.Aiïiersfoorisch Dagblad
„WELF"
en
SALAMANDER
en
SCHOENEN
„Er is NIET beter
N. Hogenbirk
„LHIRONDELLE"
ROUTINE
UIT CHAPLIN'S DRAAIBOEK
BRIEF UIT NEW-YORK
AAN DE VEENPLAS
,izi lt iwë zi urn'"
SCHOENHANDEL
v.h. fa. JAC KROES
LANGESTRAAT 78 TEL 351
~"ry
DAMES-MODEMA GA ZIJN
18 LANGESTRAAT
Rokjes - Pullovers
I Wollen Manteltjes
<4 Reis- en Regenmantels
i Bad-artikelen
I Strand-Pyama's
Wollen en Raffia Barets
door
H. G. CANNEGIETER.
„Indien ge niet als een volkomen nieuw
mensch aan elke nieuwe film kunt begin
nen, is het beter dat ge ambtenaar wordt",
heeft Charlie Chaplin bij zekere gelegenheid
gezegd. Zijn op ervaring gegronde uitspraak
behelst een waarschuwing tegen routine,
het gemak en het gevaar van eiken kun
stenaar, en derhalve van iederen mensch.
Want moet niet de mensch zijn' leven be
handelen gelijk de kunstenaar zijn materi
aal?
Het zal zeker de vraag zijn, of de ambte
naar niet ook op zijn gebied iets van eieren
stempel aan zijn arbeid kan geven, al be
dreigt hem, gelijk ook den aan werktuig
lijke handelingen gebonden fabrieksarbei
der de sleur sterker dan hen, die in vrije
beroepen hun brood verdienen. Maar de
ambtenaar is nu eenmaal het zinnebeeld,
de verpersoonlijking van de routine.
Zonder routine zou elke arbeid en ook ie
der levensbestaan onmogelijk wezen. Als
we eiken dag zonder de minste ervaring
van voren af aan moesten beginnen, zou
het er in gezin en werkplaats vreemd uit
zien. Er kwam van de maatschappij niets
terecht.
De dagelijksche gewoonte doet ons een
vaardigheid verkrijgen, welke het tempo
van den arbeid versnelt en er de uitkomsten
van vermeerdert. Wie pas aan het werk
wordt gezet, gevoelt zich onhandig en heeft
tienmaal meer tijd noodig dan zijn jaren
lang in het bedrijf werkzamen kameraad. En
dan nog maakt hij een werkstuk, dat al de
fouten van het aankomend jong maatje
vertoont.
Men moet met zijn arbeid vertrouwd ra
ken. Eerst de bedrevenheid geeft den werk
man zijn waarde. Routine is niet alleen een
gemak, maar evenzeer een belang voor het
bedrijfsleven?
Toch schuilt er in routine ook een ge
vaar. Een spoorwegwachter heeft vergeten,
op tijd den boom neer te laten. Een aanrij
ding is het gevolg geweest. Do man pleit
voor toegeeflijkheid. „Als men pas aange
steld is", verklaart hij, „is de komst van ie
deren trein een gebeurtenis; men gevoelt
zijn verantwoordelijkheid, is er soms ze
nuwachtigheid onder en zorgt met over-
voorzichtigheid, dat alles in orde is, lang
voor het beslissende oogenblik. Maar op
den duur raakt men met het gevaar ver
trouwd, men denkt niet meer bij zijn werk
en gaat teveel af op de gewoonte, zoodat
men vaak eerst op 't laatste nippertje den
boom neerlaat."
„Men denkt niet meer bij zijn werk." Dat
is de schaduwzij van routine.
Men heeft ook zooveel aardigheid niet
meer in zijn bezigheden. Ze doen iemand
niets meer; ze winden niet op, ze geven geen
angst meer en ook geen vreugde. Dit is het
vreeselijke van de routine, dat zij de ar
beidsvreugde vernietigt.
De schrijnwerkersleerling, die zijn eersten
stoel heeft ineengezet; de banketbakkers-
jongen, die zijn eerste taart opgemaakt
heeft; de verzekeringsagent die zijn eersten
klant aangebracht heeft; de verslaggever,
die zijn eerste berichtje gedrukt ziet,
welk een voldoening smaken zij niet! Zij
gevoelen zich kunstenaars, scheppers.
door
Hans Natonek:
CHARLIE LAAT ZICH HYPNOTISEEREN
De beroemdd Chaplin-kenner
ITans Natonek heeft reeds
verscheidene artikelen gepubli
ceerd, die blijk geven dat hij
het wezen van Charlie volko
men begrijpt. Een bijzonder
aardig schetsje geven wij hier
onder weer:
Charlie zat braaf als een scholier op de
Vijfde rij in de zaal en luisterde naar den
voordracht van den beroemden parapsy
choloog en hypnotiseur Noël Petersen. Hij
was zoo vol aandacht voor den spreker, dat
hij dezen geen seconde uit het oog verloor.
