AMERSFÓORÏSCH DAGBLAD
PROF. DEELMAN OVER
DE METHODE-BENDIEN
WOLLEN COMPLETS VANAF F 21.75
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE - UTRECHTSCHEWEG 10
Feuilleton
Maandag 17 Augustus 193!
.DE EEMIAISDER"
30e Jaargang No. 41
„MISDADIGE HUMBUG"
IN DE PERS?
De reactie voor kanker geen
specifiteit
WILLEM GROENHUIZEN
Ds. J. P. VAN MELLE-f
E. FRANKENHUIS
'T ZAND 3
UIT DE HERFSTCOLLECTIE ONTVINGEN WIJ
De wetenschap staat sceptisch
tegenover de toekomsthope
In het laatst verschenen Ned. Tijdschrift
voor Geneeskunde bespreekt prof. II. T.
Deelman de brochure van den haer S. G.
T. Bendien: Spezifische Verandrungen des
Blutscrumst, ein Beitrag zur eerologischon
Diagnose von Krebs und Tuberkulos?.
Ilij schrijft:
Wanneer men mengsels maakt van een
natrium-vanadiumzout met azijnzuur, kan
men oplossingen verkrijgen van een wisse
lende walcrstofionen-concenlratie. Schrij
ver maakt 20 van dergelijke oplossingen en
plaatst ze in een volgorde, zoodat van links
naar rechte de watcrstofionenconcentratié"
stijgt. Deze stijging is echter niet regelma
tig. Daarover zoo aanstonds. Er wordt nu
bij.elk buisje een bepaalds hoeveelheid se
rum gedaan. In sommige buisjes ontstaat
een uitvlokking, in andere niet. Bij serum
van gezonde menschen begint de eerste uit
vlokking in het 6de buisje. Deze neemt tos
in het volgende, wordt nog grooter in het
Sste buisje enz. De uitvlokking vindt zijn
maximum in het lide buisje en daalt daar
na 6nel In het laatsts buisje ontstaat geen
uitvlokking, evenmin dus als in de eerste 5
buisjes. Sera van gezonde menschen zou
den tegenover Bend ion's reagens steeds
deze reactie v?rtoonen. Sera van „bijzonder
gezonde" menschen, dat zijn menschen die
nooit ziek zijn geweest, zouden de eerste
uitvlokking kunnen verloorien in het 7de
buisje, ja zelfs een enkele maal in het
b'ste buisje.
De auteur heeft voorts \astgesteld, dat
bij ziekè menschen een afwijking van dit
gedrag voorkomt. Ilij heeft een groot aan
tal ziekten hierop nagegaan. De. afwijking
met gezonde sera komt in den regel hier
op neer, dat de uitvlokking in de reeks
buisjes eerder ontstaat. Dat geldt met na
me voor tuberculose en kanker. Uitvlok-
Jiingen reeds in het lsle, 2de cn 3de buisje
zijn dan geen uitzonderingen. Schrijver
meent verder te hebben vastgesteld, dat bij
een ziekte als tuberculose, naarmate de
ziekte ernstiger wordt en het proces meer
actief is, ook do uitvlokking eerder zich
voordoet en omgekeed. Iels dergelijks zou
ook voor kanker gelden, ofschoon hef niet
duidelijk is, wat rnet actieven en niel-ac-
tieyen kanker wordt, bedoeld. Voorts is
door den schrijver met een methode \an
fotografische spectroscopie gewerkt, waar
bij de firma C. Zeiss actieve medewerking
x erkende. De eerstgenoemde techniek
sellij^t toch voornamelijk de hasis van
schrijvers werk te zijn geweest.
Wanneer ik op deze wijze den reëelcn
inhoud van het aangeboden werk weergeef
dan wil ik onmiddellijk daaraan vaslknoo-
pen, dat het op mij den indruk maakt, dat
Bendien deze zaken met grootcn ijver,
nauwgezetheid, grootc kennis van litera
tuur en vooral ook met critisch inzicht
heeft behandeld cn uitgewerkt. Het be
langrijkste deel van het werk betreft de
onderzoekingen der tuberculose en kanker,
zooals trouwens reeds in den titel ver
meld staat En het doet dan ook niet an
ders dan aangenaam aan. dat de schrijver
zich over dit alles zeer voorzichtig uit
laat.
