An\ersfoorisch Dao'hlad
„L'HIRONDELLE"
NAJAARSIiOEDEN
i■minimi mm in ■■«■nu
Als de winter komt
Sluit U aan bij de
Amersfoortsche Radio
Centrale
KOL NIDRE
LETTERKUNDIGE KRONIEK
DE DIALOOG VOOR TALKIES
NUTTIGE WENKEN
HAAGSCHE BRIEF
W. K. VROSSUM
18 LANGESTRAAT
Wij ontvingen de nieuwe
als: CHASSEUR
POSTILLON
THREE CORNER
Een hoed van Van Ros sum
Een hoed die U kle edl
Vervormen Modermseeren
^oijda oshl a a\, s
Vaj[ hei Ae\
Het verhoogt Uw gezellig
heid in huis
Kantoor: Telefoon
Lange Bergstr. 13 462
door H. G. Cannegleter.
Aan den vooravond van den Grooten Ver
zoendag houdt men in de Joodschc kerk
een godsdienstoefening, welke aanvangt
met het zingen van het Kol nidrc. Dit ge
bed, dat om zijn indrukwekkende woorden
en plechtige melodie ook buiten tien kring
der betrokkenen bekend is geworden, ver
klaart alle geloften, waaraan de geloovige
zich heeft gebonden, voor nietig en ontheft
hem van dc verplichtingen, welke hij zich
in den loop van het jaar opgelegd heeft
De gedachte, welke aan deze plechtigheid
ten grondslag ligt, heeft veel aantrekkelijks.
Geloften en verplichtingen kunnen onver
draaglijk gaan drukken. Dc gelegenheid,
om van dezen druk te worden ontslagen,
voorziet in een algemeen menschelijkc be
hoefte.
Maar, zal men vragen, bevordert zulk eco
gelegenheid niet dc lichtzinnigheid? Het
verbreken van een belofte blijft toch voor
den ernstigen mensch een ongeoorloofdi
daad. Personen, die het met eedon en toe
zeggingen niet zoo nauw nemen, zijn niet
het voorbeeld van een verheven levensge
dragen woordbreuk staat in alle kringen als
een misdaad geboekt.
Stellig is het waar, dat men zijn belof
ten moet nakomen. Er is lichtzinnigheid ten
opzichte van het nakomen van een ver
plichting, maar evenzeer bestaat er lichtzin
nigheid in het aangaan van een verplich
ting. Hoeveel geloften neemt men soms on
bedachtzaam op zich! En hoe vaak doet
zich het geval voor, waarin onbevoegden
zich verbinden tol een gelofte, waarvan zij
de beteekenis nog niet inzien!
Te laat betreuren zij hun voorbarige daad.
Maar het een6 gegeven woord kunnen zij
niet terugnemen; de plechtige verklaring
is onherroepelijk. Ileel hun verder leven is
een slavernij, waarin zij zich geknecht voe
len tot gcvoeJens, gedachten e.;i handelin
gen, welke hun. innerlijk, verloochent en
wélke met^hun wezen ih strijd zijn.
Het zijn juist de ernstigste dingen des
levens, waarin men door een plechtig uit
gesproken verklaring of een met handtee-
kening bekrachtigde acte dc onherroepe
lijkheid van zijn verbindtenis moet beves
tigen. Er bestaat geen enkel bezwaar tegen
een verklaring, dat men' op <*en gegeven
oogenblik een bepaalde geloofsovertuiging
belijdt, een bepaalde man of vrouw lief
heeft, een bepaald ambt begeert. Maar iet
wat bedenkelijk schijnt de uitspraak, dat
men dat geloof altijd zal blijven belijden,
dat men die man of vrouw levenslang zal
liefhebben, dat men dat ambt tot zijn dood
trouw blijven zal.
Kan de mensch in de toekomst zien? Is
hjj meester over het ontwikkelingsproces
van zijn gevoelens en inzichten? Weet hij
van te voren, hoe het vijf, tien, twintig
jaar later zal staan met zijn liefde en zijn
levensbeschouwing?
