D REBUS vao IN DE KIKKERSLOOT Raadselhoekje Oplossingen der raadsels uit 't vorige lammer. Voor grooteren. Voor kleineren. Om op te lossen. Voor grooteren. Voor kleineren. 9 En dat hij maar gewoon een jongen ge bleven was, vond hij een groote opluchting. Hij begreep n u, dat de dieren het ook niet altijd even prettig hadden, als het wel leek! (Nadruk verboden). Twee kikkers hadden ruzie saam' En wilden 't uit gaan vechten, Tot Groenrok, Heer der Kikkersloot, Zei: Dat zal ik beslechtenl Wie van de twee de lafste is, Die springe fluks naar voren! Maar daarvan wilde 't spreekt vanzelf! Geen kikkertje graag hooren! Je bent dus beiden zei daarop Heer Groenrok ka!m en waardig Juist even dapper! Hm! Kwak-kwaak! Wat is dat eigenaardig! Het vechten heeft ik weet het nu Geen zin. Ga liever kwaken. Ik zal voor jullie maar eens vlug Een kikkerliedje maken. Hij dacht nu even ernstig na. Toen kwaakte hij heel lustig: Wat is het heerlijk zomerweer, Zoo vreedzaam en zoo rustig! Wij kikkers zingen blij een lied. Geen ruzie mag er wezen 1 Dat leeren w' op de kikkerschool - Al vóór we leeren lezen. Komt allen, zingt nu dapper mee: Geen ruzie in ons slootje! En in het maanlicht geeft de één De ander fluks een pootje. Dan klinkt hun vroolijk kikkerlied. De menschen, die het hooren, Kan zoo'n eenstemmig, blij gezang Toch werkelijk bekoren. Zij blijven staan en zeggen dan: Hoor 't kikkervolkj' eens kwaken! Wat zijn die groene kereltjes Toch opgewekte snaken! De vrede was gauw weergekeerd En Groenrok kwaakte lustig: Ze zijn nu in mijn Kikkersloot Weer eensgezind en rustig! CARLA HOOG. (Nadruk verboden). 1. S stoomboot. et. Hoorn s o b o t e 1 St oomboo t kasboek 9 t o r in bot t 2. Het kleine ding kwam u schoorvoetend tegemoet. (maseh). Kwam Rika na Rie thuis, of waren zij samen? (kanarie). Ik dacht ook al: Koen zal mij niet laten wachten. (kalkoen). Hij wilde nog vlug ansichten van het dorp koopen. (gans). 3. Spaame, sparen, a. 4. Spieren, pieren, Ieren. t 1. Pil, aar; pilaar. 2. Molen Tholen, dus zus. trein fijn, zien tien, (te) rug vlug. 3. Spelonk. Poes. koel. kelk, lepel, spons. 4. Last, mast, gast, bast, kwast, vast. Door telkens écn letter te veranderen, moet je nieuwe zelfstandige naam woorden maken, maar zóó, dat je bij dc vierde verwisseling het woord zeil krijgt. M I E R X X X X X X X X X X X X z E I L Verborgen plaatsen In het buitenland. De wesp stak en het wondje deed mij leelijk pijn. Wist u wel, dat we met zijn broer mee rnet ons achten zouden zijn vanavond? Ik kan niet begrijpen, dat Jóke u lenig vindt. De wind is pal Oost en de kou nog niet uit de lucht Werd Jan's fietszadel hier bij vergis sing bezorgd? 3. Ik ben een heel klein vruchtje, Dat nu groeit in het wild En stellig menig wand'laar Den dorst reeds heeft gestild. Maar neemt m' een letter minder. Dan word *k een jongen en Verandert men zijn klinker, Wat denk je. dat ik ben? Een struik met gele bloemen, Dio in het voorjaar bloeit, In menig deel van Holland En óok daarbuiten groeit. 4. Mijn geheel is een plaats in Zuid-Hol land. die met 9 letters geschreven wordt 5, 1, 2, 3 is een ander woord voor bosch. Met een 7, 1, 2, 5 kan men iets vastma ken. Een 9, 4, 8, 7 is een smalle opening. Een 9. 6, 7 is een knaagdier. 5, 6. 7. 4. 9 is een veel voorkomende vloeistof. 1. 'k Heb wel tanden, kan niet spreken; Eten deed ik nimmer nog. Wel behoor ik bij den maaltijd En je kent mij allen toch! 2. Mijn eerste is een windstreek, mijn tweede een kleedingstuk en mijn ge heel ligt in de provincie Utrecht. 