1 BRIEVEN VAN EEN
BRABANTSCHEN BOER
BELANGRIJKSTE NIEUWS
DE EEMLANDER
Dinsdag 26 Mei 1931
Buitenlandsch
Overzicht
Uitgave: VALKHOFF Co. Bureau: Arnhemschepoortwal 2a
29e Jaargang No. 275
DOOR A. A. L. CRAUMANS
NOG GEEN ACCOORD IN
NOORD-FRANKRIJK
ERNSTIG ONGELUK IN EEN
STEENGROEVE
LICHT OP
9 uur 34 min.
L. J. LUYCX ZOON
WAPENWINKELS IN DE
LUCHT GEVLOGEN
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden voor Amersfoort f2.10. per maand f 0.75, per
(nel gratia verzekering tegen ongelukken) f 0.171/»
Binnenland franco pet post per 3 nndn f J,-. Ahonderll|k, nummert I OM.
POSTREKENING 47910 TELEFOON INTERC. UJ
PRIJS DER AOVERTENTIEN van 1—4 regelt I 1.05 mi inbegrip van een bewijsnummer.
eJkc regel mee» f0.25. Llcfdadlgheldt-advcrtentito voor de
Wife van den prijs. Kleine Advertentie» „KEITJES" bQ vtxjruitbetaling 5 t«geit
90 ceat, alke regel meer 10 cent, driemaal plaatsen I 1.—. Bewijtnoauner extra I 0.05
Curtius boekt te Geneve toch
nog een succes. Verdaging
van de discussies inzake de
minderheden.
Men kan niet zeggen, dat Duitschland in
de jongste bijeenkomst van den Volken-
bondsraad, waarvan dc laatste zitting op
Mei plaats had, over liet algemeen lau
weren heeft geoogst. Wat het vraagstuk van
de Duitsch-Öóstenrijksche douane-unie be
treft, namen de beide staten, wier iniatia-
tief zoo\eel beroering heeft gewekt, een
zeer geïsoleerde positie in. Ook had üuitsch
land geen succes, toen liet aandrong op
volledige publicatie van den stand der be
wapeningen; geen enkel lid van den Vol-
kenbondsraad wilde hiervan iets weten.
Voor het aanzien van Curtius, den Duit-
schcn minister van huitcnlandsche zaken,
was het dan ook een buitenkans, dat hij te
elfder ure namelijk Zaterdag j.l. nog
een belangrijk succes behaalde.
Zooals men weet, laat dc behandeling
der Duitschc minderheden in Polen wel
eens iets te vvcnschcn over. Tc Genève
heeft Duitschland den Poolschcn autoritei
ten zoo voor en na dan ook menige tekort
koming verweten. Dc beschuldigingen va
ren zoo ernstig, dat dc Raad van den Vol
kenbond een onderzoek dringend noodig
achtte en van Polen maatregelen verlang
de, opdat aan de buitensporigheden, waar
van dc Düitsche minderheid meermalen het
slachtoffer- is geworden, voorgoed een ein
de zou komen. Krachtens het raadsbesluit
van Januari moest de Poolsche regeering
tijdig tc Genève een rapport indienen,
waarin dc* maatregelen opgesomd behoor
den te worden, door Warschau te nemen,
opdat de tot dusver heerschendo ongezond©
toestanden een stuk verleden zouden wor
den. Polen heeft het bedoelde rapport ook
inderdaad ingediend, maar pas in den
loop der jongste Ra'adsbijeönkomst. Zoo
doende was er, naar de Duitschers van
oordeel waren, geen voldoende tiid bcschik-
baar om het verslag nauwgezet te bèstu-
deeren, hetgeen voor Curtius aanleiding
was voor te stellen de verdere behandeling
van de aangelegenheid uit te stellen tot de
volgende bijeenkomst van den Volken-
bondsraad, die in September wordt gehou
den. Z.i, maakte een oppervlakkig inkij
ken van het lijvige Poolsche rapport hot on
mogelijk nu reeds vast te stellen, of het
doel, dat bij het raadsbesluit van Januari
voorzat, n.l. het herstel van het vertrouwen
der Opper-Silezische mindcrhcidsbevolkfng
in de autoriteiten en dc mecrderheidsbcvol-
king, nu reeds was bereikt.