Op bladzijde 668 lees ik: „So komme ich
zu der Ueberzeugung, dasc die hohe Serum
-lusflockungsgvenze no. 7 vielleicht rnit
einer gewissen Disposition für Karzinom
zusammenhangt." Schrijver drukt dezen-
zin cursief af. Wellicht ware het nog be
ter geweest, alleen het woord ..vielleicht"
te onderstreepen. Op dezelfde bladzij locs
ik: „Auf Grund meiner Untcrsuchungen
habe ich den Eindruck, dasz die Disposi
tion für Tuberkulose und Karzinom des
betreffenden. Scrums zum Ausdruck
kommt".
Waarlijk critisch uitgedrukt. Op ver
scheidene plaatsen in dit boek komt schrij
vers aarzeling duidelijk uit. Naar mijn
meening siert hot den schrijver, die met
beperkt materiaal, met beperkte werkgele
genheid, dit resultaat heeft kunnen berei
ken.
Voor de toekomst geeft het werk van
Bendien, zooals het nu voor ons ligt. wei
nig reëele kansen. Uitvlokkingsreactieszijn
er vele bekend. Ik meen zelfs, dat er ver
schillende zijn, die heel wat beter resul
taat geven, omdat zij meer specifiek ooi-
kanker zijn dan de reactie van Bendien.
die voor kanker alle specifiteit mist. Dat
kan echter voorloopig buiten beschouwing
blijven. De scrologcn zullen ons hier ter
gelegener tijd moeten voorlichten.
Nog een enkele opmerking over dc ge
bruikte reagentia. Blijkbaar heeft het doel
voorop gezeten te werken met oplossingen
die een toenemende P bezitten. Uit de la
bel op de eerste bladzijde blijkt, dat de P
der mengsels schommelde tusschen 3.3 in
het eerste buisje, lot 5.! in het laatste (20c
buisje). De P in liet 3de, idè, 5de, 6de en
7de buisje wordt echter opgegeven als 3.1.
Dat wil dus zeggen, dat de verschillen bij
het uitvlokken in deze buisjes, die immers
van groote dingnotische waarde zouden
zijn. nauwelijks, aan den invloed van de
P kan worden toegeschreven, daar deze
in al deze buisjes gelijk is. De graphische
vooretelling op bladzijde 2 is dan ook in
zooverre niet juist, daar de hier weerge
geven kromme een horizontaal deel zal
moeten vertoonen, wat echter in de figuur
niet het geval is.
Nemen wij dan nog kennis van de sug
gesties, <lie Bendicn in zijn werk heeft
neergelegd. l)e voornaamste zijn de vol
gende:
1c. I-Iet zou mogelijk kunnen zijn. dat
bij candidaat-kankcrpaliënten eerst een
verschuiving der uilvlokkingsreaetie naar
„rechis" ontstaat cn dat de reactie wan
neer de ziekte 'eenmaal aanwezig is
naar links, dat wil zeggen in lagere buis
jes dan het 6de zich voordoet. Deze sug
gestie zal men aan uitvoerig materiaal
moeten toetsen. Recele aanwijzingen, dat
het zoo zal kunnen zijn, ontbreken tot dus
ver. liet zal eenige jaren duren voor wij
er iels over kunnen zeggen. Dal bij volko
men gezonde menschen de reactie op oude
ren leeftijd reeds de neiging heeft naar
rechts te verschuiven pleit intusschcn niet
vóór dc genoemde mogelijkheid.
2e. 'Het zou mogelijk kunnen zijn, dat,
wanneer men middelen kent om iemands
serum op de eerste uitvlokking in hel 6c
buisje te houden, dat dan inderdaad do
ziekte niet uitbreekt. Deze suggestie wil
op het oogenblik ook niet meer zijn dan
een fata morgana. Immers, dergelijke mid
delen kennen wij voorloopig niet. Als Ben-
dien ze kent, heeft hij ze tot op heden nog
niet gepubliceerd. Dc logische doorvoering
van dezen gedachlcngang zou evenwel zijn:
Houdt iemands serum op de uitvlokking
no. G, dan moot hij gezond blijven, niet
alleen voor kanker, rnaar voor alle moge
lijke kwalen. Bendien zest immers zelve,
dat zijn reactie niet specifiek is.
