I DE STERKE TOENAME DER VOETKWALEN MET MIEK OP STAP HAAGSCHE BRIEF -JHJ T T Cr zijn slechts weinig normale voeten, door Drs. R. v. d. Hey- dcn. In de laatste jaren is het aantal lijders aan voetkwalen belangrijk toegenomen, wat wel het duidelijkst blijkt uit de ad ministratie der ziekenfondsen. Nu moet men daarbij weliswaar in aanmerking ne men, dat voetkwalen een zeer langdurige en soms ook kostbare behandeling ver- cischen, doch met dat al blijft het feit be staan. dat alleen voor de behandeling van platvoeten reeds viermaal zooveel wordt uitgegeven als voor den oorlog. Zoowel toen als nu z(jn platvoeten de meest voorko mende voetkwaal geweest, doch het aan tal patiënten was lang niet zoo groot. De reden hiervan is, dat slechts zeer wel nig menschen in elk opzicht gezonde cn normale voeten hebben. Hun aantal is niet eens in procenten uit te drukken, want op 11.000 menschen komt er slechts éón voor met geheel normale voeten. Dat deze meest al zeer onbeduidende afwijkingen zich ech ter ontwikkelen tot hinderlijke voetkwalen, en wel in toenemende mate, is geen toeval, doch staat rechtstreeks in verband met de moderne, meer rationeelo werkwijze. De loopende band bcteekent voor zeer velen een belangrijke en voortdurende overbelas ting der voeten, waartegenover staat, dat tijdens den schafttijd de voeten niet vol doende rust krijgen om zich weer te her stellen. Reeds zeer lang geleden was het be kend, dat platvoeten, cn ook de daartoe leidende voetzwakte, een typische kwaal waren voor alle beroepen, die geregeld een langdurig staan of loopen vereischtcn. De dikwijls radicaal veranderde werkwijze, die de nieuwe productiemethode met zich mee brengt, heeft hetzelfde nadeelige effect als die oude beroepen en werkt op den duur soms nog ongunstiger uit. Het is dus niet te verwonderen, dat thans een aanwezige voetzwakte zich v<jel sneller dan vroeger tot een platvoet ontwikkelt Zoowel het eerste ontstaan als de verde re ontwikkeling van voetzwakte moeten worden toegeschreven aan overbelasting van de voeten. Daarbij is pijn niet altijd een bewijs, dat men te doen heeft met een be gin van platvoeten. Bij voetzwakte gevoelt men dikwijls wèl pijn, terwijl de geheel doorgedrukte platvoet soms niet eens ge voelig is en werkclijko pijn bij do echte platvoeten uiterst zeldzaam is. De voetzwakte ontstaat door overbelas ting, waardoor de voetbeenderen worden beschadigd. Onder deze beschadigingen spe len breuken van de voctbecntjes con bij zondere rol; wij herinneren verder aan de ontsteking van het beenderenmerg cn de ziekelijke veranderingen der beenderen. De rachites, die dikwijls de meest vreemd soortige verkrommingen kan veroorzaken, heeft op het ontstaan van O- cn X-becncn zoowel als van platvoeten invloed. Doch platvoeten kunnen ook van syphilistischen oorsprong zijn. Voelzwaktc en platvoeten houdt menigeen over na een operatie, ter wijl voetzwakte ook optreedt, wanneer het geheele lichaam door een zware ziekte 19 verzwakt. Natuurlijk kunnen deze cn ande re voetkwalen ook ontstaan door schoe nen, die niet genoeg rekening houden met den vorm van deri voet. Aangeboren plat voeten zijn zeer zeldzaam, tenminste bij het blanke ras (nauwelijks 1 Bij geheel doorgedrukte platvoeten zal men practisch nooit pijn voelen, doch in dc voorafgaande perioden zijn dc pijnen dikwijls zeer ernstig cn kunnen zich over het geheele been voortzetten. De pijn lijkt dikwijls bcdriegelijk veel op ischias, zoodat de patiënten dikwijls uit zichzelf massage, baden of zalven toepassen, die hen natuur lijk niet helpen. Zelfs bij een eenvoudige voetzwakte moet n.l. reeds een arts geraad pleegd worden, opdat van, het begin af de juiste behandeling kan worden