HOEDEN CONFECTIE Aniersfoorisch Daghlad ,,L'HIRONDELLE" W. K. V. ROSSUM 18 LANGESTRAAT ZOMER-OPRUIMING OPRUIMING VAN RESTANTEN TEGEN SPOTPRIJZEN N. Hogenbirk HET MIERENPAD LETTERKUNDIGE KRONIEK HAAGSCHE BRIEF (•aue*** Gedurende 10 dagen SCHOENHANDEL v.h. fa. JAC. KROES LANGESTRAAT 78 TEL. 351 door II. G. CANXEGIKTER. Salomo is de ecnigc niet, die door de aan schouwing van het leven der mieren tot na denken is gebracht. Dit bedrijvige volkje le vert voor elk, die hot gadeslaat, stof tot overpeinzing. Wanneer men in een' dennenbosch ligt te luieren en er is toevallig een mierennest in de buurt, kan men zich tijden lang bezig houden met liet doen en laten van deze nij vere dieren. Een van dc merkwaardigste dingen is altijd het pad, dat de mieren volgen bij hun uit- en ingaan van 't nest. Hoever zij van hun tehuis zijn Verwijderd, steeds voert dit pad hen terug. Dit onzichtbaar smalle paadje, dat voor den buitenstaander geen enkel kenmerk vertoont, doet denken aan de heirbanen der oude Romcinschc vcldhee- ren. Langs zoo n weg voerde Julius Caesar zijn legioenen door de eenzame moerassen der Gcrmaansche landen. Zoolang zijn sol daten dien weg hielden, bleven zij in con tact met het groote Romeinsche rijk. Maar wee den soldaat, die van de heirbaan af dwaalde. Onvermijdelijk verzonk hij in de moerassen of hij werd de prooi van het wilde gedierte. Ongelukkig als zoo n Romeinsche soldaat, die van dc heirbaan is afgedwaald, gevoelt zich de mier. die den weg kwijt is. Zie het beestje zenuwachtig rondscharrelen! Het is aan een paniekstemming ten prooi. Kinderen houden er soms zulke wreede amusementen op 11a. Ik herinner rnij, hoe wij als jongens ons vermaakten met het ha len van een streep door het mierenpad. De angst van de eensklaps verbijsterd rond- krioelende diertjes was ons een bron van pret. Nu zou ik zoóicts niet meer vodr mijn re kening durven nemen. En 'toch, is het niet; zonderling, dat er in eiken volwassen mensch dc drang blijft bestaan, om den boel in dc war te sturen? Het, is het over blijfsel van de natuurdrift tot. vernieling en moord. Hoeveel werk hebben we soms, om kinderen het instinct af te loeren, dat hen spontaan noopt, een bloem af te rukken en een vogeltje weg te jagen. Het micrcnpad vertegenwoordigt dc orde en er ligt in orde, naar het schijnt, 6tccds iets, dat tot verzet prikkelt. Wanorde to weeg brengen, op school 111 de klas; op straat door een oploopje; tehuis door te laat aan tafel te komen, is het niet de ver leiding voor ieder kind? En hoeveel vol wassenen blijven in dezen nog kinderen! Tegen wil en dank, en achterna met schaamte over zichzelf, verheugen zij zich bij het eerste sein van een brand, een on geval of een oproer. Zij moeten er bij zijn; er valt iets te beleven, dat den gewonen gang van zaken verbreekt. Het regelmatige met zijn eentonige stipt heid wekt ergernis. Eensdeels omdat 't in tegenstrijd is met dc bandelooze, avontuur lijke neigingen, welke in eik mcnschonhart leven, en anderdeels, omdat de onordelijke geest, die dagelijks het verdriet van zijn te kortkoming ervaart, den ordelijken mensch benijdt. Tweeërlei reden om onz0 arme, geen on raad vermoedende miertjes tot zondebok te maken en een streep te halen door het pad, dat als met een lincaal getrokken, recht op het nest aangaat. Wij kunnen ons verplaatsen in de verbij stering, welke dc slachtoffers van deze wreedaardige grap treft Hebben \vè zelf wel niet dikwijls dergelijke angsten door leefd? Ook ons leventje ging regelmatig voort; zonder dat wij er bij behoefden te denken, liepen wij langs het gebaande weg getje onzen dagclijkschen gang. Maar daar kwam