AHE0SF00KÏ5CH DAGB1AD
DE KONINKLIJKE FAMILIE TE PARIJS
Maandag 22 Juni 1931
-DE EEMLANDER"
29a Jaargang No. 298
E. FRANKENHUIS
'T ZAND 3
WILLEM GROENHUIZEN
JUWELIER
ONTVANGST OP HET
RAADHUIS
Giften van H.M. de Koningin
MAJOOR GOLDMAN t
'naar de vallei van Chevreuse, Ir wijl Z.K.I-.
de prins naar het Indisch restaurant op de
tentoonstelling is gereden, waar hij het ge-
zantschapspersoneel en eenige leden van
het commissariaat een diner aanbood.
De Prins had in den loop van den dag
nog een bezoek aan den hoofdzetel van het
internationale Roode Kruis gebracht.
Giften van H. M. de Koningin.
H. M. de Koningin heeft aan de stad Ta-
rijs 25.000 frs. geschonken voor de armen ca
10.000 frs. voor het herstellingsoord der Pa
nische politie-agenten, gesticht dcor me
vrouw Chiappi. De heeren dc Satellane,
voorzitter van den Parijschen gemeente Mad,
Bernard, prefect van de Seine cn Chiappi,
prefect van politie hebben H. M. nartelijk
dank gezegd voor deze edelmoedige bewij
zen van sympathie.
Verklaring van Aristide Briand.
De Parijsche correspondent van het llbld.
seint:
Ter gelegenheid van het bezoek van do.
Nederlandsche koninklijke familie aan Parijs
heeft de heer Aristide Briand, minister van
buitenlandsche zaken, mij bij zijn terugkeer
van zijn reis naar Nantes, waar hij de be
grafenis was gaan bijwonen van dr slacht
offers van de ramp van de „SI. Philinert",
wel willen ontvangen, om mij de volgende
verklaringen te doen:
„Het bezoek dat Hare Majesteit de
Koningin der Nederlanden en de koninklijke
familie wel aan dc Koloniale tentoonstelling
te Parijs hebben willen komen brengen,
heeft de Fransche bevolking een buitenge
woon gelukkige gelegenheid verschaft om
in het publiek uiting te geven aan ac spon
taan opwellende vriendschappelijke gevoe
lens die Frankrijk altijd ten aanzien van Uw
nobel land heeft gehad, gevoelens, die
wel bekend zijn aan den emmenten ver
tegenwoordiger van Nederland te Parijs,
mijn vriend jonkheer Loudon, zooals ook
aan al Uw landgenootcn, die ecnigen tijd
hier hebben kunnen verblijven, en daardoor
in nauwere aanraking met mijn landgenoo-
ten zijn kunnen komen. e
„Het is mij nog te aangenamer heden te
getuigen van den trouw dezer gevoelens,
aangezien ik reeds aan liet Fransche regce-
ringsleven deelnam toen Hare Majesteit
Koningin Wilhelmina in 1912 le Parijs is
ontvangen.
„Laten wij ons er ten zeerste mee geluk-
wcnschcn, dat de prachtige deelneming van
de Nederlandsche regeering aan de Interna
tionale Koloniale tentoonstelling allen heeft
in staat gesteld beter kennis te maken met
den opmerkeijken koloniseeringsarbeid, die
door Nederland in Nederlandsch-Indié ver-
nch wordt, cn aldus te constateercn hoezeer
onze beide landen, zoowel ver over de zee
als in Europa, blijven vasthouden aan het
zelfde ideaal van vrede, orde cn vooruitgang.
Op dezen weg, waarop de Fransch-Neder-
landsche vriendschap zich slechts harmo
nisch voortbewegen kan, kan men niet ver
trouwen de meest gelukkige vooruitzichten
voorzien van een nuttige, duurzame samen
werking.
„Het is de taak van een pers, die haar
roeping inderdaad waardig is, zich steeds te
beijveren om al deze mogelijkheden van con
tact, wederzijdsch begrip en saamhoorig-
heidsgvoel te allen tijde in si arid te hou
den".
De Zondag.
Chevreuse, 21 Juni. (V.D.) De
Koninklijke Familie is hedenmorgen per
auto naar Parijs gereden en heeft daar bij
gewoond dc godsdienstoefening in de St.
Mariekerk aan de Rue St. Antoine, waar
voorganger was ds. Cornelle. Vandaar keer
de zij naar Chevreuse terug.