Levenslang bindende geloften zouden een
onmogelijkheid zijn, wanneer men ze in ernst
opnam. Maar voor de meesten zijn gelof
ten slechts formaliteiten; in de roes van
het leven raakt men vrij spoedig vergeten,
wat eens in een plechtig oogenblik heilige
overtuiging geweest is.
Men was toen nog zoo jong! Men kende
het leven niet cn Het zich door illusies be
goochelen. Thans, nu het te laat is, werpt
men de schuld op de personen en instellin
gen, die van de onrijpheid der jeugd partij
hebben getrokken om kinderen te pressen
tot uitspraken, welker beteekenis zij nog
niet konden beseffen en welker strekking
zij nog niet konden omvatten.
Kol nidre is geen uitvlucht voor de licht-
zinnigen. Want' die hebben de verlossing
van de geloften niet noodig. Die spelen het
ook met de zwaarste geloften wel klaar.
Immers verdiepen zij zich niet in den in
houd van de plqchtige formaliteit. Zij leven
er rustig om door, ook zoo hun denken cn
handelen met de eenmaal aangegane ver
bintenis in tegenspraak is gekomen.
Maar juist voor de zwaartillenden, die het
nauwgezet meencn met wat zij eenmaal be
leden, is deze plechtigheid ingesteld. Zij,
die gedrukt gaan onder hetgeen zij met den
be6ten wil niet meer kunnen nakomen, wijl
het in tegenspraak is geraakt met hun in
nerlijk wezen, hooren zich in dit plechtig
gezongen gebed vrijspreken van ontrouw.
Het herinnert hun er aan, dat zij niet meer
verantwoordelijk zija voor hetgeen in een
vorige faze van hun levensontwikkeling
heiligste overtuiging geweest is, doch thans
door den tijd achterhaald is.
Het bevestigt, dat geloften en verplichtin
gen ernstige zaken zijn, doch dat men ook
aan het ernstige op aarde geen onherroe
pelijk karakter mag toekennen, omdat al
het aardsche slechts tijdelijk is.
Is 't geen verademing, ontslagen te wor
den van den druk van een verleden, dat
op de toekomst wil parasiteeren?
Nederlandsche Volkskunde, bij
eengebracht door Prof. Dr. J.
Waterink, dr. P. J. Me er tens,
Diet Kramer, Daan Deken,
Paul van Ipenburg, Anne de
Vries en D. Wouters.
Uitgave van P. Noordhoff, Gro.t
ningen.
Een paar keeren in 't jaar krijg ik een
folkloristische bevlieging, cn met vreugde
onderga ik haar als een soort ontspan
ning. Eerlijk gezegd 6chijnt deze ontspan
ning mij gewoonlijk eerst een beetje goed
koop, goedkoop naar-den-geest. Wah-
neer ik er mee begin, heb ik namelijk min-
of meer het gevoel dat ik mijn aandacht
op een lager niveau ga plaatsen dat ik
mij ga verdiepen in dingen, die mij wel
plotseling heng inteiessecren en bekoren,
maar wier geestelijke waarde toch niet bij
zonder ver reikt; pa6 later ontdek ik.
