„EEN OUVERTURE ZONDER OPERA"
AMEOSFQQIffSCH DAGBLAD
COMMENTAREN OP DE TROONREDE
Woensdag 16 September 1931
„DE EEMLANDER"
30e Jaargang No. 67
WAT ER NIET IN STAAT...
PERSOVERZICHT
Welk een machteloosheid in de
richting wijze nde slaatssl uk
ken, ook in deze Troon
rede, om de benarde
problemen op
te lossen
Scherpe critiek van het Voik
Uit de commentaren op de Troonrede, zoo
als die verschenen in de avondbladen van
gisteren, citeeren wij de volgende hoofdge
dachten:
„Gelukkig is zij zeer meegevallen."
De Nieuwe R o 11 c r d a m s c h e C o u
ra ut (lib.) schrijft, gezien de uitlatingen
van minister De Geer in een interview met
het Corr. Bureau:
Gelukkig is zij zeer meegevallen. Het be
sef van den ernst van den tijd komt er ter
dege, in uit al blijft hier en daar ruimte
voor de vraag, of de regeering zich in alle
onderdeden den toestand geheel gereali
seerd heeft. Zoo trekt het b.v. aandacht, dat
de regeering noch in den aanvang, waar zij
de takken van volkswelvaart opsomt, die
het zwaarst van de crisis hebben ic leiden
noch ook verder in de Troonrede, ook maai
eenmaal het woord Scheepvaart gebruikt.
Doch laten wij dit terzijde, dan mag dank
haar worden erkend, dat de wereldcrisis en
haar gevolgen voor het landsbestuur in de
Troonrede op den voorgrond worden ge
steld, en daarvan het belangrijkste, deel blij
ven uitmaken. Dit niet alleen: er blijkt
daaruit tevens, dat do regeering zich thans
door de tijdsomstandigheden cenc dringen
de, nieuwe taak opgelegd acht, waardoor
het program, waarmede zij oorspronkelijk
aangetreden is, op den achtergrond is ge
drongen. „Plannen, welke de regeering aan
vankelijk had gevormd, zullen dan ook wij
ziging moeten ondergaan."
Van de nieuwe plannen wordt nog weinig
onthuld. Op één uitzondering na: dc aan
kondiging van de instelling van een depar
tement van economische zaken en arbeid
het denkbeeld, nog onlangs in het adres
van de Kamers van Koophandel van Am
sterdam, Rotterdam, 's-Gravcnhage en
Utrecht met warmte bepleit.
Hebben wij dit gedeelte van dc Troon
rede met vreugde gelezen, met nici" minder
instemming hebben wij kcnni6 genomen
van dat gedeelte, waarin de regeering hel
vertrouwen uitspreekt, niet te vergeefs een
beroep op dc natie, op de groole zedelijke
kracht van ons volk te doen, om aan de
crisis het hoofd tc bieden. Ook deze pas
sage meenen- wij wat ruim tc mogen uit
leggen. Wij zouden daarin willen zien een
beroep op samenwerking, eensgezindheid,
ai iet slechts in het maatschappelijk leven,
doch ook in het politieke. In een tijd ole
deze is niets gemakkelijker, dan critiek, af
keuring en betweterij. Mogen deze drie bij
uitstek I-Iollandsche genooten zich weten in
te toornen. Natuurlijk, van beginsel kan
niet dan tot schade van land en samenle
ving worden afstand gedaan. Niets is vooi
een land vernietigender dan beginselloos
dal is karakterloos bestuursbeleid. Maar
waarvan thans eer dan ooit afstand moet
worden gedaan is de partijpolitiek, dc ge
noegdoening van partij verlangens, partij
stokpaardjes, die wol misschien in een be
ginsel zoowat ingepast kunnen worden
doch die toch overigens weinig of niets
principieels hebben. Jammer is daarom, dat
onder de enkele wettelijke maatregelen, die
aaugekondigd worden, er één is, die in deze
Troonrede den indruk maakt aan Room
bchc partijpolitiek uiting te geven. Terecht
wordt de bindend verklaring van de collec
tieve arJieidso vereen komst terzijde gescho
ven; was nu echter daartogenover aankon
diging van de wcnschcUjkheid eèner wet
telijke bedrijfsorganisatie noodzakelijk? Wij
zien er slechts ccnc aanduiding in, clat dc-
regeering niet stevig in de schoenen dei
eensgezindheid staat.
Over de buitcnlanclsehc paragraaf kunnen
wij'kort zijn. Wij kunnen oiis .bepalen lol
het gebruikelijke applaus.