De Poolsche gedelegeerde in den Raad,
minister Sokal, kantte zich met man en
macht tegen de verdaging, omdat volgens
hem dc Poolsche regeering haar verplich
tingen loyaal was nagekomen; hij had be
zwaren tegen de verdaging, omdat dc pacl-
ficatie-arbeid daardoor z.i. zou worden be
moeilijkt en vertraagd; naar Sokal liet uit
komen, was de normale toestand in Opper-
Silezié hersteld en het pad geëffend voor
een samenwerking tusschcn meerder- cn
minderheid. Het spreekt vanzelf, dat Po-
lens standpunt van Franschc en Zuid-Sla
vische zijde werd gesteund, maar Curtius
bleef hardnekkig, doch op ccn waardig©
wijze, aan zijn zienswijze vasthouden. liet
had er dan ook allen schijn van, dat Cur
tius de ocnige zoo zijn, die het in den Vol-
kenbondsraad opnam voor dc minderhc
den, doch tot aller verbazing nam Hender
son, dc Engelsclie minister van buitenland-
sclio zaken, plotseling het woord om met
zeer veel nadruk te verklaren, dat het hem
ton zeerste speet, dat de zaak niet defini
tief geregeld kon worden. Hij gaf echter to
kennen volkomen in te stommen met dr.
Curtius' standpunt, daar de tijd, om het
Poolsche rapport te bestudeeren, inderdaad
veel tc kort was geweest. Zelf gaf dc Brit-
sche minister toe niet in staat tc zijn ge
weest na te gaan, of de Volkcnbondsraad
nu werkelijk na het rapport der Poolsche
rcgcering bevoegd is het vraagstuk van
zijn agenda af te voeren. Hccleniaal
niet eens was Henderson het met de ver
klaring dor Poolsche regeering, dat zij
thans elke verantwoordelijkheid van de
hand wijst, wanneer nu nieuwe spannin
gen mochten ontstaan. Verdaging der
kwestie was z.i. de cenige oplossing; hier
toe werd dan ook inderdaad besloten. Het
behoeft geen betoog, dat men te Berlijn
Engeland buitengew oon dankbaar is, omdat,
het op liet. laatste oogenblik Duitschland
zoo energiek bijsprong, zoodat aan het
vraagstuk der minderheden nu de aan
dacht kan worden besleed, welke deze be
langrijke zaak zoozeer verdient.
VREES VOOR HET VERGAAN
VAN DE WERELD.
Te Concjtuntinopel liepen de faalde da
gen geruchten, dat de wereld zou vergaan.
Duizenden nienschcn hebben den nacht van
Donderdag tot Vrijdag onder den blooten
hemel doorgebracht. De leiders van de ster
renwacht te Constantinopel werden voort
durend telefonisch opgebeld cn lastig ge
vallen met de vraag, of het waar was, dat
een verschijnsel aan den hemel den laat-
6ten dag zou aankondigen. In de moskeeën
brandden overal kaarsen.
Ulvenhout, 19 Mei 1931.
Menier,
De Mei sneeuwt uit de lochten, die vol
gewemel zijn van dwèrclende blomblaaikes.
Kruinagelpluimen van melkwit tot
bloeiend pèèrs staan te wiegen boven 't sap
pig gruün uit, op d'r raanke stelen. D'n
bloeiende boogaard schuimt in d'n blossom,
die aan dc bonkige takken vlokt. En op on
sen erft, daar patsen zwaar de cingerdikke,
gruunc blossempuntcn in duuzenden van
d'n notenlèèr af, teugen d'n grond.
De koekoeken 6chèren in zeilende vlucht
laag over 't rietgewas in de bloeiende sloo-
tcn, die spiegelen tusschcn de witte wilde
blommen, die sluiers van ouwen kant
spreien zoover as oew oogen kunnen zien.
