HOEDEN
CONFECTIE
Aniersfoorisch Daohlad
W. K. v. ROSSUM
CHINA EN AMERIKA:
EEN VERSCHIL IN TEMPO
,,L'HIRONDELLE"
18 LANGESTRAAT
ZOMER-OPRUIMING
Vaii hei
OPRUIMING
VAN
RESTANTEN
TEGEN
SPOTPRIJZEN
N. Hogenbirk
HET ANDERE KOMT WEL!
De Chinees doet z'u'n zaken op zijn gemakje af
Maar in Amerika: „Tijd is geld". Koortsachtig tempo.
Voortschrijding der
erf elij kheidstheor ie
^oildagsblad
Gedurende 10 dagen
SC IIO EN HA NDEL
v.h. fa. JAC. KROES
LANGESTRAAT 78 TEL. 351
door
H/G. CANNEGIETER.
..Ik bon gezond cn ik heb nog altijd plei-
'zier in mijn werk en wat geeft het dan, dat
ik tachtig jaar oud hen; het andere komt
wel vanzelf, daarmee hoef je je niet voor
af te bemoeienAldus verklaarde mij een
levenslustige grijsaard.
Zou hij door deze opvatting zoo flink en
opgeruimd zijn gebleven, dat hij op hoogen
leeftijd nog den indruk maakte van een man
in de kracht van zijn leven? Tobben is on
gezond en onvruchtbaar, cn toch verdoen
de meesten onzer hun jaren met tobben.
Men stelt vaak tobberij en lichtzinnig
heid tegenover elkaar. Ten onrechte. Want
wie niet tobt, behoeft niet lichtzinnig te
wezen.
De lichtzinnige blijft in gebreke, doordat
hij verzuimt na te denken over vraagstuk
ken, waarvan hij de oplossing in handen
heeft; doordat hij zich onttrekt aan een
taak, waarvoor hij de verantwoordelijkheid
draagt; doordat hij geen maatregelen neemt
om zich zijn toekomst te verzekeren, voor
zoover deze te verzekeren is.
De grijsaard, dien ik ontmoette, gaf blijk
bet omgekeerde van lichtzinnig te zijn. Ik
kende hem jarenlang juist als een man die
met een voor zijn beroep cn maatschappc-
rijken staat buitengewone belangstelling
zich verdieplo in politieke, economische, ze
delijke cn godsdienstige vraagstukken; die
bekend stond om de geweldige voortvarend
heid, waarmee l.tj ondernemingen op touw
zette en de krachtsinspanning, waarmee hij
ze ten einde bracht; om zijn zeldzaam be
rekenend doorzicht, dat partij wist te trek
ken van het oogenblik om voordeden in het
verschiet te bereiken. Er zat grondslag, iu-
houd, perspectief in dit leven.
En toch tobde deze man, die het tegen
beeld van den lichtzinnige is, nooit. Met
zijn scherp ontledend verstand en zijn prak-
tischcn zin maakte hij onderscheid tusschen
tweeërlei zaken: de dingen, die een mensch
in zijn hand heeft, en die welke hij niet in
zijn band heeft. Aan de eerste besteedde hij
zijn uiterste aandacht; aan do laatste ver
spilde hij geen seconde.
Hij had zich deze levenshouding zoo aan
gewend, dat ze hem een tweede natuur was
geworden. En dit stelsel was het geheim
van zijn opgeruimdheid cn kracht.
..Is het niet zoo", merkte hij eens tegen
mij op, ,dat er twee soorten dingen zijn?
Al' men voor zijn ouden dag wil zorgen of
zich ontwikkelen wil of zijn zaken prompt
in orde wil houden, dan komt dit niet van
zelf, rnaar dan moet men hierover naden
ken en hiervoor werken. En als men zich
vrijwaren wil voor rampen, dan moot men
voorzichtig met vuur omgaan en behoed
zaam de straat oversteken cn zijn lichaam
njet vergiftigen met nicotine cn alcohol.
Maar er zijn dingen, die men niet berei
ken of afweren kan, hoe men zijn best doet.
Waarom zal men zich daarin verdiepen?