Een ouverture zonder opera
Het Ila-ndelsblad (lib.) schrijft onder
het opschrift „Ouvcrturo zonder opera", dat
reeds in 1930 de Troonrede in mineur ge
steld was cn thans, twee jaren na dc ..Pas
torale" van '*29 en één jaar na dc „Klop-
symphonic" van het noodlot in 1930 is dc
toon zóó somber geworden en :s er zulk oer
stilte gevallen in het document van de Rid
derzaal, dat er eigenlijkweinig muziek
meer in is. De crisis „moet het, regccrbclcid
beheerschcn, hier evenals in andere lan
den". Én dc ecnigc lichtpunten in deze
Troonrede zijn, dat cr in Curasao tenminste
nog maar „cenigc teruggang" is tc bomer
ken; en dat in Indié althans de i r< h e e m-
sche bevolking dank zij „overvloedige
oogsten" is gevrijwaard voor voedselgebrek
Inderdaad, vooral dit laatste blijft een ge
zegend gevolg van het nog overwegend
agrarische karakter der valkshuishoudinia
daarginds.
Wie nu rnoclu hebben verwacht, dat men
naast dc diagnose van den crisistoestand
ook liet remedie zou vinden, dat de re
geering binnen haar bereik meen' te vin
den, zal wel zeer teleurgesteld zijn. Hel
meest opmerkelijke van deze Troonrede
dunkt oils de stille cv van. het zwijgen
over wat cle regeering 'denkt te doen.
Zelfs op het terrein van de builonland-
sclic politiek blijft het bij diagnose zonder
duidelijk perspectief. De toespeling op de
mogelijkheid dat dc Belgische kwestie „eer
lang" op bevredigende wijze zou kunnen
worden geregeld doet iets hopen, maar
biedt niet het minste houvast. En evenmin
dc aankondiging van „werkdadigc waak
zaamheid" in liet internationale ruilverkeer
Deze Troonrede is, uittoraard, somher van
toon, maar voorts ook vooral verontrustend
stil. Voorloopig krijgt rnen uit clezc Troon
rede wel een onhehagelijken indruk van
tekort aan actie Dit is wel een ouverture
zonder opera, zonder werken. En ook :o
dien zin, dat men geen enkel motief uit
het wcrk-in-aanlocht tc hooren krijgt.
Wc moeten dus maar hopen, dat' dc re
geering meer zal doen dan zc aankondigt
Hetgeen zeker beter ware dan bet omge
keerde.
De oorzaak van de wenschelijk-
heid eoaer wettelijke bedrijfs
organisatie.
Het Vaderland (lib.) doet lezen:
Dat de overbrenging van dc verschillende
takken van ons volksbestaan, den land
bouw, dc lïaifdei cn dë nijverheid naar een
nieuw departement van economische zaken
en arbeid, een zeer goede maatregel zal
kunnen 'zijn, wordt niet door ons ontkend
al zal natuurlijk veel afhangen van dc wij
zo waarop dat wordt uitgewerkt. Het doel
ons echter vreemd aan, dat Arbeid nu niet
alleen van de werkloosheidsverzekering
maar zelfs van dcarbeidsbemiddeling ge
scheiden zal worden. En waarom men in
deze moeilijke tijden dc regccringstaak ver
zwaait door tc wijzen op de wclischclijk
heid van een wettelijke bedrijfsorganisatie
zouden wij niet begrijpen, als wij niet in
zagen, dat staatsman de Brüijn,' dén vóór
zittcr van het R.-K. Werkliedenverbond, die
in zijn vrijen tijd lid van de Eerste Kamer
is, na zijn roerig optreden van de laatste
dagen een kluifje moest worden toegewor
pen.
Als wij verder memoreeren, dat dc Troon
rede eene zinsnede bevat die hoop schijnt
tc geven, dat dc lange onderhandelingen
tusschcn België en Nederland tot een ook
voor ons land bevredigend resultaat hebben
geleid, en dat. wij liet met Suriname weer
eens zullen gaan pröbeere.n, eindigen wij
met den wcnscb, dat de regeering zal on
dervinden. dat ieder Nederlander will do
his duty.
Een krachtige toon gemist.