dat ik mij uit pedanterie vergist heb
Ik krijg een sensatie alsof ik haastig op
reis ga, voor mijn plezier; en ik moet
daartoe mijn gcheele levenshouding veran
deren: ik moet mij openstellen voor wel
dadige uiterlijkheden des levens, die tevo
ren eerrigermate van mij af 6tondcn; uit do
studeerkamer breek ik los naar de natuur,
cn mijn eigen beminde geestelijke bagago
offer ik aan belangstelling voor een pri
mitiever bestaan; ik wil in-eens weten hoe
mijn héél-eenvoudige soortgenooten leven,
wat ze denken en doen, wat ze zingen
en elkaar vertellen, hoe bang zo zijn (of
waren) voor spoken cn duiveltjes, ;k
moet de aftel-rijmpjes der kinderen hoo
ren, hunne pinkstertakken en rommelpot
ten bewonderen, meedoen aan hunne
knikker- cn bikkelspellctjesEr schuilt,
geloof ik, ook een machtig stuk infantilis
me in, terugverlangen naar het verleden,
naar je jonge jaren en bet land waar yje
geboren werd. Een kleinigheid is voldoen
de om mij onver.vachts voor een paar da
gen te brengen tot deze afdwaling van
mijn gewoonlijke, sterkere (cn naar ik
meen: betere) interesse* ik zie een paar fo
to's in een gejllustreerd tijdschrift, of
woon een landelijk openluchtspel bij met
oude klccderdraeht.en; het vorig jaar
sprak ik de oude Isidoor Teirlinck en ik
was een weck lang van streek, iets der
gelijks hebben eens de ..Studiën en essays
over oude Volksvertelsels" van Alfons de
Cock mij aangedaan niet minder deed dat
"de aardige verzameling „Folklore" \an
W. A. P Smit (Thieme cn Co, Zutphcn),
cn thans zijn het deze pas-verschenen
deeltjes „Nederlandsche volkskunde waar
voor ik een paar dagen alle andere lectuur
in den steek heb gelaten.
Ze zijn eigenlijk als schoolboeken be
doeld 'voor de allerhoogste klassen na
tuurlijk), en ge hebt dus, wanneer de sa
mcnstcllers niet citccren. niaaj* zelf aan
't woord zijn, een kinderlijken en bcscher-
mend-paedagogi6chen aandraai in hun
verteltoon op den koop toe mee te nemen.
Maar dat is heelemaal niet erg. Ik zou bij
na zeggen: het past een beetje bij het on
derwerp. Want over bokkenrijden en
„witte wiefen", over Derk Leugenzak en
Hans Hannekcmaaier, over de Zwolsche
blauwvingers cn de Leeuwarder galgc-
lappera kun je niet praten met de tragi
sche klaarheid van een ..leerboek der wis
kunde". Daarbij geloof ik niet (maar ik
'zal het voor alle zekérheid eens aan Dirk
Coster vragen) dat slaapliedjes, raadsel-
j rijmpjes en hoepelversjes tot de Neder
landsche poëzie behooren cn als je leest
hoe Kortrijk aan zijn naam kwam, of
waarom Eenrum Eenrum heet. dan krijg
je een 6tukjo geschiedenis zonder jaartal
len; en dat is verdacht. Gelukkig! Want
deze schoolboekjes willen nu eens geen
rechtstrceksche kennis tfrtnbrcngcn, zé wil
len ook geene plechtige inleidingen zijn
tot literatuur of historie, néén, Z" ver
tellen zoo maar van leuke, grappige cn
griezelige dingen, van bijgeloof en dom
heid, oude gebruiken, kinderspelletjes, bij-
i namen, scheldwoorden, enfin, alle-
maal minderwaardige cn onwaarschijnlij-
i ke zaken, waarvoor de schoolmeesters van
vroeger hunno geleerde neuzen optrokken.
Maar met-dat-al liggen er schatten in van
fantasie, van humor cn van karakter-vor
mende noblesse, schatten ook van wereld
wijsheid en menschenkennis; en het is
alles doorvloeid met een vleug van poëzie
en omhangen met den sluier van het ver
leden.
De "boekjes zijn naar dc provinciën
tVlaanderen doet ook race!) ingedeeld, en
hoe goed is dat gezien van dc samenstel
lers. Want met de beperking van het ter-
rein, groeit de belangstelling voor alles
Wat tot de folklore behoort, cn de liefde
Voor het geheel-eigene krijgt daardoor de
volle kans op feestelijken uitbloei.