Des middags bezocht II. M. de Koningin
het in de omgeving van Chevreuse gelegen
oude klooster Port Royal.
Des avonds waren er aan den disch op
„Les Tilleuls" enkele gasten, o.a. ds. Cor
nelle en de vroegere lectrice van H. M. de
Koningin, mevr. de Joannies.
Het vertrek van H. M. de
Koningin uit Parijs.
Chevreuse, 2 2 Juni. (V.D.) Heden
morgen te ongeveer 11 uur hebben H. M. de
Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik per
auto Chevreuse verlaten, om zich te be
geven naar „Les Trois Epis" in den Elzas,
waar zij, zooals bekend, een week zullen
vertoeven, om vandaar naar Tirol te ver
trekken.
Voor haar vertrek heeft H. M. de Ko
ningin nogmaals haar dank betuigd voor
de gastvrije ontvangst, welke haar overal is
bereid. Speciaal heeft H. M. de Koningin
daarbij haar bewondering uitgesproken
voor de Int. Kol. Tentoonstelling, waarbij
zij haar groote ontvankelijkheid uitsprak
voor de zoozeer door haar gewaardeerde
geste der Fransche autoriteiten, om Vrijdag
avond de sprookjesachtige tocht over de
tentoonstelling te doen eindigen bij de
Nederlandsche afdeeling.
H. K. H. Prinses Juliana blijft nog tot
Vrijdag in Chevreuse en zal vandaar nog
verschillende tochten maken en bezoeken1
afleggen. Zoo zal zij hedenavond de voor
stelling van de „Comedie Frangaise" te
Parijs bijwonen.
DE POSTVLUCHTEN.
Het 20e postvliegtuig reeds
4 dagen oponthoud.
Bij de K.L.M. is bericht ingekomen, dat
het 20e postvliegtuig Zondag nog niet uit
Akgab kon vertrekken wegens het slechte
weer. Plet toestel heeft thans reeds 4 dagen
oponthoud.
DE ASCH VAN HAJO HINDRIKS.
Groningen, 19 Juni. «Naar wij verne
men heeft de familie van den op het vlieg
veld te Eelde verongelukten sportvlieger,
den heer Hajo Ilindriks, le Groningen een
graf gekocht waar de asch van den over
ledene in den loop van de volgende weck
zal worden bijgezet.
OVERVAL TE ROTTERDAM.
Een indringer neemt 800
mee.
R o 11 e r cl a tri, 21 .Juni. Zondagmiddag is
in de Nicolaas Beetsstraat in een beneden
huis, bewoond door het echtpaar V., tijdens
afwezigheid van den echtgenoot een indi
vidu binnengedrongen, waarschijnlijk met
behulp van een valschen sleutel. Na de
vrouw bedreigingen, versterkt door eenige
stompen, toegevoegd te hebben heeft de
man zich meester gemaakt van een bedrag
van 800, dat in een kistje onder het bed
in de slaapkamer verborgen was. De vrouw
was door het. gebeurde dermate overstuur
geraakt, dat zij slechts een zeer vaag signa
lement kon geven van den ongemaskerden
roover.
Tel. 852. Langestraat 43.
GOUDEN TROUW- EN
VERLOVINGSRINGEN.
MODERNE MODELLEN.
Een allerwege bemind mensch
Onder zaer groote belangstelling heeft
Zaterdagmiddag de uitvaart plaats gehad
van den dezer dagen bij een noodlottig on
geval om het leven gekomen majoor j<hr.
E. L. H. Goldman.
Voor het woonhuis van de familie Gold
man in» c'.e v. d. Woertstraat te den Haag,
verzamelde zich tegen 1 uur een groote
menigte officieren cn onderofficieren. Van
Ihet regiment Jagers, waartoe de overlede
ne behoorde, waren vrijwel alle hoofd- en
subalterne officieren, en het meerendeel
der onderofficieren tegenwoordig, terwijl ar
ook een groot aantal Grenadiers tegen
woordig waren.
Tegen 1 uur arriveerde d,e Koninklijke
Militaire Kapel onder kapelmeester Bandel;
deze stelde zich tegenover het woonhuis
op, op de linkerflank der Kapel schaarden
zich de onderofficieren, aan de overzijde
van de straat, vóór en naast het woonhuis,
stelden zich de officieren op. De Kapel
speelde met omfloerste trom, terwijl aan
de instrumenten rouwlinten waren beves
tigd.
