 ons op
wachtte
Het was mijn eersto zeereis, zoodat ik
maar moest afwachten of ik tegen de z.ee
kon. Volgens den commandant van de Gru
no troffen wij het bizonder, want hij zei.
dat het „kalrn weer" was. Nou ik moet jul
lie eerlijk bekennen, dat wij er wel wat an
ders over dachten, want reeds in de haven
van IJmuiden begon het schip zoodanig te
schommelen, dat wij niet meer goed recht
op het dek konden loopen. Wij vroegen on6
af hoe het dan wel zou zijn als het werke
lijk stormde! Het is natuurlijk te begrijpen,
dat de matrozen aan boord de grootste pret
hadden over het feit, dat die „landratten
zoo raar schommelden. Dat kwam omdat
wij nog geen „zeebeenen" hadden, vertelden
zij ons. Van half negen tot haif drie ben
ik op de Gruno geweest, maar ik heb nóg
geen zeebeenen, want bij den Helder wag
gelde ik nog even heerlijk over net dek als
bij IJmuiden. Maar... spijt zal ik nooit van
dien tocht hebben. Er is gelachen en ge
schommeld, gedraaid en getuimeld, maar
alles bij elkaar genomen hebben wij veel ge
zien cn niet weinig pret gehad.
Nauwelijks waren we buiten de haven
van IJmuiden of een van de leden van ons
gezelschap begon rare neigingen te vertoo-
non. Een stevige knaap, maar tegen het
schommelen van het schip was hij toch niet
bestand. Hij begon geel cn groen te zien.
totdat het hem eindelijk te machtig wen
en hij over de leuning van het schip gin;
liggen
Dat was het begin!
Hij koos een veilig plaatsje tegen een luik
op het achterschip en is daar voor 's mid
dags half drie niet weer vandaan geweest,
Hij wist wat zeeziekte was en wij hebben
gezien hoe je het van dat nare verschijnsel
te kwaad kunt hebben.
De lucht werd steeds dikker en de wind
krachtiger, maar gelukkig bleef dc zee de
zelfde, zoodat het schommelen niet erger
werd. Het liep zoo langzamerhand tegen
twaalf uur, toen wij moesten gaan eten. Er
waren er reeds een paar die ook geen fris-
sche gelaatskleur meer hadden: zeeziek
waren zij nog niet, maar geheel frisch wa
ren zij óók niet.
Beneden, in dc kamer waar wij de lunch
zouden gebruiken, kwam het ergste: daar
draaide alles door elkaar met het gevolg,
dat enkelen al zeiden: „Laten we maar niet
eten". De heerlijke erwtensoep lokte me ech
ter te veel, zoodat ik besloot om toch maar
wat met de anderen mee te eten. Mijn buur
man werd niet lekker en van het gezicht
gelijk. Eindelijk kreeg ik het schip weer in bleef ik niet meer frisch. Het gevolg was
de gaten, dat in de verte wel een donkere dat oom Pim in minder dan geen tijd weer
êchaduw leek. Duizend gedachten joegen op het dek was en meer bewondering had
DE CORRESPONDENTIE.
Annemie. Leuk zeg, nu hebben jul
lie aardig wat te doen met die jonge dieren;
jammer dat cr drie poesjes zijn doodgegaan
Dolly. Dat papier is ook best hoor,
fat vind ik hcusch niet erg. Ik heb ook ge
noten van de bloesempracht in dc boom
gaarden. Ik heb juist weer nieuwe Kwatta-
soldaatjes gekregen.
Pi rus. Gefeliciteerd met je rapport,
dat is een mooie vooruitgang. Gefeliciteerd
met je vader's verjaardag. En, wat was
nou die verrassing?
0nru6t. Je bent welkom; wat heb je
ecn „onrustigen" fechuilnaam gekozen! Dat
erhuizen vonden jullie zeker wel prettig
hè? Bedankt voor je bonnen.