't Is of deur 't langzame veurjaar, nomv
alles tegelijk in proppensvollen bloei staat,
d'n buiten nog veul schonder is, as 't ooit
wel is gewikt. D'n vlierboom is beklonterd
mee de suiker van z'ncn blossom. Dc kas
tanjes staan bepluimd in zo'nen overdaad,
dat dc takken zwiepen van dc blommen-
vracht. D'n meidoorn, zuut as taarteschuim,
geurt over dc wegels da gc 'm pruuft in
oew keel.
En de Mark, glaanzend in d'n klèèren dag,
draait mee kolkskes laangs de bottergele
dotterbloemen weg as vloeiend zuiver.
M'n oogen zijn tc klein voor die groote
schoonheid.
Giest erena vond was de schepping zoo
schoon as 'n vertcsseltjc. 't Was éénc won
dere 6prook die kwam stralen uit 't koper
rood aan den gloeienden ender van 't Wes
ten. 'n Rij van dieppèèrsc wilgen, schaduw
den diep in 't trillende avondlicht en zwart
paalden ze 't gouwen slootwater in! De dol-
tcrblomraen vouwden d'r blaaikes tot 'nen
gelen boterbol. De vergectmenietjes blikten
as engclcnogskés uit 't gras omhoog. En de
velden, die waren zochtgolvenden meren,
waar de zon in verzonk, mee aan d'n aan-
deren ender d'n raand van dc bosschen,
die as 'nen zwaren fraanjc aan den stra-
lcndcn liemcl hong.
W'a was ons dürpke 6choon!
'tWas 't prentje bij dc sprook. 'tLag er
as gegroeid uit 't Brabaantsche Mei-laand-
schap, mee z'n vierkaante dakskes as uit
'n kleurige bouwdoos, roodvlakkend deur 't
donzignuuwe gruun van 't slruische struik
gewas. Alleen 't draaien van de meulenwic-
ken, die stukken hakten uit d'n zonnegloed,
bewees asdat er men6chcn woonden daar
in da doovend durpkc. Vlammen, die oew
oogen de.jen tranen, lekten in de boogramen
van ons kerksko, zoo spoot de zon d'r licht
er in. En d'n raanke toren, met z'n witblin
kende leien piekte 'nen witte wolkeklodder
aan z'nen spits lijk 'nen viirk in 'nen blom-
migen eigenheimer.
En toe.n ik laang getuurd had in al die
pralende pracht, waar ik middenin sting
mee m'n klompen, toen zwommen op 't lest
m'n oogen in 'n kleurenzee da'k stekeblind
wier. Toen sluierden gesmolten kleuren om
m'nen kop of dc klonters aan m'n oogharen
bleven plekken en 'k suf wier van da-d-
overdadig schoons.
En toen 'k zoo mee m'n knusten in m'n
oogen sting tc vrij ven, deuzig van dieën
wegsmeulondcn Meidag, toén klonk er in
eens 'n bekend oud stommeke: „Dré, zijn
oew oogen zat?" En 't. stemmeke schokte
tot Ti lachske, da nie ver weg klonk in de
stilte van 't soezende laand, dat rusten
gong en z'n blommcknopkes toesloot.
'k Hiew m'n haanden nog vcur m'n
oogen, waant er gloeiden nouw twee zon
nen in cn 'k zee: „gc het 'm aan 't goei end
vast, menier pustoor. Wa zegcl-aanders van
deuzen avond."
„Da's nie te zeggen, Dré," zee-t-ie: „maar
ik kos 't in huis nie meer houwen. D'r viel
deur m'nen tuin 'nen golf zonnepoeicr naar
binnen en toen ben 'k naar buiten gespoeid
om 'n klein bietje meer te kunnen genie
ten," en mee wees ie naar den ender, waar
sjuust de zon verzonken was. Toen kon 'k
'm zien. De lichtpijn was m'n oogen uit en
'n oorcjooltjc van gesponnen goud da trilde
om z'n grijze krullen onder 't zwarte hoedje.