toegepast. Hierdoor voorkomt men althans vererge ring of chronisch worden van dc kwaal. Dit is vooral bij voetzwakte noodig, omdat deze niet met bepaalde verschijnselen ge paard gaat. Slechts de pijn en andere klach ten toonen aan, dat er ziekelijke verande ringen in den voet moeten zijn ontstaan. Platvoeten kunnen. wanneer zij zich reeds ontwikkeld hebben, door ieder bij zichzelf geconstateerd worden, omdat dan de natuurlijke bocht van dc voetzool, zoowel in overlangsche als in ovcrdwarsche rich ting, verdwijnt. Het hiclbeen is dikwijls op vallend sterk buitenwaarts gedraaid. Do voortdurende toenamo clcr voetkwalen zou niet zoo ernstig wezen als zij nu is, wanneer het publiek or niet zoo onver schillig tegenover stond. Pas wanneer de kwaal ernstig is geworden, denkt men over een inlegzooltje of een ander middel, dat vooral eenvoudig cn goedkoop moet zijn. Het gevolg is, dat de misvorming van de voeten steeds ernstiger wordt. Wanneer dan misschien na jaren geneeskundige hulp wordt ingeroepen, is de kwaal reeds zoover gevorderd, dat de behandeling zeer lang duurt. Chronische voetkwalen ken merken zich door een grootc hardnekkig heid. Dc ernst van den toestand blijkt wel uit bet feit, dat voetkwalen thans in alle lagen der bevolking voorkomen en op steeds meer beroepen overslaan. Zij vormen een ernstig gevaar voor de volksgezondheid. Het is een schrale troost, dat het in hot buitenland in dit opzicht nog slechter gesteld is. Laten wij er daarom naar streven, dat reeds bij de eerste verschijnselen van voetzwakte of platvoeten steunzolen worden gebruikt, die individueel moeten worden aangemaakt naar een gipsafdruk. Deze zolen moeten ook in de schoenen gelaten worden, wan neer men niet staat of loopt. Men neme het geval vooral niet te licht op, want me nige patient heeft zich reeds aan een ope ratie moeten onderwerpen om niet geheel ongeschikt te werden voor het uitoefenen van zijn beroep. EEN DAG OP ZEE. HET VERTREK. Dc zon staat brandencl-mecdoogcnloos op het deinende water. De trawler, bruin van roest, maar sterk van boorden, ligt stam pend als een driftig paard op dezelfde plaats. „Nieuwe 'aériéng! Nieuwe 'aériéng!" Bij eiken uithaal van dit refrein rukken zij het zware, logge net een paar decime ters verder naar binnen. Dc schipper rukt cn de stuurman rukt, do matrozen en de jongensDan zet Job, de stuurman, het eindcloozo lied weer in. 'n Galmcndo solo, die weg-klinkt over liet water, 'n vera zon der einde en zonder begin, dat vertelt van véél liefde en veel misère cn dat telkens weer verrassend onderbroken wordt door 't daverend refrein: Nieuwe 'aériéng Nieuwe aériéng!" Job, de stuurman, zwijgt dan... liet heeft geen zin, dit refrein mee te bulderen. Hij is solist en staat bóven het koor. En weer wordt het net wat verder binnengehaald. Totdat het lied begint, zonder einde en zon der begin Wij, gasten aan boord van dien Schcve- ningschen trawler, kijken belangstellend toe. Daarvoor zijn we gasten. We vinden het „interessant". Het bleckc vrouwtje dat den dag zoo moedig begon en nu, sinds een paar uren, stilletjes zit weggedoken eigens op het dek in een grooten stoel, zou het ze ker „eenig" vinden. En och, waarom ook niet? Want wat zijn wij hier anders dan vreemdelingen? Op Hollandsch terrein, tus schen Hollands,Che menschen. Wc schelen niet veel met dc bebrilde cn ge-kodakte Amerikanen die dan den Ilaag „doencn zich vergapen aan de Gevangenpoort. Lood ern oud ijzer We willen alles weten cn wc krijgen op a'les een afdoend antwoord. En als wc «straks een tweede keer weer zullen gaan, dan stappen we aan boord met wereldwijze gezichten: óns hoef je niks meer te ver tellen. En.... wc dóen aan alles mee, het duurt niet lang of de