Ik kan morgen ziek worden en overmorgen
storven. Maar daarmee behoef ik mij niet
te bemoeien. Dat komt wel, vanzelf. Daar
over hoef ik niet in zorg te zitten. Is het
geen rustige gedachte, dat er dingen zijn,
die op hun tijd cn vanzelf kornen? Wc heb
ben al zooveel rampslomp om ons mee bezig
te houden, zooveel lasten, die beslag op ens
leggen, dat we ons toch heusch wel de weel
de mogen veroorloven, daarnaast het een
en ander over te laten!"
Zou deze opvatting niet de bron zijn,
waaruit deze tachtigjarige zijn levenskracht
heeft geput? De mcnsch beschikt slechte
over een bepaalde hoeveelheid énergie; het
komt er maar op aan, waaraan hij deze be
steedt. De tobber gebruikt haar op aan de
dingen, die buiten zijn macht staan en
houdt hierdoor niet genoeg over om ziju
voor de hand liggende levensplicht te ver
vullen.
Er ligt inderdaad iets opwekkends in de
I^uze, waarmee men de tobberij zich van
't lijf houdt: „Laat ik mij uitsluitend be
moeien met de aangelegenheden binnen liet
mij toegewezen gebied; het andere komt
wel!"
Wanneer wij ons aan een dergelijke leuze
houden, behoeden wij on.s niet alleen voor
\ruchtoloozc verspilling van kracht en tijd,
maar wij gewennen on.s tevens, de slagen
van 't noodlot, gelalen te aanvaarden.
Zoo men dit fatalisme wil noemen, dan
is fatalisme in dit geval toch wel het tegen
gestelde van passiviteit. Want er zijn ccen
werkzamer men6chen dan do aanhangers
van deze levensbeschouwing, die niet bij de
pakken gaan neerzitten en niet Gods water
over Gods akker laten loopen, maar heel
hun belangstelling cn aandacht besteden
aan de bereikbare en vermijdbare dingen
die vele zijn. Slechts in liet onbereikbare
en onvermijdelijke, dat huiten hun toedoen
wegblijft of komt, schikken zij zich met een
heldhaftigcn glimlach.
'Nadruk verboden).
Indrukken van G. E. SOKOLSKY.
Een Auicrikaanech journalist,
die zoowel in China als in Ame
rika langen tijd heeft gewoond,
heeft een belangwekkend arti
kel geschreven, waarin hij het
leven in China met dat in de
Vereenigde Staten vergelijkt.
Wij geven zijn indrukken in .het
volgende weer.
Toen ik na een verblijf in China van
veertien jaar achtereen terugkeerde in Ame
rika, was dat voor mijn gevoel een opwin
dend avontuur door de grootc cn verras
sende tegenstellingen, die ik telkens ont
moette.
In China, tenminste in die gedeelten,
waar niet gevochten wordt (en die vormen
nog altijd de meerderheid), gaat het leven
zijn kalm gangetje, snel genoeg om niet
vast te roesten, langzaam genoeg om zich
op zijn gemak te kunnen voelen, om een
vredige atmosfeer te doen ontstaan. In
Shanghai, "de meest Westcrsche stad in Chi
na, raakt men nooit buiten adem. Waarom
ook? Het werk, dat er in de wereld gedaan
moet worden, komt toch wel klaar, wat
eerder of wat later. Maar kom nu eens in
New York! Daar heeft men nauwelijks tijd
cm te ademen, zelfs waar het de amuse
menten betreft.
Men vertelt een aardige anecdote van een
Chinees, dien men op de ondcrgrondsche
spoorbaan van New York een sneltrein wil
de laten nomen, inplaats van een gewone.
„Dat scheelt U een minuut." Doch hij ant
woordde: „Wat zal ik met, die minuut doen,
als ik hem uitgespaard heb?'
Veranderingen.
Zoowel in China als in Amerika voltrok
ken zich groote veranderingen waarvan de
uitkomst nofc onbekend is. In Amerika is
het individu zich van die veranderingen
niet zoo bewust; hij is het onderdeel van
een groote machine. In China is hij er zich
wèl van bewust; hij ziet ze dagelijks voor
zijn cogen plaats grijpen, doch hij blijft
zijn eigen leven leiden, in het diepst van
zijn wezen leeft lnj naast de gebeurtenis
sen. In Amerika behoort men tot een fa
briek of tot een vcreeniging. in China tot
een grootc stam familie, iets wat veel meer
een levend begrip is. In China heeft, men
soms schokkende gebeurtenissen, een
schijnbare haast cn opwinding, doch als al
les weer rustig is geworden, blijkt het in
dividu onder dat alles weinig aangedaan tc
zijn. In Amerika ziet men zelfs hij zooiets
rustigs als een toonee.lvoorstelling of een
concert een jachten om hot eerst de zaal
te verlaten.