Saturnus. Bedankt voor je gift. Het
raadsel kan ik niet plaatsen, omdat namen
van schepen voor onze nichten en neven
wel wat te moeilijk zijn. Bedankt voor je
opstel, ik zal het hij gelegenheid plaatsen.
Loetje. Jo bent van harte welkom.
Hoe gaat het nu met de verkoudheid, begin
je alweer wat op te knappen.
Lo u t j e. Ook jij bent welkom, ik hoop
dat je een trouwe nicht zult worden cn aar
dige briefjes zult schrijven.
P i n g u i n. Je bent natuurlijk even
welkom als de andere nieuwelingen. Ik heb
je naam iets korter gemaakt, dat vind-je
zeker wel goed hè? Het briefje i6 keuri
met blokschrift kun je tenminste duidelijk
ch rij ven.
Sport makker. Bedankt voor je gift
Ik heb nog wel een paar Hille's bonnen
voor je.
Pepernootje. Dat je gezwommen
hebt geloof ik graag, maar dat het water
heerlijk" was betwijfel ik toch, want het
is nog te koud om het heerlijk te noemen!
Gefeliciteerd met je vooruitgang. Mooi ge
zicht hè, als de Betuwe bloeit.
Sportboy. Het watcr zal toch no;
wel frisch geweest zijn. denk ik. Als je
gaat, wensch ik je veel plezier in België. Ik
zal je verzoek overbrengen naar den ruil
handel.
Wilde Eend. Ja, ik zwem graag,
maar ik heb helaas geen lijd meer om
lederen dag te gaan. Wanneer schrijf je
nu eens een langer briefje?
Robinson Crusoe Ik wensch je
veel plezier met het kampeeren. Nou kan
je ecn mooi opstel maken zeg!
M o e d e r's Hulp. Waarom heb je het
tweede raadsel niet opgelost, vond je het te
moeilijk of heb je het vergeten? Bedankt
voor je raadsel.
Eeuwig Leven. Hoe komt het dat
je de raadsels niet hebt opgelost? Dat is een
rare geschiedenis met dat konijntje. Wat
scheelt er nu aan?
Pierrot. Bedankt voor je mooie
doekjes. Ik moet je tot mijn spijt teleurstel
len, want ik heb nog geen Vim-bonnen ont
vangen. Ik geloof, dat de Amersfoorters
geen Vim gebruiken!
Sneeuwklokje. In de eerste plaats
feliciteer ik je met dat feest en in de tweede
plaats wensch ik je veel plezier en succes
met je versje. Dat verhaaltje is niet onaar
dig, maar dat kan ik nu toch heusch niet
gebruiken.
VictoriaRegia. Je hebt een prach
tigen naam gekozen. Heb je die mooie wa
terlelie wel een6 gezien? Jo bent natuurlijk
welkom in onzen familiekring. Mijn com
pliment voor je mooie rapport. Stuur de
verhaaltjes maar eens; al6 je ze zelf ge
schreven hebt en ze zijn goed, dan wil ik
ze wel plaatsen.
A damson. Ik heb niet alles wat je
me vraagt, maar ik hoef jc toch ook niet
heelemaal teleur te stellen. Ik zal wel op
passen, maar ik vrees toch wel dat ik erin
loop.
C 1 y v i a. Bedankt voor je gift. Ja, ik
heb van het succes in Hilversum gehoord
Je briefje was verleden week te laat om
nog beantwoord te kunnen worden!
Kompas. Bedankt voor je plaatjes.
Zooals je misschien al gelezen hebt, is mijn
voorraad sigarettendoekjes weer aangevuld.
Molentje. Gefeliciteerd met je voor
uitgang en het succes van je vercenigin;
in Hilversum. IToe 6taat het met je examen,
maak je een goede kans?
Dotterbloem. Bedankt voor je
plaatjes. Wil je voortaan niet alleen het ge
vraagde woord, maar de g e h e e 1 e oplos
sing der raadsels inzenden? Je hebt aardig
postpapier, dat jc mooi beschreven hebt
Mooi zeg, dat je zoo vooruitgegaan bent
met je rapport.
