An\ersfoorisch Dao'hlad „L'HIRONDELLE" NAJAARSIiOEDEN i■minimi mm in ■■«■nu Als de winter komt Sluit U aan bij de Amersfoortsche Radio Centrale KOL NIDRE LETTERKUNDIGE KRONIEK DE DIALOOG VOOR TALKIES NUTTIGE WENKEN HAAGSCHE BRIEF W. K. VROSSUM 18 LANGESTRAAT Wij ontvingen de nieuwe als: CHASSEUR POSTILLON THREE CORNER Een hoed van Van Ros sum Een hoed die U kle edl Vervormen Modermseeren ^oijda oshl a a\, s Vaj[ hei Ae\ Het verhoogt Uw gezellig heid in huis Kantoor: Telefoon Lange Bergstr. 13 462 door H. G. Cannegleter. Aan den vooravond van den Grooten Ver zoendag houdt men in de Joodschc kerk een godsdienstoefening, welke aanvangt met het zingen van het Kol nidrc. Dit ge bed, dat om zijn indrukwekkende woorden en plechtige melodie ook buiten tien kring der betrokkenen bekend is geworden, ver klaart alle geloften, waaraan de geloovige zich heeft gebonden, voor nietig en ontheft hem van dc verplichtingen, welke hij zich in den loop van het jaar opgelegd heeft De gedachte, welke aan deze plechtigheid ten grondslag ligt, heeft veel aantrekkelijks. Geloften en verplichtingen kunnen onver draaglijk gaan drukken. Dc gelegenheid, om van dezen druk te worden ontslagen, voorziet in een algemeen menschelijkc be hoefte. Maar, zal men vragen, bevordert zulk eco gelegenheid niet dc lichtzinnigheid? Het verbreken van een belofte blijft toch voor den ernstigen mensch een ongeoorloofdi daad. Personen, die het met eedon en toe zeggingen niet zoo nauw nemen, zijn niet het voorbeeld van een verheven levensge dragen woordbreuk staat in alle kringen als een misdaad geboekt. Stellig is het waar, dat men zijn belof ten moet nakomen. Er is lichtzinnigheid ten opzichte van het nakomen van een ver plichting, maar evenzeer bestaat er lichtzin nigheid in het aangaan van een verplich ting. Hoeveel geloften neemt men soms on bedachtzaam op zich! En hoe vaak doet zich het geval voor, waarin onbevoegden zich verbinden tol een gelofte, waarvan zij de beteekenis nog niet inzien! Te laat betreuren zij hun voorbarige daad. Maar het een6 gegeven woord kunnen zij niet terugnemen; de plechtige verklaring is onherroepelijk. Ileel hun verder leven is een slavernij, waarin zij zich geknecht voe len tot gcvoeJens, gedachten e.;i handelin gen, welke hun. innerlijk, verloochent en wélke met^hun wezen ih strijd zijn. Het zijn juist de ernstigste dingen des levens, waarin men door een plechtig uit gesproken verklaring of een met handtee- kening bekrachtigde acte dc onherroepe lijkheid van zijn verbindtenis moet beves tigen. Er bestaat geen enkel bezwaar tegen een verklaring, dat men' op <*en gegeven oogenblik een bepaalde geloofsovertuiging belijdt, een bepaalde man of vrouw lief heeft, een bepaald ambt begeert. Maar iet wat bedenkelijk schijnt de uitspraak, dat men dat geloof altijd zal blijven belijden, dat men die man of vrouw levenslang zal liefhebben, dat men dat ambt tot zijn dood trouw blijven zal. Kan de mensch in de toekomst zien? Is hjj meester over het ontwikkelingsproces van zijn gevoelens en inzichten? Weet hij van te voren, hoe het vijf, tien, twintig jaar later zal staan met zijn liefde en zijn levensbeschouwing? Levenslang bindende geloften zouden een onmogelijkheid zijn, wanneer men ze in ernst opnam. Maar voor de meesten zijn gelof ten slechts formaliteiten; in de roes van het leven raakt men vrij spoedig vergeten, wat eens in een plechtig oogenblik heilige overtuiging geweest is. Men was toen nog zoo jong! Men kende het leven niet cn Het zich door illusies be goochelen. Thans, nu het te laat is, werpt men de schuld op de personen en instellin gen, die van de onrijpheid der jeugd partij hebben getrokken om kinderen te pressen tot uitspraken, welker beteekenis zij nog niet konden beseffen en welker strekking zij nog niet konden omvatten. Kol nidre is geen uitvlucht voor de licht- zinnigen. Want' die hebben