van TEEKENPLAATJE Voor kleineren. Om op te lossen. DAT WAS HET VERSCHIL! Raadselhoekje Oplossingen der raadsels uit 't vorige nummer. Voor grooteren. Voor grooteren. Voor kleineren. EEN GOEDE RAAD IETS OVER MIEREN (Nadruk verboden). door, die zich aan den achterkant van mijn hok bevinden, en hij legt de pinda's vlak voor mij neer Ik wacht, totdat hij weg is en dan begin ik te eten. Ben ik lui? Of ondankbaar? Neen, niets daarvan, maar ik versta de kunst, om mijn gevoelens te verbergen. Geloof maar vrij, dat ik in mijn schik ben, wanneer ik eten krijg I Mijn dagelijks rantsoen bestaat uit: een heel brood, behoorlijk besmeerd met zuivere natuurboter, margarine heb ik Dog nooit gegeten; vier eieren; acht bananen; en dan nog een flinke hoeveelheid pin da's. Koffie of thee gebruik ik niet; ook geen melk; ik drink uitsluitend water. Ik heb het dus nog zoo kwaad niet, en dat kan men mij ook wel aanzien, want ik ben nogal corpulent. Mijn voorganger Sultan was goedaardig van natuur; die liet zich heel gewillig da gelijks zijn lange haren netjes uitkammen. Daar is bij mij geen denken aanl De oppas ser heeft het niet erg op mij begrepen cn ik op hèm niet. Als hij mijn hok wil schoon maken, geeft hij mij eerst een paar bana nen. Die neem ik mee naar boven in de klimstokken, die 7 Meter hoog zijn. Daar eet. ik zo op en In dien tijd dóet hij zijn werk Ga ik dan weer naar beneden, dan pakt hij zijn biezen. Och ja! Hoe goed ik het hier ook heb nooit zal ik bet den menschen vergeven, dat ze mij hier hebben opgesloten bij een paar armzalige klimstokken, terwijl ik vroeger de vrije beschikking had over mijn heerlijk bosch op Sumatra. (Nadruk verboden). V A L K A D E L L E V E K L E 1 1. Lathyrus. 2. Het oog van den meester maakt het paard vet. Geen rozen zonder doornen. Vieze varkens worden niet vet. 3. Bok, bek, bak, beuk. 4. Koekoek. Iemand, die een groote boerderij bezat, zag zich door geldgebrek genoodzaakt de helft zijner landerijen te verkoopen om zijn schulden to betalen en de andere helft tegen een behoorlijken prijs aan een boer te verhuren. Na eenigen tijd gaf de boer zijn wensch te kennen: het land te koopen. „Maar hoe zit dat?" riep de eigenaar ver baasd uit. „I k kon mijn eigen boerderij n' houden en jij, die toch huur moet betalen, zou in staat zijn haar te koopen?!" „Twee woorden maken het verschil", zei de boor nu. „U zegt tegen het geld: „Ga!" en ik zeg: „Kom!" U slaapt 's morgens lang, leeft geheel voor uw plezier en laat het be heer der boerderij aan anderen over, terwijl ik vroeg opsta, hard werk en overal bij ben. „Dat is het verschil!" (Nadruk verboden). A S S L A A D A A L 1 T 0 2. Zij, ven, ster; zijvenster. 3. Het heele gezelschap stond in de grot te wachten op haar. (Rotte). Ik kwam vanmiddag die zeven boeken bekijken, maar u was helaas uit. (Dieze). .Waarom sloeg je mijn raad ongeloovig in den wind? (Aar en Donge). Oom Hans, walmt het petroleumstel in de keuken? (Swalm). 1. Mijn geheel wordt met 8 letters ge schreven en noemt een woord, dat sieraad boteekent. 2, 6. 5, 8, 3, 5 is een groote stad in En geland. 1, 7, 3, 2 is een ander woord voor frisch. Een 3, 4. 1 is een boom. 2, 6, 7, 8. is een metaal., 2. KrUisraadsel. Op de beide kruisjeslijncn komt de naam van een groot, viervoetig dier. X X X X X X X X X X X X X lo rij een klinker. 2o een verkorte meisjesnaam. 3o een ander woord voor puntig. to 't gevraagde woord. 5o een ander viervoetig dier. fio een rivier in Beieren. 7o een medeklinker. Verborgen dieren. Hebben Oom Ko cn Tante Tine een drukken dag gehad? (2) Ik kwam u geen enkelen keer tegen tij dens ons verblijf in den Haag. -\) strompel ik aanvankelijk nog wat. het loopen zal weidra beter gaan. Je hebt heel andere boeken meege bracht dan ik je vroeg. i. Mijn eerste is een voertuig, dat alleen gebruikt kan worden, als er sneeuw ligt, mijn tweede kan een vloeistof bevatten, mijn derde is een schut sluis cn mijn geheel een rivdej- in Xoord-Amerika. Mijn geheel wordt met 8 letters ge schreven en noemt een bloem. 