HOLLANDS PAVILJOEN IN VLAMMEN AMEPSFOOrarSCH DAGBLAD GEWELDIGE BRAND TE PARIJS EEN SCHADE VAN VELE MILLIOENEN Feiiiilletoo Maandag 29 Juni 1931 -DE EEMLANDER" 29e Jaargang No. 304 Onze inzending op de internationale koloniale tentoonstelling grootendeels verwoest HET BAL1NEESCHE BEHOUDEN DORP 'T ^AND 3 E. FRANKENHUIS WILLEM GROENHUIZEN JUWELIER Men neemt kortsluiting als oorzaak aan Parijs, 28 Juni. (V.D.). Zon- dngochlend heeft een hevigo brand het Nederlandsche paviljoen op de Internationale Koloniale Tentoon stelling in het Bois de Vincennes totaal verwoest. Nadere bijzonderheden. Het Persbureau Vaz Dias meldt uit Pa rijs, d.d. 28 Juni Een ramp heeft de Nederlandsche inzen ding op de Internationale Koloniale Ten toonstelling te Parijs getroffen. Een gewei dige brand heeft Zondagochtend omstreek? kwart voor vijf het Nederlandsche paviljoen op de tentoonstelling in het Bois de Vincen nes totaal verwoest. Op dat uur kwam de nachtwaker der ten toonstelling in de vestiaire nabij den hoofd ingang van het groote paviljoen. Toen hij de deur opende, sloegen hem de vlammen tegemoet. De nachtwaker sloeg de deur weer dicht en holde naar den brandme.der op de tentoonstelling. Daarna snelde hij naar de woning van den heer Moojen, den Nederlandschen gedelegeerde op de tentoon stelling, die op korten afstand van het Ne derlandsche paviljoen is gelegen. Daa: wekte hij den heer Moojen en de overige be woners van het huis om hun het verschrik/ kelijke nieuws van den brand mede te deelen. De brandweer der tentoonstelling was binnen zes a zeven minuten ter plaatse. Toen stond het echter reeds vast, dat er weinig of niets te redden viel. De brandweer trachtte te doen, wat zij kon, doch kon niet voorkomen, dat het geheele Nederlandsche paviljoen tot den grond toe afbrandde. Te half zeven was de vernieling voltooid en was van het eenmaal zoo trotsche Neder landsche paviljoen niet anders dan een puinhoop, die door de brandweer werd nat gehouden, over. Wat er verwoest is. Het Hoofdpaviljoen van do Nederlandsch? inzending met al zijn schatten en niet te Het oudste en vertrouwdste adres voor Goud- Zifyer-, Diamant- en Uurwerken. Aanbevelend, vervangen kunstvoorwerpen is geheel een prooi der vlammen geworden. Ook eenige kleinere gebouwen zijn door het vuur ver woest. Het Balak-huis, het kleine Minang- kabausch huis, de Duiventil met inhoud en eenige andere buiten het. Hoofdpaviljoen staande inzendingen zijn eveneens een prooi der vlammen geworden. Behouden gebleven zijn het Balineesche dorp. waarvan do bewoners op het laatste moment werden gewaarschuwd omdat ook deze huisjes gevaar liepen. Gelukkig \va-» de wind in andere richting en zijn deze be houden. Ook de beide groote poorten naar het dorp zijn niet verwoest, terwijl ook de beide restaurants, die bij de Nederlandsche inzending behooren, behouden zijn. Het vuur vond gretig voedsel in het groo tendeels van hout opgetrokken paviljoen. De brandweer had bovendien tot taak de in de nabijheid gelegen andere paviljoens te beschermen Tegen zes uur arriveerde de inmiddels telefonisch gewaarschuwde Nederlandsche gezant te Parijs, jhr. Loudon. Ook dc Fransche minister van Koloniën, Rey naud, maarschalk Lyautey en vele andere Fransche autoriteiten verschenen op de plaats des onheils. De brand is vooral voor den heer P A. J Moojen, den Nederlandschen gedelgeer- de, die zoo ontzettend veel gedaan heeft voor het tot stand komen van de Neder landsche Inzending, een geweldige slag. Niet alleen dat zijn werk is verwoest, doch ook zijn vele persoonlijke bezittingen, kunst schatten, schrifturen, een gedeelte van oen belangrijk boek, dat hij bezig is te schrijven, zijn comptabiliteit en overige bezittingen, die in het Paviljoen ondergebracht