de verlossing van de geloften niet noodig. Die spelen het ook met de zwaarste geloften wel klaar. Immers verdiepen zij zich niet in den in houd van de plqchtige formaliteit. Zij leven er rustig om door, ook zoo hun denken cn handelen met de eenmaal aangegane ver bintenis in tegenspraak is gekomen. Maar juist voor de zwaartillenden, die het nauwgezet meencn met wat zij eenmaal be leden, is deze plechtigheid ingesteld. Zij, die gedrukt gaan onder hetgeen zij met den be6ten wil niet meer kunnen nakomen, wijl het in tegenspraak is geraakt met hun in nerlijk wezen, hooren zich in dit plechtig gezongen gebed vrijspreken van ontrouw. Het herinnert hun er aan, dat zij niet meer verantwoordelijk zija voor hetgeen in een vorige faze van hun levensontwikkeling heiligste overtuiging geweest is, doch thans door den tijd achterhaald is. Het bevestigt, dat geloften en verplichtin gen ernstige zaken zijn, doch dat men ook aan het ernstige op aarde geen onherroe pelijk karakter mag toekennen, omdat al het aardsche slechts tijdelijk is. Is 't geen verademing, ontslagen te wor den van den druk van een verleden, dat op de toekomst wil parasiteeren? Nederlandsche Volkskunde, bij eengebracht door Prof. Dr. J. Waterink, dr. P. J. Me er tens, Diet Kramer, Daan Deken, Paul van Ipenburg, Anne de Vries en D. Wouters. Uitgave van P. Noordhoff, Gro.t ningen. Een paar keeren in 't jaar krijg ik een folkloristische bevlieging, cn met vreugde onderga ik haar als een soort ontspan ning. Eerlijk gezegd 6chijnt deze ontspan ning mij gewoonlijk eerst een beetje goed koop, goedkoop naar-den-geest. Wah- neer ik er mee begin, heb ik namelijk min- of meer het gevoel dat ik mijn aandacht op een lager niveau ga plaatsen dat ik mij ga verdiepen in dingen, die mij wel plotseling heng inteiessecren en bekoren, maar wier geestelijke waarde toch niet bij zonder ver reikt; pa6 later ontdek ik. dat ik mij uit pedanterie vergist heb Ik krijg een sensatie alsof ik haastig op reis ga, voor mijn plezier; en ik moet daartoe mijn gcheele levenshouding veran deren: ik moet mij openstellen voor wel dadige uiterlijkheden des levens, die tevo ren eerrigermate van mij af 6tondcn; uit do studeerkamer breek ik los naar de natuur, cn mijn eigen beminde geestelijke bagago offer ik aan belangstelling voor een pri mitiever bestaan; ik wil in-eens weten hoe mijn héél-eenvoudige soortgenooten leven, wat ze denken en doen, wat ze zingen en elkaar vertellen, hoe bang zo zijn (of waren) voor spoken cn duiveltjes, ;k moet de aftel-rijmpjes der kinderen hoo ren, hunne pinkstertakken en rommelpot ten bewonderen, meedoen aan hunne knikker- cn bikkelspellctjesEr schuilt, geloof ik, ook een machtig stuk infantilis me in, terugverlangen naar het verleden, naar je jonge jaren en bet land waar yje geboren werd. Een kleinigheid is voldoen de om mij onver.vachts voor een paar da gen te brengen tot deze afdwaling van mijn gewoonlijke, sterkere (cn naar ik meen: betere) interesse* ik zie een paar fo to's in een gejllustreerd tijdschrift, of woon een landelijk openluchtspel bij met oude klccderdraeht.en; het vorig jaar sprak ik de oude Isidoor Teirlinck en ik was een weck lang van streek, iets der gelijks hebben eens de ..Studiën en essays over oude Volksvertelsels" van Alfons de Cock mij aangedaan niet minder deed dat "de aardige verzameling „Folklore" \an W. A. P Smit (Thieme cn Co, Zutphcn), cn thans zijn het deze pas-verschenen deeltjes „Nederlandsche volkskunde waar voor ik een paar dagen alle andere lectuur in den steek heb gelaten. Ze zijn eigenlijk als schoolboeken be doeld 'voor de allerhoogste klassen na tuurlijk), en ge hebt dus, wanneer de sa mcnstcllers niet citccren. niaaj* zelf aan 't woord zijn, een kinderlijken en bcscher- mend-paedagogi6chen aandraai in hun verteltoon op den koop toe mee te nemen. Maar dat is heelemaal niet erg. Ik zou bij