Dc Nieuwe Courant (lib.), had
naast den ernsligen toon ook gaarne een
krachtigen loon gehoord, waaraan de re
geering het niet had laten ontbreken, in
dien zij ook dc noodzaak van bezuiniging
cn beperking van clen staatsdienst onder
de aandacht had gebracht. Hiervan straalt
in dc rede niets door. Men zou dc bereid
heid om nieuwe lasten te dragen hebben
verhoogd, zoo blijk ware gegeven van liet
inzicht, dat hoe uitgebreider een staatsap
paraat is en hoe talrijker zijn bemoeiingen,
des to zwaarder het door de occonomische
nooden getroffen wordt.
Toejuiching verdient het voornemen van
het kabinet om de belangen van den land
bouw en" van de nijverheid en den handel
onder tc brengen bij een departement van
O economische Zaken en Arbeid, waarin dan
het bestaande departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid zal worden gereor
ganiseerd.
De bindcndvcrklaring van de collectieve
arbeidsovereenkomsten, zoo vernemen wij
voorts, verliest door dezen tijd van druk
aan urgentie. Dit is een. geluk bij een onge
luk. Overigens zou de bindcndverklaring
tocli eerst na de bcclrijfsraclcn aan de orde
zijn gekomen.
Met twee zinnen wordt het nationale pe
titionnement. aan de Ontwapeningsconfe
rentie onderstreept, hetgeen ook door mi
nister Bcclaerts van Bioklancl te Genèvc
gedaan is.
Do verklaring over dc tusschcn' Neder
land en België hangende vraagstukken
biedt in verband met dc loopendc geruchten
geen positieve zekerheid, doch na dc tegen
spraak van den minister van Buitenland-
sciie Zaken moet men er vast op vertrou
wen, dat ons geen nieuwe teleurstellingen
worden bereid, die met alle antecedenten
in strijd zouden zijn.
Dc passages over de overzeesche gewesten
zijn ditmaal al zeer mager uitgevallen. Er
komt in elk geval geen letter nieuws in
voor. Na de bcstuursoverdracht in Oost-In-
die zal men een zekere reserve hebben be
tracht voor dat deel van het rijk. Maar ook
voor West-Indië worden, geen nieuwe ge
zichtspunten geopend. Zoo is ook reeds her
haaldelijk aangedrongen op proeven tot
mechaniscering van het landbouwbedrijf,
evenals men zich daarbij bewust was, dat
die hervorming veel kapitaal zou vergen.
„Woorden, woorden, woorden."
Dc Telegraaf (ncutr.) schrijft: dc
troonrede is geen Troonrede, dc regeering
geen Regeering meer, alleen ons Volk is
nog ons Volk.
Zoo is dan de Troonrede van dit jaar op
nieuw een kolom vol desillusie, langer dan
gewoonlijk, ondiep als gebruikelijk. Men
moet het zelfs betreuren, dat de redeloos
heid der regeering nog niet geleid heeft tot
do Troonredeloosheid van het volk.
Wat haat het of wij een paar stukjes de
partementaal bestuur van plaats doen ver
wisselen, wanneer gelijktijdig nieuwe wette
lijke maatregelen worden aangekondigd,
die ons, als hun voorgangers, duur tc slaan
zullen komen? Wat helpt het, of wij al op
jammerklachten worden onthaald, wanneer
het opbouwend element der Troonrede zich
lot holle, zij het fraaie, woorden beperkt?
De schatkist loopt leeg. De uitgaven stij
gen niettemin. De regeering ziet geen kan9
om de koe hij de horens te grijpen. Gekop
peld aan den leiband der partijpolitiek, on
machtig om, hoezeer ook „extra-parlemen
tair", zich to stellen boven alle groepsbe
langen, aanvaardt het kabinet-Ruys den
bestaanden dcsolaten toestand en zet zich
neer bij dc pakken. Wanneer het Neder-
landsche volk „zijn verleden getrouw" zal
zijn, gelijk dc Troonrede hoopt, dc regeering
zal het roemrijk verleden van vele harei*
voorgangers in gapende bewondering na
staren, tot navólgen buiten staat Met een
beetje protectie, een handvol nieuwe belas
tingen, een zee van fraaie woorden, cn de
hoop op betere tijden steekt zij van wal
Mag men waarlijk geloöven, dat een zoo
zwak bemand schip tusschcn de klippen
van partijpolitiek cn financieel bankroet
door geloodst zal worden?
Wachten wij af. Ook al ontbreekt het
heldere geluid dat do Troonrede tot Staats
stuk gestempeld zou hebben, ons volk is
niet zonder energie en levensdurf. In zijn
midden zal wellicht het besef rijpen, dat
dc partijpolitiek bezig is het land tc ont
redderen cn het volk te ontrechten. Ge
schiedt dat, dan mag men hopen, dat ccn
gezonder basis voor ons staatsbeleid gescha
pen zal worden, een, die ruimte laat voor
durf cn karakter, voor persoonlijkheid en
regeerkracht, een, die ons door alle eeuwen
heen stoer volk waardig is.