Baleemi-entje. Ik heb alleen maar
met de Pinksterdagen vrij, tenminste als cr
voor de krant niets te doen is. Het raadsel
is we! wat moeilijk, maar ik zal het toch
plaatsen.
Tompoes. Bedankt voor je Erdal-
punt. Ik dacht dat jij wel wist, dat de be
woners van Egypte Egyptenaren heeten.
Enfin, een enkel foutje is ook al niet erg.
Zonneroosje. Bedankt voor je
gift. Ja, dat geloof ik graag zeg, dat je
naar de Pinkstervacantie verlangt. Ik ver
lang nu al naar mijn zomervacantic!
01 d-Sh at terhand. Bedankt voor
je plaatjes. Ja, ik heb gehoord van jullie
succes in Hilversum. Fijn hè? Zie verder
maar eens in den ruilhandel.
Warkruid. Nou zeg, je boft, ik heb
weer een Droste-bon gekregen. Kom je hem
even halen?
Duikelaartje. Bedankt voor je
plaatsjes; het zijn echter oude, waar nooit
meer naar gevraagd wordt. Dat is werkelijk
aardig zeg, dat je toch nog een troost-
cadeau-tje hebt gekregen. Jc hebt dus aar
dig geluk gehad met al die oude bonnen!
Strawinsky. Bedankt voor jc gift
Ik kan slechts ten deelc aan je verzoek
vo'doen. Het weer knapt toch weer lang
zaam op; ik heb hoop, dat het met Pink
steren net weer goed is.
Goudplovier. Ik hoop, dat je een
trouwe neeff?) van me zult worden. Dat je
welkom bent, spreekt natuurlijk vanzelf.
Bedankt voor je plaatjes. Zie verder maar
eens in den ruilhandel.
D i k k i e Bigmans. Bedankt voor je
plaatjes. Dat is een aardige wandeling ge
weest zeg, vond je het niet erg druk op
den weg? Ik heb voor jou ook nog iets in
den ruilhandel gezet. Nog wel bedankt voor
je raadsel.
Ijsbeer. Bedankt voor jc gift en het
erhaaltje. Zoodra ik weer plaats heb, zal
ik het plaatsen. Ik hoop, dat jc goed zult
blijven oefenen in het maken van opstel
len. Je mag ze gerust wat grooter maken
hoor!
Graf Zeppelin. Bedankt voor jc
twee Sickesz-punten. Jullie hebt een flink
eind gewandeld zeg. Heb jc niet extra-veel
gegeten en heerlijk geslapen, toen je thuis
kwam?
Luidspreker. Neen, dat heb ik
niet gedacht, een enkele keer niet schrij-
en is voor mij nog geen teeken dat je ge
heel ophoudt. Ik vind het fijn, dat jullie
succes van jo oefeningen hebt gehad. Be
dankt voor je sigaretten-doekjes.
Tjiftjaf. Bedankt voor je bonnen.
Over die raadsels voor kleineren moet ik
het nog eens hebben, omdat zij ook weer
zooveel plaatsruimte innemen. Ik denk dat
jullie toch nog liever een paar verhaaltjes
hebt. Ik wensch je veel succes met de repe
tities!
Excel si or. Vind je het opkweeken
van die plantjes geen buitengewoon aardig
werk? Wat doe je nu met al dio meike
vers; je gaat ze toch hoop ik niet plagen?
Nep tun us. Bedankt voor je gift; ik
hoop dat je volgende week meer tijd zult
hebben om te schrijven.
Iris. Het is natuurlijk wel jammer,
dat jo de kindercourant zult moeten mis
sen. Maar in Amsterdam verschijnen ook
couranten mot een kindercourant erbij!
Dwerg. Bedankt voor je plaatjes. Het
weer is Zondag al heel erg tegengevallen,
maar ik heb hoop, dat het met Pinksteren
wel weer mooi zal zijn.
Columbus. Je bent van harte wel
kom; ik hoop dat wij het goed met elkaar
zullen kunnen vinden, maar daar ben ik
niet hang voor!
