OVERHEMDEN
AHERSF00KT5CH DAGBIAB
NIEUW PARIJS
Fa. B. KRAAL
Zaterdag 22 Augustus 1931
.DE EEMLANDER"
30e Jaargang No. 46
TWEEDE BLAD
HET ONDERHOUD DER
TERTIAIRE WEGEN
Beroep op de provincies
WILLEM GROENHUIZEN
LEERDAM"
gr00te keuze
LANGESTRAAT 26
Lijstenmakerij en Kunsthandel
Het adres voor cadeaux
BEDELAARENLANDLOOPER
De meening van Groen
van Prinsterer
MINERALE WATER EN SPUITWATER
ESSENCES VOOR LIMONADES 35 CENT
A. v. d. WEG LANGESTRAAT 23 tel. 217
'Adres van den B. B. N. aan de
Colleges van Gedepu
teerden
De Bond van bedrijfeautohouderö heeft
aan de colleges van de Gedcputeerdo Sta
ten van de verschillende provinciën, met
uitzondering van Noord-Holland, het vol
gende schrijven gericht, in verband met
den toestand van de tertiaire wegen en de
noodzakelijkheid in dezen toe6tand zoo mo
gelijk spoedig verbetering te brengen.
..Bij de weggebruikers is een steeds groo-
tere bezorgdheid ontstaan omtrent den toe
stand, waarin de zoogenaamde tertiaire we
gen in bet geheelc land verkeeren, als ge
volg van het feit, dat deze bij de tegen
woordige wijze van onderhoud, als regel
niet bestand zijn tegen het drukke mecha
nische verkeer, dat daarop plaats heeft.
Tegen de verwachting n.I. in. o.a. uitge
sproken door Zijne Excellentie den minis
ter van Waterstaat bij de invoering van de
wegenbelasting en de instelling van het
Rijkswegenfonds, hebben zeer vele tertiaire
wegen door do ontwikkeling van het me
chanische verkeer het karakter van secun
daire wegen verkregen en nu blijkt, hoe
verkeerd het is geweest, bij het opmaken
van de plannen voor do verbetering van het.
Nedcrlandsche wegenstelsel de zorg voor
de verbetering van die tertiaire wogen over
te laten aan de beheerders daarvan. Niet
alleen, dat deze zeer dikwijle niet over vol
doend geoutilleerde technische diensten be
schikken, om dezo verbetering uit te voe
ren, maar, wat veel erger is. hunne finan-
tieelo draagkracht is daartoe bijna altijd
volstrekt onvoldoende.
Het gevolg is. dat niet alleen de lyidrljfs-
autohouders, die van deze wegen gebruik
rnoelon maken, groote schade lijden, maar
nog enger is, de toestand dier wegen gaat
zienderoogen achteruit en krachtige maat
regelen zijn reeds thans noodig om er voor
te zorgen, dat de wogen ton minsfe voor
het. verkeer bruikbaar blijven.
Wordt niet spoedig ingegrepen, dan zal
de toestand zoodanig verergcron, dat hot
in orde brengen dier wegen, die voor het
verkeer niet kunnen worden gemist, bijna
ondraaglijk zware finanlicele offers zal
eischen.
Het bestuur van den ervan over
tuigd, dat het niet de onwil, doch voorna
melijk de finailtieele onmacht van dc klei
nere wegbclieerdcr.s is. die deze verhindert
de tertiaire wegen in oen behoorlijken toe
stand .to houden, heeft zich reeds gerui-
ïncn tijd geleden gewend tot Zijne Excel
lentie den minister van Waterstaat, niet
het verzoek maatregelen te willen treffen,
zoo noodig door het indienen van een
voorstel tot wijziging van de wegenbcla6-
tingwet waardoor uit het Rijkswegen-
fonds aan dc provinciën jaarlijks gelden
zouden worden verstrekt, ten behoeve van
de .verbetering van de. tertiaire wegen.
Hierbij lag het in de bedoeling deze gel
den n.I. niet rechtstreeks aan de beheer
ders der tertiaire wegen uit tc keeren, doch
de 'noodzakelijkheid van deze uitkeering tc
doen' beoordeelen en de verdeeling der gel
den t9 doen geschieden door de verschil
lende provinciën, opdat op die wijze be
hoorlijke contróle op de uitgaven en op
een behoorlijk onderhoud der tertiaire we
gen zou kunnen worden uitgeoefend.