Zelfzucht en onpersoonlijk
heid.
In heide landen moet men eten en slapen
en zich amuseeren, doch in Amerika kan
de enkele strijd om het bestaan iemand
zoo geheel in beslag nemen, dat er niet eens
tijd cn energie meer overblijft voor het on
derhouden van vriendschapsbanden. Hoe
licht wordt daardoor zelfzucht en onper
soonlijkheid aangekweekt. In Amerika
wordt er veel gesproken over naastenlief
de, doch men heeft er niet eens den tijd,
zijn naaste te loeren kennen. De Chinees
behoort tot zijn groote familie, waarvan elk
lid bereid om zich voor elk ander lid op
tc offeren. Men noemt dat do eer van de
familie en het is een warm, levend gevoel;
In Amerika heeft men ook zoo iets. men
noemt het sociaal gevoel en het is een
koud, vcr-of ideaal.
Shanghai.
Toch is Shanghai een Westcrsche stad
trams, aulo"s, clcctriscli licht, neonlampen
voor dc regeling van het verkeer, bioscopen,
radio en jazz-bands. Maar Shanghai ligt in
China, een land van gestadig hard werken,
maar op een rustige manier. Er zijn b.v.
naast de auto's nog.'aitijd rickshaws; soni-
I mieon vinden dat prettiger l ijden en dc
Chinees is een individualist op het gebied
an smaak. Daarom eet hij ook veel liever
in een restaurant dan thuis; welke huisKOk
kent bijv. dc twintig manieren om eend
klaar te maken of de ingewikkelde berei
ding van haaien vinnen? Eten in een restau
rant kost tijd, maar eten is in China een
schoone kunst en wie kan dc kunst haas
ten
Verandering van tempo
onmogelijk.
Wie kan zak».n doen verhaasten in Chi
na? Misschien zal een Europeaan, die er
pas is, denken dat hij een eeuwenoude
maatschappij kan veranderen, doch luj zal
spoedig leeren dat dc kortste weg naar het
hart en dc beurs -— van den Chinees
een effen weg moet zijn, die iangzaarn en
bezadigd moet worden afgelegd. Haast zou
den Chinees slechts don indruk geven, dat
hij met een ongemanierden kerel te doen
had en wie uil daar nu zaken mee doen?
Zijn er niet genoeg potte Hecren, die ook
zaken willen doen niet den Chinees? Een
verstandig man komt' dus het kantoor bin
nen en zegt rustig goédeii morgen. Er zijn
vermoedelijk andere cliënten cn klerken
aanwezig; die zegt men ook goeden morgen.
Men verliest in China zijn waardigheid niet
door een praatje te houden. Men maakt
kennis met. iedereen en dan kan men zaken
gaan doen. Niet op onze manier, o, neen
Er wordt eerst een kopje thee gedronken,
warme, geurige, gele cn groene thee. Dat
theedrinken is niet iets, waar men zoo
spoedig mogeiijk doorheen jaagt. Men kan
de thee prijzen; waarom zou men dat niet
doen om den gastheer tc ccrèn Dan begint
hij misschien te praten over de thee van
Kiangsi, en aangezien Kiangsi een broei
nest van communisten is, komt het gesprek
allicht op de politiek. Intusschen zitten bui
ten op een galerij een paar klerken om een
ronden tafel, pratend 011 etend. Rijst met
groenten, visch en vleesch, die zij met hou
ten of ivoren stokjes uit een bakje eten.
„Eer en oneer1'.
En dan wordt het langzamerhand tijd
om naar huis tc gaan. Men laat zich zoo
terloops de opmerking ontvallen, dat men
wel gaarne een ha-.f millioen dollars zou
willen Iconen om dc Whangpo-katoenspin
nerijen te koopen. En daaraan koppelt men
een uitnoodiging vast om den volgenden
avond met nog éenige andere betrokkenen
een restaurant te dineeren. Nu, dan is de
zaak vrijwel beklonken. Als dc Chinccsche
bankier niet van plan was geweest, het geld
te leenen, zou hij wel gezegd hebben, dat
de volgende dag de sterfdag van zijn groot
vader was en dat. hij dan nooit uitging.