Cupido. Bedankt voor je gift; ik heb
gelukkig voor jou ook nog wat in den ruil
handel staan. Ik wensch je veel succes met
hot opkweeken van de plantjes.
Rozenknop. De raadsels voor de
kleintjes komen nog niet definitief, omdat
er zooveel ruimte door ingenomen wordt.
Jullie kunt alleen raadsels inzenden, waar
voor een prijs gegeven wordt. Ik heb nog
een paar Verkade's bonnen voor je. Wat
zullen je Vader cn Moeder met die bloe
menhulde verrast zijn zeg. Het is ook erg
aardig!
Teekenaar. Je schrijft me ovei
Verkade's bonnen, maar ik heb niets in jo
briefje gevonden; heb je ze soms vergeten
in te sluiten?
Kanariepietje. Nou zeg, dan zal
je nog aardig moeten aanpakken om met
een goed rapport over te gaan. Hoe komt
dat zoo, dat je zulke lage cijfers hebt? Zul
len we afspreken, dat je extra-hard zult
gaan werken voor het volgende rapport?
M i r o 1 ij n t j e. Hoe komt het zoo, dat
je zoo weinig tijd hebt om te schrijven?
Nemen de repetities zooveel tijd in beslag?
Watergeus. Bedankt voor je gift.
Ja, het weer is Zondag vreeselijk tegen
gevallen. Laten we nu maar hopen, dat het
met Pinksteren extra-rnooi is. Ga je nog
fietstochten maken in de Pinkstervacantie?
B r u i n o o g. Bedankt voor je bonnen.
Leuk zijn die poesjes als ze nog zoo klein
zijn hè? Ik zal voor jou ook nog een en
ander voor den ruilhandel opzoeken.
II.
Motorfiets met de woorden: mof,
Toos en stier.
De prijs is deze week voor Annemie,
die hem Dinsdagmiddag aan ons bureau
kan komen afhalen.
Nieuwe raadsels.
I.
Ik wensch hierbij mijn nichten en neven
een prettige Pinkstervacantie en fnooi
weer. Tevens verzoek ik degenen, die zoo
vriendelijk zijn om verhaaltjes te schrijven
voor onze kindercourant, de velletjes papier
slechts aan één kantte beschrijven.
De oplossingen.
GELDER MALSE N
Egyptenar
Leeuw arde
Dordrecht
Engeland
R e i n i e r
Madrid
A 1 i d a
Lent
Sok
E 1
N
(Rudolph)
(Annie)
(Van Balsemicntje).
X X X X X X X
X
X
X
X
X
X
Op de kruisjesrijen komt dc naam van
een havenplaats in Duitschland.
Op de le rij: het gevraagde woord.
Op de 2e rij: een ander woord voor (ÏU-
overwinlijke vloot.
Op de 3c rij: een rivier in Frankrijk.
Op de ie rij: een boom.
Op de 5e rij: een Nederlandsch eilandje.
Op de 6e rij: een noot.
Op de 7c rijeen medeklinker
II.
(Van Dikkie Bigmans/.
Mijn geheel is een spreekwoord, dat gc-
vormd wordt door 2 woorden en uit 13 let
ters bestaat.
4, 1. 6, 7, 9, 12 vindt men in de Poolzee.
11, 13, 1 is een kunstproduct.
6, 11, 8 is iets waar men niet buiten kan.
5, 10, 2, 3, 13 is ccn familielid.
ONZE RUILHANDEL.
Een vriendelijke mijnheer heeft een
doosje met eenige Kwatta-soldaatjes voor
mij gebracht. De mijnheer, die me laatst
75 sigarettendoekjes heeft gegeven, heeft
me thans weer eenige doekjes, 2 van Hou
ten's bonnen en een paar Verkade's bonnen
gegeven. Ik dank deze beide gevers vrien
delijk voor hun gaven.
Dolly kan een paar Kwatta-soldaatjes
krijgen.
Micky Mouse gaf me: 3 sigaretten-
doekjes, 1 Turmac-bon, 3 Kiazim Emin bon
nen en 1 Amstelpcnning; zij kan een paar
Karnemelkzeepplaatjes en Verkade's bon-
nen komen halen.
