HOLLANDS PAVILJOEN IN VLAMMEN
AMEPSFOOrarSCH DAGBLAD
GEWELDIGE BRAND TE PARIJS
EEN SCHADE VAN VELE MILLIOENEN
Feiiiilletoo
Maandag 29 Juni 1931
-DE EEMLANDER"
29e Jaargang No. 304
Onze inzending op de internationale koloniale
tentoonstelling grootendeels verwoest
HET BAL1NEESCHE
BEHOUDEN
DORP
'T ^AND 3
E. FRANKENHUIS
WILLEM GROENHUIZEN
JUWELIER
Men neemt kortsluiting
als oorzaak aan
Parijs, 28 Juni. (V.D.). Zon-
dngochlend heeft een hevigo brand
het Nederlandsche paviljoen op de
Internationale Koloniale Tentoon
stelling in het Bois de Vincennes
totaal verwoest.
Nadere bijzonderheden.
Het Persbureau Vaz Dias meldt uit Pa
rijs, d.d. 28 Juni
Een ramp heeft de Nederlandsche inzen
ding op de Internationale Koloniale Ten
toonstelling te Parijs getroffen. Een gewei
dige brand heeft Zondagochtend omstreek?
kwart voor vijf het Nederlandsche paviljoen
op de tentoonstelling in het Bois de Vincen
nes totaal verwoest.
Op dat uur kwam de nachtwaker der ten
toonstelling in de vestiaire nabij den hoofd
ingang van het groote paviljoen. Toen hij
de deur opende, sloegen hem de vlammen
tegemoet. De nachtwaker sloeg de deur
weer dicht en holde naar den brandme.der
op de tentoonstelling. Daarna snelde hij
naar de woning van den heer Moojen, den
Nederlandschen gedelegeerde op de tentoon
stelling, die op korten afstand van het Ne
derlandsche paviljoen is gelegen. Daa:
wekte hij den heer Moojen en de overige be
woners van het huis om hun het verschrik/
kelijke nieuws van den brand mede te
deelen.
De brandweer der tentoonstelling was
binnen zes a zeven minuten ter plaatse.
Toen stond het echter reeds vast, dat er
weinig of niets te redden viel.
De brandweer trachtte te doen, wat zij
kon, doch kon niet voorkomen, dat het
geheele Nederlandsche paviljoen tot den
grond toe afbrandde.
Te half zeven was de vernieling voltooid
en was van het eenmaal zoo trotsche Neder
landsche paviljoen niet anders dan een
puinhoop, die door de brandweer werd nat
gehouden, over.
Wat er verwoest is.
Het Hoofdpaviljoen van do Nederlandsch?
inzending met al zijn schatten en niet te
Het oudste en vertrouwdste adres
voor Goud- Zifyer-, Diamant- en
Uurwerken.
Aanbevelend,
vervangen kunstvoorwerpen is geheel een
prooi der vlammen geworden. Ook eenige
kleinere gebouwen zijn door het vuur ver
woest. Het Balak-huis, het kleine Minang-
kabausch huis, de Duiventil met inhoud en
eenige andere buiten het. Hoofdpaviljoen
staande inzendingen zijn eveneens een prooi
der vlammen geworden.
Behouden gebleven zijn het Balineesche
dorp. waarvan do bewoners op het laatste
moment werden gewaarschuwd omdat ook
deze huisjes gevaar liepen. Gelukkig \va-»
de wind in andere richting en zijn deze be
houden. Ook de beide groote poorten naar
het dorp zijn niet verwoest, terwijl ook de
beide restaurants, die bij de Nederlandsche
inzending behooren, behouden zijn.
Het vuur vond gretig voedsel in het groo
tendeels van hout opgetrokken paviljoen.
De brandweer had bovendien tot taak de
in de nabijheid gelegen andere paviljoens
te beschermen
Tegen zes uur arriveerde de inmiddels
telefonisch gewaarschuwde Nederlandsche
gezant te Parijs, jhr. Loudon. Ook dc
Fransche minister van Koloniën, Rey
naud, maarschalk Lyautey en vele
andere Fransche autoriteiten verschenen op
de plaats des onheils.
De brand is vooral voor den heer P A. J
Moojen, den Nederlandschen gedelgeer-
de, die zoo ontzettend veel gedaan heeft
voor het tot stand komen van de Neder
landsche Inzending, een geweldige slag.