Z'n dunne oorkes waren as de blomblaai-
en van 'n klaproos zóów dcurschenen.
't Zwart figuurkc gong gedragen op 't licht
da wegsmculdc.
Steunverleening aan gezinnen
van stakers.
Parijs, 23 Mei (H.N.). Dc besprekingen
van den minister van arbeid met dc-ver
tegenwoordigers der vakverenigingen in dc
Noord-Fransche textielindustrie hebben gis
teren nog geen resultaat opgeleverd en zul
len Woensdag worden voortgezet. Jouhaux,
dc secretaris-generaal van den algemeenen
vakverecnigingsbond, die bij dc besprekin
gen aanwezig was, verklaarde na afloop van
het onderhoud, dat de arbeiders den moei
lijken toestand in de industrie beseffen,
doch een nauwgezet onderzoek betreffendo
de oorzaken van do crisis verlangen, voor
dat over een loonsverlaging kan worden
gesproken. De burgemeesters van het door
de staking getroffen gebied hielden gisteren
te Roubaix een vergadering en besloten
steun te vcrleènen aan dc noodlijdende ge
zinnen van d stakers. De gemeenteraad van
Roubaix heeft reeds een crcdiet van 500.000
francs daarvoor goedgekeurd.
Tc Roubaix is het gisteren weer tot relle
tjes gekomen, die door communisten uitge
lokt werden, doch spoedig door dc politie
onderdrukt konden worden.
S cli m i c d c f e 12 3 M e i. (V. D.) Heden
is tijdens werkzaamheden in de schacht van
de steengroeve alhier een stellage ingestort,
waardoor zes werklieden van 'den eersten
morgenplocg bedolven werden. Door de
tegenwoordigheid van geest van den opzich
ter konden bp het allerlaatste oogenblik nog
vier andere arbeiders vastgegrepen worden.
Het reddingswerk in de 50 M. diepe schacht
is zeer moeilijk. Tot in den laten middag
werden er vier lijken geborgen.
GODSDIENSTVRIJHEID IN SPANJE.
De Spaansche ministerraad heeft besloten,
dat voortaan in Spanje algeheele vrijheid
van godsdienst zal bestaan. Iedere gods
dienstige gemeenschap zal voortaan haar
godsdienstoefeningen openlijk kunnen hou
den. Ook mogen voortaan aan staatsambte
naren geen vragen meer worden gesteld om
trent hun godsdienstige gezindheid.
BUITENLAND.
Schitterend succes van Henderson.
(Kcrsto Blad. pag. 2).
Briand geestdriftig gehuldigd.
(Eerste Blad, pag. 2).
BINNENLAND.
Doodclijkc ongelukken op den Pinkstcr-
(Twcede Blad, pag. 1)
Jong liberale conferentie.
(Tweede Blad pag. 1).
STADSNIEUWS.
Voordracht van B. en W. voor extra-bij dra
gen aan den kapitaaldienst 1930.
(Eerste Blad pag. 2).
Verslag van den Prov. Bond van Open
bare Leeszalen.
(Eerste Blad, pag. 3)
Weok-end van dc Links-socialisten in de
School voor Wijsbegeerte.
(Eerste Blad, pag. 3,.
SPORT.
H. V. C. speelt een gelijk spel tegen Duis
burg Laan 'OG.
(Derde Blad, pag. 1)
Quick wint met 3—1 van Amsvoorde.
(Derde Blad, pag. i>,
EEN HERINNERING AAN DE
ROERBEZETTING.
Een monument voor Schlageter
onthuld.
D u s s e 1 d o r f, 23 Mei. (ILN.) Vanmiddag
had bij Dusseldorf, ter plaatse waar dc
koopman Schlageter tijdens de Roerbezet
ting door de Franschcn gefusilleerd werd,
dc onthulling van. het te Zijner nagedachte
nis opgerichte geclenktcekcn plaats, in te
genwoordigheid van talrijke autoriteiten.