Op het oogenblik dat de lijkbaar het huis
verliet, zette de Kapel de „Treurmuziek"
van Schubert in; de militairen in uniform
•brachten het militair saluut, en de talrijke
omstanders ontblootten het hoofd
Op Westerveld waar tal van militaire
autoriteiten aanwezig waren, werd aller
eerst gesproken door luit.-generaal J. H.
Borel, inspecteur van den Vrijw. Landstorm
die zeide als directe chef van den over
ledene een enkel woord te willen zeggen.
Diep onder den indruk van het plotseling
heengaan van majoor Goldman, staan we
hier, zeide spr. Wij staan liier voor het
groote raadsel van het leven en voor ons
geldt slechts berusting in deze bestiering.
Voor de nabestaanden is de slag zoo zwaar,
dat alle inspanning van krachten noodig
zal zijn, om den weg verder te gaan.
Spr. zeide den overledene in zijn militaire
loopbaan steeds te hebben gevolgd cn heeft
steeds bewondering gehad voor de opvat
ting van zijn plicht. Nooit was hem iets
te veel en dc officieren verliezen in hem
een trouw kameraad. Velen zullen hem
dankbaar gedenken voor de diensten, die
jhr. Goldman hen bewezen heeft.
Tweede spreker was de luit.-kolonel de
Iongh, commandant van het regiment Ja
gers, die gaarne cle uitnoodiging had aan
genomen, om namens de regimenten gre
nadiers en jagers een woord te spreken. In
de eerste plaats namens den kolonel-bri
gade-commandant T. de Goeyen, die bui
tenslands vertoeft en namens den com
mandant van het regiment grenadiers, jhr.
C. J. van Adrichem Boogaert, die wegens
ziekte niet aanwezig kon zijn. Namens alle
officieren betuige spr. de familie innige
deelneming met het groote verlies. Voor
de officieren noemde spr. het verlies ook
zeer groot. Jhr. Goldman toch gold voor een
der besten van de officieren der regimen
ten grenadiers en jagers. Vijanden had hij
niet. Hij zal altijd in onze herinnering blij
ven voortleven, al was 't alleen maar door
het ontwerpen der beeldtcnissen bij het
100-jarig jubileum, welke geschonken zijn
aan allen, die de regimenten grenadiers en
jagers gingen verlaten:
We leggen hier de belofte af, aldus be
sloot spr., dat we de weduwe cn de kin
deren van den overledene, zooveel in ons
vermogen is, zullen steunen.
De majoor M. J. F. Phaff van het regi
ment jagers sprak als vriend en herdacht
den overledene als een liefhebbend echt-
Zuidsingel en hoek kleine Haag
Blijft een gevaarlijk punt
Waar je gezellig botsen en
Ook wel verdrinken kunt!
De singel is hier juist zeer smal
En uitzicht is er niet
Zoodat deez' hoek blijft voor 't verkeer
Een absoluut verdriet!
Veel scholen in den omtrek dus
Veel kleuters op de been
En vreemdelingen diè vooral
Ze snorren er door heen!
Een bord is d' omgeving daar
Van dit punt niet te zien
Waardoor 't gevaar nog grooter worütf
Vooral voor buitenliën.
Vraag u eens den bewoners "daar
Hoe dikwijls of men schrikt
Als 't snelverkeer er wikt meer vaak"
Fortuna nog beschikt!
Er dient toch hier een bord geplaatst
Met een waarschuwend woord
Voor ieder die hier onbewust
De veiligheid verstoort.
De keien zijn hier even hard
Dan elders in de stad
Het singelwater heel vaak vuil
Maar steêvast altijd nat!
Behoedt 't passeerende publiek
Voor dit gevaar als *fc kan
En breng het bord zie boven clus
Als 't kan heel spoedig Sn?
„De singel dempen," zegt u, ja
Als 't kon was magneflque
Maar niet met fietsen, auto's or
Een argeloos publiek!!
GROEGROfc.
(Alle rechten voorbehouden).
genoot en vader en als een trouw wapen-<
broeder.
De kapitein Rütgers sprak namens 'de
officieren van den landstorm te 's-Graven-
hage. Het voorrecht, jhr. Goldman in ons
midden te hebben gehad, duurde slechts
kort, zeide spr., maar lang genoeg om hem
te waardeeren als chef en als vriend.
De heer P. J. de Kanter sprak als lid
der Legercommissie, waarvan de overi
ledene 6 jaar deel uitmaakte.