waren zijn verloren gegaan. De door den brand aangerichte schade wordt op tien millioen gulden geschat. Al leen het hoofdgebouw heeft reeds 1,200 000 gekost Vele kunstschatten, die niet te ver vangen zijn. zijn vernietigd, zoodnt men van een onherstelbaar verlies kan spreken. Men neemt aan, dat dc oorzaak van den brand kortsluiting is Prinses Juliana op het terrein van den brand. In den loop van den ochtend kwamen tal van belangstellenden, o.w. natuurlijk vele te Parijs wonende of vertoevende Nederlan ders, naar de plaats des onheils. Ook H. K. H. Prinses Juliana, die te Parijn vertoeft, werd in den loop van den ochtend telefonisch op de hoogte gesteld. Omstreeks half twaalf heeft H. K. H. zich naar het ten toonstellingsterrein begeven. De verwoesting van het paviljoen. Het Persbureau Vaz Dias meldt uit Pa rijs: Groote verslagenheid heerscht in het kamp van de Nederlanders, zoowel onder hen, die bij den bouw en de inrichting van het Nederlandsche paviljoen de leiding ge had hebben, als onder degenen, die slechts als belangstellende toeschouwers do prach tige Nederlandsche inzending hebben be wonderd. Onherstelbaar is het verlies, een verlies, dat in de eerste plaats den heer P. A. J. Moojen, den Nederlandschen architect en Nederlandschen gedelegeerde, die het paviljoen gebouwd heeft, treft. Zijn wo ning te Parijs lag achter het thans afge brande paviljoen en had door zijn bureaux verbinding met het hoofdpaviljocn. Toen de heer Moojen en zijn echtgenoote gewekt werden, had de brand reeds zoo'n omvang aangenomen, dat hij zijn huis niet meer langs den normalen weg kon verlaten. In nachtgewaad moesten de heer en mevr. Moojen uit het venster vluchten, alles ach terlatende! Toen de heer Moojcri den omvang van de ramp overzag, dacht hij in do eerste plaats aan de mcnschenlevcns, die In gevaar kon den komen Hij spoedde zich naar het Bali neesche dorp om do Balineesche danscr6 cn danseressen te wekken. Men vreesde toen, dat ook dc hutten, waarin deze zijn ondergebracht, een prooi der vlammen zou den worden. Zij zijn echter behouden een waardeloos bezit vergeleken met de schatten, die verloren gegaan zijn. Hoog laaiden de vlammen op toen dc heer Moojen terugkeerde naar het hoofdpavil joen machteloos 6tond do brandweer tegenover deze vuurzee. Snel greep het vuur om zich heen, gretig voedsel vinden de in het nagenoeg geheel uit hout opge trokken gebouw De vlammen loeiden om de vele torentjes, totdat deze in vlammen gehuld instortten. Redding was niet mo gelijk. Met tranen in de oogen stonden de heer Moojen en onze gezant te Parijs, jhr dr J- Loudon, die spoedig ter plaatse was. het vreeselijk schouwspel gade te slaan. De brandweer werkte. 6teeds meer stra len op de vuurzee werpend, doch niet voor dat alles vernield was. verminderde het vuur. Groot was het gevaar voor het Ita- liaansche paviljoen, dat nabij het Neder landsche staat. Reeds sprongen de -uiten van het Ifaliaansche restaurant, begon dit vlam te vatten De brandweer had toon als hoofdtaak uitbreiding te voorkomen. Zij is daarin geslaagd- de ramp heeft al leen de Nederlandsche inzending getroffen, het vuur wist men binnen de Nederland sche grenzen op Fransch grondgeb'ed te houden. Niet alleen het hoofdpaviljocn is ver woest. Ook vier kleine paviljoens vielen ten offer aan het vernielende vuur. Deze stonden tegenover het Nederlandsche pavil joen. Daartegenover, echter op grooteren afstand, is nis eerste gedeelte van de Ne derlandsche inzending gespaard gebieven het paviljoen van de Gulden Vliessigaren- fabriek uit Tilburg Do wind was gunstig; anders had er nog meer verwoest geworden. Thans zijn nog behouden gebleven het .Ta\aansche en Ne derlandsche restaurant, de inzending van Bouatan en het