De rijks regeering was vertegenwoordigd
door minister Trcviranus en den tweeden
voorzitter van den rijksdag.
Dr. Jarres, die tijdens dc Roerbezetting
minister van binnenlandsche zaken wan,
hield de herdenkingsrede, waarin hij hul
de aan de nagedachtenis van Schlageter
bracht en verklaarde, dat door de Roer-
bezetting het nationale bewustzijn in
Duitschland weer is ontwaakt, zoodat het
geheele Duitsche volk eensgezind wérd in
den strijd tegen de vreemde overmacht. Het
gedenktcekcn moet alle Duitschers verma
nen eensgezind en trouw te zijn, evenals
degenen, die voor dc ontruiming van Roei
en Rijn gestreden hebben.
WEERBERICHT
Hoogste Barometerstand:
770.3 tc Yan Maycn.
Laagsto Barometerstand:
755.7 te Thorshavn.
Verwachting:
Zwakke tot matige wind
uit O. richtingen, helder tot
licht bewolkt, droog weer be
houdens kans op onweer,
warm.
Langestraat 49-51 Tel. 190
HANDSCHOENEN
OGIacé, Suède, Nappa,
Gazelle, Wildleder.
Nieuwste Modellen.
Vele huizen verwoest. Vermoede
lijk bomaanslagen.
Athene. 25 Mei. (V. D.) In Cavalla
brak in een winkel van wapens en munitie
brand uit. De munitie kwam tot ontplof
fing. Dc ontploffingen duurden een half
uur en wekten den indruk, alsof dc stad
onder zwaar vuur stond. Vier huizen vlo
gen in de lucht en 150 werden beschadigd.
Tot op 1000 Meter afstand worden dc ven
sters vernield. Onder de inwoners der stad
brak een paniek uit. Er zijn 2 ernstig en
ccn groot aantal licht gewonden. Doodcn
zijn niet te betreuren.
Ook in Drama vloog een wapcnwinkel
met twee huizen in de lucht. Er zijn vele
ernstig en licht gewonden.
Het vermoeden bestaat dat men hier te
doen heeft met communistische aanslagen,
daar reeds cenige dagen geleden in cenige
wapenzaken brand is uitgebroken.
„Ziedc wa-d-aan me?" vroeg-ic.
„Ja," zee ik, „as ge nie oppast, dan s.ueltc
dalijk uit oewen toog!"
.En! dec ie.
„As ge niet oppast smelt oewen toqg leeg,
menier pustoor." lichtte-n-ik 'm in: „ge zij-
d-eelegaar al deurgloeid as 'n kriek in de
plattebuis." Z'n perkamentig kopko was er
rossig van.
,,'t Is ier nouw zoowa gedaan," gong ik
deur: „stapte effen mee naar Truië? Wem
men nog 't een en aander over van ons
flest."
„Da doei ik," lachte-n-ie: „om d'n braand
te blusschcn."
'k Nam d'n krui wag el mee gruuntes op
en zoo stakken me samen 't laand deur,
d'n weg over en gongen op huis aan.
„En" vroeg ie onderwcugc: „veul plazier
g'ad van de week?"
„Kollesaal," zee ik: ,,'t leek op 't lest wel
'n gouwen in plak van 'n vijfendartigjarigc
bruiloft. D'n Blaauwc was wa-gc-noemt
„op stoot" en hee op z'nen trekürgël gespuid
da-d-eel 't gezelschap mesjokke wier. Xeee,
as 'k oew da-d-allegaar gong vertellen,"
cn meteen schoot ik weer in m'nen lach,
da'k m'nen kruivvagcl neer rnocest zetten,
om er de spullen nie uit te lachschokken.
En tellekens as 'k aan -die stuip denk, dan
mot ik weer "overnuuw lachen, da's nouw
al 'n paar dagen zoow. Van d'n mergen
docht 'nen klaant al da'k ze sting tc be-
laaitafelen, waant mee da'k de èèrpels af
woog, sprong me da weer in m'n kop.
