i UTRECHTSCHEWEG10 - TEL. 179 AMERSFOORT N.V. COMPAGNIE LYONNAISE IT7) DE JAPANSCHE VROUW. Wij stellen ons over het algemeen de Japansche vrouw voor als een teer poppetje, gekleed in een veelkleurige kimono met een groote, nuttelooze strik op den rug, een hoog kapsel en geschoeid met kleine sandalen. Aldus worden ons de dochteren van de rijzende zon op plaatjes en in beschrij vingen voorgesteld. Maar we zouden niet in staat zijn volgens het kapsel het meisje van een getrouwde vrouw te onderscheiden, of een schoonheid van Tokio van een schoonheid uit Osaka. Wij weten niet dat de kimono ons iets kan vertellen over de sociale positie van haar eigenares en dat er nauwkeurige regels bestaan, omtrent de wijze, waarop de vlinder op haar rug moet worden gestrikt. Buiten dit alles, is er een verscheidenheid van andere klei nigheden, die een Chineesche vrouw vaak nauwelijks kan onderscheiden van een Japansche! REVOLUTIONAIR MODEL VAN CHANEL. Wandelcostuum, bestaande uit een gladde mouwlooze blouse en een jasje van wit linnen en een broek van wit linnen met groene en roode ruiten. Er wordt een groote witstrooien zonne hoed bij gedragen en witte sandalen met iood verlakte rie men, doch geen kousen. Dc kimono. Doch ook de kleeding van dt Japansche vrouw is, evenals die van haar Westersche zusters, onderhevig aan de almachtige mode. Het kapsel, de coupe en teekening van de kimono, de parasols, de wijze van poederen en schminken en zelfs de sandalen zijn aan veranderingen onderhevig. Bijna alle Japansche vrouwen dra gen de kimono zoowel thuis als op straat. Ik moet bier even opmerken, dat het woord kimono (ki kleeden, mono iets) gebruikt wordt voor alle kleedingstukken, mits ze slechts een Japansch karakter dragen in tegenstel ling met de Europeesche kleeding, die men daar joo-fuku noemt. Onder kimo no verstaat men evengoed de manne lijke kleeding Imonpoukou of hao-ri- hakama) als de kleeren der vrouwen (montsouki of siroeri montsouki). Men noemt de kleeding van de vrouw „samma gasane", hetgeen wil zeggen drievoudige kleeding, want uit drie hoofddeelen is het samengesteld. De Japansche vrouw draagt allereerst een eenvoudige witte japon, kleur der onschuld en symbool der reinheid. Over deze japon draagt zij een andere rood of veelkleurig en tenslotte de derde, de kortste en breedste. Deze ziet men het meest Deze is zwart en symboliseert de distinctie. De laatste modenieuwtjes zijn de kimono's in roode en purperen tinten. De dames van zekeren leeftijd dragen geelachtige kimono's, scharlaken rood, blauw en geel met dessins van hemels blauw. Men garneert dikwijls de kimono's met „han-eri", koorden in correspon- deerende kleuren en dessins. Op het oogenblik draagt men veel han-eri in zilver lamé. De ceintuur, de „obi" vormt een absoluut noodzakelijk onderdeel van het costuum van de Japansche vrouw. Het keurig strikken van de „obi" is een heel werk en een heele kunst. Het zichtbare gedeelte van de „obi" is de „Liro-obi" met zijn strik. Maar er is ook de „Loso-obi", een smalle cein tuur, die de eerste japon vasthoudt van de „sammaï-gasane" en de „kosi- ebi" (kosi heup) als een koord ge vlochten en van dezelfde kleur als de kimono. Het kapsel. Sedert enkele jaren is er in het kap sel een verandering merkbaar. Op dat punt hebben de jonge Japansche vrou wen de oude mode, die gebood dat de haren op „maru-mage" wijze werden gedragen, gaarne prijsgegeven. Dit kapsel, dal zeer hoog wordt ge dragen, vereischt een degelijke steun en het maken van een „mam mage" vergt veel lijd en moeite, zoodat de Japansche vrouwen om dit moei lijke werk niet te vernielen slapen, de nek gesteund op een houten peluw, het hoofd in de lucht! Natuurlijk is deze houding verre van gemakkelijk, maarwat doet men al niet om de mode te volgen? De Japansche vrouwen hebben na tuurlijk ook kammen en haarspelden noodig de „kog'aï" en de „negane" heet dat in het Japansch die onge veer 5 tot 8 c m. lang zijn. Enkele jaren geleden droeg men ze kleiner; toen was het nog veel bewerkelijker! Maar tegenwoordig dragen de meis jes en de jonge vrouwen hun haar zeer dikwijls op Europeesche wijze en het zal wel niet lang meer duren of men draagt het kapsel a la „hisasigami", hetgeen wil zeggen; de haren gekruld en achterovergekamd. Thans geeft men nog den voorkeur aan een schei ding in het midden of op zij en het haar laag in den hals opgerold. De vrouwen bedekken het hoofd met een shawl, die, wanneer het niet