Onrust, die me een paar Sickeszpunten,
1 Verkade's bon en 1 Bussink's plaatje gaf,
kan ecn paar sigarettendoekjes krijgen.
Saturnus gaf me 1 sigarettendoekje,
Verkade's bonnen, Sickeszpunten, Verkade's
plaatjes en plaatjes van het vogeldetermi-
neerboekje.
Sportm akker gaf me ecn paar Ver
kade's plaatjes en een Van Npllc's bon; hij
kan een paar Ilille's bonnen komen halen.
Sportboy gaf me een paar sigaretten
doekjes; wie helpt haar aan filmsterren uit
sigaretten- of Van Houten's doozen?
Pierrot gaf me eenige sigarettendoek
jes; wie helpt hem nu eens aan een paar
Vim bonnen?
M evrou w P. gaf me een paar Van Dun-
gen's bons een paar bons van De Haas en
van Breero, 3 pelikanen en een paar boe-
kenbons. Ik heb voor haar eenige Verkade's
bonnen klaar gelegd.
Adamson kan een paar sigarettendoek<
jes en Hag-bonnen komen halen.
Cl y via gaf mc een pakje voor Ijs
beer en eenige Verkade's bonnen; zij kart
een paar Sickesz-punten komen halen.
Kompas kan in ruil voor zijn Coelingti*
plaatjes een paar sigarettendoekjes krij
gen.
Dotterbloem kan in ruil voor haaf
Droste-plaatje en Wychgel's plaatjes een
boekenbon krijgen.
Tompoes kan voor haar Erdalpunt
een paar Arnstelpcnningcn krijgen.
Bellefleur gaf me: 2 Coelinghplaat-
jes, een paar Bussink-plaatjes, een Van
Houten's bon en eenige roodbandplaatjes.
Ik dank hem vriendelijk voor deze gift.
Zonneroosje gaf me 1 Lux-bon en
een paar Hille's bonnen; ik heb voor haar
een paar sigaretten-wapens klaar gelegd.
Old Shatterhand kan in ruil voof
zijn Verkade's bonnen en roodbandplaatjes
een paar Hille's bonnen krijgen.
Voor W a v k r u i d bob ik een Droste-
plaatje klaar gelegd.
Straw insky kan een paar Hag-bon
nen, Verkade's bonnen en 1 boekenbon
komen halen.
Goudplevicr kan een paar Verkadc'9
en Hag-bonnen komen halen.
D i k k ie B i g m a n s kan ecn paar siga
rettendoekjes halen.
IJsbeer kan ecn paar sigarettendoekjes
krijgen.
Lu ïdspreker kan in ruil voor haar
sigarettendoekjes een paar zeewater-aqua
rium bonnen halen.
Tjiftjaf kan in ruil voor haar Ver
kade's bonnen een paar postzegels en Hille's
bonnen krijgen.
Neptunus gaf me roodbandplaatjes, 1
Droste-bon, een paar Sickeszpunten en 2
Keg's bonnen; hij kan -"<?n paar postzegels
en Haustbonnen komen halen.
Cupido kan een paar roodbandplaatjes
halen in ruil voor zijn sigarettendoekjes.
Rozenknop kan een paar Verkade's
bonnen krijgen.
Teekenaar kan 1 Droste-bon, een paar
sigarettendoekjes en 1 boekenbon komen
halen.
Mirolijntje gaf me een paar sigaret
tendoekjes en Sickeszpunten, waarvoor zij
een paar pelikaantjes en H. O.-bonncn kan
krijgen.
Watergeus gaf me sigarettendoekjes
en 1 Verkade's bon; hij kan 1 boekenbon en
1 Van Houten's bon halen.
B r u i n o o g kan Bussink-plaatjes, siga
retten-doekjes en Hille's bonnen komen
halen.
Alle bonnen, enz. kunnen Dinsdag
middag nè, 12 uur worden afgehaald.
OOM PIM, 3