Ge mot dan weten, wemmen thuis 'n klei
ne partijko aangericht g'ad vanweuges on
zen vijfeiidartigjarigen trouwslag.
'k Geef oew toe, arnico, 't is nouw dalek
gin getal, 35 jaren, om cr 'n fiest-van-gewcld
van tc maken cn da was ok hcelcgaar ons
plan nic. Maar nouw zo'nen dag heelemaal
tc laten passeeren as 'nen rengclachtigcn
heiligendag, da lag nog veul minder in onze
bedoeling.
En s avonds van te veuren lia'k al teu
gen Trui gezeed: „ik hoop da me mee niks
te kort komen, zeg, waant ge wit genogt
mee zulke aardighedens hoe da gaat: Gc
wit wel waar gc begint, meer op gin stuk
ken na is 't end er soms van te zien."
„Daar is op gerekend," zee Trui mee 'n
lachske in dv' oogen, da betcckende: ons
kent ons!
Maar affijn, laat ik bij m'n apprepoow,
die stuip blijven.
Alles was present, dc kienders, de fermi-
lie van weorskaanten, dc kammeraden en
dus ok d'n Blaauwe, d'n Fielp en d'n Jaan.
Tusschen die drie lieveneerbeesjes spuide
natuurlijk 't stuk. „Kek 's," zee d'n Tiest
op 'n oogcnblikske da-d-et kalm was, om
dat ie de rnonica zoolaank in 'nen hoek
had gezet om ok 's leeg te drinken: „kek
's, sport en gimmelcstie, ik zeg maar zoow,
da's de grotste flaauwc kul die er beslaat."
Hij zat teugenover mijn, temidden van d'n
Fielp en d'n Jaan cn die woorden waren
aan mijn gericht, zonder da'k cr wa van
snapte, woant ik nie en 'n aander nic en
gin mensch was er die beweerd had, da
sport en gimmelestic gin flaauwc kul was.
Maar toen keek d'n Blaauwe me zóów
eigenaardig aan, da'k ineens snapte waar
ie naar lor 'wouw. Dus zee ik toen: „da ben
ik toch c:<i -gaar nie mee oew e~ns. Ties:!
Sport en gimmelestic, ollee, wa za 'k zeg
gen, da's, da's saantjes, drinken gui-
lio nog 's uit, Volk van Ulvenhout!"
,,'t Is sjuust zooas d'n Dré t zeef', smak
te Janus mee z'n lippen, „sport cn gimme
lestic, da's, da s cn toen dronk ie
nóg 's.
Ge mot weten, Janus lot niks over sport
zeggen, waant hij is 'nen reuzen-voetbaldcr
(deur dc Radejoow) en vruuger was hij
veurwerker op 'n gimmelesticvcreeniging,
maar toen woog ie honderd pond lochter en
da vergit ie altij.
„Leg nic te zeeveren", zee d'n Ticst toen
teugen Janus: „wa witte gij, gij nouw van
sport?!" Toen had ie Janus op z'n perdje,
net as ie 't bedoelde.
„Hier, da's werk!" riep d'n Tiest vol vuur:
„zo'n taart bakken," en hij wees de brui
lofstaart aan, deur d'n Fielp gebakken:
„dci's kunst!"
Nouw, 't was 'n (link. 't Waren zeuven
taarten opmekare, mee stokskes er tus
schen. Net genogt om 'n heel weeshuis z'n
maag te laten bederven.
„En waarom is da nouw zo'n kunst, so-
dcjabel?" viel d'n Janus uit.
„Alleen ier al om," zee d'n Tiest, alles
lustorde nouw mee: „omda d'n bakker, die
nouw zestig' jaren is cn tw eehonderdveftig
pond weegt of is 't driehonrlerdveftig
Fielp? da werk nog beter doet as toen
ie achttien was cn honderddertig woog. En
gij mee oew ermzalige tweehonderd pondjes
verkensvleesch nog gineens meer op oew
handen kunt staan, deurbuigen op oew el-
lcboogen cn weer oprichten."