3, 1, 2 is een jongensnaam. 2, 4, 5, 5, 6, 7 is een meisjesnaam. 8, 1, 2, 3, 1 is een verlrisschcnde drank. Een 5, 4, 5, 6, 7 is een mooie bloem. Ik timmer cn ik klop vaak, Ben toch geen timmerman, Maar 'n vogel, dien men juist met Zes letters schrijven kan. i. Met h sta ik op het land, met z ben ik een viscli, met k een ander woord voor rustig en met p een groene plant. Ik heb een gouden hart, dat Wordt door een krans omringd Van kleine, smalle blaadjes. Reeds vele jaren zinct Men steeds weer 't zelfde loflied Van mij: 'k lijk op de zon. Het zou een domoor wezen. Die mij niet noemen kon. (Nadruk verboden). Al zit j' in een aulo, Al rijdt j' op een fiets, Van veel mooie dingen Zie je dan (och niots. Wand'lcn is Jc ware, Kom, probeer 't een keer 'k Wed, dat j' als je thuis komt, Blij roept: „Dat doe 'k weer!" II, ASSCHER VAN DER MOLEN. (Nadruk verboden). Als de zon je 's morgens Uit je bedje paait. Als de vogols fluiten En het haantje kraait, Als de lucht zoo blauw is, Wolk'loos en heel glad, Ga dan vroeg naar buitgn. Ga dan eens op pacj! Beste Nichten cn Neven, Ik heb het jullie verleden week beloofd een reisverhaal van mijn reis naar Wcencn en de uitetapjes welke lk lil Oostenrijk hob gemaakt. Hot is woliswaar een roociljjko belofte omdat ik ervan overtuigd bon, dat ik jullie onmogelijk alles kan vertollen wat ik gozion hob. Jullie moet weton, dot ik do jubileumreis van de Nederlandscho Reis- vereeniging heb meegemaakt en op deze reis hebben wij dan ook niets anders ge daan dan reizen cn uitkijken. Wij kwamen voortdurend oogen te kort cn tijd. Ik had zelfs haast geen ti.id om oens wat- nieuws naar Holland te zenden! Je begrijpt, dat ik dus in mijn verhaal voor jullie wat kort zal moeten zijn en do kleinigheden zal moeten verwaarloozcn, daar ik anders ln December nóg bezig zou zijn aan die Oostcnrijksche reis. En dót zou wat al to vervelend worden. Ik zal dus maar gauw beginnen met mijn \erhaal over mijn tocht Naar Weenen, Een behoorlijk reisjo hoor: 's morgens om kwart over zeven weg met een extra-trein cn 's avonds om half één in Wels een stad, welke in -de nabijheid van Wcencn Iigta Maar wij hebben ons niet verveeld; liet was bizonder warm toen wij gingen, doch het mooie uitzicht cn do ijskoude dranken in dc restauratiewagen vergoodden veel Een flink deel van de reis heb lk jullie verleden jaar reeds verteld, n.l. van Hol land tot aan Wiesbaden, maar daarna was de omgeving voor mij ook geheel nieuw lk begin dus met te vertellen, dat wij na Wiesbaden naar Mainz reden, waar wij het Rijndal gingen verlaten on doortuften naar Aschaffcnburg, waar dc Main een grootcn bocht in Zuidelijke richting vormt. Wij ko men weldra door het Spcssartgebergto met zijn schitterende bosschen om vervolgens door een tunnel van ongeveer een kilomó ter lengte het dal vin do Loh'r te berelkch; Dit riviertje mondt' uit in den Main, die "\Vc weer volgen tot dé oude Duitsche stad Würzburg. Hoe mooi' cn hoe prachtig het weer ook was, wij begohnen 'lè'ch naar een buitje regen te' verlangen.' Het was in de wagons, ondanks dat alle ramen opÜn„ stonden, on dragelijk' warm geworden- En' Jawel hoor, terwijl wij met een /link vaartje.doorstoom den er reden twéé groote locomotieven voor onzen trein naar de speelgoedstad Neurenberg, begon de lucht vóór ons angstig biauw-zwart te worden cn eindelijk door kliefden de eerste bliksemflitsen het grauw- zwarte wolkendek. Na de speelgoedstad ge passeerd te zijn kruisen wij tweemaal het Main-Donaukanaal, dat de verbinding vormt tusschcn een zijrivier van de. Main en een zijrivier van de Donau. Het is onder de hand gaan