meneer, die ik Men gelberg doopte, staat ook te trekken cn te zingen, alsof hij nooit in zijn leven iets anders gedaan heeft cndc Schevcnin- gers grinniken. En welk een triomf orn in don stuurstoel te staan cn het schip te rcgccrcn! Het is grappighet doet er niets toe hoo on De thermometer \oor tourisfcen- bezoek. Leego hotels in Sche- veningen. Een vergeten con ferentie. Voorburg wil niets van annexatie weten. Ge meenteraad© allerlei. Er Ï6 in dc zomermaanden een periode, al is deze dan ook kort, dat dc residentie toebehoort aan vacantiegangers. Er is om dit feit te constatecrcn een zeer goede ther mometer. Deze is in hot hartje van (Je stad gelegen. Het is dc gevangenpoort. Daar vindt men in de laatste weken van Juli cn alle weken van Augustus steeds een sliert menschen, die op mooie dagen oen respec tabele lengte aanneemt. Deze menschen staan te wachten om toegelaten te worden in het griezelparadijs met de martelwerk tuigen. Daar krijgt men te zien hoe onze voorouders straffen ten uitvoer brachten. Het schijnt dat het bezoek aan de gevan genpoort steevast voorkomt op het pro gramma van den bezoeker van 's-Graven- liaec. Hoo groeier nu (1c sliert is, die bui- ter. te wachten staat, hoe grooter het aan tal daz-tourteten is, dat den Haag cn be- aook -.vaardig keurt Maar deze thermome ter faalt a>«ohiut als we daarop 7ouden willen lezer; hoe de toestand op Schevc- ivng-T. is. Ja, wo zouden haast kunnen hoe grooter de stoet wachtenden is voor het gruwcl-museum. des te kleiner het aantal gaster, in dc Schevcningsche ho tels. De verwachtingen waren voor dit sei zoen niet ei;g hoog gespannen, maar zoo slecht als het thans is, had men het zeker niet verwacht. Hotels met honderden bed den cn een omvangrijk personeel hebben soms een aantal gasten, dat men op een band kan aftellen. Het is den laatstcn tijd zelfs wel voorgekomen, dat al het keuken- personeel in dienst was voor één gast. Een gast in de eetzaal, waar andei'6 ccn mon dain geroezemoes hcerscht van honderden gasten. Alle reclame ten spijt zijn de Sche vcningsche hotels leeg gebleven. De enkele vreemdeling, die zich niet door do malaise hééft laten afschrikken voelt zich in dc grootc ruimte als een kat in een vreemd pakhuis. Dc' Duilschers, die anders zulk een groot gedeelte van do Schevcningsche badgasten uitmaakten, zijn weggebleven om begrijpelijke redenen. Dc flnnncieelc de bacle in Duitschland begon juist op het tijdstip, dat het hoogseizoen inzette. En de reisbelnsting, die door (1e Duit6Che regoc- ring wordt gelieven, zal wol den genade- stoot gegeven hebben om het toch zoo lok kende Noordzeestrand niet op te zoeken. Het gaat den hotelhouders op Schevenin- gen slecht, bar slecht. Ook de affclcrc on dernemingen op Scheveningcn, dlc het niet direct van de vreemdelingen moeten heb- bo.n, hadden vrijwel de geheele maand Juli te lijden van het slechte weer. Het strand leek op sommige dagen uitgestorven en de enkele mooie dag, die er tusschen door liep, kon do vele verregende andere dagon natuurlijk niet goed maken, waarop het be dienend personeel, dat hoofdzakelijk van dc fooien moet bestaan, niet verveelde ge zichten naar het water, dat uit den hemel stprttg, stp.nd. te kijken. Gelukkig dat einde waarheen wc varen. We stoomen een beetje doelloos rond cn sloepen het net achter ons cn toch-kijk nou éven! naar die houdins, naar dat gelaat! Hij staat aan het stuur rad en hij tuurt den horizon af alsof er elk moment een vloedgolf in zicht zou kunnen komen. Met een bruusk gebaar wordt hot rad wat omgeworpen, alsof liet niet anders kón, alsof zijn hand bestierd werd door liet iot éiges Ik lig in een dckstoel cn heb er zóó m'n plezier in. Ma&rzijn wo zoo niet alle maal? Het