Niet alleen dat zijn werk is verwoest, doch
ook zijn vele persoonlijke bezittingen, kunst
schatten, schrifturen, een gedeelte van oen
belangrijk boek, dat hij bezig is te schrijven,
zijn comptabiliteit en overige bezittingen,
die in het Paviljoen ondergebracht waren
zijn verloren gegaan.
De door den brand aangerichte schade
wordt op tien millioen gulden geschat. Al
leen het hoofdgebouw heeft reeds 1,200 000
gekost Vele kunstschatten, die niet te ver
vangen zijn. zijn vernietigd, zoodnt men van
een onherstelbaar verlies kan spreken.
Men neemt aan, dat dc oorzaak van den
brand kortsluiting is
Prinses Juliana op het terrein
van den brand.
In den loop van den ochtend kwamen tal
van belangstellenden, o.w. natuurlijk vele
te Parijs wonende of vertoevende Nederlan
ders, naar de plaats des onheils.
Ook H. K. H. Prinses Juliana, die te Parijn
vertoeft, werd in den loop van den ochtend
telefonisch op de hoogte gesteld. Omstreeks
half twaalf heeft H. K. H. zich naar het ten
toonstellingsterrein begeven.
De verwoesting van het paviljoen.
Het Persbureau Vaz Dias meldt uit Pa
rijs:
Groote verslagenheid heerscht in het
kamp van de Nederlanders, zoowel onder
hen, die bij den bouw en de inrichting van
het Nederlandsche paviljoen de leiding ge
had hebben, als onder degenen, die slechts
als belangstellende toeschouwers do prach
tige Nederlandsche inzending hebben be
wonderd. Onherstelbaar is het verlies, een
verlies, dat in de eerste plaats den heer P.
A. J. Moojen, den Nederlandschen architect
en Nederlandschen gedelegeerde, die het
paviljoen gebouwd heeft, treft. Zijn wo
ning te Parijs lag achter het thans afge
brande paviljoen en had door zijn bureaux
verbinding met het hoofdpaviljocn. Toen
de heer Moojen en zijn echtgenoote gewekt
werden, had de brand reeds zoo'n omvang
aangenomen, dat hij zijn huis niet meer
langs den normalen weg kon verlaten. In
nachtgewaad moesten de heer en mevr.
Moojen uit het venster vluchten, alles ach
terlatende!
Toen de heer Moojcri den omvang van de
ramp overzag, dacht hij in do eerste plaats
aan de mcnschenlevcns, die In gevaar kon
den komen Hij spoedde zich naar het Bali
neesche dorp om do Balineesche danscr6
cn danseressen te wekken. Men vreesde
toen, dat ook dc hutten, waarin deze zijn
ondergebracht, een prooi der vlammen zou
den worden. Zij zijn echter behouden
een waardeloos bezit vergeleken met de
schatten, die verloren gegaan zijn.
Hoog laaiden de vlammen op toen dc heer
Moojen terugkeerde naar het hoofdpavil
joen machteloos 6tond do brandweer
tegenover deze vuurzee. Snel greep het
vuur om zich heen, gretig voedsel vinden
de in het nagenoeg geheel uit hout opge
trokken gebouw De vlammen loeiden om
de vele torentjes, totdat deze in vlammen
gehuld instortten. Redding was niet mo
gelijk.
Met tranen in de oogen stonden de heer
Moojen en onze gezant te Parijs, jhr dr J-
Loudon, die spoedig ter plaatse was. het
vreeselijk schouwspel gade te slaan.
De brandweer werkte. 6teeds meer stra
len op de vuurzee werpend, doch niet voor
dat alles vernield was. verminderde het
vuur. Groot was het gevaar voor het Ita-
liaansche paviljoen, dat nabij het Neder
landsche staat. Reeds sprongen de -uiten
van het Ifaliaansche restaurant, begon dit
vlam te vatten De brandweer had toon
als hoofdtaak uitbreiding te voorkomen.
Zij is daarin geslaagd- de ramp heeft al
leen de Nederlandsche inzending getroffen,
het vuur wist men binnen de Nederland
sche grenzen op Fransch grondgeb'ed te
houden.
