BERNARD SHAW 75 JAAR DOGMATISME Forma Natura N. Hogenbirk „L'HIRONDELLE" DE PROEFOPNAME... Schoenen en Sandalen in uitgebreidste sorteering. Modellen boekje gratis op aanvrage. SCHOENHANDEL V.h. Ja. JAC. KROES LANGESTRAAT 78 TEL351 ^bi\d a gsbl a Va xi hel DAMES-MODEMAGAZIJN 18 LANGESTRAAT Rokjes - Pullovers Wollen Manteltjes Reis- en Regenmantels g l Rad-artikelen ^2 I Strand-Pyama's 1 Wollen en Raffia Barets door H. G. CANNEGIETER Bij het woord dogmatisme denkt men in de eerste plaats aan behoudzuchtige men- schen, die er op staan, strak en stijf de oude leerstukken der vaderen te handhaven. Maar dogmatisme komt evenzeer voor onder dc hypermodernen, die slechts als waarheid en wijsheid erkennen, wat de laat stc vondsten der wetenschap of de jongste snufjes der mode aan 't licht hebben ge bracht. Ken dogmatische levenshouding heeft der halve met den inhoud der overtuiging wei nig te maken; men heeft dogmatische vrïj- heidsbonders en dogmatische communisten, dogmatische orthodoxen en dogmatische vrijzinnigen. Men vindt dit soort mcnschen op het gebied van de politiek en op dat van de kerk, in de kunst, in de wetenschap en ook in dc gewone huiselijke praktijk van het leven. Men kan met dezelfde koppigheid bij een kerkelijk leerstuk en bij een huismiddeltje zweren, bij een partijprogram en bij een schildersmethode. Het is niet het gezag van het betrokken beginsel, dat den dogmaticus zijn verzekerdheid verleent, maar deze spruit voort uit zijn aanleg, welke hem tot zijn koppige vasthoudendheid voorbestemt. De dogmatische mensch is, hoe para doxaal het ook klinke, dc wankelmoedige mensch. llem ontbreekt zelfvertrouwen. En, omdat hij van binnen zoo weinig steun vindt, klampt hij zich met wanhopigen greep vast aan een uiterlijk steunpunt. Tot allen prijs verdedigt hij dit, omdat hij, zoo hij gedwongen wordt, het los tc laten, in den maalstroom van zijn tegenstrijdige en onzekere gedachten ten onder zal gaan. De dogmaticus staat zoo stijf op zyn over-, luiging, omdat zijn overtuiging zoo onvast slaat. Hij gedraagt zich gelijk een kind, dat in het donker van.angst vergaat, maar, om dien angst dc baas te blijven, het hoogste lied fluit. Hij doet als een verlegen man, die, om zijn verlegenheid te verbergen, grof en uit dagend optreedt. Een leugenaar zal tegenover ieder op zijn waarheidsliefde prat gaan; een parvenu overal loonen, dat hij een heer is; een kwaadspreekster onophoudelijk uitkramen, dat zij er niet van houdt, op dc menschen af te geven. En zoo zal de innerlijk door onzekerheid beangstigde van dc daken ver kondigen, dat de door hem aangehangen overtuiging de ware is en hij zal elk, die daaraan twijfelt, als een gevaarlijken vijand beschouwen. De andersdenkende is voor den dogma ticus trouwens gevaarlijk. Zijn bewijsvoe ringen kunnen hem zijn zekerheid, omdat deze innerlijk niet is bevestigd, zoo gemak kelijk ontnemen. Een gcdachlenwisscling kan zijn noodlot zijn. Hierom onttrekt hij zich daaraan het liefst, en, om den schijn tc vermijden, als zou hij uit vrees bespreking ontwijken, tracht hij twijfel aan zijn waarheid als zon dig, goddeloos of onwetenschappelijk voor te stellen en beweegt hij de openbare mach ten of de openbare mcening liet verkondi gen van ketterij tegen tc gaan. Zoo mogelijk lokt hij een officieele uit spraak uit, welke zijn overtuiging bekrach tigt. Wanneer de kerk, de partij of de wetenschap haar heeft overgenomen, zal haar gezag dermate verhoogd zijn, dat zijn steunpunt niet meer aan 't