dilettantisme in den niensch schijnt een onuitroeibare eigenschap. Er zijn in Nederland 2200 Dilettanten-tooncelvcr- cenigingen. Dat is geen toeval meer En daarom: laten we voor éón dag vie- scher spelen. Kwaad doen wc er niet mee en al6 de echte visschcrs ons uitlachen, dan doen ze het toch achter onze rug. Daar heb ben ze zoo hun reden voor Het begonja, waar begon het eigen lijk mee? Het begon met de lachonde, ver- brando kop van den stevigen recder. die mij toeriep dat wc wat iater zouden uitvaren en dus zette ik mij gelaten op een kist aan den wal met een stekende zonneschijn op m'n hoofd en de geuren van don vischafelag in m'n neus. U zult mij moeten toegeven dat zulks 'n ongelukkig begin is. Het was te warm en te welriekend om er den moed in te blijven houden. En het fleschje ver koelend vocht, dat ik kocht van een langs de haven sl en torenden venter, was lauw cn smakeloos en maakte dc zaak maar erger. Langzamerhand verzamelden zich lotgo- nooten, die óók mee-gingen cn één braaf burger was er die zich tot mij wendde en mij op aangenaam-causeerendc wijze tracht te te onderhouden. Ik houd niet van cau- secren cn zeker niet als de zon brandt cn de visch riektHij gaf den moed niet cp eh zeidc dat het altijd interessant was dingen te ondervinden, waar men iets van loeren kan Hetgeen ik geslagen beaamde. Meneer (meneer was ik!) was zeker nog nooit mee geweest met een trawler? „Meneer" gaf ook dit, zwijgend, toe: Meneer trof het wel met zulk wcertjo! En een beminnelijke glimlach spoelde over zijn braaf gelaat. „Meneer" kon deze opmerking niet ont kennen, voegde cr alleen aan toe ,,'n beetje ie warm!" Hetgeen meneer nooit had mo gen zeggen, want een weerkundige verhan deling was het jammerlijk gevolg, maar tja, 'n mcnsch heeft op een loomen zomer morgen wel 's ontactvollc momenten. En zoo slingerden cn hingen wij daar rond, totdat onze trawler over zou steken. Voorloopig laadde zij puf uit. De oude Schc- vcninger met het als uit hout gesneden ge zicht, het wandelend Toorop-model met 'n al te 20sle-ccuwsch sigaretje in z'n mond, vertelde mij zulks 'alsof het de gewoonste zaak ter wereld was. Wat doet men dan als burger? Men praat mee.... waarom niet? Puf is en blijft puf, ook al weet jij niet wat het is. Miok (de trawler) werd van puf ontdaan. Het klinkt als de cén of andere zonderlinge, geheimzinnige codemen '.ou er belang rijke staatsgeheimen achter kunnen zoeken, zoo onnoozcl klinkt het. En tóch, ik bid u, onthoudt deze combinatie, dit wonderlijke verband van Miek en Puf. liet vormt een voornaam bestanddeel van dit relaas Men had mij verteld: 's Avonds tusschen G cn 7 loopen wc weer binnen. Een (luister voorgevoel besloop mij om met dc dich ters te spreken en ik besloot deze belofte te loey.sen aan de zeevaartkundige kennis van het Toorop-model. Dc oude Schcveningcr trok hancpootjcs van plezier in dc hoeken om zijn oogen: 't Bestaét nicV' Ik hen geen zeevaartkundige, ik ben maar een journalistjc van den drogen wal, en daarom valt liet te vergeven dat wonder lijke visioenen mij bevingen: wanneer dan? Loopen wij nog wel binnen Niet voor niets bestond, er een vliegende Hollander! En waarom zou „T Za' we' tien uurc worrc'. Mee den Vloed." ,,'t Bestaét niet." Het klonk als een vaderlijke geruststel ling Toen stak Miek over. Plechtig. Langzaam. Voorzichtig. Miek was uitgepuft. Ik niet... En zoo log en onhandelbaar ais Miek er op het eerste gezicht uitzag, toch drong zij glijdend en glad tusschen een paar vrien dinnen door en meerde "4* SP ff X sa ff sa ff sa ff itr A» ff sa ff w I Hoc of het kwam, wat <l' oorzaak was? Het is me thans om t even jly 'k Had na een rustelooze dag. mij laat lor rust b"geven. i En. viel al spoedig vast in slaap, maar vreesclljko uren Kreeg ik door een benauwden droom al spoedig lo verduren. 