Tot onzen grooten spijt i«5 door den mi
nister van Waterstaat op het verzoek van
den B.B.N'. afwijzend beschikt; Zijne Ex
cellentie beriep zich hij deze afwijzende
beschikking o.a. op de verwerping van clc
motic-Ebels, die op deze aangelegenheid
betrekking had, door de Tweede Kamer.
Onderwijl heeft het college van Gedepu
teerde Staten in Noord-Holland, eveneens
overtuigd van dc noodzakelijkheid tot het
zoo spoedig mogelijk ingrijpen -ter verbe
tering van de tertiaire wegen, aan dc Sta
ten van deze provincie het voorstel gedaan
uit de provinciale geldmiddelen zelve een
bedrag af te zonderen ten behoeve van de
verbetering van die tertiaire wegen, welke
op een zoogenaamd aanvullend wcgcnplan
door de provincie zouden worden gebracht.
Tevens werd een dergelijk aanvullend we
genplan ter goedkeuring aangeboden.
Wij behoeven uw college zeker niet te
zeggen, hoe zeer wij dezen maatregel van
de Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land toejuichen en wij wenden ons tot uw
college met het eerbiedig verzoek op soort
gelijke wijze maatregelen te willen treffen
en over tc gaan lot het opmaken van een
aanvullend provinciaal wegcnplan en tot
het beschikbaar stellen van gelden op
soortgelijke wijze als door de Gedeputeerde
Staten van Noord-IIolland is geschied.
Wij voegen aan het bovenstaande toe, dat
waarschijnlijk op deze wijze wel geen defi-
nitiovo verbetering der tertiaire wegen zal
kunnen worden verkregen, doch dat in al
len gevalle het vernielingsproces, waaraan
deze wegen als gevolg van lvet minder-
goede onderhoud thans blootstaan, zal wor
den gestuit.
In de toekomst zal het onafwijsbaar blij
ken, dat het onvermijdelijk is, ook ten be
hoeve van de tertiaire wegen, een bijdrage
uit het Rijkswegenfonds af te zonderen.
Ook de billijkheid e.ischt, dat hiertoe zal
worden overgegaan; immers thans betalen
duizenden automobielbezitters grootc be
dragen nis wegenbelasting, zonder dat ze
ooit gebruik maken van wegen, ten be
hoeve van welker verbetering dc gelden
uit het Rijkswegcnfondö worden besteed,
terwijl hun bij do invoering van de wegen
belasting werd toegezegd, dat als compen
satie van dc zware lasten een zoodanige
verbetering der door hen te berijden wegen
zou volgon, dat de onderhoudskosten van
hun auiomateric-el belangrijk zouden wor
den verminderd.
Wij 6tcllen ons dan ook voor, tc goeder
tijd bij de Staten-Gcneraal op deze aange
legenheid terug te komen, doch hopen, dat
uw college in afwachting van het slagen
van deze pogingen, ons verzoek zal willen
inwilligen.
DE NIEUWE SEIZOENDANSEN.
Op het jaarlijksch Nationaal Danscongres
van dc Nedcrlandsche Verecniging van
Dansleeraren, dat deze week te Haarlem
gehouden werd, is gelegenheid geweest dc
nieuwe dansen te leeren kennen, die tijdens
het volgende 6cizoen in de danszalen zullen
gebruikt worden.
De voorkeur blijft uitgaan naar den Tan
go, den Waltz en den Slow Fox Trott, in
welke dansen eenige stijlvolle verbeterin
gen zijn gekomen volgens a,gemeen bcsluii
van de Engelschc en Ncderlandschc dans
leeraren. Deze wijziging werden gedemon
streerd door den hekenden danstechnicus
Victor Sylvester, daartoe door dc Vcreeni-
ging uit Londen ontboden, eevenals een ge
heel nieuwe dans, de Rumba, welke thans
ZENTRA HORLOGES.
3000 horlogemakers in Duitschlancï, Oosten
rijk, Nederland en Koloniën verkoopen en
garandeeren Zen tra uurwerken.
Voor Amersfoort
Langesüraat 43.
Gevestigd 1385. Tel. 852.