In dit laatste schuilt oen duidelijk symp
toom van onzen tijd. Dc groote Europee-
schc oorlog heeft, wonderlijk genoeg, aan
den ccnen kant het internationaal bewust
zijn versterkt, maar riep aan den anderen
kant weer de oude verheerlijkende liefde
wakker voor dc eigen geboortegrond; ik
bedoel niet voor „het vaderland", maar
voor den „Heimat". Ook ten onzent is die
wederopbloei waar te neinen; er groeide
een nieuw „provincialisme", dat niet meer
de vroegere kenmerken van bekrompen
heid en geestelijke dufheid bezit, maar dat,
wijd uitziende over Nederland, over Euro
pa, over de wereld, toch haar levenskracht
putten wil uit de bronnen van eigen volks
bestaan. Vooral in Friesland en Gronin
gen zijn, zooals men weet. geheele geeste
lijke bewegingen ontstaan die bedoelen
door studie van historie, taal en folklore
het eigen gewestelijk leven de oude rech
ten te hengeven; maar ook in Twente
groeide hetzelfde streven cn in den Gel-
derschen Achterhoek, en in Zeeland en
Zuid-Limburg. Deze boekjes der serie j
„Nederlandsche Volkskunde" laten het al-
les beurtelings tot uiting komen, cn al zijn
het schóólbockjes, toch geschiedt het met
zóóveel goeden smaak en zóo ïuist inzicht,
dat ook de volwassene er vol-op van genie
ten kan. Meer misschien dan het kind.
Want wie al jarenlang zijn ieugd als een
verloren paradijs achter zich heeft, vindt
hier plotseling allerlei terug dat hem vroe
ger dierbaar was en dat hij nu met een
weemoedig geluk weer gretig tot zich
neemt. Zoo ging het mij als Groninger met
de ge=chieilenissen van Hannekcmaaier,
van Claes Stortebeker, van Columbus die
Amerika ontdekte. Zoo zal het den Gel
dersman gaan met de verhalen van den
Echoput en van de Scerensche iufferboom,
den Limburger met dc Sambeekschc du-
velsk'ok en de Weertsche rogstekers De
samenstellers hebben natuurlijk wijd-en-
zijd uit de gewestelijke literatuur de aar-
diwto en moest treffende dingen bijeen
geplukt; dat wa.s hun goed recht, en
juist door dozG keuze is hunne verzame
ling overzichtelijk geworden cn kan de
volwassen lezer zich tenslotte ook aan
vcrgeliikingen wagen. Want hoe komen,
zelfs binnen cle enge grenzen van ons
kleine vaderland, de provinciale verschil
den fel' tot uiting in deze kern-gezomle
volksverhaaltjes in deze beschrijvingen
van gebruiken, zeden on gewoonten. Wie
zich er in verdiept, vindt het tenslotte
hijna raadselachtig dat de Fries zóózeer
kan verschillen van den Groninger, de
Geldersman van den Utrechtenaar, de
Zeeuw van den Brabander.
Het volkskarakter verloochent zich nooit,
zelfs niet in een heel oud. gefantaseerd
verhaal, een sprookje of een legende. Hoe
komt bijvoorbeeld de nuchtere Groning-
sche aard tot uiting in de geschiedenis
van Jannoman. die in een Dapiercn huisje
woonde: als de booze heks den kleinen jon-
.gen wil verleiden om met haar mee to
gaan, belooft ze hem gecne kinderlijke
heerlijkheden als een konijntje, een schip,
een boom van zoethout, of wat ook,
maar ze belooft hem kort cn nuchter: een
gouden appeltje; en als één gouden ap
peltje niet blijkt to helpen, verdubbelt ze
eenvoudig dc portie en zegt: twéé* gouden
appeltjes
Maar daar is ook de hier opgenomen
prachtige Gronintrschc legende van „Het
Bicpstcr Licht". daar ziin spookgeschie
denissen uit Friesland. kostelijke verha
len van Geldersche fantasie, van Limburg-
sche humor, en ge vindt het alles afge
wisseld met een schat van folkloristische
rijmpjes cn versjes, grappig dikwijls, ste
kelig soms:
Scheldnaam op den Drentenaar.
Een zwarte zwaan
Een witte Moriaan
En een beleefde Drent
En heb ik nooit gekend.
Spotvers op Alkmaar.