't Was alles muisstil 0111 me beent Tot plots'ling 't was heel duister ICen zacht geritsel, vlak hij mij. Enhoord' ik geen gefluister? Jji Ik Iraehttc met mn blik als 't waar ihct donker te doorboren «fj Maar niets dat ik o&tdekken kon: ik kon alleen wat hooron! Werd daar niet aan de deur geklopt? heel zaoht; dan kort cn krachtig Dj deurknop daarna omgedraaid? Toen werd het me te machtig Ik riep: „Wie daar? D'r uit Of 'k zalMaar zie. de dour ging open J* En grijnzend kwam iets naar het sohcen recht op me toe gekropen ei£ Ik zag lets wits, ik weet niet wat! Een geest? Ik wou gaan schreeuwen V. Doch 'k kon r.óetl 't Leek een spook zooals in lang vervlogen ceuwon i Men na ik hoorde wel eens zag! 'k Wou opstaan maar m'n krachten Begaven mij. Ik kon niets doen dan angstig biyvon wachten! j&r Daar klonk een ijzig, koude stam, gebiedend en doordringend i Soms hard, ja stug, dan spottend wel cn af cn toe schier zingend. 'k Vernam 't verhaal cn 't doel! Men riep: „O, snoodo Keientrekker Hou jo gemak, gij vreeslijk mensch! met vinger aan don trekker 1 Sta ik hier voor U! Onvorlaat Ge kent mc niet? Dat weet ik! Voor ojuwen heb ik hier geleefd; ten slotte overleed ik Ik heb Uw stad een dienst gedaan, haar zelfs mij naam gegevon 1 't Cadeautje wat lk destijds schonk is steeds intact gebleven Maar daar juist gaat het om! Ik kom aan U voldoening vragen 't Heb me als sdhenker van dat moois nadrukk lijk to beklagen 1 Eerst hebt go wat ik gaf do stad als vuilnis schior begraven ejC En loon cr enk'lcn hier cn daar toch hun protesten gaven, Hebt ge weer opgediept dien schat, 't kleinood van grooto waarde t Wat zonder een bewaking steeds zichzelf vóór diefstal spaarde. I)it kleinood is in kwaliteit nog nipimer overtroffen En ieder in do stad is thans daarover nog vol lof en J. Daarom hebt ge ten slotte het oen goede plaats gegeven vr En daar is m'n nadoau zoo waar een jaar of wat gebleven! -Ar Maar 'k hoor: het moet weer weg! Waarheen? Ondankbare getrouwen 1 Is 't noodig dat mon hier inet iets van waarde zoo gaat sjouwen? Maar dén ding zeg ik U: Wanneer 't nu weer eens zonder zorgen ;&r In d'cen of anderen hoek, verstopt als 't ware, wordt goborgen 1 Dan eisch ik op wat ik eens gaf! Dan is het afgcloopen N*- En 'k wil op 'n andere planeet op moer waardeering hopen jtj 'k Begreep van wat ik hoorde nietsl 'k Wist niet wat hU bedoelde A. Hij was zoo kort bij mij, dat ik zoo waar z'n adem voelde. rP lk meende dit hij aftrok.. maar, o, sohrik, wat ik vermoedde -Jj Gebeurde niet! Integendeel. Met schier nog grooter woede Begon hij weer. „En dan heb gij, o Amcrsfoortschc voste Ecn straat naar mij genoemd Een straat do sleohste die er restte. -Ij Ik kom cr juist vandaan en zie: terwijl de stad moet slapen, Heeft een gowcld'ge regenhui, die mooie straat herschapen -f- In een volslagen modderpoel! 'k Zeg modUerpoolü Verstaat ge? jkj Want jen plaveisel is er niet! Wanneer dan toch bestraat go Deez' vrecsclijken weg, die ge mijn naam ging geven! *iv Was daarvoor dan m'n lang en goed, verbazend werkzaam leven? J|* Dat gij, die ook m'n naam draagt niet kortweg moet beamen, Dat men zioh tegenover mij toch werkelijk moet schamen. Alleen 't trottoir, vol gaten nog, daar kan men net passecren Maar anders valt er in mijn straat beslist niot te verkeoren Herdoop die straat of maak haar good, mijn naam on werken waardig Want werkelijk ik zin op wraak al klinkt het eigenaardig Ik kom terug! En dat gaat door! Is 't dan nog niet in orde Dan zal Uw straf, o Keienstad meer dan vcrschrikk'lijk worden Waarom ik me juist wond lot U? Dat is vlug opgehelderd Menig verzoek tot bJet're