Gedipt, horlogemaker
DRINKSERVIEZEN
WATERSTELLEN'
SIEEVAZEX
LANGESTR. 35
TEL. 308
Arr.h. weg 32
Te!. 1089
Steeds iets aparts tegen
billijke prijzen
op hot programma der nieuwe dansen za'.
komen te staan.
Dank aan een of den feestavond van dit
Jubileumcongres particulier gegeven de
monstratie van den Cubaanschc dans, zoo
als die uit Amerika Jgcimportcerd werd,
w as het mogelijk te coniroleeren. welke wij
zigingen die dans heeft moeien ondergaan
alvorens bruikbaar tc worden voor beoefe
ning door het publiek. In den' oorsprönkc
lijken vorm waft hij als salondans wclli.cht
minder geschikt. Hij gó lijkt veel op dc Ame-
rikaarische „Bump". ,J
Een andere nieuwe dans, dc Zilt, gede
monstreerd door 'den Hr. Bronmcyer uit
den Haag, voldoet niet geheel en al aan
de hoogc verwachtingen, die er van gekoes
terd werden. Ook in Engeland stond het
officieelc Dans comité afwijzend tegenover
deze creatie die, meer gehuppeld dan eigen
lijk gedanst, hoogstens als „extra-nummer"
een kans schijnt tc zullen krijgen.
Meer aandacht trok de demonstratie dooi
den lieer Forstcr, uit Londen, van twee
prijsdanscn van het bekende Blackpool Fes
tival: de Clydesdale Waltz van Alex War
ren en Adele Roscoc en cen „Continental
Tango", beiden behoorendc tot de zooge
naamde standaarddanscn, bruikbaar voor
het geoefende amateurs-publiek.
Naar algemeenc meening zal het vooral
de Tango zijn, aan den welke dit jaar aan
dacht gaat geschonken worden. Door zijn
zelfden exotischen oorsprong zal de Rumba
hiervan wellicht den terugslag ondervinden
en eveneens door het publik gaarne gewild
worden. Daarnaast blijft dan alle gelegen
heid om dit. jaar de volle aandacht te schen
ken aan dc verbetering van het algemeenc
danspeil, waartoe door de in de Verecniging
georganiseerde dansleeraren krachtige po
gingen zullen aangewend worden.
Het oordeel van Prof. Pompe
over hun rechtspositie
Een pracadvies van Prof. Dr. W. Pom
pe over het onderwerp: „Voorkomen en
bestrijding van bedelarij en landlooperij"
heeft de aandacht getrokken om de mil
de houding tegenover den bedelaar en
landloopcr aangenomen. De pracadviseur
begon aldus:
,.lk wensch mijn betoog aan te vangen
met dc verklaring, dat ik onkundig hen
van het terrein van den bedelaar en van
den landloopcr. Ik heb echter het woord
verzocht, omdat ik mij als jurist afvraag:
Op welken rechtsgrond zou men speciaal
tegen bedelaars en landloopers met *2en
straf optreden? Ik heb nooit begrepen,
waarom het iemand, onder bedreiging met
straf, verboden wordt, om, indien hij in
nood verkeert, anderen, zij het dan ook
in het openbaar, hulp te vragen. In de
veronderstelling dat het publiek het on
aangenaam zou vinden zoo'n man te la
ten gaan zonder hem iets te geven of der
gelijke armoede op straat te zien geëta
leerd, kan men bezwaarlijk voldoenden
grond vinden.
Nog gekker is het gesteld met de hou
ding tegenover den landlooper, den man,
die zonder middelen van bestaan rond
zwerft. Wanneer iemand zonder middelen
van bestaan is, is de kans heel groot, dat
hij zijn huis zal moeten verlaten. Hij heeft
dan geen ander alternatief dan tc wande
len en daarmede een strafbaar feit te ple
gen, of stil te staan. Ik heb nooit begre
pen op welken grond men zeggen kan:
zoodra gij gaat rondloopen, zijt gij, als
landloopcr/ strafbaar.
Vele personen komen in minder gunsti
ge situatie, maar daarom worden zij nog
niet gestraft. Men- is er toch wel over
heen, dat een failliet gestraft moet wor
den: zou men ook het denkbeeld, dat land
loopers en bedelaars gestraft moeten wor
den, niet torzijde kunnen stollen? Ik kan
mij maar één grond van straf voorstellen,
maar cen grond, die zichzelf veroordeelt;
het is de reden, die Shaw noemt in zijn
Majoor Barbara: de eigenlijke misdaad is
armoéde."