De adjudant-onderofficier Akkerman ge
tuigde van de groote droefheid, die er is
bij de onderofficiers van het regiment jagers
en ook van het regiment grenadiers bij
het heengaan van majoor Goldman.
Daarna bracht de adj.-onderofficier Stolz
een laatsten groet, waarna nog twee fami
lieleden het woord hebben gevoerd.
Vervolgens daalde de kist, waarbij mej*
Tiny Koopman H&ndel's Largo deed hoo-
ren. De oudste broeder van den overledene
dankte voor de groote belangstelling. Bij
het verlaten van het crematorium door den
stoet speelde de organist het Wilhelmus.
BIJ HET ZWEMMEN VERDRONKEN.
Rotterdam, 19 Juni. Gisteren vonden
jongens die onder Hillegersberg in de Rotte
aan het zwemmen waren dat er nog klee-
ren aan den waterkant lagen waarvan zij
den eigenaar niet konden vinden.Zij haalden
de politie die is gaan dreggen en spoedig
het lijk ophaalde van den 18-jarigen meu
belmaker A. van P. van den Schiedamschen
weg te Rottterdam die waarschijnlijk door
hartkramp was verdronken. Het lijk is door
de politie naar Bergschenhoek overge
bracht.
Een verklaring van rAristide
Briand
Par ij s, 20 Juni. De ontvangst van H. M.
op het Parijsche stadhuis heeft zich waardig
aangesloten bij de vorige bezoeken cn de
ontvangst was daar niet minder hartelijk
dan op de koloniale tentoonstelling, aldus de
correspondent der Msb.
Als altijd echter gaf het incognito een be
perking. De gevel was niet zoo versierd als
gewoonte is bij koninklijke bezoeken en de
ontvangst had plaats niet in de groote eere
zaal, maar in de overgekoepelde binnenzaal.
Langs de kolommen waren pyramides van
sierplanten en bloemen opgesteld, waai in de
voedingsbronnen der indirecte verlichting
waren verborgen.
Om half zes werd daar de koninklijke fa
milie met gevolg ontvangen door den voor
zitter van de municipaliteit, graaf de Cas-
teleine, vergezeld van maarschalk Lyautey
en minister Reynaud die de koninklijke fa
milie langs de marmeren staatsietrap naar
den salon hebben geleid.
In dezen grooten salon, die om het pla
fond en de wandschilderingen bekend is, als
de zaal „a la gloire de la terre", omdat de
apotheose van elk menschelijk geluk er tot
het onderwerp eener kostbare decoratie ge
maakt werd, was een thé aangericht, naar
Parijsche opvattingen, d.w.z. met tafels met
bloemstapelingen, waartusschen de meest
verscheidene vruchten, lekkernijen en dran
ken.
De Garde republicaine had niet alleen als
cerewacht gediend binnen en buiten het ge
bouw, doch haar stafmuziek voerde een
schoon program uit.
De talrijke tafeltjes waren versierd met
rozenslingers en op welke waarde dit bezoek
door de stad Parijs werd gesteld, bleek wel
uit het gebruik der kostbare tapijten, waar
onder het beroemde tapijt van Daubusson,
waarop de eeretafel was geplaatst en dat
voor niet minder dan 15 millioen is verze
kerd.
Graaf de Casteleine stelde een dronk in
„op dén voorspoed van de schoon e Neder
landsche natie", terwijl op haar beurt TI. M.
een toast uitbracht op het Fransche volk.
Door de prachtige ontvangzalen werd de
koninklijke familie naar de auto's geleid en
buiten werd II. M. met ^normc geestdriftige
toejuichingen ontvangen.
H. M. had eerst nog het gulden boek der
stad Parijs geteekend.
De koninklijke familie reed daarna naar
osn mooi gezanschapsgcbouw, waarin de
Nederlandsche kolonie zich had verecnigd,
nu H. M. haar in de gelegenheid had gesteld
haar opwachting bij de koninklijke familie
te maken.
Op het oogenblik dat de koninklijke fa
milie het gezantschapsgebouw bereikte, had
den de leden der kolonie zich opgesteld in
den grooten tuin, waarin de bestuurders
van de diverse verecnigingen waren samen
gekomen om met hun dame aan H. M. te
worden voorgesteld.
H. M. verscheen om precies half zeven en
toonde zich door de aanwezigheid van een
zoo talrijke groep Hollandsche .families zeer
verrast. Na het voorstellen der bestuurders
had een algemeen défilé plaats. De prinses
stond aan de rechterzijde van IT. M., terwijl
nog meer naar rechts de prins zich op
hield.