straat is al fideel gekelderd En 'k eisch van U dat ge een rijm, direct gaat publicecren In 't Amersfoortsche Dagblad Dat is 't laatst wat 'k ga probecren En helpt tiet niet wanneer ge zegt dat ik U op kwam zoeken Dan zult ge hier in Amersfoort een catastrophe boeken Want heel do Keienstad ze zal dan in het niot verzinken Ik ga haar in mijn eigen straat bij regen-weer verdrinken lk eisch op de geslagen wond een degelijke pleister ,'ec Uw gebeent ais dat niet gaat.. Ik ben Everhard Mclgstcr! (Alle reohten voorbehoudon.) GROEGOE. Wij gingen aan boord. Dc hééle horde. Dc bemanning koek ons monsterend aan. Het was eerst wat onwennig. Zoo'n trawler is een maatschappij op zichzelf. Daar ben je maar niet ineens thuis. Er lieerscht op zoo'n schuit een aparte sfeer. Een hecht verband moet bestaan tusschen die mannen en jon gens, die weken en weken alleen op elkaar zijn aangewezen. En deze intimiteit wil niet verbroken zijn. Wat maar goed is ook. Het gevoel bevangt ja dat je hier op oen andcr's grondgebied vertoeft. Al ben jc dan ook gast. En waarachtig de eerste oogcnblikkcn voel je jc behagelijker op ccn 60irée van den gezant van Bolivia, op een andere afgelegenheidMaar je bént cr, cn straks worden dc touwen losgegooid ik zeg lokker niks van „dc tros wordt los- gesmeten"! en dan vüér jc opgesloten met elkaar cn op elkaar aangewezen. Dc laatste bevelen worden gegeven, cr wordt een en ander op otens- cn drank-ge bied aan boord gebracht en met 'n tikkic maar dat hebben wij niet volgens burge meester de Vlugt kun je jc inbeelden dat dit een afscheid wordt voor langen tijd, dat we reizen naar streken waar de poolvos je kippevcl bezorgt cn waar dc walrus z'n snor aflikt ik weet alleen niet of zoo'n beest 'n tong heeft enfin, doét er niot toe. En waarom zou ik me dat niét inbeelden, zóóveel boeiender. Jc denkt aandit en aan daten jc neuriet zoo'n paar regels van: „Nou tabé danU weet wel, en de vrouwen wc hébben vrouwen aan boord! krijgen tranen in d'r oogen en de man nen slikken wat weg. maar erg heldor zio jc alles toch niet meer. Het jonge vrouwtje is cr, aan den wal, dat van haar man af scheid neemt, 'n kind op den arm, en het vriendinnetje van een der matrozen, met een behuild gezichtje onder 'n bloemperk van 'n hoeden 'n paar toffe jongens doen hun vriend uitgeleide cn schreeuwen leuke, geestige gezegdon, waar niemand om lacht U ziet: 'n beotje verbeelding doet 11 hcelc- boel en heusch, 't spijt me, dezen indruk te moeten verstoren met nuchtere opmerkin- gon: het zou maar één dag duren, wc deden het voor ons plezier, en aan den wal ston den alleen wat Schevcningcrs, die er immers altijd staan als eon schuit afvaart. Dat kun nen ze niet laten. Dat zit hen in 't bloed...* En aldus voer dc uitgeputte Miok weg..., (Wordt vervolgd). Juli wat beter weer bracht en do „dagjes- monschcn" wat leven en fleurigheid in do badbrouwcTij brachten. Als de zon schijnt, dan is het plotseling of alle leed vergeten is. Dan kijken de gezichten zonnig, dan is dc zee niet meer het wispelturige monster, dat de exploitanten grimmig aangrijnst. Dan is dc zoc dc dartelende, vricndolijk uitnoodig^n.le nymf, die dc vreugde ontke tent cn dc heurzen opent, die dc kelen dor stig maakt en de magen hongerig. Dan krijgen de stiandezeltjc6 lieve lasten to dragen Dan behoeven dc strandfotografen niet eens te vragen: „Even vriendelijk kij ken", want iedereen kijkt vanzelf al vrien delijk. Dan marcheert alles goed. Do zee baden verheugen zich in ccn grooten stroom van badlustigcn en het stille strand is voller dan ooit. Dan worden even de zor gen opzij gezet. Er wordt niet gedacht aan de boekhouding, die na afloop van het sei zoen ccn groot deficit zal aanwijzen. Zoo is