plotseling het onverwachte en trok een streep dwars door ons pad. Wij voelden ons uit den koers geslagen en dwaalden als verdwaasd rond. Hoelang hadden wc werk, voordat wc de richting opnieuw hadden go- vonden en wij weer werktuigelijk konden voortloopen langs het geregelde weggetje' Merkwaardig is op het micrcnpad de ont moeting van twee voorbijgangers. Even ra ken ze, bij wijze van groet, elkaar rnet hun koppen aan. en draven weer verder. Toch moet zoo'n vluchtige ontmoeting hen goed doen. Wij menschen, kennen deze lafenis ook. Och, als wij op ons geregeld, dagelijksch pad moesten voortzwoegen zonder dat ons iemand passeerde! Dan zou het moeilijk zijn uit te houden. Lang oponthoud behoeven we niet, maar een enkele bemoedigende blik, een enkele genegen groet. Zij verbre ken de eentonigheid van de orde zonder de wanorde te voorschijn te roepen. Zij -.naken den langen weg kort cn brengen in dc rech te lijn afwisseling. Na den vluchtigen groet gaat ieder onzer zijn gang en wij vragen den voorbijganger niet naar zijn doel evenmin als hij ons vraagt naar onze bestemming. Wij weten, «Int wij, evenals dc mieren, gemeenschappe lijk een taak verrichten, ook al kruisen zich onze wegen dikwijls. Henri Polak, Het klei ne land en zij 11 groote schoonheid, versierd met 87 afbeeldingen van steden, dor pen, landschappen, wateren en de bijzondere schoonheid van Nederland kenmerkende plek ken. (Em. Quci ido, Amsterdam). Dezen keer moet ik beginnen met ,,een persoonlijk feit."' Vanmorgen ben ik namelijk in Utrecht vroeg opgestaan om den trein van 7.13 te kunnen krijgen cn weer tijdig in Groningen te zijn. In de ontbijtzaal van het hotel hoorde ik aan hel tafeltje naast mij een Duitscher met den kellucr praten. „Ich möchte nach Groningen fahren. Wann gcht donn genau der Zug?" „Sieben, dreizehn! Sic habcn Zeit." Toch maakte hij haast, want wel tien minuten vóór ik met mijn broodje klaar was, is hij al opgestaan en verdwenen. En als ik aan onzen trein kom, heeft hij zich al volledig geïnstalleerd. Ik neem de coupé ernaast, die nog leeg is, maar wonderlijk: mijn gedachte komen den gchcelen morgen niet van hem los. llij heeft niets buitengewoons, een jon ge man van ruim dertig, misschien, een handelaar of fabrikant die reist voor zijn zaken. Wellicht zit hij nu hiernaast, aan dc andere zijde van «1e pluchen rugleu ning, zijri paperassen door te kijken, or ders cn aanbiedingen, cn hij rangschikt ze om de volgorde te bepalen van zijn werk op den komenden dag Maar ik droom hoe hij met stralende oogen voor het raampje zit en bewonde rend uitkijkt over ons Holland. Ik kijk óók en ik vind het daarbuiten, geloof ik, alleen maar zoo mooi, omdat ik mij fantaseer hoe hij met mij mec-kijkt. Ik ben als een vader die zijn kind voor t eerst op reis iets héél moois laat zien, een museum of een vreem de, schoone stad, ik geniet van zijn ge not en vind daarin de suggestie tot eigen enthousiasme. Ik denk mij er in, ik vermoed, ik weet zéker, dat deze Duitsche meneer nog nooit eerder in Holland geweest is. Wat zal hij het alles mooi vinden en goed. Hoe heer lijk hangen de morgennevels over het vlakke land en rondom de druipende hoo rnen. Kijk: een slootje, floep! wéér een slootje, rechtuit, bijna zoover je zien kunt, en weer een en weer eon. en telkens staan er rijtjes wilgen langs, schcef-hangend over het water. Dat is Holland. De hemel is cgaal-grijs en in een hoek ervan, reeds ver boven dc horizon blinkt waterig-wit 'n ron de plek van vervloeiend licht; de zon die vecht. V Hij zal het kostelijk vinden, mijn Duit scher. Holland is een goéd land! Daar rijden wij het station van Amersfoort