Niet alleen het hoofdpaviljocn is ver
woest. Ook vier kleine paviljoens vielen
ten offer aan het vernielende vuur. Deze
stonden tegenover het Nederlandsche pavil
joen. Daartegenover, echter op grooteren
afstand, is nis eerste gedeelte van de Ne
derlandsche inzending gespaard gebieven
het paviljoen van de Gulden Vliessigaren-
fabriek uit Tilburg
Do wind was gunstig; anders had er nog
meer verwoest geworden. Thans zijn nog
behouden gebleven het .Ta\aansche en Ne
derlandsche restaurant, de inzending van
Bouatan en het industriecJc paviljoen, dat
2"> Meter links van het hoofdpaviljoen ligt,
Iloe groot het gevaar voor uitbreiding
van den brand was. moge blijken uit het
feit. dat vonken 7<in overgeslagen naar een
op ongeveer 2 K.M afstand van het Ne
derlandsche hoofdpaviljoen gelegen restau
rant ..De hut van oom Tom". Dit restau
rant is eveneens verwoest.
Onmiddellijk nadat het bericht van den
brand bij de Parijsche politic autoriteiten
bekend was geworden, werd een groote po
litiemacht naar het terrein der tentoonstel
ling gezonden. In auto's arriveerde een
groote afdeeling der Garde Republicain,
die het geheele terrein rond de Nederland
sche inzending afzette. De politic plaatste
om een gebied van ongeveer 500 M. 'engio
en breedte hekken bij wijze van afrastering,
zoodat niemand, die niets op ..Nederlandsch
gebied" te maken had. op het terrein van
den brand kon komen.
Den geheelen Zondag heeft de Parijsche
brandweer doorgewerkt. In den loop van
den dag werd het materiaal verminderd en
tenslotte rukten alle brandweerwagens in,
doch tot Zondagavond zes uur duurde het
spuiten met slangen gekoppeld op de wa
terleiding, nog voort. De puinhoop, eens
het prachtige Nederlandsche paviljoen, dat
duizenden bez wkers trok. een der gTOOtste
inzendingen van de Internationale Kolo
niale Tentoonstelling, smeulde nog steeds.
Het geheel bood een troosteloozcn aan-
bl'k <>rn te huilen!
In den loop van den dag zijn zeker
meer dan honderd duizend personen naar
liet terrein der verwoesting komen kijken.
Explosies waargenomen.
Omtrent de ontdekking van den brand in
bet Nederlandsche Paviljoen op do Inter
nationale Koloniale Tentoonstelling in het
Bois de Vincennes vernemen wij nog:
Toen dc nachtwaker de vestiaire opende
en daar binnen den brand ontdekte, toen
deze juist naar buiten sloeg, hoorde Hij ver
scheiden knallen, welke naar het schijnt van
exploisies afkomstig zijn. Toen dc brand
weer op dc plaats van den brand verscheen,
vormde het paviljoen reeds één vuurzee. Het
alarm voor den brand luidde: „groote brand,
mcnschenlevens in gevaar." Met zeer veel
materiaal verscheen de brandweer ter plaat
se en spoedig werd met ongeveer 20 stralen
water gegeven. Zooals gemeld, kon de brand
weer nagenoeg niets uitrichten en moest zij
er voor zorg dragen, dat het vuur niet naar
andere paviljoens oversloeg.
Steeds hooger sloegen do vlammen. Met
donderend gekraak stortten de vele kleine
torentjes van het prachtige paviljoen in.
Dan laaiden de vlammen weer op, totdat
eindelijk alles een rookende puinhoop was
geworden, die door de branweer werd nat
gehouden. Te tien uur in den ochtend kon
de brand als gcbluscht worden beschouwd.
Het bezoek van H.K.H. Prin
ses Juliana.
Zooals reeds gemeld, heeft H.K.H. Prinses
Juliana, die nog 6teeds in Chcvreuse woont.
Zondagochtend het terrein van den brand
bezocht. Toen H.K.H. het bericht van de
ramp, die de Nederlandsche inzending had
getroffen en dat per telefoon naar Les
Tilleuls was overgebracht, ontving, liet zij
onmiddellijk den Nederlandschen gezant,
jhr. Loudon, telefonisch weten, dat zij naar
het tentoonstellingsterrein zou gaan
Nog voor elf uur arriveerde Prinses Ju
liana bij de hier en daar nog smeulende
puinhoop van het Nederlandsche paviljoen,
dat niet langer dan ruim een week geleden
nog in het middenpunt der belangstelling
stond om een veel vroolijker gebeurtenis:
het bezoek der Koninklijke familie. Heden
was ook de algomecne belangsstelling ge
richt op de Nederlandsche inzending, doch
de oorzaak ervan was dc brand, een ramp
voor ons land!
H.K.H. Prinses Juliana werd vergezeld
dopr hafir Kamerheer mr. J. C. Baron Baud
en <Je echtgenoote van den Nederland
schen gezant mevr. Loudon. Op het terrein
was ook aanwezig de heer mr. Swart van
het Nederlandsch comité, die als vice-voor-
zitter H.K.H begroette.