Tc Alkmaar, te Alkmaar.*
Daar wonen zooveel heeren:
Des Zondags a!s ze ter kerke gaan.
Dan dragen ze gehuurde kleeren.
HEKMAN POORT.
,TIow do you do", (aangenaam) en andere
traditioneela formules bij het kern.: >maken
vormen een ernstig gevaar in de dialoog
voer de talkie.
Ernest Vadja, de bekende Hongaarse!»»;
tooneclschijver dii thans verbonden is aan
de Metro Goldwyn Mayer studio's zegt:
„In sprcekfilms i6 weing tijd om Met ge
heele drama volkomen te ontwikkelen;
waar een looneelstuk ongeveer i.'<4 uur kan
duren, draait een gemiddelde film weinig
langer dan een uur.
„Hieruit volgt dat de dialoog voor de
spreekfilms ontdaan moeten worden van
alle overbodige frases cn steeds zoo nauw
mogelijk in verband moet staan met den
draad van de geschiedenis. In het dage-
lijksch leven worden zeer veel conventio-
nccle zinnen zonder eigenlijke beteekenis
gezegd cn een niet geroutineerde scenario
schrijver zal als regel al deze uitdrukkin
gen in zijn manuscript opnemen.
„II: heb een groot aantal talkies geschre
ven en nog nooit een van mijn personen
laten zeggen „How do you do". Natuurlijk
is het in zeer vele gevallen noodig orn even
den indruk te wekken dat de hoofdpersonen
aan elkaar voorgesteld worden, maar de
gt routinccrde scenarioschrijver kan L'cr óp
velschillende trucjes toepassen. Ilij kan
b.v. de scène laten beginnen op hel mo
ment dat juist verschillende gasten van een
feestje aan elkaar zijrï voorgesteld, of hij
kan aangeven dat een van de personen
door een handbeweging reageert op een in
troductie.
„Er zijn natuurlijk nog zeer veel andere
manieren om deze moeilijkhede.n te omzci-
1-jn msar men moet steeds voor oogen hou
den dat de belangrijke dialoog in de tal
kie de voornaamste plaats moet inn-men
cn zoo weinig mogelijk tijd verloren mag
gaan met overbodige frases."
Sterke boter krijgt hare goede smaak
weer terug, indien men ze eerst met ver-
sche melk en daarna met water kneedt, des
noods met wat zout. Het boterzuur lost zich
in de versche melk op. Vaak wordt om het
sterk worden te voorkomen een peen mid
den in de pot boter gestoken.
Meubelpolitoer kan men zelf maken door
b.v. 5 deelen lijnolie en 5 gelijke doelen
wijngeest in een fleschjo te doen en dit
flink te schudden, zoodat het zich vermongl.
Men doet eenige druppels op een wollen
lap en wrijft hiermede het meubelstuk in
en wrijft het daarna uit met een wollen
doik, totdat het mooi glimmend is
Den Haag hij nacht. Café's
die \s nachts geopend zijn.
Steeds wecrkecrcndc nachtelijke
ruzie's. Dc moordaanslag in
dc Wagenstraat.
Als men overdag door de keurige cn
net onderhouden straten van do residentie
loopt, cn niets dan eerbare menschcn te
genkomt, als men zelfs de meest afgelegen
laantjes van het Ilaagsche Bosch of dc
Scheveningsche Boschjes zonder eenige
angst kan doorslenteren, dan is men
uiterst verbaasd als men op zekeren dag
in ac kranten leest: Misdaad in donker den
Haag. Donker Den Haag, oen lichte sidde
ring vaart over onze leden. Men kan zich
moeilijk indenken, dat er in de kleurige
residentie nog zoo iets als een misdadigers-
vvcreld bestaat Die andero pakkende kop,
die wel eens boven een derderangsch sen
satieromannetje heeft gestaan, luidt „Den
Haag bij nacht". Inderdaad, dos nachts
biedt d Residentie een geheel ander aspect
dan overdag. Tusschen elf uur en half drie
in den ochtend neemt van de halfbclichte
straten der binnenstad een apart wereldje
bezit. Dan ziet men slechts schaars dc wit
rnct zwart geblokte taxi's rijden, maar
daarentegen rijden krakend en kreunend
de ouderwetschc hooge, door veel vorige
eigenaars afgedankte automobielen der
snorders door dc nachtstille straten.