Hij nam zich zelfs niet eens den tijd om
de rugleuning van zijn stoel in gebruik te
nemen. Het was volkomen de gespannen
houding van den leergierigen knaap, die
aan de lippen van zijn leeraar hangt.
j.Wij gaan nu tot het tweede, experimen
teels gedeelte van den avond over en ik
zou de aanwezigen om hun geachte mede
werking willen verzoeken", zei de hypno
tiseur en zocht met zijn waterige oogjes
tusschen het publiek naar een geschikt ob
ject. „Die kleine meneer misschien
wanneer ik hem verzoeken mag". De ge
spannen aandacht van Charlie was den
spreker niet ontgaan. ,.U schijnt een voor
treffelijk medium te zijn, komt u maar
eens hier, jongeman. Kom, kom, niet bang
Voor den arts, die zich pas heeft geves
tigd, is de eerste patient een belangrijk ge
val. De jonge predikant verdiept zich van
ganscher hart in de droefenis van het.eer
ste sterfgeval, dat hij ambtshalve bijwoont.
Hoe popelt het hart van den tooneelspeler
bij zijn debuut!
Och, later wordt alles gewoonte, Stoelen,
taarten, klanten, berichtjes, patiënten, sterf
gevallen en rollen hebben geen enkele be-
teekenis meer; zij verschijnen werktuig
lijk en de betrokkenen blijven er even on
aandoenlijk onder als de automaat, welke
zijn perronkaartjes of chocolade-reepen le
vert, wanneer men een geldstuk door de
gleuf laat.
Als het zoover is gekomen, heeft de ar
beid zijn eigenlijke waarde verloren. De
mensch is van' schepper tot machine ver
laagd. En daar is hij tenslotte te goed voor.
Men moet, waarschuwt Charlie, als een
volkomen nieuw mensch aan elk nieuw
werkstuk beginnen. Hoe vaak men zoo'n
werkstuk ook heeft herhaald. Als men zich
eiken dag voornam, zijn bezigheden te
verrichten met dezelfde belangstelling en
dezelfde zorgvuldigheid, als had men ze
nooit eerder gedaan! Hoe zou dit den
mensch en zijn arbeid ten goede komen!
Zeker, onze dagen lijken allen op elkaar.
Ze zijn eentonig en grauw. Althans, zoo
kleurt ze de sleur! Maar de levenskunste
naar ontvangt ze, ais ware iedere dag de
eerste der schepping. Hij verwondert zich
in zijn dag en in de duizenderlei bczighe-
heden, welke hem wachten.
De geroutineerde behoeft in zijn routine
niet onder te gaan. Hij verricht zijn taak
met de belangstelling van een kind en met
de vaardigheid van een man.
Een record waarover de hou
ders niet enthousiast zijn.
(door onzen correspondent)
N e w - Y o r k. 40 Jaren lang heeft men
op de school aan deze en gene zijde van de
Oceaan geleerd dat de Eifeltoren het hoog
ste bouwwerk van de wereld is. 40 Jaar
lang heeft het den leeraar en den leerling
in de Nieuwe Wereld onaangenaam getrof
fen, dat het hoogste gebouw ter wereld ten
eerste geen productief gebouw, doch een
gewone uitzichttoren was en ten tweede*
dat dit hoogterecord nu juist door Europa
werd gehouden. Maar sedert twee maanden
kan, naast zoovele andere wereld breedte
lengte- en diepterecords ook het wereld
hoogte-record voor Amerika worden gere
serveerd. In New-York is het Empire State
Building ingewijd, 102 verdiepingen hoog
(eigenlijk zijn het er maar 86) gelijk aan
380 Meter, waardoor de Eifeltoren dus met
90 Meter wordt overtroffen! De inwijding
van het gebouw was een triomf, mindei
omdat, met het gebouw zoo erg noodig had,
dan wel omdat men Europa weer zoo da
verend had overtroffen.
Van de straat af komt men allereerst in
een groote overkapte ruimte een soort sta
tion, geheel van marmer gemaakt, met een
electrische zonneklok, windwijzer en toe
behooren. Van dit station loopen 10 of 15
zijn, er zal u geen haar op het hoofd ge
krenkt worden." De naaste huurlieden van
Charlie stootten hem aan, er werd reeds
plaats gemaakt om hem door te laten en
Charlie kon met goed fatsoen niet terug
krabbelen, zoodat hij met grooten tegen
zin langzaam naar het trapje schuifelde en
dit voorzichtig begon te beklimmen.