wankelen kan worden gebracht. Zelfs projecteert hij zijn overtuiging op het Heelal en drukt haar een kosmisch of goddelijk stempel op. Do dogmatische overtuiging wordt niet door redeneering verdedigd en berust niet op verstandelijke bewijsgronden. Zij wordt, veilig gesteld door het beginsel of liet geloof of liet gevoel of den smaak. Ook de mode verschaft haar bescherming. Op haar wijze verdedigen haar aanhan gers haar, maar zij gaan daarbij uit van pre missen, welke als axioma's niet voor tegen spraak vatbaar zijn en voeren hun betoog volgens een uitsluitend voor hun onderling gebruik opgestelde methode. Hierdoor zijn zij bij voorbaat eensdeels tegen argumen tatie gevrijwaard en anderdeels tegen liet verwijt, dat zij niet argumentcercn. Aldus pal staande voor zijn onwrikbare overtuiging, bemantelt de dogmaticus nau welijks dc onzekerheid, welke hem innerlijk kwelt. Want voor dongene, die zich niet door den schijn laat bedriegen, openbaren de prikkelbaarheid, dc achterdocht en de demonstratieve behoefte van den dogmati cus zijn angst om den steun tc verliezen, waaraan zijn twijfelende ziel zich vast klampt. Men zegt wel, dat dogmatische menschen onontvankelijk zijn voor de meening van andersdenkenden. Maar zou het niet juist hun overdadige vatbaarheid wezen, waar tegen zij zich door hun dogmatisme be schermend „Enkel en alleen om der wille van de kunst had ik het niet de moeite waard gevonden om ook maar een regel neer te schrijven!" Evenals het gcheele werk van den Ier- schcn satyricus 3en paradoxaal karakter vertoont, klinkt het bijqa als een parajjx, wanneer wij hier neerschrijven, dat Ber nard Shaw morgen, 26 Juli zijn vijf en zeventigstcn verjaardag zal vieren. Vijf en zeventig jaar het is bijna ongelooflijk het klinkt bijna als een bespotting van den vitalen grijsaard, wiens gedachtenlcven nog niet dc minste sporen van ouderdom ver toont. Integendeel, ieder probleem van de zen tijd heeft zijn volle belangstelling en het is een jeudige frischreid, die me nig jong actsur hem zou kunnen benijden, waarmee hij de pen ter hand neemt om zijn oordeel over do problemen van dezen tijd te verkondigen. Ter gelegenheid van deze komende belangrijke gebeurtenis, over welker waarde dc Iersche spotter ongetwij feld met ons van meening zou verschillen, beschouwen wij het als een eer een biogra fie van den kunstenaar te kunnen geven. George Bernard Shaw werd den 26sten Juli 1S.")6 to Dublin in Ierland geboren. Zijn geestelijke ontwikkeling vertoont een eigen aardige vermenging van bet Iersche en Engelsche intellect, Hij stamt direct uit een Iersche familie, waarin all3 karaktereigen schappen van deze eigenaardig gecompli ceerde droomersnaturen tot uiting kwa men. Het zou echter een dwaasheid zijn om te gelooven, dat dc Ier geen kijk op de werke lijkheid van het leven zou bezitten, integen deel, door zijn onverbloemde afkeer ervan lieert zich deze kijk tot een abnormale scherpte ontwikkeld en ontbloot hij met een fcillooze onbarmhartigheid de zorgvuldig verborgen gehouden kanten van het men schclijk bestaan, die wij ongaarne in het heldere daglicht aanschouwen. En »3en Ier zou nu eenmaal geen Ier zijn, wanneer zijn critick niet in spot veranderde, vandaar dc opmerking, dit. „in liet gelaat van iedc- ren Ier het kreukeiijs van den ironicus aanwezig is". Shaw heeft zelf in rake be woordingen het karakter der Ieren als volgt getypeerd: „De fantasie laat den Ier nim mer in den steek, overtuigt hem nooit, be vredigt hem nooit en is er