na zeggen: het past een beetje bij het on derwerp. Want over bokkenrijden en „witte wiefen", over Derk Leugenzak en Hans Hannekcmaaier, over de Zwolsche blauwvingers cn de Leeuwarder galgc- lappera kun je niet praten met de tragi sche klaarheid van een ..leerboek der wis kunde". Daarbij geloof ik niet (maar ik 'zal het voor alle zekérheid eens aan Dirk Coster vragen) dat slaapliedjes, raadsel- j rijmpjes en hoepelversjes tot de Neder landsche poëzie behooren cn als je leest hoe Kortrijk aan zijn naam kwam, of waarom Eenrum Eenrum heet. dan krijg je een 6tukjo geschiedenis zonder jaartal len; en dat is verdacht. Gelukkig! Want deze schoolboekjes willen nu eens geen rechtstrceksche kennis tfrtnbrcngcn, zé wil len ook geene plechtige inleidingen zijn tot literatuur of historie, néén, Z" ver tellen zoo maar van leuke, grappige cn griezelige dingen, van bijgeloof en dom heid, oude gebruiken, kinderspelletjes, bij- i namen, scheldwoorden, enfin, alle- maal minderwaardige cn onwaarschijnlij- i ke zaken, waarvoor de schoolmeesters van vroeger hunno geleerde neuzen optrokken. Maar met-dat-al liggen er schatten in van fantasie, van humor cn van karakter-vor mende noblesse, schatten ook van wereld wijsheid en menschenkennis; en het is alles doorvloeid met een vleug van poëzie en omhangen met den sluier van het ver leden. De "boekjes zijn naar dc provinciën tVlaanderen doet ook race!) ingedeeld, en hoe goed is dat gezien van dc samenstel lers. Want met de beperking van het ter- rein, groeit de belangstelling voor alles Wat tot de folklore behoort, cn de liefde Voor het geheel-eigene krijgt daardoor de volle kans op feestelijken uitbloei. In dit laatste schuilt oen duidelijk symp toom van onzen tijd. Dc groote Europee- schc oorlog heeft, wonderlijk genoeg, aan den ccnen kant het internationaal bewust zijn versterkt, maar riep aan den anderen kant weer de oude verheerlijkende liefde wakker voor dc eigen geboortegrond; ik bedoel niet voor „het vaderland", maar voor den „Heimat". Ook ten onzent is die wederopbloei waar te neinen; er groeide een nieuw „provincialisme", dat niet meer de vroegere kenmerken van bekrompen heid en geestelijke dufheid bezit, maar dat, wijd uitziende over Nederland, over Euro pa, over de wereld, toch haar levenskracht putten wil uit de bronnen van eigen volks bestaan. Vooral in Friesland en Gronin gen zijn, zooals men weet. geheele geeste lijke bewegingen ontstaan die bedoelen door studie van historie, taal en folklore het eigen gewestelijk leven de oude rech ten te hengeven; maar ook in Twente groeide hetzelfde streven cn in den Gel- derschen Achterhoek, en in Zeeland en Zuid-Limburg. Deze boekjes der serie j „Nederlandsche Volkskunde" laten het al- les beurtelings tot uiting komen, cn al zijn het schóólbockjes, toch geschiedt het met zóóveel goeden smaak en zóo ïuist inzicht, dat ook de volwassene er vol-op van genie ten kan. Meer misschien dan het kind. Want wie al jarenlang zijn ieugd als een verloren paradijs achter zich heeft, vindt hier plotseling allerlei terug dat hem vroe ger dierbaar was en dat hij nu met een weemoedig geluk weer gretig tot zich neemt. Zoo ging het mij als Groninger met de ge=chieilenissen van Hannekcmaaier, van Claes Stortebeker, van Columbus die Amerika ontdekte. Zoo zal het den Gel dersman gaan met de verhalen van den Echoput en van de Scerensche iufferboom, den Limburger met dc Sambeekschc du- velsk'ok en de Weertsche rogstekers De samenstellers hebben natuurlijk wijd-en- zijd uit de gewestelijke literatuur de aar- diwto en moest treffende dingen bijeen geplukt; dat wa.s hun goed recht, en juist door dozG keuze is hunne verzame ling overzichtelijk geworden cn kan de volwassen lezer zich tenslotte ook aan vcrgeliikingen wagen. Want hoe komen, zelfs binnen cle enge grenzen van ons kleine vaderland, de provinciale verschil den fel' tot