3. Welken zin kun je maken van: Het v I1 wei 1. Ladderraadsel. lo (bovenste) sport een meubelstuk. 2o een jongensnaam. So een viervoetig dier. 4o een jaargetijde. 5o een verdicht verhaal. 6o iets wat sommige men- aan den voet dragen. 7o een kleur. So een veel vogel. voorkomende De woorden bestaan alle uit 5 letters en de middelste letters vormen, van boven naar beneden gelezen, den naam van een vruchtje. (Nadruk verboden). DE HOLLANDSCHE MOLENS. 't Hoort bij Hollands blonde dreven, 't Hoort bij Holland s groene wei, 't Geeft „karakter", „kleur" en „leven", 't Is van Holland, 't hoort er bij! Molens tusschen 't groen verscholen Molens in het wijd verschiet 't Kan niet Holland zonder molen, 't Was ons eigen Holland niet! Aldus de dichteres M. W. in „De Fa brieksbode" van 23 Augustus 1924, waarin in verband met het geleidelijk verdwij nen der molens nog eens nadrukkelijk de aandacht werd gevestigd op Holland's mo len-schoon. Er was een tijd, hij ligt nog niet ver achter ons dat ons land als 't ware met molens bezaaid was. Zij hielden de lage landen droog en vruchtbaar; zij maalden het graan; zij sloegen de olie en pelden de rijst; zij zaagden het hout. En gedurig wa ren de luchten vervuld van het vroolijk ge rucht hunner lustig draaiende wieken Lang is het voorbij!... Zoo ergens, dan geldt ook hier: „andere tijden, andere ze den." Het moderne verkeer cischte en eischt nog immer voel natuurschoon op: vijvers en grachten werden gedempt; prachtige hoo rnen werden geveld; parken en plantsoe nen verdwenenDc voortschrijdende, zich steeds ontwikkelende techniek maakte ouderwetsche hulpmiddelen overbodig... Van alle zijden kwam de molen ondanks alles een onontbecrijke factor in de weidsch beid van Holland's natuurschoon in het gedrang. Besefte men wel voldoende, dat het verwijnen der molens het verlies zou beteekenen van een der aantrekkelijkste schoonheden van ons land? Was men zich er wel van bewust, dat met de molens als 't ware het bestaan van Nederland cn zijn geschiedenis is samengeweven? Immers: voor een groot deel is Neder- land's drooggelegde grond aan den Hol- landschen molen to danken! Hij is het, die Holland groot en welvarend heelt gemaakt. Hij is het beeld, dat in den vreemde voor den/geest komt, als men aan zijn vaderland terugdenkt cn in Nederland zelve verheugt men zich telkens weer in het verdiepte beeld, dat hij aan het landschap geeft, in de rust cn dc schoonheid, die als het ware symboliseert. En niet alleen de watermo lens nemen zulk een eervolle plaats; ook de stocro steenen korenmolens, om welke o.a. in Brabant cn Limburg het stoffelijk leven zich dikwijls groepeerde. Het gaat echter als met zooveel in het le ven, waarmee men eenmaal is opgegroeid en waaraan men gewend is geraakt: men beseft de beteekenis pas, als het gemis wordt gevoeld... Honderdtallen molens van allerlei aard zijn verdwenen en met hen een deel van de bijzonderste en cigendom- melljkste schoonheid des lands. Maar nóg is niet alles verdwenen. Ons land bezit nog vele honderdtallen molens, die, als van oudshor, hun taak getrouwelijk vervullen en teven3, waar zij staan, in het landschap of in het stadsbeeld, bet schoonheids-ac- cont bij uitnemendheid zijn. Wat zou ons land zijn, indien ook dit ver dween? Hoe gewoon, hoe onaanzienlijk, (Nadruk verbodenj. zouden talrijke plekken worden, als de mo len, die daar schoonheid cn distinctie brengt, weg zou wezen! (Holl. Revue). IN 'T KORENVELD. „Hansje, ga je bloemen plukken?" „Kijk de klaprozen daar staan!" Kleino Corrie ging aan 't hollen Tot aan 't einde van de laan. „Bloempjes plukken" hijgde Hansje. Holde 