Merkwaardig is nu te zien, dat het ooi-
deel van den Katholieken hoogleeraar van
Utrecht sterken steun vindt in een bij
kans honderd jaar oud geschrift van den
bekenden protestantschen leider rar. G.
Groen van Prinsterer. Dezs maakte in 1S26
met den advocaat-diaken D. van Wijnpcr-
se cen tocht naar de koloniën Ommer-
schans, Frcderiksoord en Veenhuizcn en
hoe hij zich aan veel dingen ergerde blijkt
uit zijn .'.Aanteekeningcn op oen reisje
naar de koloniën der maatschappij van
weldadigheid."
Hij schrijft daar het citaat is ontleend
aan ..De Standaard"
„Is bedelen een misdrijf?
Iemand tot armoede hetzij door, hetzij
buiten zijn schuld geraakt, vraagt aan an
deren hulp en onderstand; cUze kunnen
die hulp weigeren; maar. zoo zij die ge
ven, zoo de arme aldus kan bestaan, welk
regt heeft het Gouvernement om zich daar
mee te bemoeien? Laat het zijne schuld
zijn, dat hij arm i6 gewórden: hij is daar
voor door zijne armoede zelve gestraft;
maar van waar het regt om hem nu van
datgene te berooven, 't welk aan iedereen
toekomt, de bevoegdheid om van de mede
deelzaamheid zijner medemenschen gebruik
tc maken/Iedereen rnoet het brood verdie
nen, dat hij eet; het is zoo; hij behoort
het tc verdienen; doch kan hij er toe ge
dwongen worden? er zijn, vooral in dc
hoogere standen der Maatschappij, zoo vele
menschcn, die hun brood niet verdienen;
en zoo niemand zijne diensten willekeurig
aan de Maatschappij onttrekken mag, geldt
zulks meer omtrent den hsdelaar, dan om
trent den werkejoozen verteerder van voor
ouderlijke schatten? Daarenboven dc bede
laar heeft evenals ieder mensch zijne rsg-
ten, en deze, daaronder zijne persoonlijke
vrijheid, behooren heilig te zijn, zoolang hij
zich aan geen inbreuk op de regten van
anderen schuldig hseft gemaakt. Noch het
belang van den Staat, noch het nut van het
algemeen ,noch de weldadigheid van het
voorgestelde doel kunnen voor dc misken
ning der bijzondere rechten eens genoeg
zame verontschuldiging zijn. Wanneer men
met de wijsgeeren der verloopene eeuw een
Maatschappelijk Verdrag onderstelt, waar
bij iedereen ten voordeele der maatschappij
afstand heeft gedaan van zijne bijzondere
rechten, en dus zich als 't ware onvoor
waardelijk aan het Bestuur dier Maatschap
pij ondsrworpen heeft, dan kunnen derge
lijke stellingen toegegeven worden; doch
even daarom is het ook zoo waar, dat die
Wijsbegeerte, welke zich als de voorstan-
deresse der vrijheid aanbevelen wil, uit der-
zelver aard de aanleiding geeft lot het ver-
schrikklijkste Despotisme, 't Is waar, de be
delarij brengt vele misdaden voort, en daar
om is het voorzeker loffelijk middelen te
bezigen tot wering van de.bedelarij; doch
het moeten dan evenwel rechtvaardigs mid
delen zijn: en iets, 't geen geenc misdaad
is, mag niet, omdat het aanleiding tot mis
daad geven kan, als misdaad worden ge
straft. Eene wet, waarbij dc bedelarij wordt,
gestraft, is eene met dc eeuwige beginsels
van recht geheel on vereen igbarc Wet".
Als men nu ook" nog eens even historisch
vastlegde,wanneer dc strafwetten tegen be
delaars in „christelijk" Europa zijn ont
staan
DE SPOORBRUG BIJ WEESP
AANGEVAREN.
Gisteravond om kwart voor 10 is de spoor
brug over de Vecht te Wc esp door een pas-
seerende boot aangevaren cn ontwricht, zoo
dat deze niet gesloten kon worden. Onmid-
dellljk heeft men de.noodigc voorzieningen
getroffen, zoodat na ongeveer 40 minuten
de treinen, zij het met de uiterste behoed
zaamheid, konden passeeren. De D-trcin cn
de z.g. üuilschc handelstrein ondervonden
vertraging. De brug werd niet meer -
opehd. In den loop van den nacht zou men
trachten dc brug te horstellen.