Prinses Juliana wondde zich allereerst
tot den heer en mevrouw Moojen, aan wie
zij haar groote deelneming met het zware
verlies, dat hun getroffen heeft, getuigde.
Met ontzetting nam de Prinses de groote
verwoesting waar.
Daarna begaf zij zich naar het Balinee
sche dorp. De Balineesche dansere en dan
seressen waren intusschon in hun wonin
gen teruggekeerd, daar elk gevaar voor
uitbreiding reeds te tien uur als geweken
kon worden beschouwd. Hier betuigde de
Prinses haar deelneming aan den heer Ra
den Soekawatti.
Ruim een half uur bleef H.K.H. Prinses
Juliana op de plaats van de ramp. Toen
keerde zij naar Cbevreuse terug, diep on
der den indruk van liet gebeurde.
Zooals ook reed6 gemeld, waren de
Fransche minister van Koloniën, de heer
Paul Reynaud, en de organisator van de
Internationale Koloniale Tentoonstelling
maarschalk Lyautey reeds zeer vroeg op
het terrein van den brand Ook de Parijsche
politie-prefect cn vele andere Fransche
autoriteiten en vertegenwoordigers van de
andere nationale inzendingen kwamen in
den loop van den ochtend naar de overblijf
selen van de Nederlandsche Inzending. Al
len, zonder uitzondering, waren diep onder
don indruk en voelden mede het groote on
geluk. dat Nederland door dezen brand
heeft getroffen. De Nederlandsche gezant
jhr. Loudon is een groot gedeelte van don
dag op het terrein geweest. Er werden
voorloopige besprekingen gevoerd over
hetgeen zou moeten gebeuren. Nog heden
avond zouden do voorzitter van het Ne
derlandsch comité mr. D, Fock. prof. de
Bussy, de tweede architect, de heer van der
Valk, die juist in Nederland vertoefde, to
Parijs aankomen. Eerst daarna zullen zoo
mogelijk besluiten worden genomen.
Voorlooplg gesloten.
Het Nederlandsche gebied bleef Zondag
voor het publiek gesloten. Ook het ge
spaard gebleven industrieole paviljoen
mocht niet worden betreden. Tengevolge
van den brand is do stroomvoorziening
vernield Weliswaar is het transformator
huisje, dat in de nabijheid van het hoofd
paviljocn staat, intact gebleven, doch do
geleidingen zijn op vele plaatsen vernield.
Zondagmiddag was men bezig een nood
verlichting aan to brengen.
Het Javaan6che restaurant is Zondag
middag te vijf uur gesloten en zal heden
niet meer geopend worden. In het Neder
landsche restaurant wordt een noodver
lichting aangebracht; wellicht zal dit he
denavond open zijn.
Een onderhoud met Jhr. Loudon.
Zondagochtend hebben wij in verband met
de ramp, die dc Nederlandsche inzending op
de Internationale Koloniale Tentoonstelling
heeft getroffen, een onderhoud gehad met
den Nederlandschen gezant te Parijs, Jhr.
Dr. J. Loudon Deze vertelde ons, dat hij
Zondagochtend te half zes telefonisch ge
waarschuwd werd. De gezant begaf zich zoo
spoedig mogelijk naar het tentoonstellings
terrein. Nog voor half zeven was hij daar.
„Toen ik aankwam aldus Jhr. Loudon
viel er van het Nederlandsche paviljoen
niets meer te redden. Het was reeds grooten"
deels door het vuur verwoest."
De heer Loudon noemde deze brand een
ramp. Vooral voor den heer Moojen is de
slag geweldig. Alles, wat hij bijeen heeft ge
bracht, is verloren gegaan. „Het is verschrik
kelijk!"
Excellentie Loudon vertelde ons nog, dat
verschillende autoriteiten hem reeds hun
deelneming hadden betuigd. Algemeen wordt
dc verwoesting van het Nederlandsch pavil
joen als een groot verlies voor de tentoon
stelling beschouwd.
Gedurende den geheelen ochtend bleef de
Nederlandsche gezant op het terrein van
den brand. Eerst tegen elf uur keerde hij
naar zijn woning terug. Toen was van het
trotsche paviljoen niets dan een smeulende
puinhoop overgebleven.
In den middag is de heer Loudon opnieuw
naar het Bois do Vincennes gegaan.