industriecJc paviljoen, dat 2"> Meter links van het hoofdpaviljoen ligt, Iloe groot het gevaar voor uitbreiding van den brand was. moge blijken uit het feit. dat vonken 7<in overgeslagen naar een op ongeveer 2 K.M afstand van het Ne derlandsche hoofdpaviljoen gelegen restau rant ..De hut van oom Tom". Dit restau rant is eveneens verwoest. Onmiddellijk nadat het bericht van den brand bij de Parijsche politic autoriteiten bekend was geworden, werd een groote po litiemacht naar het terrein der tentoonstel ling gezonden. In auto's arriveerde een groote afdeeling der Garde Republicain, die het geheele terrein rond de Nederland sche inzending afzette. De politic plaatste om een gebied van ongeveer 500 M. 'engio en breedte hekken bij wijze van afrastering, zoodat niemand, die niets op ..Nederlandsch gebied" te maken had. op het terrein van den brand kon komen. Den geheelen Zondag heeft de Parijsche brandweer doorgewerkt. In den loop van den dag werd het materiaal verminderd en tenslotte rukten alle brandweerwagens in, doch tot Zondagavond zes uur duurde het spuiten met slangen gekoppeld op de wa terleiding, nog voort. De puinhoop, eens het prachtige Nederlandsche paviljoen, dat duizenden bez wkers trok. een der gTOOtste inzendingen van de Internationale Kolo niale Tentoonstelling, smeulde nog steeds. Het geheel bood een troosteloozcn aan- bl'k <>rn te huilen! In den loop van den dag zijn zeker meer dan honderd duizend personen naar liet terrein der verwoesting komen kijken. Explosies waargenomen. Omtrent de ontdekking van den brand in bet Nederlandsche Paviljoen op do Inter nationale Koloniale Tentoonstelling in het Bois de Vincennes vernemen wij nog: Toen dc nachtwaker de vestiaire opende en daar binnen den brand ontdekte, toen deze juist naar buiten sloeg, hoorde Hij ver scheiden knallen, welke naar het schijnt van exploisies afkomstig zijn. Toen dc brand weer op dc plaats van den brand verscheen, vormde het paviljoen reeds één vuurzee. Het alarm voor den brand luidde: „groote brand, mcnschenlevens in gevaar." Met zeer veel materiaal verscheen de brandweer ter plaat se en spoedig werd met ongeveer 20 stralen water gegeven. Zooals gemeld, kon de brand weer nagenoeg niets uitrichten en moest zij er voor zorg dragen, dat het vuur niet naar andere paviljoens oversloeg. Steeds hooger sloegen do vlammen. Met donderend gekraak stortten de vele kleine torentjes van het prachtige paviljoen in. Dan laaiden de vlammen weer op, totdat eindelijk alles een rookende puinhoop was geworden, die door de branweer werd nat gehouden. Te tien uur in den ochtend kon de brand als gcbluscht worden beschouwd. Het bezoek van H.K.H. Prin ses Juliana. Zooals reeds gemeld, heeft H.K.H. Prinses Juliana, die nog 6teeds in Chcvreuse woont. Zondagochtend het terrein van den brand bezocht. Toen H.K.H. het bericht van de ramp, die de Nederlandsche inzending had getroffen en dat per telefoon naar Les Tilleuls was overgebracht, ontving, liet zij onmiddellijk den Nederlandschen gezant, jhr. Loudon, telefonisch weten, dat zij naar het tentoonstellingsterrein zou gaan Nog voor elf uur arriveerde Prinses Ju liana bij de hier en daar nog smeulende puinhoop van het Nederlandsche paviljoen, dat niet langer dan ruim een week geleden nog in het middenpunt der belangstelling stond om een veel vroolijker gebeurtenis: het bezoek der Koninklijke familie. Heden was ook de algomecne belangsstelling ge richt op de Nederlandsche inzending, doch de oorzaak ervan was dc brand, een ramp voor ons land! H.K.H. Prinses Juliana werd vergezeld dopr hafir Kamerheer mr. J. C. Baron Baud en <Je echtgenoote van den Nederland schen gezant mevr. Loudon. Op het terrein was ook aanwezig de heer mr. Swart van het Nederlandsch