IN DE RAADSZITTING DOODGEBLEVEN.
Tijdens de gecombineerde raadsvergade
ring, die gisterenmiddag te Lcidschendam
gehouden werd, is het Chr.-Hist. raadslid
der gemeente Storapwijk cn Veur, dc hoer
A. L. J. Schmal, plotseling doodgebleven. Do
overledene, die 13 Maart I860 te Voorbrug
werd geboren, was aan het einde van zijn
vierjarige zittingsperiode en werd voor kort
herkozen.
Dc burgemeester van Slompwijk en Veur
hief de vergadering onmiddellijk na dit tra
gisch sterfgeval op.
Niemand v.e r d i e n t het goede en
schoone, het komt tot ons als de zonne
schijn,
WALDEMAR BONSELS.
ÖLAUW£
{Diamanten
«.-jsa
'VAN.
7CMSON
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsen
van J. S. FLETSCHER door
Jhr. C .A. L. v. d. W.
39
luist, zeidc hij. Wij gingen gisteravond
van juffrouw Appcrlcy naar het hotel
Short's Hotel wij logecrcr. daar altijd,
als wij in Londen zijn. Wij aten iD onze
zitkamer. Een oogenblik later kwam
Shcila, rnijn dochter. Zij ging met mijn
Vrouw naar de slaapkamer. Ik hoorde hen
praten. Ik ging naar beneden om cen si
gaar te rooken. Ik bleef daar ongeveer een
uur, ik ontmoette iemand, die een oud
heidkundige bleek te zijn, interessant ge
sprek. Misschien bleef ik ook nog langer
beneden. Toen ging ik weer naar boven
naar onze kamer, maar ik zag niemand.
Ik dacht dat mijn vrouw en mijn dochter
naar liet salon waren gegaan, ook daar
waren ze niot. Ik wachtte nog cen c'gen-
blik en toen ging ik na vraag doen. Dc por
tier vertelde mij, dat mijn vrouw en Sheila
en Alison Murdoch waren uitgegaan. En....
Wie is Alison Murdoch, viel May-
thornc in de rede.
De heer Elphinstono keek den ondervra
ger aan met een gezicht, dat groote ver
wondering te kennen gaf over die vraag.
Alison Murdoch? O, u is natuurlijk
niet uit Marrasdale. Alison Murdoch is een
zoogzuster van mijn vrouw. Ze werden sa
men als kinderen groot gebracht. Geduren
de eenige jaren was zij dienstmeid bij mijn
vrouw, en dat is zij nog steeds als wij op
reis gaan. Zij woonde in den laatston tijd
in een huisje in Marrasdale Dornside;
ze had juist geld genoeg om van te leven.
Een werkzame vrouw; in het reisseizoen
helpt ze koken in „De Houtsnip".
En ging zij gisteravond uit met me
vrouw Elphinstone en uw dochter? vroeg
Maythorne.
Ja, dat zei dc portier mij. Om half
ticnl
Heeft hij een taxi voor hen geroepen?
Neon, hij zei dat ze zijn gaan wande
len. Ik begrijp niet waarom ze op dat uur
zijn uitgegaan.
Maar, kwamen zij of een van hen niet
terug, vroeg Crole.
Neen! ik wachtte tot middernacht,
toen ging ik naar mijn kamer, omdat ik
moe was en ik viel dadelijk in slaap en
sliep tot vanmorgen. Tot nujn groote ver
bazing was er niemand teruggekomen; ik
dacht dat Sheila bij juffrouw Apperley zou
zijn. Daarom ging ik na het ontbijt naar
haar loc Tot mijn grooten angst wist zij
niets van Sheila af. Zij vertelde mij, dat
Sheila den vorigen avond plotseling had
gezegd, dat ze haar liet hotel wilde gaan
om met haar moeder to spreken; ze is weg
gegaan en niet meer teruggekomen. Dus
zijn ze alle drie verdwenen! In Londen!
Gelooft u, mijnheer Mavthorno, dat ze aan
gevallen cn opgesloten zijn?