Het i6 duidelijk, dat daarom het practi-
sche resultaat van het geleverde werk zeer
gering zal moeten zijn. En dat wij nog heel
wat tijd zullen moeten wachten voor een
oordeel over de door Bendien genoemde
mogelijkheden te verkrijgen is.
Hoe staat echter dc wetenschap reeds nu
tegenover deze toekomst-hope?, gaal prof.
Deelman voort. Ik kan niet anders zeggen
dan sceptisch. Immers, Bendien biedt een
reactie, die voor kanker geen specifiteit
heeft. De vraag in hoeverre deze reactie
primair aan dc ziekte ontstaat, is nog niet
onderzocht. In hoeverre zij gelegenheid
schenkt tot de vroege diagnose weten wij
niet. Het is toch waarlijk niet te verbazen,
dat van wetenschappelijke zijde waar
zoo weinig reëels wordt geboden de lust
niet groot kon zijn om eigen werk te ver
laten cn in het bootje van Bendien over te
stappen. Collega Storm van Leeuwen sloeg,
dunkt mij, den spijker volkomen juist, toen
hij dezer dagen schreef: Het is mogelijk,
dot Bendicn toch de kunst verstaat orn met
zijn uilvlokkingsmethode «Je kankerdiag-
nose te stellen, maar hoe hij dat doet. zeg:
hij niet, integendeel, uit zijn eigen tabellen
en uit de samenvatting aan het einde van
bet bock blijkt, dat Ilij liet niet kan.
Ik aarzel niet om alles wat zicli de laat
ste dagen in de pers over deze zaak heeft
afgespeeld misdadige humbug te
noemen. Bendien behoeft zich deze uitdruk
king niet aan te trekken, immers men mag
redelijkerwijs verwachten, dat een weten
schappelijk man den gang van zaken diep
zal betreuren. Ik wees er op. dat Bendicn
zelf bij zijn arbeid critisch te werk gaat
Vanwaar dan deze totale ontsporing? Naar
mijn mccning is er rnaar oen opvatting, dat
het werk in dit onrijpe stadium Bendicn
moet hetczelve zoo gevoelen, het staat op
menige bladzijde doör den auteur aan
de publieke pers is gcgèven, of dat hij hel
ZENTRA HORLOGES.
3000 horlogemakers in Dnilschland, Oosten
rijk, Nederland en Koloniën verkoopen en
garandeéren Zentra uurwerken.
Voor Amersfoort
Langestraat 43.
Gevestigd 1885. Tel. 852.
Gedipl. horlogemaker
Maar ik vraag mij af, of het van den. kant
van den welenschappelijken onderzoeker
onredelijk is, als hij het aangeboden werk
critisch beziel, daar cn dit is het tragi
sche van dit drama dc schrijver cn ont
dekker der methode ons in zijn eerste en
eenige publicatie critisch voorgaat? Kan
men redelijkerwijs verwachten, dat onder
deze omstandigheden do kankcronderzoe
ker tot Bendicn komt. hem liet werk als
het ware uit de handen rukt om het zelve
voort te bouwen? Ik meen van niet. En het
is zeer ernstig dc vraag, of de activiteit van
The British Empire Cancer Campaign niet
geboren is uit een pressie, die er van de
Jeekenwereld uit op dit Engelsche instituut
juist door de publicaties in de Engelsche
couranten is uitgeoeJjpnd.
Het is nu niet meer mogelijk om hel werk
cn de persoon van Bendien te scheiden van
alles wat zich in de pers heeft afgespeeld,
doch ik eindig met de hoop uit te spreken,
dat hij evenals zij, die van dit werk hun
levenstaak maken den gang van zaken
innig lot in den grond van hun hart zul-
ien betreuren. Ik zelve ga daarin voor.
zijn, sinds een Engelsch journalist, zelf 011
geneeslijk kankcrlijdcr, dc gelegenheid
kreeg zijn bevindingen cn ervaringen met
Bendiens methode, aan het Engelsche kran
tenlezend publick voor te zetten. En dat
niet eenmaal, doch herhaalde malen. Of is
het niet misdadig de hoop \an honderden
en honderden met dergelijke luchtkasleelen
op te wekken?