Tot half twee ziet men op de hoeken van
de straten de met carbitgas verlichte
haringkarretjes, omringd door wat nacht
boemelaars, en de gebruikelijke trieste
nachtvlinders met haar aanhang. Verder
ziet men tot diep in den nacht enkele
handkarren rijden, met een primitief olie
lampje verlicht. Hierop bevinden zich
flcschje6 bier cn limonade en wat levens
middelen. Zij zijn weinig luxueus en
hygiëne moet men niet verwachten. Dit is
nachtelijk Den Haag zooals elk Hagenaar
dit kan aanschouwen, die eens door toe
vallige omstandigheden laat op straat »s.
Tot drie uur 's nachts zijn er nog een twee
tal café's open in een nauw steegje in dc
binnenstad. Dit zijn geen verboden café's,
die zonder verlof na het bezette uur tappen.
Neen, deze twee gelegenheden dragen den
weidschen naarn van Kcllherssociete.it, en
uit den naam alleen al ervaart men, dat
hier keiiners komen. Want deze menschen,
die den geheelen dag tot 's avonds half een
werken, hebben ook wel eens dc behoefte
om zelf bediend te worden, om ook eens
voor hun plcizier in een café te zitten. Men
treft er ook variété artisten aan, ook al
menschen, die tot laat in den avond hun
beroep uitoefenen. U moet echter niet ge-
looven, dat er andere menschen dan de
hier genoemde catcgoriën worden toege
laten. Twee zware portiers zorgen voor een
nauwkeurige selectie. En u behoeft niet fc
zeggen, ik ben artist of ik ben kellner,
want hij heeft u zoo door. Door jarenlange
ervaring heeft hij geleerd hoe hij zijn
klantjes heeft te onderscheiden. Papieren
worden voor deze nachtelijke sociëteiten
niet verei6cht. De portier is het ledenboek
en die schrijft in zijn geheugen leden bij of
schrapt ze van de lijst. Want de heilige
Hermandad is onverbiddellijk als zou blij
ken, dat men andere menschen toeliet,
fuifnummers, die na bezetten tijd een
biertje of een borreltje vvillën „pikken".
Maar dit alles wil natuurlijk niet zeggen,
dat er in Den Ilaag geen gelegenheden zijn,
waar men ook 'snachts aan Bacchus kan
offeren. Dit is een verboden offerande en
voor zulk een nachtelijke escapade moet
men zwaar betalen. Men moet zich echter
geen al te fantastischcn indruk van zulke
nachtelijke drankhuizen maken. Meestal
zijn het derde rangsch hotelletjes met een
verdachte reputatie, die in een klein ka
mertje voor veel geld kleine glaasjes
schenken met niet al te boste alcohol. Voor
deze gelegenheid worden de gasten in het
nachtrcgistcr opgeschreven en als er dus
eens een inval zou komen, dan zijn dc aan
wezigen logeergasten. Heeft men echter on-
voorzichligerwijzc meer menschen binnen
gelaten, dan het hotel bedden bevat en is
de speurzin van dc politie er achter geko
men, dat men een nachtelijk festijn heeft
georganiseerd, dan geschiedt er een inval
en moet het geheele gezelschap mee naar
het bureau. Veel van zulke naciitgclcgen-
heden telt Den Haag echter niet. Dit is
vroeger wel eens anders geweest. Toen
waren er ook veel bars van een zeer ver
dacht allooi. Maar men heeft het den ex
ploitanten dezer inrichtingen zoo moeilijk
gemaakt, dat zij stuk voor stuk moesten
verdwijnen. Daarom is er een zekere cate
gorie menschen, welke Den Haag zoo'u
„dooie stad" vinden. Maar"~bc^pr zoo dan
anders. Doch zooals reqds gezegd, het
wereldje van donker Den Iiaag heeft men