regenen en niet rgo zacht jes ook: wij kunnen nauwelijks door de coupé-ramen zien zóó stort het! Dc mooie kleine huisjes in de dalen, dc helle kleuren der geveltjes geel en lila zijn nauwelijks rneer te onderscheiden want het is zoowat donker geworden. Terwijl wij Regensburg binnonstoomen stroomt de regen nog neer, hetgeen ons deed opmerken, dat deze naam nu nog niet zoo slecht klonk. Dc regen is echter geen beletsel om verder te rijden, zoodat wij al vrij spoedig langs Straübing rijden, dat in een groote vlakte ligt, waar zeer veel koren verbouwd wordt. Deze streek draagt dan ook den naam van „de korenschuur van Beieren". Eindelijk komen wij op Oosienrijksch grondgebied: wij stop pen aan het Oostcnrijksche grensstation Passau, waar wij door de Oostcnrijksche bondsspoorwegen werden begroet. Het was toen reeds 6tik donker, hoewel het pas half negen was. De verdere reis liep door het dal van de Inn om zoo in Oostelijke rich ting naar Wels te rijden, waar wij om bij half een '6 nachts binnenstoomden. Een kleine wandeling naar het hotel en de wel verdiende nachtrust kon een aanvang ne men. Ik behoef jullie zeker niet te vertellen dat wij aardig moe waren ondanks het feit, dat wij dien dag „alléén maar in den trein gezeten haddon". Of we dien nacht geslapen hebben? Nou, cn óf, kort en hevig. Den volgenden mor gen werden we alweer om 7 uur gewekt omdat we om ruim 8 uur met den trein mee moesten naar Linz, waar de pxoote Donauboot voor ons gereed lag om het heele gezelschap naar Wcencn te brengen. Hoewel het Zondag was, was er in Linz markt, heigeen voor ons, Hollanders wel een eigenaardigen indruk maakte. Het was er vroeg al zeer druk. Do prachtige boot had de Hollandsche vlag in top, hetgeen ons natuurlijk wel prettig aandeed. Ik heb jullie verleden jaar geschreven over den boottocht op den Rijn en óók verteld, dat deze prachtig was, maar de tocht op de Donau overtrof die van den Rijn wat natuurschoon betreft, verre! Eén ding is ons echter bijzonder tegengevallen: de kleur van de Donau. De walsencomponist Strauss heeft zoo schitterend zijn beroemde wals „An der schónen blauwen Donau'' ge componeerd, maar de Donau is absoluut niet biauw. Het water ziet net zoo grijs grauw alsof er cement in gegooid is! Mis schien was dat in den tijd van Strauss nog niet zoo, maar wij zijn maar zoo vrij ge weest om te zingen „An den schonen grauen Donau!" liet stuk van don Donau tusschon Linz cn Wcencn ls volgens de reiebockjes hot mooiste- deel van deze rivier. Inderdaad kwam je op dezen tocht oogen te kort. Het weor was 's morgens erg donker, doch wel dra begon hot op te klaren en 's middags was bet boven op het dek van de boot eon waar zonnebad! Voortdurond vroegon nieu we mooie plckjos onze aandacht. Nauwelijks was de stad Linz uit het gezicht verdwenen of wij zagen vóór ons alweer de torens van Ebelsberg cn do abdij Sint Florian, die een der oudste on prachtigsto kloosters van Oostenrijk moet zijn. Een grooto serie van burchten, waarvan velen reeds zijn verval len tot ruines zien we nu weer links, dan weer rechts van don oever op. de'hooge bergen, welke met dichte bosschen zijn be groeid. Even na Lin? komt de Traun, die door Salzkamraergut stroomt, in do Donau. terwijl wij na Manthau6er, dat bckond is om zijn granietgroeven, do Enns ln do Do nau zion uitmonden. Wij komen dan weer lang» oen laag gedeelte om vervolgens bij Wallsee de borgen weer tot vlak bü don stroom to zien naderen, terwijl bij Grein eon zeer nauwe ongto is, welke Strudongau heot; hior beeft de rivier zich een weg ge baand door het gebergte, zóó nauw, dat or bijna geen ruimte is voor den weg en do spoorlijn, welke langs den Donau loopen. Hier donken wij weer even aan hot Rijn landschap als wij voorbij het eilandje Wörth varen, dat veel herinnert aan liet Duitsche Rolandseck. In