„Een nationale ramp," zegt
Minister de Oraaff.
Ook de Minister van Koloniën, Jhr.. de
Graaff ontving Zondagochtend een telegram
van den brand, waarin hem werd medege
deeld, dat het Nederlandsch paviljoen tot
den grond toe is afgebrand. De minister
verklaarde ons In een kort onderhoud, dat
hij den brand als een nationale ramp be-
Tel. 852. Gevestigd 1885
VERTROUWENSHUIS.
Zelfvergenoegzaamheid in de jeugd is
altijd een zeer slecht teeken voor de toe
komst.
HILTY.
Naar het Engel9ch van BERTA RUCR
door Mr. G. KELLER.
Farquhar wierp hem, onder het aanste
ken van een sigaret, een haastigen blik toe,
terwijl hij op quasie onverschilligen toon
informeerde: Ik hoop niet, dat juffrouw
Curtis zich cTe zaak ernstig lieeft aange
trokken?
Och wat! Die jonge dame trekt zich de
'dingen niet gauw ernstig aan. Zij voelde
zich best in haar nopjes in de crevangenis.
naar het schijnt. Ja, met de vrouwen is het
toch eigenaardig gesteld' Nemen zij tegen
spoed zoo luchtig op, omdat zij minder of
wel meer teergevoelig zijn? Zijn zij op dat
punt onze meerderen of onze minderen?
Ik zou het je niet kunnen zeggen.
Ja, als Engelschman wil Je zeker lie
ver niet discusseeren over het verschil tus-
schen man en vrouw. Note een glaasje?
BestMet de vrouw van den concierge
vVan het gerechtsgebouw had, naar het
schijnt, juffrouw Curtis al gauw vriend
schap gesloten en om haar te helpen den
lijd te korten, bracht deze haar zoontje van
een paar maanden als speelkameraad bij
haar. Zij heeft alleraardigst op het kindje
gepast! Zij is onmiddellijk naar het hotel
trekken cn haar bevrijding in vriendenkring
te vierenZiezoo, Darol, dat drama be
hoort dus weer tot het verleden.
Op eigenaardig verstrooiden toon erken
de Farquhar, dat het drama al weer tot
het verleden behoorde. In'usschen dacht hij
bij zich zeiven: Tot het verleden? Lieve he
mel, wat dat meisje en mij betreft, behoort
het drama nog lang niet toe het verleden.
Het begint integendeel pas. Met die zaak
met madamac Cottrell is alles ln orde ge
komen. Maar dan hebben we nog steeds die
andere zaak, die van het partisnoer, dat
uit onze brandkast te Londen is verdwenen
Wie heeft daarin de hand gehad? Sheila
wordt er nog steeds van verdacht en ik
weet niet, wat ik er van denken moet
Ik houd haar voor onschuldig Maar hoe
zou ik haar kunnen zeggen: Zes maanden
geleden heb ik gezegd, dat ge een dievegge
waart, maar, hoor eens, bij nader inzien ge
loof ik toch niet, dat ge er een zijt! Hoe
zou het me mogelijk zijn dat lot haar te
zeggen? Ze zou me den rug toedraaien! En
hoe zou ik kunnen zeggen: Hoor eens, zelfs
al hadt ge in het laatste van Augustus die
parels gestolen, moet ik u toch verklaren,
dat ik smoorlijk verliefd op u ben. Ze zou
me in het gezicht uitlachen cn ze zou gelijk
hebben. Wat ik ook tot hanr zeg, het maakt
den toestand nog onmogelijker. En toch zal
ik wat moeten zeggen. Als ik haar ontmoet,
zal ik wat tot haar zeggen, doch de hemel
mag weten, wat dat zal zijn.
Zoo zat. hij te piekeren, terwijl hij met ziin
vriend zat te rooken en te keuvelen in het
eigenaardig Zwitscrsclic kleine restaurant,
waar geen Engelsch. Amerikaansch of
Fransch gelaat was te bespeuren. Het was
er gezellig en prettig, al was het er tevens
geweldig stoffig.
Zeg vriend, dc tijd schiet op, voel je
iets er voor te gaan eten, Darol?
Mij goed, maar laten we voor de af
wisseling dat niet ins ons hotel doen, Jean.
Wat denk je van Bcllavista of een andere
inrichting? Alleen niet in ons hotel.
Opperbest, zeide de Franschman, die
wel kon raden, waarom Farquhar dien
avond niet in zijn hotel wilde dinecren.