Dc auteur heeft zoodoende laten uitlok
ken, dat honderden hun laatste hoop op
hem gevestigd hebben, terwijl reëels niet
aan to bieden is. Hij zelve moge dit dan niet
gewild hébben, dal het zoo moest loopen
11a het eerste krantengeschrijf, staat vooi
mij vast.
De hcdendaagschc en vooral de vader
ïandsche wetenschap, komt cr met dal
al maar slecht af. Wij zijn laksch, traag,
hebben geen oog voor het nieuwe en het
geniale; wij zijn vooral te critisch. In allo
toonaarden heeft men het kunnen lezen.
Emeritus:predikant der .Vee/. Herv.
Kerk. Van 1901 tot 1929
te Kralingen
's-G ra venhagc. Alhier overleed in
den ouderdom van bijna 70 jaren ds. J. P
van Mclle, emeritus predikant.
Ds. van Mellc slaagde in 1890 voor zijn
candidaalscxamcn cn werd 3 Augustus van
dat jaar predikant ie Rcnswoude. In 189!
wisselde hij die standplaats voor Sluis,
vanwaar hij in 1901 naar Kralingcn ver
trok. In deze gemeente is ds. van Mellc
1 April 1929 met emeriraat gegaan.
Ds. van Mol Ie heeft zich met veel liefde
aan zijn herderlijke laak gewijd cn vooral
in Kralingen heeft hij zich met al zijn
kracht aaii het wijk werk gegeven terwijl
heeft laten geven. Hel lnalsic zal wel jtrisf- hij" <^Ök voor tal van vereenigingen in zijn
gemeente oen groolen steun hetcekende. Ilij
kendo Kralingcn als weinigen cn wie bui
ien Rotterdam aan Kerkelijk Kralingen
dacht, dacht tevens aan Ds. van Mclle. Het
vici hem dan ook zeer moeilijk te scheiden
van zijn ambt toen in 1929 gezondheidsre
denen hem daartoe noopten. Ds. van Mclle
was altoos een krachtige figuur, die meer
malen voor zijn beginsel op dc bres stond.
Hij behoorde to: de ethische richting en hij
kantte zich tegen de gereformeerden, wat
o.m. in zijn boek: „Geen Calvinist" tot uit
drukking kwam.
In 1916 werd de thans overleden predi
kant benoemd tot vcld-prediker cn menig
een, die in die jaren gemobiliseerd was zal
zich Ds. van Mclle als zoodanig nog wel
herinneren. Ook de zendingsarbeid trok Ds.
van Mellc's warme sympathie. Het hoofd
bestuur van de Ncd. Zcndingsverccniging
en de ..Martha" stichting lelden hem o.rn.
onder hunne trouwe leden.
LET OP DE GULDEN.
Denk om uw dure duiten
Want de gulden van weleer,
Is na 1 September, lezer.
Nergens honderd centen meer!
Eénc gulden, blijft een gulden
Mits na '20 dan gemaakt
Wat daarvoor gefabriceerd werd,
Wordt heel knusjes „ingemaakt".
Zoek dus alle „stille" potjes
Voor dien lijd nauwkeurig door
En breng tijdig wal te oud is
Naar een plaals'lijk postkantoor.
Toon U, hoe g'ook anders zijn mocht
Eens een echte Jan Secuur
Want in dcez' benarde tijden
Zijn de guldens extra duur!
Thans geldt nog 't bekend gezegde:
„Elke gulden is er één!"
Maar na 1 September is het:
"n „Oude gulden is er geen!"
Wilt ge zeiven U dus sparen
Ken bepaalde guldens-strop
Zoek ze daad lijk bij elkander,
En ruim ze vandaag nog op.
En ontvangt ge nog zoon ..oudje"
Voor den vastgestelden tijd,
Zorgt dat ge hem spoedig kwijt raakt
Anders bent u hem nog kwijt
Wie zich nog maar vaag herinnert
Wat een gulden feit'lijk is:
't Is een zilv'rcn muntstuk met een
Koninklijke beeltenis!