het gesteld in onze luxe stad cn onze luxe badplaats Wc missen als dc an dere jaren hot internationale gezelschap, waarop dies is ingericht. Over internatio naal gezelschap gesproken. Werkelijk, dat zouden we haast vergeten. We herbergen knappe kopprtn, die in do zalen van het vredespaleis gewichtige juridische beschou wingen hebben gehouden over do voorge nomen Duitsch-Oostcnrijksche Tolunie. Wel nimmer is cr in Den Ilaog een conferentie gehouden, welke zoo vergeten, zoo onopge merkt voorbij is gegaan als deze. Letterlijk niets in het openbare leven heeft erop ge wezen dat er in de zalen van de stichting van Carnegie beslist werd over ccn belang rijk Europeesch vraagstuk. Dc wereld is zoo in zorgen gehuld, dat ze niet dc minsto aandacht over had voor hetgeen knappo mannen van de verschillende daarbij be trekken landen hadden te vertellen. Do al of niet doorvoering van de tolunie zal geen redding brengen in dc verwarde, vrijwel hopelooze toestand in Midden Europa Doch dit vraagstuk behoort niet in het kader van dezen Haa^schcn brief thuis. Laten we meer bij dc deur blijven. Ook binnen onze gemeentegrenzen hobbcn wc probiemen op te lossen. Daar is dan bij voorbeeld de naderende annexatie van ver schillende rond Den Haag liggende klei nere gemeenten, dewelke in 1932 ccn feit zal moeten zijn. Deze kleinere gemeenten voelen over het algemeen weinig voor deze annexatie, ccn vrijwel bij elke annexatie weerkoerend verschijnsel. Er worden actie- comité's in het leven geroepen om te agee- ren tegen dc aansluiting, maar het slot van hot annexatie-liedje is 6tceds, dat de ge meentel) ingelijfd worden bij haar grooterc zuster, die haar honger naar uitbreiding moet stillen. Voorburg, een van dc gega digden om te worden opgepeuzeld heeft een dubbelen raad gekozen, die te beslis sen heeft inzake dit vraagstuk. Gekozen werden 13 anti- en 4 pro-annexatlc-candi- daten. Voorburg is er dus tegen om bij Den Haag te worden ingelijfd. Of het voel zal helpen? Wo betwiifelcn hel. want ae residentie moet uitbreiden en ze kan het niet heipon, dat nu loevailig Voorburg te gen haar aanligt. Doch ook binnen de grenzen der gemecn- *e denkt onze gemeente aan uitbreiding Dc buitenplaats Ockcnburg, op het oogenblik nog gelegen aan do uitersto grens der gemeente, maar hoe long zal dit nog duren? is dan door de gemeento aangekocht, die cr een voor het publick toegankelijk park van zal maken. In de zelfde raadsvergadering waar dit voorstel bekrachtigd werd, kwam ook iets nnders tor sprake. Dc geloofsbrieven van twee ge kozenen, nog wel vrouwelijke raadsleden, werden niet in ordo bevonden. Hun echt- genooten zouden in gemeentebetrekking zijn, althans in dienst van instellingen, welke vanwege rlc gemeente werkon. De meerderheid van dc commissie tot onder zoek van de geloofsbrieven adviseerde tut niet toelating op bovengenoemde gronden. Jammer, het staat zoo fleurig wanneer er in den gemeenteraad ccnigo dames zijn. Als we ons niet vergissen, zal dc nlouwo raad er nu twee onder haar leden tellen, inplaats vnn vier zooals de uit6lag der ver kiezingen was. In dezelfde raadsvergadering, op ccn na de laatste van dezen rand. heeft men ook nog liet asfaltoeringsplan voor 1932 onder de loupe genomen. Verschillende leden hadden natuurlijk hun straatjes, die hoogstnoodzakelijk van een nefaltdek moesten voorzien worden. En het Haagsche asfalt, dot hier en daar nog ai eens glnd is, in letterlijken zoowel als in figuurlijken zin, maar over het laatsto willen wc het niet hebben, moet stroef gemaakt worden, zoodat cr geen ongelukken mcor zullen voorkomen door 6lippcn. Of het dan.ook uit zal zijn met de slip- pcr.tjes

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 16