„Bent u verlegen?" vroeg Petersen. Groo
te vroolijkheid van het publick ten koste
van zijn betalenden toehoorder. Hoog en
breed stond hij voor den kleinen Charlie:
een reus en een dwerg. Een goede greep,
dacht Petersen, dit armzalige menschje
zal fameus met zich laten experimentee
ren.
„U behoeft in het geheel niet bang te
zijn mijnheer, zei Petersen geruststellend
en keek glimlachend naar Charlie, die als
een kat in het nauw naar alle kanten zijn
blikken heen wierp.
Charlie was gaan zitten, de oogen groot
naar den hypnotiseur opgeslagen, de han
den op de knieën.
„Maakt het u gemakkelijk, ontspant uw
spieren." zei Petersen en duwde Charlie
tegen den schouder. Charlie viel achteruit
en weer voorwaarts alsof hij een spring
veer in de lendenen had.
„U moet uw spieren ontspannenv" zei
Petersen een beetje ongeduldig. Hetzelfde
spelletje van zooven herhaalde zich nog
enkele malen. Een rugleuning bestond er
voor Charlie niet. Petersen gaf het op.
„Ik zal nu mijn medium in een hypnoti-
schen slaap brengen," kondigde Petersen
aan. Hij kwam met zijn oogen angstwek
kend dicht bij den neuswortel van Charlie
en begon toen heel leelijke gezichten te
perrons en vanaf deze perrons vertrekken
ongeveer 64 liften, die de gezoekers met
een snelheid van 50 K.M. per uur naar bo
ven brengen. Zonder eenige (raining is dat
nauwelijks te doorstaan. Nadat men drie
keer bij de voornaamste tusschcnstations
halt heeft gehouden stapt men op de 86c eta
ge uit en begint een wandeling door het ge
bouw. Van de eerste tot de 86e étage: kan-
toorvertrekken. Een paar banken, die 5 of
of 10 étages hebben gehuurd, advocaten
kantoren, exportfirma's, makelaars enz.,
enz., enz.,
Als men uit de vensters kijkt, rnerkt men
eigenlijk pas, dat men niet in een huis maar
in een toren is, die zich slechts daardoor
van den Eifeltoren onderscheidt, dat men
het stalen geraamte met steenen heeft be
kleed.
Ook het Empire State Building „verjongt"
zich naar boven en wat op de parterre een
uitgebreid huizenblok was, is hier boven
slechts een 10 kamers breedo en even lan
ge toren. Maar ook een- toren van 86 ver
diepingen gevuld rnet bureaukamers werpt
verscheidene vragen op!
Voor alles deze vraag: hoe men binnen
korten tijd die. 10.000 kamers verhuren zal
en wat zullen de 30.000 employé's doen, die
hierin geplaatst worden. Maar dat zijn vra
gen waaraan men, toen de bouw van het
Empire State Building begon nog niet
te denken had.
Toen, het was in 1929, maakte men van
ieder keldertje in de City een bureau of een
kantoor en goed-gelegen handelshuizen
brachten den eigenaars vermogens op!
Zoo kon het dan ook voor komen,
dat een van de beroemdste hotels ter we
reld, het Waldorf-Astoria hotel, waar mil-
liardairs en vorsten plachten te logeeren,
eenvoudig werd opgeheven om plaats
te maken voor een luidruchtige tempel
vol schrijfmachines cn telefoontoestellen.
Daarna begon de vraag naar kantoor
ruimte zoo'n beetje te luwen. Men nam
het niet voor ernst, De bouw werd
een wedren met de conjunctuur
Maart 1930: liet eerste 'tilók gewapend béto,n,
September 1930 de laa betonlaag wordt
op de 86e verdieping gegoten (na 6 maanden)
dus!) In November, 8 iiiaandert nadat men
met bouwen is begonnen, is het ru\ve met
selwerk klaar. En nu het bouwwerk ge
heel en al is afgewerkt: wat is er nu van
het verhuren terecht gekomen? Een derde
heeft men kunnen verhurenDe rest
staat leeg! Alle herrie heeft niet geholpen!
Zelfs de ankermast voor luchtschepen niet,
die men op het platte dak heeft gezet, opdat
het gebouw nog een beetje meer gefoto
grafeerd zou worden. (Ik was er bij toen
Eek mer de mast zag „Hier land ik niet",
zei hij zachtjes in zijn baard.) E*n het heeft
ook niet veel geholpen, dat president Hoo
ver in Washington op een knop heeft ge
drukt en daarmede het gebouw opende.