't zusje achterna. Deze had al een boeketje. „Hoe vind je 't Ilans, ze zijn voor Ma!" Met z'n groote blauwe kijkers Staarde hij verrukt in t rond. Wat een prachtig groote bossen Stonden zóó maar in den grond. Beiden bleven ze even stilstaan. En vol pret riep Hansje toen: „Corrie zeg moet je eens kijken, Bij iedere stap een bloem. Beste Nichten .en Neven, De YVeensche reisbeschrijving is bijna ten einde; nog een of twee maal een kort ver haal en dan is het gebeurd. Waarover dan in de rubriek van ocim Pim geschreven zal worden? Dan komen de opstellen in de courant waarvoor een prijs is gegeven, ik wed, dat jullie dat nog aardiger zult vin den dan zoo'n verhaal over een uitstapje in Oostenrijk. Enfin, wij zullen nu maar weer verder gaan door de wondermooie omge ving van Weenen en wel Naar de Hochschneeberg. Wij hebben deze reis deels per gowoncn trein, deels per tandradbaan en decl6 te voet afgelegd. Het was een behoorlijk eindje 6pcren in Zuid-Oostelijke richting van Weenen. Het eerste station waar wij uitstapten was hij den Puchberg, op een hoogte van 587 meter. Daar hadden we ge legenheid om even de omgeving te bezien, een kijkje te nemen bij het zwembad en tenslotte om een foto to nemen van do prachtige bergtoppen, welke zich vóór ens verhieven en waarvan er één de Hoch schneeberg was. Wij keken allen onze oogen uit om te zien of er ook sneeuw op de toppen lag. Jullie moet namelijk weten, dat ik twee dagen te voren had gelezen in een Weenscho courant, dat er flink sneeuw ge vallen was op de bergen. Des ochtends, dat wij gingen was het schitterend weer; de ne vel begon langzaam op tc trekken cn do toppen teekenden zich al duidelijker cn duidelijker af tegen den langzaam helder wordenden hemel. Wij kropen in het kleine eenvoudige tandradbuantie. dat ons naar de Hochschneeberg zou brengen. Dat wa6 nu niet bepaald het middel om er 6nel te komen, maar behalve de vlicgmachino toch neg het snelste. Bijna anderhalf uur had den we noodig om naar boven te komen. Mijn reisgenoot en ik hadden tevoren in onzen reisgids gelezen, dat wij in dc tand- radspoor aan dc linkerzijde moesten gaan zitten, want aan dien kant was het uit zicht het mooist. En het gelukte ons inder daad om een plaatsje aan den linkerkant te krijgen! Er werd in het treintje haaöt geen woord gesproken: men was geheel en al in beslag genomen door de prachtige uitzichten in de diepe dalen en door het enorme mooie gezicht op de geelwitte berg toppen, die fel door de zon beschenen wer den. De fototoestellen werden voor den dag gehaald en ieder probeerde een kiekje te maken, hetgeen uiterst moeilijk wo6, aangezien dc trein spiraalgewijze naar ho ven klom en steeds schommelde. Ik wil dan ook eerlijk bekennen, dat het mij niet is gelukt onder het rijden een behoorlijke foto te nemen! Nadat de trein ons ongeveer 1300 meter heeft doen stijgen en nog door een paar tunnels heeft gevoerd komen we aan het eindpunt, dat op 1880 meter hoogte ligt. Vandaar zien wij naar beneden in een dal dat niet minder dan 1400 meter Lager ligt. Daar, op 1880-meter hoogte staat een aardig klein kapelletje, het Elisabeth- kerkje, dat het hoogstgelegen kerkje is in de Oosten rij kschc Alpen. Vlak erbij i6 bet hotel Hochschneeberg, waar we heerlijk hebben gegeten. Daar boven was het heer lijk koel geworden; de oudere reisgenoten vonden het zelf6 koud cn zetten hun kraag op. Op het terras rond het hotel ston den overal ligstoelen, welke natuurlijk in minder dan geen tijd bezet waren, aange zien op die hoogte een zonnebad iets over heerlijks is. Wij ginnen het