comité, die als vice-voor- zitter H.K.H begroette. Prinses Juliana wondde zich allereerst tot den heer en mevrouw Moojen, aan wie zij haar groote deelneming met het zware verlies, dat hun getroffen heeft, getuigde. Met ontzetting nam de Prinses de groote verwoesting waar. Daarna begaf zij zich naar het Balinee sche dorp. De Balineesche dansere en dan seressen waren intusschon in hun wonin gen teruggekeerd, daar elk gevaar voor uitbreiding reeds te tien uur als geweken kon worden beschouwd. Hier betuigde de Prinses haar deelneming aan den heer Ra den Soekawatti. Ruim een half uur bleef H.K.H. Prinses Juliana op de plaats van de ramp. Toen keerde zij naar Cbevreuse terug, diep on der den indruk van liet gebeurde. Zooals ook reed6 gemeld, waren de Fransche minister van Koloniën, de heer Paul Reynaud, en de organisator van de Internationale Koloniale Tentoonstelling maarschalk Lyautey reeds zeer vroeg op het terrein van den brand Ook de Parijsche politie-prefect cn vele andere Fransche autoriteiten en vertegenwoordigers van de andere nationale inzendingen kwamen in den loop van den ochtend naar de overblijf selen van de Nederlandsche Inzending. Al len, zonder uitzondering, waren diep onder don indruk en voelden mede het groote on geluk. dat Nederland door dezen brand heeft getroffen. De Nederlandsche gezant jhr. Loudon is een groot gedeelte van don dag op het terrein geweest. Er werden voorloopige besprekingen gevoerd over hetgeen zou moeten gebeuren. Nog heden avond zouden do voorzitter van het Ne derlandsch comité mr. D, Fock. prof. de Bussy, de tweede architect, de heer van der Valk, die juist in Nederland vertoefde, to Parijs aankomen. Eerst daarna zullen zoo mogelijk besluiten worden genomen. Voorlooplg gesloten. Het Nederlandsche gebied bleef Zondag voor het publiek gesloten. Ook het ge spaard gebleven industrieole paviljoen mocht niet worden betreden. Tengevolge van den brand is do stroomvoorziening vernield Weliswaar is het transformator huisje, dat in de nabijheid van het hoofd paviljocn staat, intact gebleven, doch do geleidingen zijn op vele plaatsen vernield. Zondagmiddag was men bezig een nood verlichting aan to brengen. Het Javaan6che restaurant is Zondag middag te vijf uur gesloten en zal heden niet meer geopend worden. In het Neder landsche restaurant wordt een noodver lichting aangebracht; wellicht zal dit he denavond open zijn. Een onderhoud met Jhr. Loudon. Zondagochtend hebben wij in verband met de ramp, die dc Nederlandsche inzending op de Internationale Koloniale Tentoonstelling heeft getroffen, een onderhoud gehad met den Nederlandschen gezant te Parijs, Jhr. Dr. J. Loudon Deze vertelde ons, dat hij Zondagochtend te half zes telefonisch ge waarschuwd werd. De gezant begaf zich zoo spoedig mogelijk naar het tentoonstellings terrein. Nog voor half zeven was hij daar. „Toen ik aankwam aldus Jhr. Loudon viel er van het Nederlandsche paviljoen niets meer te redden. Het was reeds grooten" deels door het vuur verwoest." De heer Loudon noemde deze brand een ramp. Vooral voor den heer Moojen is de slag geweldig. Alles, wat hij bijeen heeft ge bracht, is verloren gegaan. „Het is verschrik kelijk!" Excellentie Loudon vertelde ons nog, dat verschillende autoriteiten hem reeds hun deelneming hadden betuigd. Algemeen wordt dc verwoesting van het Nederlandsch pavil joen als een groot verlies voor de tentoon stelling beschouwd. Gedurende den geheelen ochtend bleef de Nederlandsche gezant op het terrein van den brand. Eerst tegen elf uur keerde hij naar zijn woning terug. Toen was van het trotsche paviljoen niets dan een smeulende puinhoop overgebleven. In den middag is de heer Loudon opnieuw naar het Bois do Vincennes gegaan. „Een