uiting in deze kern-gezomle volksverhaaltjes in deze beschrijvingen van gebruiken, zeden on gewoonten. Wie zich er in verdiept, vindt het tenslotte hijna raadselachtig dat de Fries zóózeer kan verschillen van den Groninger, de Geldersman van den Utrechtenaar, de Zeeuw van den Brabander. Het volkskarakter verloochent zich nooit, zelfs niet in een heel oud. gefantaseerd verhaal, een sprookje of een legende. Hoe komt bijvoorbeeld de nuchtere Groning- sche aard tot uiting in de geschiedenis van Jannoman. die in een Dapiercn huisje woonde: als de booze heks den kleinen jon- .gen wil verleiden om met haar mee to gaan, belooft ze hem gecne kinderlijke heerlijkheden als een konijntje, een schip, een boom van zoethout, of wat ook, maar ze belooft hem kort cn nuchter: een gouden appeltje; en als één gouden ap peltje niet blijkt to helpen, verdubbelt ze eenvoudig dc portie en zegt: twéé* gouden appeltjes Maar daar is ook de hier opgenomen prachtige Gronintrschc legende van „Het Bicpstcr Licht". daar ziin spookgeschie denissen uit Friesland. kostelijke verha len van Geldersche fantasie, van Limburg- sche humor, en ge vindt het alles afge wisseld met een schat van folkloristische rijmpjes cn versjes, grappig dikwijls, ste kelig soms: Scheldnaam op den Drentenaar. Een zwarte zwaan Een witte Moriaan En een beleefde Drent En heb ik nooit gekend. Spotvers op Alkmaar. Tc Alkmaar, te Alkmaar.* Daar wonen zooveel heeren: Des Zondags a!s ze ter kerke gaan. Dan dragen ze gehuurde kleeren. HEKMAN POORT. ,TIow do you do", (aangenaam) en andere traditioneela formules bij het kern.: >maken vormen een ernstig gevaar in de dialoog voer de talkie. Ernest Vadja, de bekende Hongaarse!»»; tooneclschijver dii thans verbonden is aan de Metro Goldwyn Mayer studio's zegt: „In sprcekfilms i6 weing tijd om Met ge heele drama volkomen te ontwikkelen; waar een looneelstuk ongeveer i.'<4 uur kan duren, draait een gemiddelde film weinig langer dan een uur. „Hieruit volgt dat de dialoog voor de spreekfilms ontdaan moeten worden van alle overbodige frases cn steeds zoo nauw mogelijk in verband moet staan met den draad van de geschiedenis. In het dage- lijksch leven worden zeer veel conventio- nccle zinnen zonder eigenlijke beteekenis gezegd cn een niet geroutineerde scenario schrijver zal als regel al deze uitdrukkin gen in zijn manuscript opnemen. „II: heb een groot aantal talkies geschre ven en nog nooit een van mijn personen laten zeggen „How do you do". Natuurlijk is het in zeer vele gevallen noodig orn even den indruk te wekken dat de hoofdpersonen aan elkaar voorgesteld worden, maar de gt routinccrde scenarioschrijver kan L'cr óp velschillende trucjes toepassen. Ilij kan b.v. de scène laten beginnen op hel mo ment dat juist verschillende gasten van een feestje aan elkaar zijrï voorgesteld, of hij kan aangeven dat een van de personen door een handbeweging reageert op een in troductie. „Er zijn natuurlijk nog zeer veel andere manieren om deze moeilijkhede.n te omzci- 1-jn msar men moet steeds voor oogen hou den dat de belangrijke dialoog in de tal kie de voornaamste plaats moet inn-men cn zoo weinig mogelijk tijd verloren mag gaan met overbodige frases." Sterke boter krijgt hare goede smaak weer terug, indien men ze eerst met ver- sche melk en daarna met water kneedt, des noods met wat zout. Het boterzuur lost zich in de versche melk op. Vaak wordt om het sterk worden te voorkomen een peen mid den in de pot boter gestoken. Meubelpolitoer kan men zelf maken door b.v. 5 deelen lijnolie en 5 gelijke doelen wijngeest in een fleschjo te doen en dit flink te schudden, zoodat het zich vermongl. Men doet eenige druppels op een wollen lap en wrijft hiermede het meubelstuk in en wrijft het daarna uit met een wollen doik, totdat het mooi glimmend is Den Haag hij nacht. Café's die \s nachts geopend zijn. Steeds wecrkecrcndc