de verte zien wij boog op een berg twee machtige witte to rens: het zijn do torens van het beroemde benedictijner klooster te Melk het Stift Melk, dat een der grootste kloosters ter wereld is. Wij hebben hier een bezoek ge bracht, doch om een beschrijving te geven van dc pracht, welke wij daar gezien heb ben, zou te veel plaatsruimte vergen. Wij dachten al dat wij iets moois gezien had den, doch het personeel op de boot ver klaarde, dat wc nu pas het mooiste deel kregen. Dat beloofde dus nog wat te wor den! Wij kwamen nu aan de Wachau, een der mooiste streken langs den Donau, waar bij wij het slot Schönhichl zien, dat als een wachter voor den ingang van dit gebied is gelegen. Wij varen nog langs tal van schilderach tige plekjes, wij komen langs het strandbad Kloosteraeuburg, waar de honderden rood bruine badgasten ons toezwaaien, waarna wij in de verte reeds het groote rad zien van het Prater, waar één groote kermis is gebouwd. Dat was Weenen! Te ongeveer zeven uur kwamen wij in deze wereldstad mot bijna 2 milliocn inwoners aan. (Wordt vervolgd). Op dc le rij: Op de 2e rij: Op de 3e rij: Op de ie rij: naai vindt. Op do 5e rij: Op de Go rij: foort. Op de 7c rij: Op dc 8c rij: Op de 9e rij: ce.iv medeklinker, een muziekinstrument, een dorp aan de Maas. Iets wat men in ieder ktt- het gevraagd'- woord, een landstreek rond Amero- cen kleur, een familielid, een medeklinker? II. Ik ben een stad in Zuid-Holland; ont hoofdt men mij, dan bon ik een visch; neemt mon dan mijn staart weg, dan ben ik een getal; neemt men dan nogmaals mijn staart weg, dan bon ik een lengte maat. Ik bon een schilder, onthoofdt men mij, don wordt ik een, dier. ONZE RUILHANDEL. Mosroos, dio me c-cn paar plaatjes gaf van Haas' azijn en een paar a]i-baba.bon nen, kan eonigc roodbandplaatjcs komen balen. IJsbccr kan 'een paar 6igarettendoek- jes krijgon. M o e d o r's IIulp kan een paar Kwatta- soldaatjes krijgen. Neptunus kan oen paar Haust bonnen halen. Een onbekende zond me nog ocnigd paddcnstoelenplaatjcs, waarvoor ik hem vriendelijk dank zeg. Duikelaartje gaf mo een paar Dros. tcplaatjes cn Hille's bonnen. Watergeus kan een paar Drostc-plaat. jes kom'on halen. Volgende weck is er géén ruilhandel, daar ik dan met vacantic ben en oom Tom dan jullio briefjes boantwoordt De bonnen kunnen deze weck vanaf Maandagmiddag worden afgehaald. (Opstellenwedstrijd), De opstellen zullen waarschijnlijk vol gende week nog nlot klaar zijn, maar de laatste week van deze maand zal de uitslag van den wedstrijd zeker bekend worden ge maakt. OOM PJM. DE CORRESPONDENTIE. B a Is e m i e n t j e. Neen zóó gauw heb ik al die opstellen niet gelezen,- en beoor deeld; dat zal nog wel een weekje duren, Ja, ik vind de kleeder,dracht in Bunschoten) Ook bijzonder aardig. Mosroos.Bedankt voor je gift. Je ljebt in jangen tijd niet geschreven, ik. hoop dat je nu weer trouw zult blijven meedoen. Ik heb voor jou ook nog wat in den ruil handel gezet. Ijsbeer. Bedankt vóór je gift; ik heb echter nooit liefhebbers ervoor. Je vertelt me zeker wel eens iet6 van je vacantiercis hé? M o e d e r's H u 1 p. Bedankt voor je plaatsjes', je hebt me maar 1 oplossing ge zonden, hoewel ik er twee moet 'hebben! Zie verder maar eens in den ruilhandel. Neptunus. Mijn dank voor je bon nen en plaatjes. Zooals je ziet ben ik deze week met het verhaal begonnen. Ja, als ik de onderwerpen zoo erg makkelijk maak is er geen kunst aan, maar over een school reisje kun je toch wel 4 bladzijden schrij ven? Duikelaartje. Vriendelijk bedankt voor de mooie Droste-plaatjes. Ik beoordeel de opstellen naar de manier waarop ze geschreven zijn en naar de taalfouten. Daar om moest je ook je leeftijd en klasse van de school, erbij vermelden! Watergeus. Ik heb het nog niet gezien, maar ik hoop er in m'n vacantie komende week eens