slechls schuldig aan, dat hij de werkelijkheid niet in het gelaat kan zien, noch met haar een com promis kan slatten. Hij kan alleen maar den neus ophalen voor dengene, die daar wel toe in staat is. Eindelijk komt het nut hern zoo ver, dat hij dc realiteit diep be gint te verachten en dan schatert zijn lichen door de wereld; hij amussert zich ten koste van anderen." Toch levert deze wijze van beschouwen een grootc positieve winst op: van subjec tiviteit is bij den Ier in zijn beschouwing van groole dingen niets te bespeuren, zijn zin voor objectiviteit doet hem slechts dc grootc lijnen zien en daarom is zijn oor deel altijd van verruimende beteekenis. Sluw is het levende bewijs voor de be staansmogelijkheid van deze winst. Ond3r de voorvaderen van don Ierschen schrijver hebben zich enkele Ieren bevonden, die be halve over een ruimen critischen blik te vens over een bij deze landslieden zelden aanwezig zijnde ruime mats van belang stelling beschikten, hetgeen deze menschen in staat stelde om in het. politieke leven van het land een rol van belang te spelen. Dezelfde eigenschappen hebben don huidigen vertegenwoordiger den ruimen blik op so ciale politiek geschonken. Doch niet alleen de erfenis van die voorvaderen is voor de vorming van Bernard Shaw belangrijk ge weest, de invloed van zijn moeder heeft niet weinig daartoe bijgedragen. Daar dc vader wegens zijn egoccnlrischcn levens kijk niet voor de taak van verzorger van het huisgezin was opgewassen, rustte op de moeder de verplichting dc taak van den vader over tc nemen. Het was een geluk, dat het lot haar een groote muzikale be gaafdheid had meegegeven, die haar niet alleen in staat stelde 0111 met onderricht het bcnoodigdc voor het levensonderhoud •3r bij te verdienen, doch daarnaast haar zoon een opvoeding tc geven, die later de grondslag van zijn vorming tot kunstenaar zou worden. Dc muzikale begaafdheid, die Bernard Sliaw van zijn moeder geërfd had, heeft hem later in staat gesteld om als muziekcriticus aan dc bladen „Star* en „The World'* med3 tc werken. De drukke werkzaamheden van de moe der brachten met zich mede, dat de jonge Bernard veel aan zichzelf werd overgela ten, hetgeen hem ertoe bracht om al heel jong zelfstandig tc lccren denken. Dc perio de op liet gymnasium die bovendien spoe dig ten einde was, heeft heel weinig in vloed gehad op den knaap, die zoo gaarne voor zichzelf dacht. Van grooteren invlo3d waren zijn eerste praktijkervaringen, op het een of ander kantoor, waaraan hij waarlijk niet vrijwillig zijn individueelc krachten schonk, doch waartoe de omstan digheden hem dwongen. Toch raakte hij in deze p3riode van iets dóórdrongen dat in zijn verdere leven van groot belang is ge weest; hij ontdókt3 liet doelmatige van elke zaak, in ieder beroep, in ieder gebeuren. Het doelmatige trachtte hij in gedachten tc cullivecren tot schoone vormen, die toch hun realistisch karakter behielden. Hij be schouwde, doch overdacht tegelijkertijd steeds eerst de consequentie van een han deling pn slechts in het geval, dat zij wer kelijk voor dc praktijk van belang bleek t-3 zijn, kreeg hij er interesse voor. De rijpe kunstenaar Bernard Shaw ver klaarde dan ook later: „Enkel en alleen óm der wille van de Kunst had ik het niet de moeite waard gevonden om ook maar een regel neer te schrijven." In dezen enke len zin ligt de levensopvatting van Shaw voor -een groot gedeelte besloten. Dc kunst alleen als doel, houdt, volgens zijn beschou wing geen stand; kunst is