niet kunnen uitroeien en vooral in de Wa
genstraat geven deze lieden elkaar rendcz
vous. Dat het bij deze afspraakjes niet al
tijd even gemoedelijk toegaat, kunnen dc
Wagenstraatbewoners getuigen. Ruzie's zijn
er aan de orde van den nacht. Ruzies om
„niks", voortvloeiende uit door alcohol ver
hitte breinen, ook wel eens uit jalouzie om
een weggevangen nachtvlinder. Maar in den
nacht van 15 op 16 Juni is het toch wel
erg geweest, 't Was even na sluitingstijd
der café's. Menschen. die bleven naplakkcn,
zijn met een zacht lijntje door de portiers-
uitsmijters, een instelling, dit tusschen
haakjes, die zeer populair is hier ter stede,
naar buiten gewerkt. Even voorbij het
Scalatheater 6taat een troep menschen,
kennelijk onder den invloed van den ster
ken drank, zooals dit in politierapporten
stijl heet, waarvan er enkele ruzie met el
kaar hebben. Hetgeen, zooals we hierboven
schetsten, wel meer gebeurt. Ken van het
groepje maakt zich uit dc drom los, grijpt
zijn fict6, rijwiel heet zoo'n vei vocrmiddcl
in proces-verbalen, loopt een honderd stap
pen cn zakt in elkaar. Toesnellende men
schen constateeren, dat dc man met een
me6 is gestoken. Niemand heeft het gezien.
Niemand, ofschoon tientallen getuige wa
ren van dc ruzie, die slechts even in een
vechtpartij ontaardde, had gezien, dat er
met een mes gestoken was. Eenige oogen-
blikken later is het slachtoffer, dat een he
kend type uit do Haagsche onderwereld
was, overleden.
Eenige dagen later werd een chauffeur,
eveneens een bekende uit de Haagsche
nachtwereld, gearresteerd, verdacht den
moord te hebben bedreven. Het zonderling
6te was wel, dat hij noch ontkende, noch be
kende te hebben gestoken. Hij was dien
avond dronken geweest en kon zich niets
meer herinneren. Ilij bleef in arrest tot
deze week de zaak voor de Haagsche recht
bank diende. Verschillende types uit dc
Haagsche nachtwereld waren als getuigen
opgeroepen. Zij allen waren getuige geweest
van de ruzie en de vechtpartij, doch geen
van hen heeft zien steken. Het mes, waar
mee gestoken is, is door een rechercheur
van politie in beslag genomen, l'.en derge
lijk mes is door een messenhandcl eenige
dagen voor het gebeurde aan den verdach
te verkocht, althans aan iemand, die veel
op verdachte geleek.
De officier van justitie hield eon scherp
requisitoir, waarin hij het gebeurde
reconstrueerde en het onmogelijk achtte,
dat een ander dan verdachte liet misdrijf
kon gepleegd hebben. Het feit noemde de
ambtenaar van het openbaar ministerie
zeer ernstig. De maatschappij moet tegen
individuen als den verdachte bcschci md.
De officier eischte daarna 8 jaren gevan
genisstraf wegens doodslag.
Toen kwam de verdediger, mr. II. Parfu
meur, aan het woord, die na zijn -pleidooi
onmiddellijke invrijheidsstelling van den
verdachte verzocht. De rechtbank ging in
de raadskamer en enkele oogenblikken
later werd de verdachte in vrijheid ge
steld tot verwondering van vele'n, tot van
zelfsprekendheid der ingewijden. Want of
schoon alles in de richting van verdachte
wees, onomstootelijkc bewijzen waren er
niet.
Nachtelijk Den Haag kan intusscheu
weer gerust zijn. Een van de bekenden :'s
als de verloren zoon weer in hun midden
teruggekeerd. En binnen enkele dagen snort
hij weer met een ouwe, afgedankte auto
aoor de straten.