langs te rijden. Nog bedankt voor je gift. Rozenknop. Je hebt het wél erg druk, maar ik geloof, dat je ook wel een erg prettigen tijd tegemoet gaat; of maken jullie daar geen feest voor? Cupido. Hoe gaat het nu met de vacantie; zeker nog drukker dan anders hè? Zoo gaat het mij ook ik kom in mijn vacantie altijd nog tijd tekort. Een neef of nicht, die roe vertelt, dat hij of zij het zwemdiploma heeft behaald, wordt verzocht voortaan zijn schuilnaam in den brief te vermeiden. De oplossingen. (ruimk CIRCUS I n d i c Roer C i s U i S Bolofle maakt schuld, met de woorden: stoel, balk, macht, Delft cn bus. De prijs is deze week voor Mosroos die hem Maandag aan ons bureau kan komen afhalen. Niouwe raadsels. X x X X xxxxxxxxx X X X X Op de kruisjesüjnen komt dc naam.van een lamp, welke weinig licht geeff" In „Zonneschijn" vertelt S. Poppes een en' ander over mieren. Ik wist dat mieren' merkwaardige dieren zijn, maar zóó dat jWist ik toch niet- Ziehier wat hij vertelt; Ken berucht micrcnvolkjc zijn de trek- ,micrön.'. die 1,1 troPis.ch Afrika en Azio leven. Is epn merkwaardig Nopiaden- 1 volkje, 'dat zjch yoor korten tijd ergens neerzet, om van daar, uit plundertochten te houden, om daarna weer op te breken met alles wat hen toebehoort naar een ander gebied, om daar weer hun jaaglochten aan te vangen. Als een troep soldaten, rij aan rij, vergezeld van „officieren" met gewel dig grootp kaken, vormen deze diertjes een stoet van wel honderden meters lang om allc levende wezens, die ze op den trek tocht tegen komen, met hun venijnig scherpe kaken te bewerken cn gemeen- schappelijk op te peuzelen. Aangekomen bij het jachtgebied, verspreiden ze zich in alle richtingen, hiér is een troep bezig aan een kippeboutje, dóór trekt een groep een struik in geen rupsje, geen kevertje, geen spinnetje, die daar niets kwaads vermoe dend bezig was haar web te maken, wordt er gespaard. Een groote paniek ontstaat onder de overvallen slachtoffers, ze pro- beeren te vluchten maar jawèl, waar héén overal grijnzen dc geweldige kaken der trekmieren lien tegemoet. Niet alleen het kleine gedierte moet eraan ge- loovenx ook vogels en zolfs groote zoog- I dieren worden onbarmhartig door duizen- den aangevallen. Zoo. gebeurt het meermalen dat 'smor- gens in een hoenderhof, van meerdere kip pen nog slechts wat beenderen cn vcereri zijn overgebleven. Zelfs groote huisdieren, als paarden en koeien worden geheel leeg gegeten! De beet van deze dieren moet héél pijnlijk zijn, want ze bewegen inhet ge vormde wondje de kaken snel op en neer. Aangevallen huisdieren zijn dan cok d:'k- wijls niet meer te redden, en moeten óf afgemaakt óf vrij gelaten worden. Hindernissen op hun trektocht worden gemakkelijk overwonnen, ontmoeten ze een huis van een inlander, dan trekk-sn zo hier dóór of er over heen, alle gaatjes aft zoekend naar iets voor hun gading. Merk waardig is dat ze allc plantaardig voed sel versmaden! Komt dc stoet ergens hij een rivier of meer, dan weten ze wel raad om ook deze hindernis te overkomen. zamen vormen zo dan een gr»t- baï; lar ven, poppen, liggen goud beschermd in 'fc midden, 't water maakt het ve*te huidje van de mieren aan dc buitenkant niet n*t, on wanneer deze bal ergens aan la*id spoelt, vervolgen ze weer hun trekiccbl! Even merkwaardig is de man'er, waarop ze van een grooto hoogte naar beneden komen, biv. van een boomtak zc vormen dan een lange, stevige ketting, door aan elkander to gaan hangen. De cr.dersten be- reiken den groni e:i lengs dit ^«(onaardige laddertje kuonon do ovcrigo roofmieren op cn neer ga«ui! Naast deze krijgslustige exemplaren ko- men toch ook wel vreedzamer micienkoïor tie's voor, die liun voedsel op eon mindec gewelddadige wijze weton te bemachtigen. (Wordt vervolgd^, j

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 20