Daarmee redt hij dc „eer" van zijn cliënt,
Maar als hij belooft te komen, zal hij op
de transactie ingaan en niet zijn cliënt
„onteeron" door in bijzijn van zijn com
pagnons te weigeren.
In den ioop van den namiddag laat de
bankier dan zijn onderdirecteur bij zich ko
men om aücs omtrent, die zaak uit te vin-
Jen en den volgenden dag weet hij evenveel
als zijn cliënt. IIij weet ook, dat deze een
grooter bedrag heeft gevraagd dan hij noo-
dig heeft en hij maakt tijdig voor zichzelf
uit, hoeveel hij zal geven cn tegen welke
rente. Mochten dc onderhandelingen af
springen, dan geschiedt dat door een blik,
een handig ingelaschtc anecdote. Dc ander
begrijpt dat even goed en dan is zijn eer
gered, al krijgt hij ook zijn geld niet.
In China is geld niet alles cn koopt men
er niet alles voor. Geen „eer" bijv. en geen
aanzien of invloed. Dat nlics behoeft men
ook nog niet tc missen, wanneer men arm
is. Armoede of rijkdom is iets, wat met
sociale positie niets tc maken heeft, cn
meen dan op rijkdom beroemt dc Chinees
zich op kennis. Dit is ongetwijfeld een van
de voornaamste redenen waarom China zoo
langzaam de mechanisatie en industrialisa
tie, de trust, alle eigenschappen van het
grootkapitalisme aanneemt. Het biedt lij
delijk verzet tegen liet vernielen van hef
oude China, omdat liet instinctief voelt dat
hot een dieper besef heeft van dc werkelijke
levenswaarden cn van dc waardeering van
het individu.
De koelie.
Zelfs een koelie beschouwt zich niet als
een machine. Hij werkt harder dan één
Westerling van dc thans nog levende gene
raties ooit gewerkt heeft, maar toch zingt
hij nog zijn oude volksliedjes onder het
werk. De liedjes en zijn uurtje in het thee
huis, waar hij met andere, misschien meer
elecrdc rnenschen een verstandig gesprek
voert over dc dingen van het leven, dat is
zijn wereld.
Als men in China geld verdient, heeft
men geld en dc gemakken van het leven,
die voor geld Ie koop zijn. Doch zelfs in
dc politiek zal men er niet- mee vooruitko
men. Een „generaal", hoeveel millioencn hij
ook verzameld beeft, zal geen aanzien ge
nieten terwille van dat feit, doch filosofen
als Tsai -Joen Pei of Hoe Sji hebben een
positie en een invloed, die de Westerling
ziqh niet voor kan stellen, al bezitten zij
practisch niets. Geen regeering zal hen over
last durven aandoen. En als een Chinees
te oud is om te werken, trekt hij zich terug
om te lezen, m.a.w. om zich geheel te wij
den aan de ontwikkeling van zijn geest.
Als hij zelf geen geld heeft om in zijn on
derhoud tc voorzien, zal een zoon, een
neef of een vroegere leerling daar op niet-
sl uitende wijze voor zorgen. Het gebeurt
natuurlijk wel eens dat door hongersnood,
burgeroorlogen en dergelijke rampen een
familie in haar geheel verarmt, doch zoo
lang er nog één welgesteld man in dc fa
milie is, behoeft geen van haar leden het
zonder zijn bakje rijst te stellen.
In New York zijn duizend mcnschen hij
elkaar gepakt in een ondcrgrondschen trein.
Niemand durft met zijn buurman tc spre
ken cf hem zelfs rnaar een beleefdheid te
bewijzen. Spreken met onbekenden kan tot
de onaangenaamste verwikkelingen aanlei
ding geven. Als men zijn bum-man vroeg
hoe hij heet. en uit welke streek hij komt,
zou hij dadelijk wantrouwend worden en
minstens denken, met een rechercheur te
doen te hebben.
Tempo, tempo.
Het ecnige. wat men daar kent, is zaken
doen en dat in een razend tempo. „De Heer
Smith is in conferentie. Als U a.s. Donder
dag om kwart over tien terug komt, zal
hij U tc woord staan." En meteen zit dc ty
piste alweer aan haar machine: „Uw schrij
ven van lieden
Waarom maken de hoeren in hot privé
kantoor van Smith zich zoo druk? In een
hoek staat een instrument te likken, onver
biddelijk als de tijd. Het vertegenwoordigt
voor Smith en zijn compagnons het noodlot.