bin nen. Hoe helder en zuiver is het alles; dc perrons alsof ze passchpongeschrobt zijn cn de gebouwen blinkend van-reinheid... Verge lijk daarmee dc vuile Bahnhof-hokken aan den onderen kaut van de grens, Bcntheim. Hagen, Leer, die altijd zwart ^zion van roet 'en 9teenkoolstofEn kijk eens in zoo'n restauratie; wat blinkt liet buffet; zie de groote, glanzende koffiestpomer, de stapels witte hoi den, de glazen vitrines met brood jes en vruchten, het smefteloos linnen dat de tafeltjes dekt. cn waar ter. wereld vindt ge zoo propere karrefjes met eet- en drinkwaren, het glimt cn glanst al wat er aan is. Vanavond schrijft de Duitscher een brief aan zijn vrouw-, aan zijn bruid, of, wie weet (hij is nog zoo jor.g!) aan zijn moe der, en die brief wordt een jubelkreet over Holland, over Hollandschc zindelijk heid en Hollandschc netheid Ziet zelfs zulk een conducteur als daai staat, er niet veel delicater uit dan zij 11 Duitsche col lega's; zie hem in zijn keurige dienst- pak met de helder-roodc biezen; zijn gé- zicht is glad-geschoren en op zijn neus draagt luj, intelligent, een lorgnet Daar gaal onze trein weer cn'.we stoomen de Veluwc over. Nog heeft de zon de mist niet overwonnen. Holland, ons Holland, mijn Holland ligt nóg in nevelen, cn zoo behoort het. Zóó is ze het mooist en zoo lijkt ze kleiner nog dan ze is, klein cn intiem. Ik houd van Holland. De Duitscher zit natuurlijk, net als ik, «veer voor het raampje .van zijn coupó. En wat zal hij oogen opzetten om al die heer lijkheid die hij nog niet kende cn nu pas ziet voor T eerst. Daar liggen dc dorpjes met hun torentjes en de knusse, kleurige huisjes, liet is Holland! We vliegen Harderwijk voorbij; het glooiend vlak der gemeente-weide, en dan de zee, dc zeo die aan alle kanten door Holland heen piept; hier ook weer; kijk, kijk, de scheepjes zie je drijven. Het is Holland. Daar komt Zwolle met den Mssel. Heer lijk, heerlijk zoo n groote rivier. Wat een wijdheid! wat een ruimte! Daar gaan de toeterende booten. Een kleine, kregele slee per sjort zes, zeven kanjers van fregatten tegen den stroom op. En dan, even la tei na Zwolle, slaat al het land blank van water. Water, water en niets dan water. De wilgen steken hun warrclige koppen er komisch hoven uit: er gaat nog een weggetje door, een boerderijtje ligt nog even op het drogeHet is Holland, Hol land! Hij zit te kijken, mijn Duitscher. hij kijkt cn kan er "niet genoeg van krijgen. En we gaan verder, verder. Daar heb je Staphorst. Je ziet gemakkelijk, uit den trein, dc huisjes en dc schuren, fel van vele kleuren, groen-groen en blauw-blauw, en roode, róódc kozijnen rondom alle ven sters en deuren. Daar loopen de manne tjes en de vrouwtjes in hun grappige, kleurige kleeren; een heclc sliert kin deren, poppetjes uit een speelgoeddoos trekt op naar school, meisjes met wijde, blauwe rokjes en jongens in pofbroeken en korte oudemannetjes-jassen Holland! Holland! Wat is hot heerlijk. Wat is het mooi en goed. Ik ben. geloof ik. een beetje verliefd op mijn land. Ik moét weten hoe mijn Duitschor zich er onder houdt. Zou ik hem durven aan spreken, -- durven vragen: Wat zeg je er van? Is het niet een zaligheid, alles wat je ziet. Ik waag mij in dc gang; ik loer voor zichtig in zijn coupe. II ij slaapt. Zijn voeten liggen op de bank tegenover hem en zijn lichaam hangt weggedoken in een hoek, het hoofd slap op dc borst. Oók goed. Ik ben niet teleurgesteld. E11 moet ik hem eigenlijk niet dankbaar zijn? Zonder hém was deze morgen niet zóó heerlijk geweest. Ik moest een getui ge hebben in «Jen roes mijner verrukking. Een getuige ook om mijn trots en ïjdelheid