hotel binnen om to eten en deden daar een aardige ontdekking: de kachel brandde om de koel heid te verdrijven! En dat op hot eind van Juli. Na het eten wa6 er gelegenheid om een hoogero top (ruim 2000 meter) tc bestijgen. Ik behoorde ook tot degenen, dio heel dap per zei: „Dat halen we toch zeker met ge mak". Maar de meer ervaren bergbeklim mers riepen al: „Wacht maar, je zult eens zien hoevelen er onderweg achterblijven!" Ongeveer 200 meter êtijgen, dat is ge bleken een buitengewoon vermoeiend werk te zijn, althans voor ons, die gewend zijn aan goed aangelegde en betrekkelijk vlak ke wegen. De tocht werd aangovangen: van do cenc steen op de andere; zoo nu cn dan glee je eens uit, dan ru6tte je weer eens om op adem to komen, maar de too móést be reikt worden. Wij waren zeker met een 50 man weggegaan, maar onderweg zijn er heel wat afgevallen, zoodat er in totaal on geveer 20 boven zijn gekomen. Onderweg hebben wij kennis gemaakt met de dikke zware bergrunderen, dio daar het eentonige geluid van hun groote bellen, die zij om hun hals hebben, ver spreiden. En dat is de eenige muziek welke je daar op de kale bergen hoort. Boomen willen er niet meer groeien, evenmin als heesters en struiken. Het eenige wat de rotsen bedekt is een soort gras en enkele kleine plantjes. Wij waren nog 6teerls op zoek naar sneeuw. Eindelijk vonden we een kom, waarin nog een sneeuwveld lag; dat was nog niet gezwicht voor de kracht der zon nestralen Natuurlijk moest dat op de kiek komen; een van ons 6taat nu nog in m'n foto-album met een sneeuwbal in zijn hand. Daarboven was het bepaald koud na zoo'n verwarmenden tocht, -zoodat wij onze jassen maar aantrokken. Wolken cn nog eens wolken zagen we, dc een nog al mooier dan de andere. Dat gezicht zullen we niet. licht vergeten. De terugreis was natuurlijk niet zoo vermoeiend, maar wel dorstig! Wij smachtten van de dorst, zoo dat bij aankomst in het hotel op de glazen bier werd aangevlogen als katten op een nest muizen. En toch ben ik blij, datt ik. ondanks alle vermoeidheid, dien onvcrgeètlijken tocht heb meegemaakt! DE CORRESPONDENTIE. Regendrupje. Voor een enkel keer- yè vind ik dat niet erg; ik hoop alleen maar, dat jc daar geen gewoonte van zult gaan maken. Onrust. Ik heb het zweefvliegen helaas nog nooit gezien, maar nu jij mc zoo duidelijk hebt beschreven hoe het gaat, weet ik precies hoe de zaak in elkaar zit; het lijkt me wel een interessanto sport. Sportmakker. Kleine hondjes vind ik altijd bijzonder aardig; ik kan me dan ook best voorstellen dat je ermee in je schik bent. Bedankt voor je bonnen. Zonneroosje. Mijn dank voor jc gift. Vertel mo eens, hoe gaat het op de nieuwe school, bevalt het jc cr nogal goed, of is het niet zoo makkelijk als jc gedacht had Sneeuwwitje. Vroeger was altijd een van mijn meest geliefde uitstapjes dat naar Artis in Amsterdam. In de Haagschc dierentuin ben ik nog nooit geweest, maar uit jouw brief blijkt wel, dat jc er aardig pret kunt hebben met die apen. Nij 1 paar d. Jc verzoek kan ik geluk kig inwilligen. Ik heb ditmaal slechts een enkele Vim-bon voor je, maar dat vind je zekor niet erg hè S t r a w i n s k y. Van die goochelpar- tijtjes heb ik nooit wat kunnen begrijpen, maar je zult het toch wel met mo eens zijn, dat hetgeen jij me hebt geschreven, onmo gelijk is. Anncmie. Als ik zeewater naar bin nen kreeg, vond ik het altijd vreesclijk, want ik moest dan gauw uit hot water omdat ik hot zoo benauwd kreeg. Ja, na het zwem men krijg je altijd geweldige honger. Cupido. Ben jij dan zooveel jonger dan jé zusje; dat heb ik nooit