Hun gezichten zijn gespannen, omdat er
iets in prijs daalt, gisteren waren ze ook
gespannen, omdat er iets steeg in prijs. Tc-
lefoonbellctjcs, rnenschen die geld vragen.
„De volgende weck heb ik wel wat, zegt
Smith.
„De macht van het geld1'.
„Neen. Betalen of er uit". Smith kan niet
betalen. Jones, zijn compagnon zou het wel
kunnen, maar waarom zou hij een ander
helpen? Jones zelf koopt de volgende week
een jacht öf hij verkoopt zijn auto. Omhoog,
omlaag, het is de strijd om het bestaan.
Zij willen geld hebben, niet alleen om den
hakker en den schoenmaker te betalen,
maar om moe tc tellen. En men moet lieol
wat geld hebben om mee te tellen in New
Y'ork. Als men het op zijn veertigste jaar
nog niet zoover gebracht heeft, komt men
er nooit. En vóór het veertigste jaar heeft
men maar oen kort stuk van zijn leven,
waar zóóveel in moet worden gedaan! Nie
mand heeft tijd om te wachten en hot er
op aan te laten komen. Iedereen marcheert
voort op dc maat van de trommelslagen...
Het is tijd om te lunchen. Duizenden
gaan op en neer in liften. Niemand zegt
een woord. Alle mannen en alle vrouwen
dragon hoeden, ook als zij liet gebouw niet
verlaien. De lift is een straat geworden,
een verticale straat. Anderen eten buitens
huis. Ze loopen op de overvolle trottoirs en
gaan binnen. Gelijkvloers of in een sous-
lerrain. Vlugge bediening, eten en drinken
dat men spoedig gebruikt heeft. Gloeiend
heete koffie cn ice cream. En dan weer weg!
Tien rnenschen wachten erop om Uw ledige
plaats in tc nemen. Geen overtollig woord
hij dc afrekening. Een volslagen zwijgen op
dc straat met haar rumoer. Een paar kerk
klokken vergrooten slechts het lawaai.
Een verschil ton goede.
Slechts één lichtpunt zien wij. Armoede,
werkelijk afzichtelijke armoede, rnenschen
die flauw vallen van den honger, bedelaars,
in lompen, rnenschen die ^ich in geen jaren
gewassclien hebben, afgrijselijke wonden en
huidziekten dat ziet men in de New
Yorksche straten niet. In Azië ontmoet men
zulke dingen voortdurend. Doch daar zlei
men weer niet de vermoeidheid, zenuwach
tighcid, prikkelbaarheid en onverschillig
heid van New York. En die andorc dingen
bestaan die in het geheel niet in New
York 1
(Nadruk verboden).
door
Prof. Dr. P. KERSBERGEN
De eugenetiek stelt zich o.a. ten doel, de
resultaten van het natuurwetenschappelijk
onderzoek niet slechts aan de afzonderlijke
personen, doch ook aan het volk als geheel
ten goede te laten komen. Zij houdt zich
vooral bezig met de vraag, in hoeverre de
mcnsch wordt beïnvloed door de erfelijk
heid en in hoeverre door invloeden van bui
tenaf.
In het hijzonder houdt men zich in den
laatsten tijd bezig met het onderzoek van
tweelingen. Er zijn twee soorten van twee
lingen; de eerste categorie brengt precies
denzelfden aanleg mede op de wereld, de
andere niet. Men kan dus hier den invloed
van geërfden aanleg en den invloed van
buitenaf scherp scheiden. Zoo heeft men
b.v. 75 tweelingparen onderzocht op T.B.C
Van deze 75 waren er 10 die door erfelijke
belasting dezelfde kiemen in zich droegen
(dc kwaal van het cene kind irad dus ook.