aan kwijt te raken. Trots cn ij dolheid Ja, wat wilt ge? Zóó is nu eenmaal de liefde. Of komt het doordat we thans allen in een vacantic-stcmming vcrkccren en ik de zer dagen eindelijk het zwarte boek van llenri Polak ter hand heb genomen? Kan men het wel „ter hand nemen" noe men? Ik heb het moeten torsen van de hoekenkast naar de schrijftafel; daar diende ik het bij de lectuur onafgebroken te laten liggen cn geen oogenblik kon ik ter afwisseling even gezellig achterover leunen in mijn stoel, het bock in de opge heven handen. Maar de extra moeite is niet te vergeefs geweest, want ik heb ken nis gemaakt met het. mooiste werk dat er dc laatste jaren over dc schoonheid \an hot Hollandschc landschap en van dc Hol landschc steden verschenen is. Stellig hoeft de uitgever gelijk, wanneer hij in het pros pectus zegt, dat. het geen nieuw onder werp behandelt. Talrijk zijn de beschrij vingen van Hollandsch stedenschoon in de zeventiende en achttiende eeuw, versierd met altijd interessante, vaak zeer mooie houtsneden cn gravures; de geschiede nissen van kleinere steden, gewesten en provinciën, cn zelfs van het gehecie land, men kent Wagenaar's „Tegenwoor dige Staat". I11 de negentiende eeuw werd dc illustratieve uitvoering van derge lijke hoeken veel minder verzorgd en kreeg de tekst de overhand; de ouderen onder ons zullen zich Craandijk's „W a n d e 1 i n- g c n" herinneren of de werken van Henri Havard„Lcsfrontières mcnacées" en „Les villes m 0 r t e s". Het aardig ste bock van den nicuweren tijd, dat ge deeltelijk althans handelt over dc schoon heid van ons land is ook weer van een Franschman afkomstig; ik bedoel „La Holla 11 de dans 1 «c monde van Iienri Asselin. Vergelijkt men dit nieuwe werk van Henri Polak met dat van Asselin, dan blijkt dat Polak bet meer in do breedte en min der in de diepte heeft gezocht, dat hij enthousiaster is dan Asselin, maar ook op pervlakkiger. Tevens mist men bij hem na tuurlijk de prikkelende interesse, waarmede wij steeds gaarne juist den vreemdeling over ons land hooren spreken. Zelf beweert de schrijver terecht dat zijn boek allerminst een soort „gids" is, dio aan landgenoot en vreemdeling den weg wil wijzen, en hij vestigt dan ook inder daad niet de aandacht op hetgeen de En- gclschen beauty spots noemen. Polaks boek behandelt de elementen, uit welko de schoonheid van Nederlandsche steden, dorpen en ïandschappen is samengesteld. En vooral: liet zingt daarbij den lof dezer schoonheid, en het is daardoorheen boven al een pleidooi voor het behoud ervan. De schrijver verzet zich op aesthetische gron den tegen de uitlegging onzer steden, tegen dc droogmaking van de Zuiderzee, tegen het dempen van plassen en in cultuurbrengen van heidevelden, tegen het verdwijnen der windmolens, tegen den aanleg van villa- terrjeinen in onze duingebieden. Men .berr hoeft het niet altijd rnet hem eens te zijn dat is in vele gevallen zelfs niet mogelijk, maar inlerrcssant en lezenswaard blijft zijn betoog toch steeds. Het boek is verlucht met een groot aan tal nieuwe foto's, die wel niét kunnen eon- currecrcn met wat het buitenland ons te genwoordig biedt op het verrassende ter rein der foto-techniek, maar die toch aan het geheel een cachet van gedegen voor naamheid geven. „Eén opmerking moet mij tenslotte van T hart. Namelijk deze: dat in de beschou wingen van Polak aan het Noorden en aan het Oosten van 011s land niet voldoen de recht gedaan is. Dc schrijver heeft hier blijkbaar niet zoo goed rondgekeken als in dc Hollandschc kernprovincies; hij blijkt een beetje blind te zijn voor de stoere schoonheid van het Groningsche landbouw gebied, \oor