verheffing, doch niet. noodzakelijk voor het leven, volgens dc mcening van Shaw behoort zij niet als doel, doch als ondergeschikte der bestaans- factorcn gerekend tc worden. Het. dosi is in dubbele beteekenis voorwaarde en de kunstenaar behoort daar rekening mee te houden. Wij zullen geen langdradige be schouwingen houden over dc geestelijke ontwikkeling van Bernard Shaw, slechte wilden wij-nog even m3t nadruk erop wij zen dat hij langzaam maar zeker van liet Iersche gedachtenlcven vervreemdde. In zijn jeugd heeft Shaw een puritein- sche opvoeding gehad, doch later heeft hij zich van den godsdienst afgekeerd en de strenge beginselen in een blad bespottelijk gemaakt; voorts baarde het veel opzien, toen hij in het openbaar voor dc atheïsten een lans durfde breken. Het is vanzelfspre kend, dat protesten van de zijde der gc- loovigen aan hei adres van den „betweter" niet uitbleven en voor Bernard Shaw werd al heel spoedig dc grond gloeiend heet onder dc voeten. Na nog enkele gevaarlijke artikelen was hij gedwongen om zijn bloed verwanten een groot plezier te doen, door n.l. tot een vertrek naar Londen te be sluiten. Onmiddellijk had toen het. Engelsche volk zijn volle belangstelling. Den Engelschman leerde hij kennen als een man, die pliiloso- fisch noch critisch, doch zuiver practisch en zakelijk met een cgoïstischen kijk op dc zaken tegenover het leven staat. En in Shaw ontwaakte het verlangen om ook. tc wor den als deze menschen, die tienmaal hun doel bereiken in den tijd, dat de Ier het éón keer voorbijloopt. Doch hij was geen Ier geweest, wanneer hij dit verlangen niet had verdrongen en was teruggekeerd tot het standpunt, van de beschouwing van zijn landslieden. Shaw bemerkte hun verband met het. sociale leven en nu werden zijn aanvallen van een scherpe en bijtende kracht Shaw is in Londen enkele jaren prak tisch werkzaam geweest, onder anderen als vertegenwoordiger van een tele foonmaatschappij. Tot na het bankroet van deze maatschappij eindelijk dc dichter en schrijver naar een onbelemmerdcn uit weg zocht endie ook vond. Vijf-en-zcvcntigjarigc, Ad Fundumü v; Pr. GEO Mc. SURRY. ANECDOTES VAN BERNARD SHAW DE LIEVELINGSSCHRIJVER. Toen Bernard Shaw nog feuilletonredacteur aan een Londensch blad was, in vjelke functie hij een reusachtig aantal boeken moest lezen, kwam hij op zekeren avond in een gezelschap, waar hem een tafeldame wax toebedeeld, wier eerste vraag luidde: „Vertelt u mij eens mister Shaw, wie is uw lievelingsschrijver ..Elmer Tittel," antwoordde Shaw. „Van hem heb ik nog niets gelezen ,ik ken hem niet eens," zei de dame. na een oogenblik te hebben nagedacht. „Ja, ik eigenlijk ook niet, maar daarom is het juist mijn lievelingsschrijver," luidde Shaw's antwoord. BERNARD SHAW EN DE VOLKERENBOND. Kort na de vestiging van het secretariaat van den Volkerenbond kreeg Shaw van een jeugd vriend een brief, waarin deze hem mededeelde, dat hij bij het secretariaat een aanstelling zou krijgen. Shaw antwoordde toen zijn vriend: „Beste vriend! Ik ben buitengewoon ver heugd weer eens iets van je te hooren. Daar ik jaren lang niets van je vernam, begon ik reeds ie vreczen, dat je gestorven wasdoch hoe verheugt het mij te vernemen, dat men je slechts begraven heeft." Dc WINNAAR VAN DEN NOBELPRIJS. Toen Bernard Shaw in 1926 den Nobelprijs voor literatuur van het jaar 1925 'ui ontvangst nam, antwoordde hij op de gclukwcnschen van dc Londensche pers: „Ja, ja, ik heb den Nobelprijs voor 1925 ge kregen, omdat ik in dat jaar niets