bij het andere op), terwijl de overige 56 dezo
overeenkomst met elkaar misten. Bij de
laatste categorie zou dus het eene kind ziek
kunnen zijn, terwijl hot andere van deze
ziekte in het geheel geen last had
Bij het genoemde onderzoek werden dii
groepen onderscheiden; in dc eerste groep
kwamen de tweelingen, die op dezelfde
wijze leden aan tuberculose, in dc tweede
groep die, waarbij een duidelijk onderscheid
in verloop cn oorzaak van de ziekte waar
neembaar was en in de derde groep die
tweelingen, waarbij de een aan T.B.C. was
storven. terwijl de ander nog leefde. Yau
de „crfelijk-gelijkcn" waren er 69 in de
eerste groep (het verloop van de ziekte was
bij -deze gevallen dus geheel en al gelijl;»,
21 in de tweede groep (het verloop vua
de ziekte was verschillend) en slechts 10
in dc derde groep de eene lijdt aan io
ziekte of sterft er aan, terwijl de ander leeft
en van de ziekte géén last. heeft). Van cle
2de categorie die wij (,crfelijk-verschillen-
den" zouden kunnen noemen in-tegensler*
ling met de „erfelijk-gslaken V waren daar
entegen 21 in de eerste gj;oep, 37 m
dc tweede en -52 in de derde. Bijzonder
interessant was het geval can 26-jarige
tweelingzusters, dio in den ouderdom van
17 jaar gescheiden werden: de een was naai
ster in Oost-Pruisen; de andere verkoop©t- r*
in Berlijn. Ze werden, ondanks liet groote
verschil in omgeving, heiden gelijktijdig tu-
berculeus, en de Röntgen foto's die van de
zieken werden gemaakt, toonden dat 't ver
loop van dc kwaal tot in de kleinste detaPs
met elkaar overeenkwam. Ook bij Röntgen*
onderzoek van andere eigenschappen bij.ei-
ielijk-golijke tweelingen doet men dergelij
ke ervaringen op. Zoo wordt verteld van
tweeling-broeders, dio beiden kapelmeester
geworden zijn. Ze bezitten precies dezelfde
muzikale opvattingen, ondanks het feit dat
ze twee jaren gescheiden leefden en do
overeenkomst van de opvattingen is zoo
volkomen, dat geen enkel lid van dc kapel
om van het publiek nu maar te zui
gen er iets van merkt, wanneer inpïaats
van den -kapelmeester zijn tweeling-broei:
dirigeert.
Interessant is ook het geval van twee
lingzusters, die reeds als kinderen aanleg
voor muziek en schaken toonden. Daar de
ouders financieel niet in staat waren, de
beide kinderen hun twee ambities tc laten
ontwikkelen, bezocht de een liet conserva
torium, terwijl do ander aan het hoofd van
een groot handelskantoor kwam to. staan.
Natuurlijk werd het verschil in muzikale
kundigheid door het verschil in werkkring
grooter, doch niet zooveel als U wel zult
denkon. Op het gebied van schaken zijn
beide zusters elkaar echter volkomen gelijk,
wat zich heel aardig hierin uit dat ze hei
den winnen van hun vader in con lournooi
met een derde, terwijl hij' ze beiden in en
kelspel altijd overwint.
Een lastige en ook zeer belangrijke vraag
rijst bij het onderzoek van tweeling-misda
digers, lastig vooral, omdat een rechtsgel
dige bestraffing van een mensch nu een
maal geen biologische eigenschap is zooals
voortreffelijk schaakspel, muzikale begaafd
heid of het lijden aan T.B.C.
Geheel en al tegenovergestelde eigen
schappen kunnen oen mensch voor den
strafrechter brengen cn omgekeerd kan
door dezelfde daden de één een misdadiger
zijn, terwijl de ander door de mazen van dc
wet heenkruipt, afgezien van het feit dut
nog maar een zeer klein deel van de wan
daden wordt ontdekt en den rechter voor
gelegd. Ondanks dezo grootc bron van fou
ten en vergissingen schijnt het tweclingon-
derzoek ook bij misdadigers erop te wijzen
dat de invloed van geërfden aanlog grooter
te achten is dan dio van de buitenwereld.
Het belangrijkste resultaat van de gelieo-
1c eugenetiek is dus: geërfde aanleg maakt
veel meer uit dan welke opvoeding of welk
noodlot ook. Het onderzoek naar de erfe
lijkheid is dus van zeer groot belang. Daar
bij vindt men echter riog zeer merkwaardi
ge opvattingen, zooals bijvoorbeeld dc mee
ning, dat door toevallige uiterlijke invloe
den verscheidene eigenschappen en bijzon
dere fouten geërfd kunnen worden; zulke.