Aan alle logés yvas de waarheid bekend ge
worden, iedereen was woest verontwaar
digd, dat op zulke losse gronden die ma
dame Cottrell twee fatsoenlijke en sympa
thieke jonge Engelfchen van diefstal had
beschuldigd en ze met zulk geraas en ge
tier te lijf was gegaan; en nu was iedereen
van plan om de gerehabiliteerden eens flink
te huldigen. Maar Darol wilde niet enkel
aan die hulde ontkomen.
Ik wil er mijn kop onder verwedden,
zeide de jonge Franschman bij zichzelven,
als cr niet iets ernstigs gaande is tusschen
hem en dat jonge meisje.
De jongelui bleven lang tafelen. Toen zij
naar hun hotel terugkeerden, troffen zij
geen sterveling meer aan. De late dansers
waren nog niet thuis, de meeste gasten wa
ren naar hun kamers gegaan.
Nu, beste kerel, vvelbedankt voor alle
moeite! Ik ga naar bed.
Je zal wel lekker slapen, in ieder ge
val zeker beter dan op dat verduivelde po
litiebureau, zei Jean aan den voet van de
trap.
Hij had nooit iets bemerkt van de angst.
die zijn vriend had, vooral wat vrijheidsbe
neming beteekende.
Darol beet zich op de lippen. Ja, ik denk
wel, dat ik zal slapen als een os. Wel te
rusten!
Slaap lekker.
Twee uur later, toen ieder logé in zoete
rust verzonken moest zijn, kwam Sheila,
die overdag opgesloten had gezeten en des
avonds zeer gefêteerd was geworden, tot de
ontdekking, dat zij den slaap niet vatten
kon. Zij had zich van de eone zijde op de
andere geworpen onder het broeiende dek
bed, terwijl zij al wat zij dien dag had door
leefd, maar niet van zich af kon zetten.
Tenslotte draaide ze hot licht op cn nam
van haar nachttafeltje haar Duitschen ro
man, een werk van Gerhard Hauptmann,
maar tenslotte sloeg ze het boek weer dicht,
het lezen ging niet recht. Ze stapte uit
bed, maar het was koud in de kamer en
zij trok haar bontmantel aan. Ze ging aan
het schrijfbureau zitten. Zou ze een langen
brief aan juffrouw Woffington gaan schrij
ven? Neen, ik moet eens naar Indië schrij
ven, prevelde zij, het is schandelijk zoolang
als ik niets van me heb laten hooren
Maar als ik dat ga doen, zal me dat lang
in beslag nemen neen, ik schrijf van
nacht niet!
Ze ging naar het venster; de blnnenramen
waren niet gesloten en zij ontsloot de open
slaande benedenramen. Zij deed haar man
tel dicht en stapte op het balcon. Zij Het
haar blikken waren over het landschap;
alles was koud, doodstil en haast helder
der verlicht dan overdag. De maan was vol
en de straatlantaarns brandden alle: dat
kostte haast niets, daar in deze bergstad-
jes het water de kracht voor de electrici-
teitsverzorging levert Die lantaarns maak
ten den indruk van een snoer van glanzen
de juweelen, zich langs de hellingen om
hoog kronkelend.
Terwijl Sheila met de eene hand haar
mantel dicht hield, steunde zij met de an
dere op den rand van het balcon. Zij hief
haar oogen op naar de maan en liet daarna
haar blikken gaan over het besneeuwde
landschap, waartegen daken en boomen zich
als donkere schaduwen afteekenden.
Al die schaduwen zien er uit alsof zij
uit blik waren gesneden, dacht Sheila.
Wanneer ik straks terugdenk aan Zwitser
land, zal ik altijd zich tegen de sneeuw af
teekenden schaduwen zien. Overdag is alles
helblauw of wit, des nachts donker indigo
op wit Hè, wat is dat? De doodsche stilte
werd door een geluid verbroken. Dat ge
luid kwam van dichtbij. Zij boog zich voor
over naar rechts. Daar zag zij op een bal
con, drie of vier balcons van het hare ver
wijderd, een gestalte naar buiten komen cn
een oogenblik later stilstaan. Het was de
gestalte van een in een pyama gehulden
man. Plotseling legde hij een van zijn lan
ge beenen over de leuning en scheen aan
stalten te maken om naar beneden te klim
men. Een oogenblik later voerde hij dien
evmnastischen toer uit. zonder mis te stap
pen. En met een door verbazing gesmoor
de stem prsvelde Sheila:
Neen maar, 't is Darol Farquhar!
(Wordt vervolgd).