dc wcidsche pracht der Drent- sche heide, voor dc bekoring van het Twenl- scho landschap Hierin schuilt een tc-korl, dat Polak nog eens met een supplement op dit mooie boek moet trachten aan te vullen. HERMAN POORT. Schevcningen zonder vreem delingen. Hirsch 5 jaar in den Haag. Nog altijd: Tol- unic-kwestie. Een schaak- tonruooi. De stank bij de Soestdijkkade. „Als *het kalf verdronken is dempt men de put". Ockenburg te koop aangeboden. Den Haag, met Schevcningen als hekoor- lijk aanhangsel, ziet ei- tegenwoordig uit als een aardig meisje dat te lang in dc stortbuien heeft geloopen: verregend cn nat. Alle heerlijkheden van Schevcningen helpen op het oogenblik niets, want al ka^a dc actieve maatschappij „zeebad" allo gi'00tstced6chc vermakelijkheden geven, voor het meest noodigc kan ze helaas niet zorgen: voor mooi weer! Maai, er zijn voor vreemdelingen en Ha genaars nog wel andere vermaken waarbij men hel slechte weer niet als zoo'n won- klank voelt. Daar is b.v. Fritz Hirsch, na een afwezigheid van maanden weer terug gekomen in onze stad om hier het gehecie beproefde programma van zijn 100 schla- ger-opcrcttcn nog eens voor het publiek te vertooncn. Hirsch is binnenkort 5 jaar in Den Haag. En wc gclooven niet dat hij spijt zal hebben van zijn werktijd hier. Hij is al tijd met enthousiasme ontvangen: Fritz Hirsch, de Duitscher was eigenlijk typisch Uaagsch. Hot. schikt voor het. verwende Haagschc publiek De operette zal Walzcr au6 Wien zijn. Wij wcnschcn hem en zijn directeur Hugo Ilelm veel succes! Erg veel vreemdelingen zullen Hirsch ditmaal geen bezoek brengen om dc dood eenvoudige reden dat er zoo weinig gaston zijn. Alles schijnt samen te spannen om dit jaar tot een slecht vreomdclingenjaar tc maken. Dc crisis, vooral dc toestand in Duit6chla:id, is voor velen al een motief ge weest om dc reis naar de mondaine bad plaats Schevcningen voor dit jaar maar van het programma te schrappen. E11 daar komt zooals gezegd het triestige weer nog bij. Een troosteloos gezicht, al die stoeltjes en tafeltjes met natte kleedjes er over op de verschillende terrassen. De kcllnors staan onder het afdak en kijken sombev: want de regen spoelt alle kans op fooien voor deze menschen weg. Eén voordeel is misschien aan dezen toestand verbonden: do klant die toch op de boulevard komt, wordt met de grootste onderscheiding behandeld. De obers vechten om zoo te zeggen om zoo'n fanatiekeling Dc ccnigo gaston die er eigenlijk nog zijn, bevinden zich echter niet op Schevcningen. Hel zijn de afgevaardigden van verschillen de landen die geregeld samen komen hij het Permanente hof van Internationale Ju stitie ter behandeling van de Duitsch-Oos- tenrijkschc Tol unie-kwestie. Maar tóch telt Schevcningen op het mo ment twee bijzondere gasten: Eu we cn Ca- pablanca zitten tezamen in het Palace Ho tel om te schaken Volgens do laatste be richten heeft Eu we het onderspit moeten delven in dezen stillen strijd. Maar ondanks dezen internationalen wed strijd, die natuurlijk voor dc schakende we reld van hot grootste belang is, zijn den Haag en Schevcningen nog in het gehcM niet op dreef ondanks het feit dat het. Kur- haus-cabarcl dit jaar onder leiding slaat van niemand minder dan Louis Davids, die daar de beste en internationale cabaret nummers introduceert. Reeds de vorige weck schreven wij óver do vuilplaag op do Soestdijkkade. Bij liet doorgraven van het Laakknnaal stuitte men bij Soestdijkkade en Zuidcrparklaan op een dam van huisvuil. Deze dam lag daar reeds sinds jaren, er was gras over heen gegroeid en niemand had. cr last van. Echter, nu men bij de werkzaamheden aan de