nationale ramp," zegt Minister de Oraaff. Ook de Minister van Koloniën, Jhr.. de Graaff ontving Zondagochtend een telegram van den brand, waarin hem werd medege deeld, dat het Nederlandsch paviljoen tot den grond toe is afgebrand. De minister verklaarde ons In een kort onderhoud, dat hij den brand als een nationale ramp be- Tel. 852. Gevestigd 1885 VERTROUWENSHUIS. Zelfvergenoegzaamheid in de jeugd is altijd een zeer slecht teeken voor de toe komst. HILTY. Naar het Engel9ch van BERTA RUCR door Mr. G. KELLER. Farquhar wierp hem, onder het aanste ken van een sigaret, een haastigen blik toe, terwijl hij op quasie onverschilligen toon informeerde: Ik hoop niet, dat juffrouw Curtis zich cTe zaak ernstig lieeft aange trokken? Och wat! Die jonge dame trekt zich de 'dingen niet gauw ernstig aan. Zij voelde zich best in haar nopjes in de crevangenis. naar het schijnt. Ja, met de vrouwen is het toch eigenaardig gesteld' Nemen zij tegen spoed zoo luchtig op, omdat zij minder of wel meer teergevoelig zijn? Zijn zij op dat punt onze meerderen of onze minderen? Ik zou het je niet kunnen zeggen. Ja, als Engelschman wil Je zeker lie ver niet discusseeren over het verschil tus- schen man en vrouw. Note een glaasje? BestMet de vrouw van den concierge vVan het gerechtsgebouw had, naar het schijnt, juffrouw Curtis al gauw vriend schap gesloten en om haar te helpen den lijd te korten, bracht deze haar zoontje van een paar maanden als speelkameraad bij haar. Zij heeft alleraardigst op het kindje gepast! Zij is onmiddellijk naar het hotel trekken cn haar bevrijding in vriendenkring te vierenZiezoo, Darol, dat drama be hoort dus weer tot het verleden. Op eigenaardig verstrooiden toon erken de Farquhar, dat het drama al weer tot het verleden behoorde. In'usschen dacht hij bij zich zeiven: Tot het verleden? Lieve he mel, wat dat meisje en mij betreft, behoort het drama nog lang niet toe het verleden. Het begint integendeel pas. Met die zaak met madamac Cottrell is alles ln orde ge komen. Maar dan hebben we nog steeds die andere zaak, die van het partisnoer, dat uit onze brandkast te Londen is verdwenen Wie heeft daarin de hand gehad? Sheila wordt er nog steeds van verdacht en ik weet niet, wat ik er van denken moet Ik houd haar voor onschuldig Maar hoe zou ik haar kunnen zeggen: Zes maanden geleden heb ik gezegd, dat ge een dievegge waart, maar, hoor eens, bij nader inzien ge loof ik toch niet, dat ge er een zijt! Hoe zou het me mogelijk zijn dat lot haar te zeggen? Ze zou me den rug toedraaien! En hoe zou ik kunnen zeggen: Hoor eens, zelfs al hadt ge in het laatste van Augustus die parels gestolen, moet ik u toch verklaren, dat ik smoorlijk verliefd op u ben. Ze zou me in het gezicht uitlachen cn ze zou gelijk hebben. Wat ik ook tot hanr zeg, het maakt den toestand nog onmogelijker. En toch zal ik wat moeten zeggen. Als ik haar ontmoet, zal ik wat tot haar zeggen, doch de hemel mag weten, wat dat zal zijn. Zoo zat. hij te piekeren, terwijl hij met ziin vriend zat te rooken en te keuvelen in het eigenaardig Zwitscrsclic kleine restaurant, waar geen Engelsch. Amerikaansch of Fransch gelaat was te bespeuren. Het was er gezellig en prettig, al was het er tevens geweldig stoffig. Zeg vriend, dc tijd schiet op, voel je iets er voor te gaan eten, Darol? Mij goed, maar laten we voor de af wisseling dat niet ins ons hotel doen, Jean. Wat denk je van Bcllavista of een andere inrichting? Alleen niet in ons hotel. Opperbest, zeide de Franschman, die wel kon raden, waarom Farquhar dien avond niet in zijn hotel wilde dinecren. Aan alle logés yvas de waarheid bekend ge worden, iedereen was woest verontwaar digd, dat op zulke losse gronden die ma dame Cottrell twee fatsoenlijke en sympa