heb geschre ven!" DE VIOLIST Shaw was eens op een avond uitgenoodigd waarvan het glanspunt het optreden van een jongen vioolvirtuoos zou zijn. De kunstenaar had reeds enkele werken ten gchcorc gebracht, toen de gastvrouw zich vol trots tot Shaw wendde: „Nu mister Shaw, wat zegt u van mijn ontdekking?" G. B. antwoordde: „Ik vind. dat de jonge men een grootc gelijkenis mei Padercwski ver- loont." „Maar nir. Shaw, Paderewski is toch geen violisi." „Dat bedoelde ik ook," merkte Shaw op. SHAW EN RÓDIN. Zooals bekend is Shaw een der vurigste ver eerders van de kunst van den Franscïieh beeldu houwer Podin. Hij vond voor zijn vereering niet bij iedereen den gewenschicn weerklank f.7i op zekeren dag noodigdc hij enkele van zijn felste tegenstanders bij zich thuis om met hen over de kunst van Rodin te debattceren. In den loop van het gesprek ioondc hij hen een map met teekeningen cn plastieken, volgens zijn verklaring de laatste scheppingen van Ro din. Onmiddellijk ivoren dc gasten vol interes se over dc afbeeldingen gebogen cn verklaar den, dat zij tot hun spijt, nog nimmer zulk slecht werk hadden aanschouwd. De een zei, dat hij de resultaten gewoonweg belachelijk ond, terwijl de ander beweerde, dal Rodin overal ie hoog had gegrepen, kortom er kwam nieis dan afkeurende critick. Hoen de heeren wat uilgcmompeld waren, draaide Shaw zich om cn zei gelaten: „Het spijt mij heeren, maar ik heb mij in de map vergist; deze afbeelding gen zijn niet van werken van Rodin, maar van Michel Angelo." OP BEZOEK BIJ ANATOLE FRANCE. Shaw vertoefde eens als gast bij Anatole France. France hoorde zich zelf gaarne praten en in dc nabijheid van G. B. S. doceerde hij in keurig overlegde zinnen over het wezen van hei genie. Toen Anatole France tenslotte uit was gesproken, zei Shaw„Wat jammer, dat u zich zooveel moeite heeft gegeven, ik wist im mers al lang, dat ik een genie was." EEN GEWETENSVRAAG. Een journalist vroeg eens aan Shaw: Waar om haten de Engelschcn dc Duitschcrs? Shaw was van meening, dat hij op een der gelijke vraag niet onmiddellijk antwoord kon geven en dat dc journalist over een paar da gen nog maar eens terug moest komen. Toen de journalist op het bepaalde tijdstip weer bij Shaw terugkwam overhandigde deze hem een gesloten couvert cn zei, dat hij zijn antwoord schriftelijk had gegeven. De journalist ijlde met het couvert naar de redactie, alwaar men er een reepje papier in vond, waarop het vol gende geschreven stond: „Waarom haten de Èngelschen de Duitschersdoor G. B. Shaw. Zij haten ze in het geheel niet." De eezste stap op het glibberige pad der roem. Een „star in de dop" vertelt haar ervaringen. Het i6 niet gemakkelijk om een plaatsje aan het firmament van Hollywood te ver overen. Hoe vaak hebben wij al niet gele zen van teleurgestelde jonge dames, die met een hart vol idealen naar het land van „overthere" togen om daar de wereld te gaan veroveren en na een wanhopigen strijd gedwongen waren om den terugtocht te aan vaarden, gedesillusioneerd en arm aan idealen. Ora nog niet te spreken van de ve len. die den terugtocht niet eens meer kon den ondernemen en gedoemd waren om in een vreemd Land tusschen een millioenbe- volking naar een plaatsje te zoeken, waar de zon schijnt* Het is de bittere waarheid: duizenden zijn het, die komen en gaan, proefopnamen worden gemaaktproefopnamen worden vergeten. Een oogenblik voor de onverbid delijke camera cn dan weer terug in het duister der onbekendheid, waaruit zij kwa men. Temidden van een