Vóór het gezantschapsgebouw le verlaten
Onderhield H. M. zich nog met de leden on
zer diplomatieke vertegenwoordiging.
Daarna reden H. M. en de prinses teiug
.Waardeering heeft ieder noodig.
IMMERMANN.
Naar het Engelsch van BERT A BUCK
door Mr. G. KELLER.
47
Er bestaat niets van wat u denkt tus-
schen die dame en mij. Gisteravond is zij
mij komen opzoeken om een zaak met me
te bespreken.
O, ja? Zij is een leerling van u, niet
waar? zei Sheila vriendelijk. Die vriende
lijkheid was veelbeteekenend.
En doen dames dat veel, zaken met. jon
gelui te bespreken in het holst van den
nacht en ze daartoe in négligé op hun ka
mer op te zoeken?
Ze had een koerier noodig en zij bood
mij dat baantje aan.
Prachtig voor u, niet?
Ik heb toevallig het baantje niet aan
genomen.
Zoo!
Ze wilde er mij over spreken. Ik ant
woordde haar, dat ik er niet op voorbereid
was mee naar Egypte te gaan en dat was
alles Ja, dat was alles.
Een oogenblik stilte.
Hij had bijna verwacht, 'dat zij zou zeg
gen: Is dat uw verklaring? Nu, de schijn is
toch wel tegen u. Als die dame niets anders
bedoelde als u de positie van koerier aan
te bieden, had zij het toch vroeger op den
avond kunnen doen, of u ergens elders
kunnen ontmoeten of misschien ook wel
een ander costuum kunnen uitkiezen voor
het onderhoud met u.
Maar Sheila zei heelemaal niets. Zij nam
een broodje van de schaal en brak het door
midden. Oogenschijnlijk kalm merkte Far
quhar op:
Ik kan merken, dat u me niet gelooft.
Maar kapitein Farquhar, wat zegt u
toch een wonderlijke dingen! U is toch een
allerzonderlingst mensch en ik kan waar
lijk niet al die geheimzinnigheden aanvaar
den. Sheila keek bij die woorden van haar
ontbijt op, en wist dat zij onuitstaanbaar
was. Zij gevoelde zich echter verbaasd over
het plezier, dat haar dit verschafte, zonder
daarbij te gevoelen, hoe kort de afstand
was tusschen den wensch om hem te grie
ven cn het hartstochtelijk verlangen om
hem moed in te spreken.
U schijnt bij voorkeur rnij aan boord
te willen komen met een of andere geheim
zinnigheid. Gister had u me iets mede te
deelen, u bracht mij naar een of andere
zijstraat en maakte dat ik te laat kwam bij
mijn kapper, door mij te onthalen op een
verward verhaal over de aanwezigheid van
een detectieve in ons hotel. Waarom zou er
geen detectieve in ons hotel kunnen ko
men? Ik had altijd gemeend, dat elk groot
hotel er zijn eigen detectieve op na hield.
Maar u was er heelemaal vervuld van, ik
zou zelfs zeggen zenuwachtig er over. Van
morgen klampt u me weer aan en nu voelt
u behoefte uw hart bij mij uit te storten
over één van uwe vrouwelijke leerlingen,
Voor alle familiefeesten koopt men
vol vertrouwen de geschenken
in goud of zilver bU
die u op een tamelijk ongewoon uur een
baantje komt aanbieden
Maar
U cleelt me dat alles mede. Maar nu
kan ik me niet begrijpen dat u zich altijd
tot mij wendt! Wat heb ik er mee te ma
ken? Wat kan het mij schelen al was die
dame tot den vroegen ochtend op uw ka
mer gebleven, sprekende over Egypte en
haantjes en tennis?
Woedend wendde hij zich tot haar: U ge
looft me dus niet!
Maar waarom zegt u dat? vroeg Sheila
altijd minzaam, maar niettemin groeiend
in haar plezier.