geweten. Tot mijn spijt moet ik je mededeelen, dat ik nooit sigaretten8peldjes ontvang. Knnariopictjc. Jij hebt dus een heerlijk pretje achter do rug. Heb jc nog een mooi verjaarsvorsjo opgezegd, of doo je dat niet meer? Hoe gaat het nu met de knie, begint zo al weer wat te genezen; hot was wel jammer, dat jo daardoor niet mot den optocht kon mccloopen. Noptunus. -— Als jo mo zegt wélke si-v garcttonbonnen jo wilt hebben, kan ik jo helpen, maar anders niet. Ik zal een paar postzegels voor jc klaar leggen. Hhd jc deze week zoo weinig tijd om te schrijvon Old Shatter hand. -— Hot doet mc genoegen, dat jo hot prettig vindt op school. Ja, als jij wat ouder bent geworden, zul je ook wel wat meer van de wereld gezien hebben dan nu het geval is. Zie verder maar eens in den ruilhandel. To m p o c s. Nog bedankt voor jo bon nen. Zoo'n klein zusje is toch maar oenig hè; je kunt er zekor wel heerlijk mee spe len Hoe komt het, dat je de raadsels niet hebt opgelost; waren zo ditmaal te moei lijk Duikelaartje. Heb je dien brief zelf getikt Daar zul jo wol een aardig poosje mee bezig geweest zijn, denk ik. Ik was tot mijn spijt verhinderd om met dc feesten in Harderwijk tc zijn. Volgens de berichten moet het er bijzonder aardig ge weest zyn. Clyvia. Vertel mc maar oens wat je wilt hebben als ik jc kan helpen, doe ik het natuurlijk Nachtegaaltje. Als jij het boek fijn vindt, dan is dat voor mij dubbel pret tig. Gelukkig, dat het jc op de nieuwe school zoo goed bevalt. Het is cr wel druk hè? De oplossingen. I. H p A n (kan) k o R 8 t a a n D e e 1 HARDER W IJ K II c c R 1 c n eiWit b IJ 1 K II. Als het kalf verdronken is, dempt men de put met dc woorden tafel, Heerenveen, Andries, pols, kummel, produkt cn tand. De prijs is deze week bestemd voor S n o e u w w i t je. die hem Maandag aan ons bureau kan komen afhalen. Nieuwe raadsels. X 'I- X X X XXXXXXXXX X X X - 4^ X Op dc kruisjeslijnen komt de naam van iets, waar jullie niet erg op gesteld bent. Op de lo rij een medeklinker. Op de 2e rij een kunstproduct. Op de 3e rijeen jongensnaam. Op de 4c rij een water bij Haarlem. Op de 5e rij het gevraagde woord. Op de 6c rij een ander woord voor ver dediging. Op de 7e rij iets waar vreugde is. Op dc 8e rij een lichaamsdeel. Op de 9e ril een medeklinker. II. Mijn geheel is een spreekwoord, dat mei 32 lettors wordt geschreven en uit 8 woorden bestaat. 1. 5. 11. 29. 16. is een plaats in Utrecht. 9. 25. 12. 21. is een Indisch product. 27. 2. 18. 30. vindt men aan elk huis. 7. 24 23. 32. is een zure vloeistof. 6. 3. 19. 4. is een groot bosch. 10. 15. 8. 13. 31. 26. doen de paarden. 22. 28. 17. li. 32. is een plaats bij Gro ningen. 20. 11. 16. is een kleur. De oplossingen moeten Woensdagmiddag vóór 2 uor worden ingezonden. ONZE RUILHANDEL. Sportmakker kan een paar Hille's bonnen komen halen, benevens eon paar Turmac-punten. Zonneroosje kan een Droste-plaatje en een Van Houtens bon halen. Micky Mouse kan in ruil voor haar gift een paur Karncmclkzeepplaatjes cn Verkade's bonnen krijgen. Nijlpaard kan een paar Hagonbeck- plaatjcs, 1 Vim bon en een paar Douwe Eg- bertsbonnen komen halen. Voor Strawinsky heb ik klaargelegd? oen paar boekenbons, een paar Verkade's bonnen, een paar D. E.-bonnen en een Hag- bon. Ne p t u n u s kan een paar postzegels halen. Old Shatter hand kan een paar Hil le's bonnen, Turmac-punten en eon paar Hagenbeek-plaatjes komen halen. Tompoes kan een paar Amstelponntn- gen krijgen. Alle bonnen kunnen Maandag na 2 uur worden afgehaald. OOM PIM.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 20