thieke jonge Engelfchen van diefstal had beschuldigd en ze met zulk geraas en ge tier te lijf was gegaan; en nu was iedereen van plan om de gerehabiliteerden eens flink te huldigen. Maar Darol wilde niet enkel aan die hulde ontkomen. Ik wil er mijn kop onder verwedden, zeide de jonge Franschman bij zichzelven, als cr niet iets ernstigs gaande is tusschen hem en dat jonge meisje. De jongelui bleven lang tafelen. Toen zij naar hun hotel terugkeerden, troffen zij geen sterveling meer aan. De late dansers waren nog niet thuis, de meeste gasten wa ren naar hun kamers gegaan. Nu, beste kerel, vvelbedankt voor alle moeite! Ik ga naar bed. Je zal wel lekker slapen, in ieder ge val zeker beter dan op dat verduivelde po litiebureau, zei Jean aan den voet van de trap. Hij had nooit iets bemerkt van de angst. die zijn vriend had, vooral wat vrijheidsbe neming beteekende. Darol beet zich op de lippen. Ja, ik denk wel, dat ik zal slapen als een os. Wel te rusten! Slaap lekker. Twee uur later, toen ieder logé in zoete rust verzonken moest zijn, kwam Sheila, die overdag opgesloten had gezeten en des avonds zeer gefêteerd was geworden, tot de ontdekking, dat zij den slaap niet vatten kon. Zij had zich van de eone zijde op de andere geworpen onder het broeiende dek bed, terwijl zij al wat zij dien dag had door leefd, maar niet van zich af kon zetten. Tenslotte draaide ze hot licht op cn nam van haar nachttafeltje haar Duitschen ro man, een werk van Gerhard Hauptmann, maar tenslotte sloeg ze het boek weer dicht, het lezen ging niet recht. Ze stapte uit bed, maar het was koud in de kamer en zij trok haar bontmantel aan. Ze ging aan het schrijfbureau zitten. Zou ze een langen brief aan juffrouw Woffington gaan schrij ven? Neen, ik moet eens naar Indië schrij ven, prevelde zij, het is schandelijk zoolang als ik niets van me heb laten hooren Maar als ik dat ga doen, zal me dat lang in beslag nemen neen, ik schrijf van nacht niet! Ze ging naar het venster; de blnnenramen waren niet gesloten en zij ontsloot de open slaande benedenramen. Zij deed haar man tel dicht en stapte op het balcon. Zij Het haar blikken waren over het landschap; alles was koud, doodstil en haast helder der verlicht dan overdag. De maan was vol en de straatlantaarns brandden alle: dat kostte haast niets, daar in deze bergstad- jes het water de kracht voor de electrici- teitsverzorging levert Die lantaarns maak ten den indruk van een snoer van glanzen de juweelen, zich langs de hellingen om hoog kronkelend. Terwijl Sheila met de eene hand haar mantel dicht hield, steunde zij met de an dere op den rand van het balcon. Zij hief haar oogen op naar de maan en liet daarna haar blikken gaan over het besneeuwde landschap, waartegen daken en boomen zich als donkere schaduwen afteekenden. Al die schaduwen zien er uit alsof zij uit blik waren gesneden, dacht Sheila. Wanneer ik straks terugdenk aan Zwitser land, zal ik altijd zich tegen de sneeuw af teekenden schaduwen zien. Overdag is alles helblauw of wit, des nachts donker indigo op wit Hè, wat is dat? De doodsche stilte werd door een geluid verbroken. Dat ge luid kwam van dichtbij. Zij boog zich voor over naar rechts. Daar zag zij op een bal con, drie of vier balcons van het hare ver wijderd, een gestalte naar buiten komen cn een oogenblik later stilstaan. Het was de gestalte van een in een pyama gehulden man. Plotseling legde hij een van zijn lan ge beenen over de leuning en scheen aan stalten te maken om naar beneden te klim men. Een oogenblik later voerde hij dien evmnastischen toer uit. zonder mis te stap pen. En met een door verbazing gesmoor de stem prsvelde Sheila: Neen maar, 't is Darol Farquhar! (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5