Soestdijkkade deze dam ging doorgra ven, begon hel vuil een afschuwelijk rot tende 6tank te verspreiden. De bewoners klaagden maar tocu dit niet dadelijk hielp heeft do afdecling VIII van de S. I). A. P. een adres aan den raad gericht waarin zij protesteert tegen dc wijze waarop naar haar oordeel niet snel genoeg de dam van het vuil aan dc Soestdijkkade word op geruimd en tegen hot uitblijven van maat regelen ter voorkoming van zandstuivingen op de Zuiderpark- en Escamplaan. De re sultaten van dit ingrijpen zijn natuurlijk nog niet bekend. Jammer is het in elk ge val, dat zoo'n protest noodig blijkt en dat het euvel niet is voorkomen. Want nu de bewoners reeds zoo langen tijd van de wer kelijk smerige stank hebben geprofiteerd, zal de kwestie eindelijk eens worden uitge zócht. Als hel kalf verdronken is...# Over de gedempte putton gesproken: dc brand van ons Ncdcrlandsch paviljoen in Parijs hoeft ons angstig gemaakt. Zooiets mag natuurlijk niet meer voorkomen. De directies der verschillende musea zijn hui verig geworden door deze alles verwoesten de brand, om hun kunstschatten voor ten toonstellingen elders uit te leanen. Maar zooals gezegd: nu zal toch werke lijk gezorgd worden dat er geen papiertje meer verbrandt in het Ncdorlandsch Pavil joen. Zoo zijn dan ook uit Den Haag een aantal militaire politieagenten naar Parijs vertrokken om een wakend oog te houden op hetgeen er nog over is aan kunstschat ten. Den 26cn Juli j.l. is een detachement naar Vincennes afgereisd. En aan hun vroolijke gezichten te oordeelen vonden dc soldaten deze „dienst" werkelijk nog niet zoo vervelend Schreven wo hierover dat het. met het vreemdelingenverkeer in den Haag en Schevcningen bar slecht gaat, financieel schijnt de gemeente den Haag nog niet zoo erg van de malaise te hebben geleden. Zoo wordt b.v. door B. cn W. ernstig overwogen over te gaan tot den aankoop van de bui tenplaats „Ockcnburgh" aan den Monster- schen weg waarvan de koopsom 900.000 gulden bedraagt. Deze buitenplaats is de kem van een bui tengoed dat vroeger veel grooter was en be staat voor het grootste deel uit natuur echoon. Het te koop aangebodene wordt aan drie zijden omgeven door eigendommen van de NA'. Bomvgrond Maatschappij „Ockcn burgh', waarin de gemeente aandeelhoud- stcr is voor *A van het gehecie kapitaal. Links en rechts sluiten aan de buiten plaats fraai beboschte gedeelten van da gronden der N.V. aan, zoodat door den 011- derhavigen aankoop een aaneengesloten boschcomplex wordt verkregen van belang rijken omvang. I11 het ontwerp van het uitbreidingsplan „Ockcnburgh, Made- cn Escamppolder", dat den raad binnenkort zal worden aangebo- den, is met het natuurschoon ter plaatse zooveel mogelijk rekening gehouden. Waar nu op, naar dc meening van B. cn W. aan nemelijke voorwaarden de eigendom van de buitenplaats kan worden verkregen, zal het mogelijk ziin het geheel tot één nark te vereenigen, hetgeen van groote betccke- nis zal zijn, zoodn de stad zich in deze richting zal hebben uitgebreid. Mocht de Raad zich met het voorsts! tot aankoop vereenigen dan zullen B. cn W. overwegen of ook niet reeds eerder dit park voor het publiek kan worden opengesteld, waarvan in de eerste plaats de bewoners van de voormalige gemeente Loosduincn zullen kunnen profiteoren. Als koopsom wordt gevraagd een bedrag vin 900.000; de oppervlakte van de bui tenplaats bedraagt 34.26.28 ILA. D3 gevraagde prijs voor dien grond met inbegrip van de opstallen, welke neerkomt op eep v>n ongeveer 2,00 per M', achten R on v n*cn zjj etellcn voor tot den koop te besluiten.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 17