te koud is, vaak van zijde is en in den winter van linnen of fluweel. De zijden shawls, die vaak met geschilderde figuren versierd zijn, de z.g. bunkad- zome, zijn heel duur. Thans verlangt de mode kortere shawls dan de laatste jaren. De parapluie. Geen enkele Japansche vrouw zal uitgaan zonder haar parapluie (kasa) mede te nemen. Het meest in de mode zijn de parapluies, vervaardigd uit een zilverwitte stof, waarover zwart kant is getrokken. De handvaten zijn recht, zes-hoekig of rond en voorzien van een klein leeren riempje. In Rioto dragen de geishas nog hun parasols in geolied papier cn zij houden vooral van kers rood. Het foudraal is met de Europee sche mode in Japan geïmporteerd, maar men gebruikt het alleen in den winter en is zwart of rood gekleurd. Wanneer het te warm is bedienen de Japansche vrouwen zich van kleine geweven foudraals die met Chineesche emblemen versierd zijn. Slechts de „tabi", de sokjes, zijn niet aan modeveranderingen onderhevig. De sokjes zij nvan een knoopjescein tuur voorzien en hebben voetzooien van versterkt weefsel, daar zij anders te snel af zouden scheuren. Hoe lang zullen deze zich nog kunnen hand haven? Vanwaar komt de Japansche mode? In Japan weerklinkt de stem der mode vanuit twee plaatsen. Tokio en Osaka. Voor den oorlog bekleedde Tokio, in haar hoedanigheid als hoofd stad en de grootste stad van Japan, zonder eenige restrictie de toonaan gevende plaats. De mode uit dien tijd zoowel voor kleeding als voor kap sel kwam uit Tokio en was kenne lijk geïnspireerd op oude tradities. Doch sedert den oorlog en vooral sedert de groote aardbeving van 1923 gaf Osaka, toen op haar heurt de eer ste stad met 'n bevolking van 2.408.000 menschen, den toon aan. Het is vooral „een kleurenstrijd" tusschen de mode vertegenwoordigers van Osaka en Tokio, de laatsten houden van wat men noemt bloemenkleuren, terwijl de schoonen van Osaka slechts aan deze voorwaarden voldoen, wanneer de kleur naar hun smaak is.... •N ZAK VOOR WASCHKNIJPERS. Spaar tijd, werk en uw goed humeur op uw waschdag. Van een gewonen kleerenhanger en een lapje creton heeft men spoedig een zak in elkaar genaaid. Laat een opening vrij om er uw hand in te steken. Hang de zak naast u aan de waschlijn, zoolang men bezig is het waschgoed op te hangen. - v v PRACTISCHE EN EENVOUDIGE MEUBELS. Meubels, die in meer dan één behoefte Eischen van moderne meubels. Een van de voornaamste eischen, waaraan moderne meubels moeten vol doen, is dat zij aanéén sluiten, d.w.z. dat zij zoo min mogelijk plaats moeten innemen en in meer dan één behoefte kunnen voorzien. Dit is een gevolg van het feitdat vooral in de steden de woningruimte hoe langer hoe kleiner wordt .evenals de grootte van de woonvertrekken. Groote zware meu bels, zooals wij die vroeger zagen, zou den niet alleen buitengewoon lomp staan in de kleine kamers, maar er zou zelfs geen ruimte overblijven om zich behoorlijk te bewegen. De tweede eisch, waaraan de moder ne meubels moeten voldoen, is dat zij als gebruiksartikel practisch zijn. De oude opvatting, dat een meubel pas recht op bestaan heeft als er maar genoeg versieringen zijn aangebracht gaat thans niet meer op. In den tegen- woordigen tijd verkiest men het prac- tische boven het mooie en vaak nutte looze. Aan beide genoemde eischen, alsook aan een derde, n.l. dat de moderne meubels streng eenvoudige lijnen moe ten hebben, woidt voldaan door de moderne aan één gebouwde meubels. Zooals bijgaande foto te zien geeft zijn zij zeer practisch ontworpen, daar zoo noodig elk stuk weer apart gebruikt kan worden. We zien hier een voor beeld van practische samengevoegde meubels; rustbank met aan een zijde theetafel, en aan de andere kant kast, met plaats voor leeslamp en kunst voorwerpen. Slaan wij de rustbank op, dan is daaronder een flinke bergruim te. Deze meubels zijn zooals gezegd afzonderlijk te gebruiken of met ver bindingsstukjes aan één te bouwen. Er is nog een voordeel aan deze meubels verbonden, n.l. dat men ze bij gedeel ten kan aanschaffen. Berging. De aaneengebouwde meubels heb ben bovendien bergplaatsjes voor allerlei kleinigheden, die we niet gaar- aan één gebouwd; dit zal als modern geheel niet alleen mooi zijn, maar bui tengewoon practisch, daar alles in een klein bestek bijeen is. Buitengewoon geschikt zijn deze meubels voor zit-slaapkamers, waarbij men zich dan een opklapbaar bed denkt en die zoowel voor heeren als dames op deze wijze practisch en