H. M. de Koningin sloeg gistermorgen van het bordes van het „Huis ten Bosch" het
défilé der Koloniale Reserve gade.
„Kunnen thans de door ons voor
spelde en hardnekkig terugkee-
rende overschotten niet tot hun
recht komen?"
De Maasbode (R. K.) plaatst boven
haar. beschouwing over dc Troonrede een
citaat van Kcyncs: (,.De wereld is slechts
langzaam tot het besef gekomen, dat wij dit
jaar leven in de schaduw van een van
dc grootste economische catastrofes van de
moderne geschiedenis").
Wij citeeren:
De sombere loon van het, vooral in den
aanhef ook stylistisch forsch gestelde
Staatsstuk, doet denken aan den donkeren
oorlogstijd cn de vrees schijnt gewettigd,
dat de moeilijkheden, welke ons wachten,
althans in den ccrstvolgenden tijd, niet veel
minder zullen zijn dan die der zeer- booze
jaren.
Men fluistert, hardnekkig,-dat er tijde
1 ij k en met inachtneming van degressic, 5
pCt. zal worden gekort op de salarissen.
Welnu, indien de Regeering naast tarief"
verhööging, naast berizinebelasting, naast
beperking van de uitgaven voor defensie,
en mèt inachtneming van dc belangen dei
kleinste inkomens en der gezinnen, werke
lijk geen kans ziet dc bcgrooting sluitend
te maken, tenzij door zulk een vcrlagin;
van de ambtenaren-salarissen, als door dc
daling van zekere levensmiddelenprijzcn
niet onrechtvaardig schijnt, dan zouden wij
deze verlaging, hoezeer wij haar uiteraard
voor de belanghebbenden betreuren, niet
a priori durven afwijzen.
In dit verband zal menigeen echter met
ons de vraag stellen, of dc vroeger door ons
steeds voorspelde en hardnekkig terugkee-,
rende overschotten thans niet tot haar
rcclit kunnen komen. Minister de Geer
heeft wel herhaaldelijk betoogd: „zij zijn
opgesoupeerd", maar met prof. van Gijn
meenen wij tccli, dat deze overschotten wel
ergens als stille reserve zullen schuil gaan.
Met grootc voldoening cn een zucht van
verlichting zullen velen, vooral in het Zui-
den des lands, kennis genomen hebben van
dc Koninklijke medecleeling, dat de vraa;
stukken, die tusschcn Nederland en België
hangende zijn, „eerlang op bevredigende
wijze kunnen worden geregeld". Toch klinkt
deze passage weinig stellig.
Indien ook de veelbesproken „geest" van
sanmhoorighcid op de a.s. Ontwapenings
conferentie niét alleen „tot uiting moge ko
men". maar allen daadwerkelijk zal bezie
len. kan onze vreugde over het goedgeslaag
de petitionnement pas volmaakt zijn.
Zöndert men den titularis van Buitcn-
landséhc Zaken en den Minister \an Kolo
niën uil, die na den nieuwen G.G. ook Indic
tot finaneicelc voorzichtigheid maant en tc
vens hulp belooft aan dc Suriiiaamschc
plantages, dan zwijgeii dc andci'e Ministers.
Zij werken en bezuinigen.
Moeten dc Zuiderzee-ingenieurs van den
bruggenbouwenden Minister Revmer wat
kalmpjes aan doen? Zal Minister Decker
mede ter aanmoediging van de a.s. Ont
wapeningsconferentie Mars zoowel to land
als te water in zijn cischen matigen en
heeft Minister Terpstra misschien een snel
bezuinigend ontwerp tot herziening der
Lager Onderwijswet iu petto, in annslui
ling op het rapport-Rutgers?
Dc Troonrede schildert het schip van
staat als worstelend in den orkaan, welke
momenteel ons nationaal-economisch leven
teistert. Wat wonder dat zij, al is 't in ge-
sluierden vorm, allermeest spreekt over liet
bereiken van de veilige haven!
„Welk een machteloosheid in de
richting wijzende staatsstukken,
ook in deze Troonrede."