nachtelijke ruzie's. Dc moordaanslag in dc Wagenstraat. Als men overdag door de keurige cn net onderhouden straten van do residentie loopt, cn niets dan eerbare menschcn te genkomt, als men zelfs de meest afgelegen laantjes van het Ilaagsche Bosch of dc Scheveningsche Boschjes zonder eenige angst kan doorslenteren, dan is men uiterst verbaasd als men op zekeren dag in ac kranten leest: Misdaad in donker den Haag. Donker Den Haag, oen lichte sidde ring vaart over onze leden. Men kan zich moeilijk indenken, dat er in de kleurige residentie nog zoo iets als een misdadigers- vvcreld bestaat Die andero pakkende kop, die wel eens boven een derderangsch sen satieromannetje heeft gestaan, luidt „Den Haag bij nacht". Inderdaad, dos nachts biedt d Residentie een geheel ander aspect dan overdag. Tusschen elf uur en half drie in den ochtend neemt van de halfbclichte straten der binnenstad een apart wereldje bezit. Dan ziet men slechts schaars dc wit rnct zwart geblokte taxi's rijden, maar daarentegen rijden krakend en kreunend de ouderwetschc hooge, door veel vorige eigenaars afgedankte automobielen der snorders door dc nachtstille straten. Tot half twee ziet men op de hoeken van de straten de met carbitgas verlichte haringkarretjes, omringd door wat nacht boemelaars, en de gebruikelijke trieste nachtvlinders met haar aanhang. Verder ziet men tot diep in den nacht enkele handkarren rijden, met een primitief olie lampje verlicht. Hierop bevinden zich flcschje6 bier cn limonade en wat levens middelen. Zij zijn weinig luxueus en hygiëne moet men niet verwachten. Dit is nachtelijk Den Haag zooals elk Hagenaar dit kan aanschouwen, die eens door toe vallige omstandigheden laat op straat »s. Tot drie uur 's nachts zijn er nog een twee tal café's open in een nauw steegje in dc binnenstad. Dit zijn geen verboden café's, die zonder verlof na het bezette uur tappen. Neen, deze twee gelegenheden dragen den weidschen naarn van Kcllherssociete.it, en uit den naam alleen al ervaart men, dat hier keiiners komen. Want deze menschen, die den geheelen dag tot 's avonds half een werken, hebben ook wel eens dc behoefte om zelf bediend te worden, om ook eens voor hun plcizier in een café te zitten. Men treft er ook variété artisten aan, ook al menschen, die tot laat in den avond hun beroep uitoefenen. U moet echter niet ge- looven, dat er andere menschen dan de hier genoemde catcgoriën worden toege laten. Twee zware portiers zorgen voor een nauwkeurige selectie. En u behoeft niet fc zeggen, ik ben artist of ik ben kellner, want hij heeft u zoo door. Door jarenlange ervaring heeft hij geleerd hoe hij zijn klantjes heeft te onderscheiden. Papieren worden voor deze nachtelijke sociëteiten niet verei6cht. De portier is het ledenboek en die schrijft in zijn geheugen leden bij of schrapt ze van de lijst. Want de heilige Hermandad is onverbiddellijk als zou blij ken, dat men andere menschen toeliet, fuifnummers, die na bezetten tijd een biertje of een borreltje vvillën „pikken". Maar dit alles wil natuurlijk niet zeggen, dat er in Den Ilaag geen gelegenheden zijn, waar men ook 'snachts aan Bacchus kan offeren. Dit is een verboden offerande en voor zulk een nachtelijke escapade moet men zwaar betalen. Men moet zich echter geen al te fantastischcn indruk van zulke nachtelijke drankhuizen maken. Meestal zijn het derde rangsch hotelletjes met een verdachte reputatie, die in een klein ka mertje voor veel geld kleine glaasjes schenken met niet al te boste alcohol. Voor deze gelegenheid worden de gasten in het nachtrcgistcr opgeschreven en als er dus eens een inval zou komen, dan zijn dc aan wezigen logeergasten. Heeft men echter on- voorzichligerwijzc meer menschen binnen gelaten, dan het hotel bedden bevat en is de speurzin van dc politie er achter geko men, dat men een nachtelijk festijn heeft georganiseerd, dan geschiedt