En tot nad're definitie
Zij ten slotte nog verklaard:
Zoo een munt is zeer gemakk'lijk
En is honderd centen waard.
Voor de guldcn-looze burgers,
Is de zaak vlug in het rein:
Waar geen guldens „wonen'' kunnen
Ook geen oude guldens zijn!
1 September eenendertig
(Zorg er voor dat u t noteert)
Sterfdag van den gulden die voor
„Twintig" werd gefabriceerd!
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden.)
HET ONGELUK OP DE STADIONBAAN.
De toostand der gewonden.
Amsterdam, 15 Aug. Naar ons bij
informatie in het Binnengasthuis heden
morgen w erd medegedeeld, is de toesta ml
van den motorrenncr llerkulevns. die Don
derdagavond in het Stadion ernstig werd
gewond, heden goed.
Amsterdam, 15 Aug. Omtrent den
toestand van dc beide andere patiënten, die
Donderdaga\ond in het Stadion werden ge
wond, dc Koning en Bootsma, die in het
Wilhelmina-gasthuis worden verpleegd, ver
nemen wij. dat de toestand van beide voor
uitgaande is. Naar omstandigheden maken
zij het redelijk wel.
Voorradig een GROOTE KEUZE
gouden heeren-, dames- ZEGEL of
FANTASIERINGEN.
Alleen door het verkcereri met geesten,
'die aan ons superieur zijn, kunnen wij
komplcte menschen worclen.
IILRM. ROBBERS.
l 'i W'-UM—HiH—
Geautoriseerde vertaling ujt liet Engelsch
van J. S. FLETSCHER door
Jhr. C .A. L. v. d. W.
34
Och ik weet cigdnlijk niets! Natuur
lijk heb ik Mazaroff in Park Lane ontmoet
en later in Cecil Hotel. En ik zag een van
'dc blauwe diamanten. Onder ons gezegd,
Jady Lccke wilde» dolgraag die diamanten
Lebben cn daarom gaf ik Mazaroff een
wenk, toen ik hem op reis ontmoette.
Juist! zeidc Maythorne. U reisde beidon
omstreeks denzclfden tijd naar het noor
den, niet waar? En met welk doel ging u
oj) rois?
Om eenige jachtterreinen te bekijken,
'antwoordde Malliso.n onmiddellijk. Sir Sa-
ïnuel wil voor het volgende jaar een Uor-
En daar stond Mallison.
hoender jachtterrein en daarom vonden wij
hot verstandig, dat ik zelf eens ging, omdat
nu dc jacht open is. Ik heb er daar heel
wat gezien, aan beide zijden van dc Tweed.
Een goed ldéc! gaf Maythorne toe. En
ontmoette u Mazaroff toen misschien weer?
Eerst in Huntingdon, daarna in Vork? Maar
zag u hem daarna nog?
Ja zeker! Sir Samuel was er op gesteld,
ik u dat zou gaan vertellen; ik ontmoette
hem in Gilchester.
Maythorne keek Crolc cn mij terloops
aan.
In Gicheslcr? Hoe was dal mogelijk?
llccl toevallig! Ik kwam niet mijn wa
gen van Jedburghom een jacht hij Gil
chester te bekijken. Ik ging daar in het
hotel lunchen en bleef er toen nog een
oogenblik. Mazaroff kwam binnen en wij
hebben toen wueï* 6amen zitten praten.
Wanneer was dat?
Dat weet ik niet! Ik onthoud heel-
slecht datums. Maar hij vertelde mij, dat
hij den vorigen dag in ,.l)e Houtsnip" was
aangekomen. Misschien weet u den datum
dan wel!
Ja, dat weten wij. Herinnert u zich
ook hoe laat?
Jaongeveer twee uur 's middags.
Sprak u toen weer over de diamanten?
Natuurlijk! Hij zei mij, wat hij had ge
daan. Hij zei, dat hij bij zijn agent was ge
weest Armof zoo iets
Zijn naam is Armintrade.
JuistArmintrade. Hij vertelde dat
hij met Armintrade een overeenkomst had
gemaakt. Hij had hem de voorkeur gegeven
voor honderd vijf cn zeventig duizend pond.