De Tij d (R..K) betoogt, clat men deze
sombere Troonrede evengoed een Crisis-
rede zou kunnen noemen. De noodklok luidt
van de eerste zinsnede tot d2 laatste. Van
Nederland tot dc Koloniën. De N'ederland-
schc zorgen passen in dc resonnans van
den Duilschen nood, van de crisis-kreten
in Engeland, geschrokken voor dc gapen
de bcgrooting, cn van de internationale
klachten, die de wereld meer vervullen dan
de internationale samenwerking.
Welk een machteloosheid in d> richting
w ijzende staatsstukken, ook in deze Troon
rede, om dc benarde problemen op tc los
sen.
Wat kan Nederland in dezen weerslag
van dc wereldcrisis meer clan werken voor
.besef van saamhoorighoid". zooals minis
ter Beelaerts van Blokland in Geneve ver
maant, liet aanroepen van bet gezond ver
stand tegen <13 ruilverkcer-belcmmcringcn
en de economische ontreddering, in clc hoop
„dat op dc legen het volgend jaar bijeen
geroepen ontwapeningsconferentie" clj wed
ren der naties-in-het-harnas. eindelijk vast
loopt?
Maar de mond. die dezen middag uit een
Christelijke traditie en een levend gHoof
heeft gesproken heeft in de nationale geest
kracht van liet verleden een moedig woord
gevonden voor list lieden: „Dc geschiedenis
kan menige bladzijde aanwijzen van ten
minste zoo diepen ernst en steeds weer
heeft de groote zedelijke volkskracht onder
Gods huil» de mocilijkhediii overwonnen.
Ik twijfel niet, of ook thans zal liet Neder-
landschc volk zijn verleden getrouw zijn."
Dit is een woord om historie te maken,
al gebruikt de politiek h»t, om op een zui
nig beheer en ongemakkelijk leven voor tc
bereiden. Want liet noodzakelijk behoud
van liet. financieel evenwicht stelt cischen
van buitengewone ingetogenheid cii.offsr-
zin. Tot in Nederland en Indië zal dc uiter
ste krachtsinspanning het huishouden uit
de opdroging moeten redden „van nage
noeg a 11 e bronnen van inkomsten."
Naar de uitvoering van vroegere
groote feg e c r i ngsv o or n e m e ns tenzij naar
de eindelijkc regeling der Nederlandscli-
Belgische vraagstukken, die men bovon en
onder cl2 Schelde met voldoening zal le
zen moet men maar niet tc veel vra
gen. De eerste Sint Nicolansavond is voor
bij, en minister De Geer stuurt do kinde
ren naar bed, want hij presenteert aan do
Kamer dc milliocnen-nota.
Het sympathieke beroep op de
natie.
De Sta 11 d a a r cl (a.-r.) zegt:
Dc middelen, die de Regeering ais eisch
stelt, 0111 liet schip drijvend te houden, zijn:
buitengewone ingetogenheid en offerzin. In
derdaad, die zullen er moeten zijn, cn God
geve aan de Regeering wijsheid, om op de
offervaardigheid des volks een zoodanig
beroep te doen, dat het rechtvaardigheids
gevoel er niet door belèedlgd wordt. Dat is
zeer moeilijk, te meer, omdat niet bij ieder
dat gevoel op de juiste wijze zich uit. Wij
wachten niet groote belangstelling af, wat
de Regeering tc dezen aanzien doen zal.
Aan allerlei geruchteri heeft liet. tot. li?den
niet ontbroken. Wij zullen spoedig weten,
wat er van die geruchten waar was.
Zeer sympathiek is de zinsnede in de
Troonrede, waarin de Koningin >en beroep
doet op cic natie. „Het is", zoo zeide Zij,
„niet'de eerste maal, dat ons volk een ern
st igen tijd bobeft; dc geschiedenis kan me
nige bladzijde aanwijzen van ten minste
zoo diepen ernst, cn steeds weer heeft de
groote zedelijke volkskracht, onder Gods
hulp, de moeilijkheden overwonnen. Ik
twijfel nici, of ook thans zal het Ncderland-
sclie vólk zijn verleden getrouw zijn."
Inderdaad, zoo moet het zijn. Meer dan
ooit behoort ons volk, behooren dc lei-
dsrs van het volk tc beseffen, clat het na
tionaal belang in den ccrstvolgenden tijd
dominccren moet. Dat behoeft aan de cri
tiek niet het zwijgen op te leggen, maar het
moet wel den parlementairen strijd beheer-
schen
„Belangrijk door hetgeen er niet
in staat."