Ook niet de gratis reclame, die iedere
Amerikaansche kranten-redactie den re
cord-houder heeft geschonken!
Men troost zich met deze gedachte: dat
ieder gaatje zal worden verhuurd als de
conjunctuur weer begint. „Zoolang kun
nen wij het wel uithouden" meenen Alfred
Smith, dc vroegere gouverneur van New-
York, de bankier du Pont cn de valsclispe-
ler Raskob. die de leiding van het gebouw
in handen hebben.
Maartoch geloof ik niet, dat ze
nog erg blij zijn het kostbare genoegen te
hebben gehad Aineika een nieuw wereld
record te mogen schenken!
trekken. Zijn mond en neus trilden. Zijn
lachen was zoo komisch en even grappig
als de lach van een dier in slaap.
„Lacht u niet, maar slaapt u alstublieft",
fluisterde Petorsen gestreng. Charlie sloot
gehoorzaam de oogen. Petersen gesticuleer
de heftig met de handen als dirigeerde hij
ceii heel orkest van slaapgcesten. Plotse
ling opende Charlie hot eene oóg, daarna
het andere, haalde toen met duim on wijs
vinger de leden omhoog, trok een wekker
uit den broekzak, begon dezen met veel
lawaai op te winden en zette hem naast
zich op het tafeltje. Dit gedaan hebbend,
sloot hij braaf de oogen.
Empire State Building te New-York.
Een rustig hoekje ver van de wereld. Een
plekje van de wijde aarde, voor de bloe
men en de vogels alleen. En voor mijn ge
leider en mij, die hier een paar uren zwer
ven over landpaadjes en water, met gretige
oogen indrinkend aol het moois om ons
heen. 't Is jammer dat de zon niet door
komt. Haar glans geeft aan alles te meer
leven en gloed. Maar ook zoo onder de drei
gende, laag hangende wolkenluchten, waar
uit zich zoo pas nog de regenbuien ontlaad
den, die ook straks nog wel weer komen
zullen, ook zóo is dit een mooie wereld.
De gagel geurt er en ik pluk een takje en
neem het mee om wat de bijbel „de geur
des velds" noemt ook tliuis nog eens in te
ademen. Want fijner, pittiger reuk, die ook
Petersen pakte de linkerhand van Char
lie, hief haar omhoog, zij volgde willoos,
hij wilde haar laten vallen, doch onderweg
schoot zij plotseling achter het linkeroor
en krabde daar lang en aandachtig. Het
medium maakte een gebaar van veront
schuldiging, drukte toen ter verzoening
de hand van Petersen, die woedend was.
„Mijn linker voet is al ingeslapen," ver
zekerde Charlie bemoedigend.
„Mensch, tien dollars zijn voor jou. wan
neer je nu eindelijk gaat slapen en mijn
bevelen opvolgt", mompelde Petersen tan
denknarsend.
Charlie liet zich nu ernstig languit in de
stoel zakken en het experiment scheen
thans vlot van stapel te zullen loopen.
„Een moment fluisterde Charlie, weer
ontwakend, hoe is het eigenlijk, hoe lang
moet ik voor die tien dollar slapen
Petersen brak het koude angstzweet uit.
„Het geval is des te interessanter, dames
en heeren zei hij, zich tot het publiek wen
dend, wanneer het een psychopaath met 'n
minimum aan geestvermogens betreft, die
mijn wil steeds tracht te ontwijken."
1-Iij zette zich thans tegenover Charlie en
begon over diens voorhoofd en slapen te
strijken.
„Hé wacht even, dacht Charlie plotseling,
sprong op, drukte den beduusden hypnoti
seur in den stoel en dwong de kleine wate
rige oogjes in zijn zwarte oogen te kijken.
Charlie's kleine gestalte rekte zich uit, de
komische waardigheid van zijn armoedige,
doch correcte kleeding had een kalmeeren
den invloed. Dc zaal hield den adem in.
wat doet die kleine man daar? Wie was
het medium en wie was de hypnotiseur?
in de verte gedachten wekt aan buiten, aan
wind en water, riet en vogels, aan heel die
stille wilde weelderige wereld van het plas-
senland, ken ik niet. Dit is het echte, edele
parfum, de frissche aroom van de velden.
Ja, de gagel geurt en en de wulp roept,
en deze geur en deze roep zijn voor de na
tuurvriend voldoende teekenen, dat hij in
een goed land is gekomen.