symphonie van tries tige klanken wordt echter ook weieens een vroolijke klank vernomen en laten wij nu eens een oogenblik bij dezen vroolijken klank stil blijven 6taan en aan de vertolk ster daarvan het woord geven. Zij had het geluk om een proefopname voor een be^ paalde film ie mogen meespelen: „Heel vroeg in den morgen, het was op een Maandag, meldden wij ons aan bij den Cerberus in het kleine huisje, dat naast een der ateliers van Hollywood is gelegen. Daar zijne Hoogheid dc Portier voorheen nog nooit iets van ons gehoord scheen te hebben, moest hij zich eerst telefonisch met het Casting Office, het engagementsbureau, in verbinding stellen en daar met nadruk informeeren, of wij werkelijk de bezittere van een proefcontract waren. Eerst na het O.K. (in orde) van het Casting office moch-> ten wij den geheiligden bodem betreden. Allereerst meldden wij ons bij het Cas ting Office waar het zoo vroeg in den mor gen al razend druk was. Zelfbewuste secre taressen waren in drukke gesprekken met stars gewikkeld en gaven hen in korte ai- gemeten zinnen de orders voor den komen den dag, opgewonden hulpregisseurs liepen af en aan en schreeuwden om bepaalde ty pes van „bil-players", (doubles, die op het laatste oogenblik nog door den regisseur worden uitgekozen), chasseurs renden heen en weer met ijl-verzoeken van de regis seurs, die in de ateliers reeds aan het werk waren, telefoons klingelden, diet agrafen zoemden, een mijnheer met een hoogrood gelaat dicteerde iets met een razend vlugge stem. Kunt u begrijpen, dat wij ons in deze omgeving een beetje klein gevoelden? Wij moesten geduldig onze beurt afwach ten, hetgeen wel een kwartier duurde. Toen ontfermde een jong meisje, een der vele assistenten van dit bureau, zich over ons en geleidde ons, na het doel van ons bezoek te hebben vernomen, naai- het gar derobehuis, waar wij met de directrice van de kleermakersafdecling kennis maakten. Hier kondon wij voorts dc modeteekenaars cn modistes ontmoeten, die reeds jaren lang aan de verlangens der stars hebben voldaan, zonder altijd de wensclien van de productieleiders en regisseurs te hebben ge ëerbiedigd, naar on6 een vroolijke modi6te met een schalksch knipoogje in vertrouwen vertelde. Een dikke, gezellig babbelende vrouw nam ons de maat en bracht mij daarna in extase door mij een sprookje van een avondtoilet voor oogen te tooveren, waarin ik mijn debuutscène zou moeten spelen. Plotseling ontdekte ik tot mijn groote verrassing, dat het hetzelfde avond toilet was, dat Joan Crawford in haar laat ste film droeg Van het garderobehuis begaven wij ons naar dc „make up" afdeeling. Hier trad ons een resoluut uitziende vrouw tegemoet, die haar beroep reeds jaren lang uitoefent cn ons binnen een paar minuten „made-up" maakte voor de komende scène. Ons haar werd glad van het voorhoofd weggestreken, vast met een doek omwonden en ons ge laat werd met crème gereinigd. Daarna volgde een snelle gelaatsmassage, de oog holten en leden werden voorts rood geverfd, de wenkbrauwen hijgetrokken, de lippen donkerrood getint, en alles met een zware bruine poeder overtogen, zoodat wij ons zelf na de behandeling bijna niet meer her kenden. Nu nog naar den friseur, waar wij van een keurig kapsel voorzien werden en daar na traden wij met kloppend hart en lood in de schoenen het atelier binnen. .Good luck", zei de portier en hield grijnslachend de deur voor ons open. Ik hielp het met hem wenschcn.,..

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 15