wei nig kostbaar een artistiek geheel vormen. Wij hebben hier slechts enkele voorbeelden genoemd uit een groot aantal mogelijkheden. Wij willen hier onder nog eenige combinaties laten volgen: Men heeft b.v. een schrijftafel, die bestaat uit een tafelblad tusschen twee boekenkasten, die met de open kant naar buiten staan. Verder heeft men divan en boekenkast aaneen en daar de boekenkast een rechthoek vormt, kan deze mooi in een hoek van de kamer komen te staan, de kant, die tegen de muur aan staat is hoog, de andere kant laag; de hoogte van de kast is ongeveer 1.60 M. en heeft een deur zoodat boeken, tijdschriften enz. stofvrij bewaard worden, tegen de kast ne laten rondzwerven. Wij huisvrou wen hebben soms een berg prosaïsch stop- en naaiwerk, wat wij niet kunnen laten slingeren, maar toch bij de hand willen hebben. Kasten zijn er in de moderne huizen ook weinig aanwezig, dus zijn we uiterst dankbaar om een begrplaats in den vorm van laden in onze meubelen te vinden, waarin we tijdschriften, modeplaten enz., die we gaarne bewaren, veilig weten. Een aardige combinatie voor een kamer voor de werkende vrouw is b.v. een schrijfbureau, theetafel en kastje aan wordt dan de divan gebouwd. Men kan op de kast een leeslamp plaatsen en verkrijgt hierdoor een allergezel ligst leeshoekje. We zien, allerlei combinaties kun nen worden uitgedacht en men ver krijgt op deze wijze gemeubileerde met een oorspronkelijk, practisch en artistiek geheel, wat bij de aanschaf fing zeker billijker in prijs zal zijn, dan wanneer men alle meubels afzonderlijk moet aanschaffen. KEUKENHOEKJE. In dezen zomerschen tijd zijn er huisgenooten, die wel eiken dag sla zouden willen eten, en de huismoeder hoort bijna eiken dag: kunnen we van avond sla eten? Nu gaat dit natuurlijk niet. Want als ze werkelijk eiken dag sla zou opdienen, zou ze gauw te hoo- ren krijgen: is er dan niets anders dan sla? Nu maakt het echter veel uit hoe sla wordt toebereid. En daarbij komt nog, dat we tot het maken van fris- sche schotels de beschikking hebben over komkommers-, tomaten, krop salade en andijvie. Ook in de berei ding kan men de noodige variatie toe passen. We brengen u hieronder een recept voor tomatensalade. v s Tomatensalade. Men neemt anderhalf pond tomaten, twee kropjes sla, twee hard gekookte eieren, een uitje, een eetlepel fijn ge hakte peterselie, olie en azijn, wat zout. Een pikante smaak brengt men er aan door er een theelepeltje kerry aan toe te voegen. Na gewasschen te zijn, worden de tomaten even in heet water ondergedompeld. Dit bevordert het gemakkelijke afschillen. Daarna worden ze in plakken gesneden en ongeveer een uur voor het gebruik met olie, azijn, peper en zout in een slabak weggezet. De kropsla wordt even voor het gebruik in een sla- mandje of in een doek uitgeslagen Deze wordt daarna vermengd met de tomaten, de aan plakken gesneden eieren, de zeer fijn gehakte ui, de peterselie. Wil men extra fijne sla, dan gebruike men in plaats van olie en azijn, mayonaise. MENU VAN DE WEEK. Zondagt Gevulde tomaten, bief stuk, spercieboonen, aardappelen, vruchten-compote. Maandag: Kalfsrollade, doperw ten, aardappelen, griesmeelpudding met bessensap. Dinsdag: Koude rollade, andijvie, aardappelen, rijst met rabarber. Woensdag: Tomatensla, kalfs gehakt, gebakken aardappelen. Donderdag: Varkenslapjes, snij- boonen, aardappelen, watergruwel. V r ij d a g Gebakken paling, krop sla, aardappelen met botersaus, hangop. Zaterdag: Baklappen, postelein, aardappelen, karnemelk met parel gort. s PRACTISCHE WENKEN VOOR nf HUIS EN HAARD. Zeildoek. Om vuil zeildoek van tafels of kast planken weer schoon te maken, wrijft men het af met een mengsel van gelijke delen terpentijn en warme melk. Linnen dat langen tijd bewaard moet worden, bewaart men het best in een kussensloop, dat men sterk geblauwd heeft. Fluweelen kussens zien er vaak Iee- lijk uit, doordat de haartjes van het fluweel platgezeten zijn. Men houdt het kussen bet den bovenkant boven een pan kokend water of boven den stoom van een ketel, houdt het goed strak en laat door een ander met een stijven borstel het fluweel opborstelen. Muur- of vloertegels, die na het witten met kalkspatten zitten, reinigt men het beste, door ze af te nemen met verdund zoutzuur. Men moet hiermede echter zeer voor zichtig te werk gaan, daar het licht gaten in kleedingstukken brandt. SEIZOEN OPRUIMING

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 18