Als die beide er zijn, de geur van dc gagel
en de roep van de wulp, dan weet hij het:
dan mag hij hier stilte en ruimte verwach
ten, dan is het gewoel en het geluid der
menschen hier ver, dan zal ook ander wild
kruid er groeien en bloeien, dan zal ook
ander vogelgeluid hier te hooren zijn. Zie,
daar bloeit de wateraardbei in mooie pur
pergloed al voor onze voet en het vriende
lijk blauw van ,,'t Vergeet-mij-nietje" is er
en ginds in het stille hoekje van de plas
heffen de waterlelies bij tientallen hun
blanke hoofden in het licht. De gele plomp
is er ook en de ratelaar en het kartelblad
in het gras getuigen van vrij slechten bo
dem, wat alweer voor den natuurvriend
allerlei moois belooft.
Zonnedauw groeit hier ook wel zeker,
vraag ik aan mijn geleider, op dit niet voor
ieder toegankelijke gebied, een boer uit de
buurt, en ja, als ik even het dijkje afstap,
het onland in. dan zie ik ze al, de kleine
vleeschetende plantjes, die tot de merk
waardigste in het moerasland behooren.
Het bootje steekt van wal en nu zijn we
weldra geheel door volle en rijke natuur-
weelde omgeven, 't Geroep van de ranke,
zwarte sterntjes, die hier wel nestelen zul
len, is voortdurend om ons heen. De fuut
wil zich niet vertoonen, maar hij moet er
wel zijn en zit zeker in een verborgen
hoekje te broeden. Een kiekendief cirkelt
boven onze hoofden.
Wij varen door heel die rijke, veelzijdige
en wondermooie waterwereld, onland voor
den nuchteren beschouwer, heerlijk land,
land om te droomen en te drijven, land ook
om de oogen wijd open te houden cn te ge
nieten van en iri te drinken al dat mooie
van God's wereld'om ons heen en voor ons.
Trink. o Auge. was die Wimper halt von
dem goldnem Uberflusz der Welt Ja, hier
kan het oog drinken van den gouden over
vloed der wereld
Ons land is rijk aan natuurschoon, aan
bosch en heide, aan duin en wei, aan stran
den en korenvelden Maar wel mee het
mooiste landschap bieden de streken van
plas- en veenland.
Sinds nu al weer 25 jaren geleden het
Naardermcer bij Amsterdam door Natuur
monumenten werd aangekocht, het prach
tige Naardermeer, dat eerst bestemd was
om met stadsvuil volgestopt te worden, sinds
dien tijd is de waardeering van dit land
schap wel zeer gegroeid
Maar wie zich den strijd over de Reeu-
wijksche plassen in Zuid-Holland herinnert,
die gelukkig eindigde met behoud en wie
hier rondom deze Friesche veenplas de ont
ginningen ziet, die weet van dreigende ge
varen. Al wat er in ons land nu nog aan
veenplassen over is, moet behouden blijven!
Een gezond conservatisme in den besten zin
moge daarvoor zorgen in het hoogste en
edelste belang van tijdgenoot en nageslacht:
'A. L. B.
Wie beval en wie gehoorzaamde? Wie was
nu komisch en wie ernstig? Wie was die
kleine man en wie was de groote?
Toen Charlie zich van Petersen afwend
de, sliep deze. Hij hief de hand van den
hypnotiseur omhoog, do arm viel willoos
terug.
Charlie liep met een trippelpasje het
trapje af, als vluchtte hij voor den slapen
de, zijn beenen maakten bewegingen die,
in toon'en omgezet, een hoogen triller gege
ven zouden hebben. Zijn onverstoorbaar
gelaat was van een ondoordringbaren een
voud en onschuld. Niemand had dit gelaat
gezien, toen hij zich over Petersen heen-
boog
Achter hem brulden de menschen van
het lachen. De verbluffing over het experi
ment, dat nauwelijks een minuut geduurd
had, was geweken. Petersen ontwaakte,
werd rood van schaamte en een hand aan
het hoofd brengend, dat zwaar en loom
aanvoelde, trachtte hij de gemoederen te
bezweren: Dames en heeren, dit medium
was zeer onwillig, wij kunnen thans over
gaan tot de bespreking van de telepathie
Een luid gejoel en gefluit volgde op deze
woorden. Projectielen scheerden door de
zaal, doch Chaplin was al weg. Hij schui
felde door de drukke volle straten, om
klemde met zijn hand een hoefijzer jn z(jn
zak en mompelde:
Zoo'n schavuit om mij uit te schelden,
maar hi] heeft zijn verdiende loon gehad
Toch maar goed. dat ik vanmiddag dat
hoefijzer heb opgeraapt...