Hij geloofde wel, dat Armintrade het zou
aannemen. Maar als hij het niet deed, dan
kon lady Lccke de diamanten krijgen voor
honderd ze6tig duizend pond.
En werd er nog meer over die diaman
ten gesproken?
Neen, dat was alles.
En in Gilchester nam u afscheid van
elkaar?
Ja! Ik ging weer terug naar Jedburgh
en daarna nog verder naar het Noorden.
Daar hoorde ik dat Mazaroff was vermoord.
Ik ben u zeer dankbaar voor uw be
zoek.
O, dat was voor mij geen moeite. Ik
ben altijd blij. als ik iemand kan helpen.
Daarna ging hij heen.
Dc verklaringen van dat jonginensch
kloppen met die van Armintrade, merkte
Maythorne op. Nu.... Eccleshare en Pars-
lave! Die zijn nu aan de beurt.
De deur ging open; een bediende trad
binnen.
Sergeant Manners en de detective Corc-
kerdale wcnschcn u te spreken, mijnheer,
zeide zij.
Laat hen binnenkomen!Manners?
riep hij uit. Hier uit Londen? Wat belee-
kent dat? Iets nieuws? Wel! Manners, ver
volgde hij, toen deze met Corckerdale da
kamer in kwam, wat brengt jullie hier?
Gaat zitten! Gij kent de heeren? Manners
glimlachte tegen Crole en mij cn ging
zitten. Mij wees met zijn duim naar
zijn metgezel, een rustigen, kalmcn man.
Dat is Corckerdale van Scotland Yard,
zeidc hij. Ik ben hier voor zaken, mijnheer
Maythorne, dat begrijpt u zeker wel. Dc
kwestie is, dat ik gisteren, iets bijzonders
hoorde en daarom heb ik order gekregen
om naar Londen te gaan; ik ben naar New
Scotland Yard geweest en daar heb ik alles
verteld. Ze hebben Corckerdale aangewezen
om mij te helpen; wij hebben zoo gedacht
dat w ij hier maar $cns moesten aanloopen
om te hooren of u wat nieuws heeft ge
hoord.
Wij hebben heel wat gehoord, Manners,
maar liet zal de zaak vereenvoudigen als
jij vertelt, wat jij hebt gehoord.
Ilct is dit, antwoordde Manners. De fa
milie Elphinstone is gisteren plotseling naar
Londen vertrokken en de jachtpartij van
High Cap Lodge is ook weggegaan en met
denzelfden trein in Londen gekomen. Daar
over word natuurlijk heel wat gepraat. En
later in den morgen kwam de oude Cowic
bij mij, u weet wel, die daar in een hut
bij Reiver's Den woont en hij vertelde mij.
dat liij iels voor zich had gehouden totdat.
de gasten van mijnheer Courlhope waren
vertrokken. Toen ik hem had gerust ge
steld, dat het hem niet in ongelegenheid
zou brengen, verleide hij, dat ïiij op den
avond van den moord eenigen tijd nadat Lij
een schot had gehoord, naar builen was ge
gaan en dat hij achter de heg om zijn
tuin, twee menschen had gezien. De oen,
zeide hij, was de dikke mijnheer van High
Cap Lodge, de ander was Parslave. Hoort
ii goed, heeren? Parslave! En, zei Cow ie,
hij zag hen samen weggaan, zachtjes pra
tend, in de richting van het huis van Court-
hope. Zooals u weet, is Parslave sinds dien
tijd bij ons verdwenen. Waar mag hij nu
zitten?
Ga jij daarover inlichtingen vragen bij
mijnheer Ecclesliare, Manners, vroeg May
thorne.
Juist, mijnheer! Ik en Corckerdale
gaan naar dr. Eccleshare om te hooren, waf
hij daarvan kan vertellen. Als Parslave
dien avond in zijn gezelschap was, dan wil
ik welen, waarom en ik wil verder wélen,
waar Parslave gebleven is!
Dan kan ik je die moeite besparen.
Manners. Ik zal je vertellen, waar Parslave
nu is en waar hij waarschijnlijk sinds drn
avond \an den moord is geweest. Ilij is in
het huis van dr. Eccleshare, in Paddingtou
"Wordt vervolgd).