De Rotterdammer (a.-r.) zegt dat
dc rede vooral belangrijk is door betgeen
er niet in staat. Zij prikkelt dc nicuwsgie
rigbeid door de wel- positieve, doch niet
nader ontwikkelde regeéringsplannen.
ÉÖn voornemen der regeering wordt dui
delijk omschreven: het departement van
arbeid, handel en nijverheid wordt gereor
ganiseerd tot een departement van econo
mische zaken (handel, nijverheid en land
bouw;. cn arbeid; terwijl volksgezondheid,
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid-
deling naar binnenlandschè zaken gaan.
Hoewel liet cr niet nadrukkelijk 111 staat,
kan 't 11 n gelanceerde voornemen toch wel
beschouwd worden als een tegemoetkoming
aan de ernstige critiek op het wetsontwerp,
dat onlangs verscheen cn mag men ver
wachten, dat aan het nieuwe departement
heel de voorlichtingsdienst geconcentreerd
zal worden.
Dit is winst, al zal dc critiek niet zwijgen
over dc vereeniging van economische zaken
èn arbeid en al zullen vooral de arbeiders
organisaties zich verzetten tegen net bren
gen van dc werkloosheidsverzekering naar
binneulandsche zaken.
Bizonder rationeel iijkt ons deze schei
ding ook niet: de sociale verzekering zal in
't algemeen immers bij Arbeid blijven.
Na zoo het zakelijke en positieve uit de
rede tc licbben meegedeeld, schrijft het blad
verder:
„De woorden salarisverlaging en belas-
tingverhooging komen 111 dit staatsstuk niet
voor. Wat dc regeering op dit punt wil, zai
spoedig blijken, cn zij doet nu reeds een
beroep op „ingetogenheid cn offerzin".
Dat een bcnzinebclasting, welke 0. i. niet
zoo verschrikkelijk is bij dc lage prijzen, op
komst is. weten wc reeds. Of er op de Zui
derzecwerken bezuinigd zal worden, wordt
niet gezegd. Na deze troonrede is alles mo
gelijk.
Doch het lijkt uitgesloten, dat het kabi
nct-Ruys-Dc Geer zich zal aandienen als
een ehristelijk-politick ministerie. De Troon
rede zwijgt, precies als het vorig jaar, over
elke principieele politiek: van behoud dei
christelijke grondslagen, van een Zondags-
of begrafeniswet wordt niet gerept: het ka
binet wil tot eiken prijs extra-parlementair
zijn cn politiek zoo goed ais kleurloos. Het
is een crisisministerie zonder meer. En hel
licht zich dus alleen op en naar dc crisis.'
Een staatsstuk van beteekenis
cm den inhoud, een voorbeeld
cm haar vorm.
De N e d c r 1 a 11 d e r (C.-H.) laat een te
vreden en optimistisch geluid hooren. De
Troonrede van 15 September 1931 is een
staatsstuk van beteekenis, om haren in
houd. Zij rnogc bewaard worden als voor
beeld. om haren vorm.
De Troonrede trekt, iti grooten stijl
slechts de brecdc lijnen. In de naaste toe
komst zal het niet gemakkelijk gaan den
bouw van nieuwe dingen tot stand te bron
gen. Om tc behouden wat verkregen werd
zullen reeds allo krachten moeten worden
ingespannen.
Pessimistisch is dc Troonrede allerminst
Er spreekt kloekheid en vertrouwen uit de
ernstige wijze, w aarop dc crisis wordt tege
moet getreden.
Dc hartelijke wensch tot het welslagen
der naderende ontvvapcnings-confercntie
en de uitgesproken hoop op eene „eerlang
tc bereiken bevredigende regeling van de
vraagstukken, die tusschcn Nederland en
België hangende zijn'', sluiten zich in ge
lijken geest van vredelievendheid en ver
trouwen bij de buitcnlandschc paragraaf
aan.
liet" verdient tenslotte opmerking, dat ook
de mededeel ingen omtrent West-Indië verre
van donker gekleurd zijn.
Zoo blijft deze Troonrede/die eindigt, mei
het inroepen van Gods zegen over den ar
beid der Staten-Generaal, in den toon welke
juist in crisistijd zoo noodig is, den toon
van rustig*:» ernst cn blijmoedig vertrou
wen.
Een dorre troonrede. Het is on
verschillig of de bezuinigings-
maniak Colijn of De Geer heet
Het Volk (soc.-dem.) heeft ernstige be
zwaren tegen deze troonrede om het veie
dat er niet in staat. Het blad ontwikkelt
die bezwaren onder den titel: Dorre troon
rede.