„Wel soodejuu! Wie zee da!" kwekte d'n
Janus en hij sloeg mee de vüst op tafel, dat
dc taart begon tc bibberen. „Kwaadmaken
6chiettc niks mee op Janus,' zoog d'n
Blaauwe deur en toen teugen d'n Fielp die
ok in 't komplot scheen te zitten: „hè 'k
gelijk of nic, bakker?"
„Hapseluut," knikte d'n Fielp en zette
oogen op as krentenbrooikes, „hapseluut,
niks teugen in te brengen! Of
„Nouw, of, of, offofof, wa-d-is-t-er nouw
te offen?" drong Janus aan: „vertel op!"
„Of ge mot laten zien, wa-d-ik ók gedaan
eb, (cn d'n Fielp wees as 'nen koning naar
de taart), wa ge nog kunt."
Heel do tafel riep: „Sjuust! Da's goed
gesproken!"
En zooas altij, d'n Blaauwe had cr dc
heele zwik weer tusschcn, waant niemand
had in 't snotje waar 't d'n Tiest om gc-
gonnen was.
„Doen," tartten ze allemaal d'n Janus cn
Janus dee z'ncn teniek al uit cn trok 'n ge
zicht van: ,,'k zal me laten kullen!"
Amico, k'acl 't spul in de gaten, heclc-
gaar! Ik ken d'n Tiest van binnen cn van
buiten, of ik 'm zei vers gemokt cm, dus ge
mot nic vragen wa'k allemaal uitgestaan
cb. M'nen buik piekte van d'n lach. „Klaar?"
vroeg d'n Tiest mee 'n ernst om akelig van
tc worren.
,,Ol reed," zee Janus op zijn Engcl6ch.
„Kek", regelde d'n Tiest toen: „Dré, mag
ie die bovenste taart er aan verdienen?
(ik knikte, waant praten kon 'k nie meer
van cl n lach). „Kek, die taart leggen me
op d'n grond, op 'n bordje. Da's zooveul as
dc kontrolle. Gc buig deur in oew ellebo
gen en dan pikte mee oewen bek die kers
d'r af." ,,'t Is gin kers," zee d'n Fielp. „Ok
goed, kalmeerde d'n Blaauwe; „dieèn zuur
bal dan en as 't oew lukt, meugde de taart
houwen!"
„Daar gaat ie," zee Janus en hoep, daar
sting ic op z'n haanden mee z'n gezicht bo
ven de taart.
Toen nam d'n Ticst z'n pilskc, gooide-n-
et in d'n Janus z'n linker-broekspijp, d'n
bakker gaf 'm 'nen douw cn Janus zat mee
heel z'nen kop in de roomtaart.
Sodemckajer, amico, zooiets hoop ik nooit
meer mee te maken.
En vcur Janus wiest wat r gebeurd was,
hij was ongeveer buiten kennis, zat d n
Tiest in d'n hoek en gaf 'nen kollesalcn
wals da-cl-alles begos te daansen om d'n
Janus henen.
Ieder oogenblik schiet mo die stuip in
m'nen kop en dan, affijn, da vergeet ik
nooit.
„Menier pustoor," zee ik toen 'k weer
uitgelachen was, ga-de gij laanks veuren,
ik krui effen deuzen vvagel de schuur in.
Ik had mee dieen schoonen Mei-avond
te loank weggebleven en Trui cr alleen
veur laten 6taan en ik docht zoow: bette
gij er nouw maar eerst d'n kpp af, dèni
koom ik wel binnen.
Ja, amico, as ge dc vijfendartigjarigc
achter oewen rug hèt, dan vangen z'oew
nie mee veur elk gat!
Kom, ik schei er maar af. 'k Ben meer
as vol.
Veul groeten van Trui en as altij gin
horkc minder van oewen
toet a voe
DRÉ.