er een inval en moet het geheele gezelschap mee naar het bureau. Veel van zulke naciitgclcgen- heden telt Den Haag echter niet. Dit is vroeger wel eens anders geweest. Toen waren er ook veel bars van een zeer ver dacht allooi. Maar men heeft het den ex ploitanten dezer inrichtingen zoo moeilijk gemaakt, dat zij stuk voor stuk moesten verdwijnen. Daarom is er een zekere cate gorie menschen, welke Den Haag zoo'u „dooie stad" vinden. Maar"~bc^pr zoo dan anders. Doch zooals reqds gezegd, het wereldje van donker Den Iiaag heeft men niet kunnen uitroeien en vooral in de Wa genstraat geven deze lieden elkaar rendcz vous. Dat het bij deze afspraakjes niet al tijd even gemoedelijk toegaat, kunnen dc Wagenstraatbewoners getuigen. Ruzie's zijn er aan de orde van den nacht. Ruzies om „niks", voortvloeiende uit door alcohol ver hitte breinen, ook wel eens uit jalouzie om een weggevangen nachtvlinder. Maar in den nacht van 15 op 16 Juni is het toch wel erg geweest, 't Was even na sluitingstijd der café's. Menschen. die bleven naplakkcn, zijn met een zacht lijntje door de portiers- uitsmijters, een instelling, dit tusschen haakjes, die zeer populair is hier ter stede, naar buiten gewerkt. Even voorbij het Scalatheater 6taat een troep menschen, kennelijk onder den invloed van den ster ken drank, zooals dit in politierapporten stijl heet, waarvan er enkele ruzie met el kaar hebben. Hetgeen, zooals we hierboven schetsten, wel meer gebeurt. Ken van het groepje maakt zich uit dc drom los, grijpt zijn fict6, rijwiel heet zoo'n vei vocrmiddcl in proces-verbalen, loopt een honderd stap pen cn zakt in elkaar. Toesnellende men schen constateeren, dat dc man met een me6 is gestoken. Niemand heeft het gezien. Niemand, ofschoon tientallen getuige wa ren van dc ruzie, die slechts even in een vechtpartij ontaardde, had gezien, dat er met een mes gestoken was. Eenige oogen- blikken later is het slachtoffer, dat een he kend type uit do Haagsche onderwereld was, overleden. Eenige dagen later werd een chauffeur, eveneens een bekende uit de Haagsche nachtwereld, gearresteerd, verdacht den moord te hebben bedreven. Het zonderling 6te was wel, dat hij noch ontkende, noch be kende te hebben gestoken. Hij was dien avond dronken geweest en kon zich niets meer herinneren. Ilij bleef in arrest tot deze week de zaak voor de Haagsche recht bank diende. Verschillende types uit dc Haagsche nachtwereld waren als getuigen opgeroepen. Zij allen waren getuige geweest van de ruzie en de vechtpartij, doch geen van hen heeft zien steken. Het mes, waar mee gestoken is, is door een rechercheur van politie in beslag genomen, l'.en derge lijk mes is door een messenhandcl eenige dagen voor het gebeurde aan den verdach te verkocht, althans aan iemand, die veel op verdachte geleek. De officier van justitie hield eon scherp requisitoir, waarin hij het gebeurde reconstrueerde en het onmogelijk achtte, dat een ander dan verdachte liet misdrijf kon gepleegd hebben. Het feit noemde de ambtenaar van het openbaar ministerie zeer ernstig. De maatschappij moet tegen individuen als den verdachte bcschci md. De officier eischte daarna 8 jaren gevan genisstraf wegens doodslag. Toen kwam de verdediger, mr. II. Parfu meur, aan het woord, die na zijn -pleidooi onmiddellijke invrijheidsstelling van den verdachte verzocht. De rechtbank ging in de raadskamer en enkele oogenblikken later werd de verdachte in vrijheid ge steld tot verwondering van vele'n, tot van zelfsprekendheid der ingewijden. Want of schoon alles in de richting van verdachte wees, onomstootelijkc bewijzen waren er niet. Nachtelijk Den Haag kan intusscheu weer gerust zijn. Een van de bekenden :'s als de verloren zoon weer in hun midden teruggekeerd. En binnen enkele dagen snort hij weer met een ouwe, afgedankte auto aoor de straten.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 15