Wan het wonderlijkste avn de zaak was,
den aangebedene voor zich zag, nu zijn
stem haar in de ooren trilde, nu zijn gan-
sche optreden een bewijs van zijn volkomen
oprechtheid leverde, kon zij niet langer vast
houden aan haar eersten indruk. Hij had
zich niets te verwijten, behoefde zich over
niets te schamen. Hij was geen verachte
lijk avonturier noch het schoothondje,
waarvoor zij hem op een rampzalig oogen
blik had gehouden. Wat beduiden de tast
baarste bewijzen tegenover het vrouwelijk
instinct? Haar instinct nu beval haar hem
te gelooven en te vertrouwen. Sheila was
zoo innig verheugd over hem te mogen ge
looven, zoo verrukt in zijn nabijheid te zijn,
vond het zoo heerlijk, dat hij van haar ge
nade afhing, dat zij het eenvoudig niet kon
nalaten hem nog te plagen op een wijze,
waarachter een hartstochtelijke liefde zich
slechts met moeite weet te verschuilen.
Maar nu begrijp ik nog niet recht, ka
pitein Farquhar, wat het u schelen kan, of
Ik uw verhaal geloof of niet. Er bestaat
geen enkele band tusschen ons. Ik ben
geen familie van u, ben zelf6 niet bevriend
Indrukwekkende uitvaart, en
verassching op Westen
veld
met u. Ik weet werkelijk niets van u af en
u weet evenmin iets van mij. Het laat me
totaal onverschillig wat u doet en het kan
u ook volkomen koud laten, wat ik over
het gebeurde denk.
Neen, dat is niet het geval. Ik kan er
niet in berusten, dat u het zoo opvat, ver
klaarde Farquhar, haar met een wanhopig
gezicht aanziend. De schijn was tegen mij
Och, de schijn is zoo vaak tegen
iemand, merkte Sheila vriendelijk op.
Maar blijft, wat ik u bidden mag, niet
aan den schijn hangen, drong hij met haast
onverholen ontroering bij haar aan. Denk
aan het woord: in twijfel onthoud u. Wat
ik u mededeelde was de zuivere waarheid.
Ik geef er u mijn woord van eer op, juf
frouw Curtis.
En vóór zij had nagedacht, antwoordde
Sheila: Ik heb u destijds ook mijn woord
van eer gegeven!
HOOFDSTUK XXIV.
De bordjes verhangen.
Dikwerf meent de vrouw het laatste
woord te mogen hebben, maar hoe vaak is
dat voor haar een bron van verdriet! Wat
voelde Sheila een spijt over haar herinne
ring aan dat ontzettend oogenblik op het
kantoor te Londen, zoodra haar woorden
over hare lippen waren gekomen. Zij had
hem niet dieper kunnen wonden. Dat bleek
haar, toen zij zag, hoe zijn gelaat zich ver
strakte. Wat zou hij daarop antwoorden?
Wat kon hij er op antwoorden? Het laatste
woord was gesproken en daarmede had
Sheila haar schepen verbrand. Toegevend
aan den lust om hem nog verder te plagen
ondanks de onbewuste liefde in haar ziel,
gelukkig in het gevoel, de* zU hem in haar
'N GEVAARLIJKE HOEK.
macht had, had zij hem thans verloren.
Het was zoo mooi begonnen, maar zij had
er een plotseling einde aan gemaakt en
daarmede haar kans verkeken. Hij keerde
zich om ten einde de zaal te verlaten. Maar
voor hij zich van haar had verwijderd, bleef
hij staan en er gebeurde iets, waarbij het
pijnlijk onderhoud, dat hij even te voren
had gehad, in het niet verdween. Nieuwe en
thans zeer ernstige verdrietigheden stonden
hen te wachten. Nog voor zij op iets ver
dacht waren, waren zij er midden in.
Zij hadden aanvankelijk niets bemerkt
van het onweer, dat thans losbarstte, niet
gehoord, hoe van alle kanten zich stemmen
deden hooren, hoe van alle zijden menschen
kwamen toegeloopen. Tenslotte 6tormde del
geheele bevolking van het hotel in de zaaL
Tot voor kort waren behalve het dienst
meisje, de Beierache familie en zij beiden
niemand in de zaal. Maar het duurde than6
6lechts enkele oogenblikken, of het krioelde
er van gasten en personeel. Het was haast
onbegrijpelijk, zoo gauw als de menschen
naar binnen stormden. Verbaasd keken
Sheila en Farquhar om zich heen, evenals
de Beiersche familie en het meisje. Zij wa
ren in een oogwenk omringd door een me
nigte, die opgewonden in wel zes talen
uiting gaf aan verbazing, nieuwsgierigheid
en ontzetting. Men hoorde vragen: Wat is
er aan de hand? Is iemand ongesteld ge
worden? What is the matter! Was ist denn
los? Mais, dis done...;
{Wordt vervolgd).