Neen, mijnheer Elphinstone, dat acht
ik onmogelijk. Ik denk, dat zij om dc een
of andere reden zijn uitgegaan en redenen
hadden om niet terug te komen. Maar laat
ik u iets vragen, toen uw vrouw en uw
dochter in do slaapkamer gingen, waar
was toen Alison Murdoch?
Dc heer Elphinstone dacht cen oogenblik
na.
Vermoedelijk In de kamer daarnaast,
een kleedkamer, waar zij sliep. Wij hebben
een zitkamer, een slaapkamer cn een Weer
kamer.
Alison Murdoch huist altijd in do kleed
kamer.
Hoorde u wellicht van den portier of
zij iets hebben meegenomen? vroeg Crole.
Lichte bagage of iets dergelijks, alsof een
van hen dien nacht meende weg te blijven?
Dat heb ik niet gevraagd. Maar ik ben
wel zeker van niet De portier zei mijn van
morgen. dat zijn eigen oordeel was, dat
toen zij uitgingen, nu, om kort tc zijn
een idéé, dat bij mij nooit zou zijn opgeko
men.
En dat. was? vroeg Crole.
Hij zei, dat hij dacht, dat de dames
plaatjes waren gaan kijken. Natuurlijk bc
greep ik dat niet. Hij legde mij toen uit, dat
er om den hoek bij het hole! een nieuwe
bioscoop was. Maar ik kan mij niet begrij
pen
Ik geloof wel, dat wij mogen aanne
men, dat zij daar niet heen gingen, merkte
Maythorne op.
Misschien vindt mijnheer Elphinstone
zijn vrouw straks in het hotel, zeide Crole.
Het is nu middag cn
Misschien, viel Maythorne in dc rede,
maar ik vrees van niet. Mijnheer Elphin
stone, vervolgde hij, ik wilde u iets laten
zien iets, dat ik in mijn zak heb. Hier is
het, vervolgde hij, toen hij een granaten
broche tc voorschijn had gehaald. Vertel
u mij eens heeft u dat ding ooit meer
gezien?
Dc hoer Elphinstone bekeek de broche
nauwkeurig en zeido eindelijk; Zeker, die
is van mijn vrouw!
HOOFDSTUK XXV.
Wie was hl)?
Maythorne boog zich over da tafel naar
Manners en Corckerdale en fluisterde hun
iels toe en het was duidelijk, dat hij hun
mededeelde, waar cn wanneer hij de broche
had gevonden. Daarna keerde hij zich weer
tot den heer Elphinstone.
Dus u twijfelt er niet aan dat deze
brocho aan uw vrouw toebehoort? Toch
zullen er. dunkt mij. wel meer van die
broches zijn.
Deze broche is van mijn vrouw. Ik
kocht ze zelf. jaren geleden, in Inverness.
Het is cen van een stel; ze zijn precies ge
lijk. De steencn zijn een bijzonder soort
granaat; de zilveren monieering is antiek,
ik kocht het siel bij cen antiquair; ik kan
me dat nog heel goed herinneren. Maar het
is cen feit, ik heb die broches in jaren
niet gezien.
Droeg mevrouw Elphinstone ze dan
niet?
Zij vond ze oudorwétsch en ie zwaar.
Zij beschouwde ze als curiositeiten: zii z„i,
dat zc oorspronkelijk gebruikt werden om
omslagdoeken dicht Ie maken, cn mijn
De hoer Elphinstone bekeek de broche
vrouw borg ze weg. Ik kan mij niet herin
neren, dat zjj ze ooit droeg. Maar hoe
komt u er aan?
Maythorne borg.de broche weer in zijn
zak en stond op.
En wat is er verder te bespreken
Niemand antwoordde iets.
Ik zou wel eens willen weteh, wat er
van mijn vrouw geworden is, riep de heer
Klphinstonc uit
Zij moet gezocht worden, mijnheer,
antwoordde Corckerdale. Hij knikte naar
Manners. W ij moeten daarop uit. dunkt mit.
Eerst naar het hotel.
Ik vermoed, dat u een telefoon hooit"
vroeg Maythorne aan dr. Eccleshare. Mooi!
laat ons dan Short's Hotel opbellen en
vragen of mevrouw Elphinstone reeds terug
is.
Hij ging met dr. Eccleshare in de gang
en zij kwamen eenige O ogenblikken lat, r
terug. Maythorne schudde zijn hoofd.
(Wordt vervolgd), j