AMERSFQORÏSCH DAGKLAB HET INTERNAT, POOUAAR 1932-33 BILDERDIJK ALS DENKER EN ZIENER Donderdag 1 October 1931 .DE EEMIANDER" 30e Jaargang No. 80 HERDENKINGSAVOND TE DEN HAAG Ethica en religie ten nauwste verbonden NIET DUURDER IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V. METEOROLOGISCHE ORGANISATIE Belangstelling uit vele landen HET GEHEIM VAN DE HEIDE (Aug. Heijting en Dr. K. li. E. de Jong aan het woord 's-Gr avcnh age, 29 Sept. In de aula ■v-an het stedelijk gymnasium aan de Laan van Meerdevoort heeft het Bilderdijkcomi- té 1931 hedenavond een Bildcrdijkherdcn- king gehouden naar aanleiding van Bil derdijks geboortedag, 175 jaar geleden. De voorzitter van het comité, de heer August H e y t i n g hield een inleidende rede, waarin hij zeide, dat op den vorigen avond Bilderdijk als dichter is herdacht en dat thans de denker en de ziener op den voorgrond worden gesteld. Dichter en den ker-ziener toch zijn aan elkander ver want, men mag zelfs zeggen, dat de hoog ste vorm van het dichterschap het den ker zienerschap niet kan ontberen. Er zijn tegenwoordig critici van meening, dat aan een gedicht zin mag ontbreken, dat het ge rust onbegrijpelijk mag zijn zonder in te boeten aan waarde. Maar zulke beoor deelaars zijn vervreemd van de oorspron gen der poézzie. Do poézio heeft tot voer tuig het woord. Het woord bevat verschil lende elementen, zooals begrip, klank, voor stelling enz. Het spreekt vanzelf, dat ele menten, welke eigen zijn aan het woord ook hun uitdrukking vragen in het werk, waarvan het woord de bouwer is. Spr. betoogde, daü taal- en woordmuziek een geheel andero soort muziek is dan de muziek van den componist. In den loop van den tijd raakt de herin nering aan de oorsprongen van het woord en zijn muzikale plastiek op den achter grond. De dichters handhaafden niet meer de volle kracht en onafhankelijkheid der versmuziek. Do taal werd de vernederde, geketende 6laaf der wetenschap; we krij gen in de middeleeuwen die lange rijmkro nieken, waarin plastiek en muziek van liet woord zoek zijn, het metrum het rhythme overheerscht en dooddrukt, het rijmgejen- gel de eenige, armzalige vertegenwoordi ging is der koninklijke taalmuziek. De min- streelen waren zangers, muziekgevoelig zij waren échter geen onafhankelijke dich ters, maar onderwierpen het woord aan de melodio. Met de renaissance veranderen muziek en lyrische poëzie van vormen en rhythmen, maar blijven samengaan. We zien bij de lyriek telkens de melodie aan gegeven, waarop ze gezongen moet wor den. Toch begint het dichterlijke woord 'n zelfstandig leven, in eigen vorm, plastiek, muziek, aanzienlijk te winnen. Vooral de vinding en beoefening van het sonnet zijn voor het weder rijpen tot zelfbewustheid en zelfstandigheid van de poezie van aanzien lijke bcteekenis geweest. Het sonnet is de groote bevrijder geweest der moderne poë zie, maar het is eerst bij Bilderdijk, dat het tot zijn volle geweldige kracht komt. Dat ]*6 de onschatbare beteekenis van Bilder dijk voor de ontwikkeling van het Neder- landsche poëzie. Ieder gedicht moet een muziekstuk zijn op zichzelf. Tradities en overgeleverde vor men voldoen niet, houden zelfs gevaar in; zij kunnen alleen aanvaard, wanneer men zo een nieuwe en frissche jeugd verleent. Een gedicht zonder eigen muziek leeft niet, tenzij met behulp van andere kunsten. Dit vereenigt de verschillende richtingen en vormen tot het moderne. Van dit beginsel is Bilderdijk de groote baanbreker ge weest. Hij gaat met zijn dichtenvezen terug tot de oerbronnen der poëzie. Voor hem is het woord weer tegelijkertijd symbolische klank en geopenbaard idee. Waarheid der ideëen en schoonheid der verzen gaan voor hem samen. Bilderdijk ziet dus niet alleen naar de muzikale werking van het woord, maar naar dc algeheele souvereiniteit van den dichter, die pyofeet, ziener, denker, we reldrichter zij, zich uitende met de ma jesteit van het muzikale woord, als de eenige Godsspraak,* waardig aan hem, die de dienaar is van God en het Eeuwige. Spr. leidde ten slotte dr. K. H. E. de Jong, bestuurslid van het Bildcrdijkgenoot- schap, privaat-docent te Leiden, in, die een rede hield over Bilderdijk als denker cn ziener. Bilderdijk was, aldus dr. de Jong, niet slechts een dichter, maar ook een denker. Hij heeft belangrijke verhandelingen over v ijsgeerige onderwerpen geschreven cn in zijn gedichten vinden wij alom zeer opmer kelijke wijsgeerige denkbeelden verspreid Inzake philosophic geeft hij blijk van zeer diepgaand scepticisme en schroomt niet te verklaren: „Filoêophie is alleen goed om filosophie tc weerleggen". Van stelselzucht toont hij zich hoogst afkeerig, getuige o.m. de uitroep: „Breekt wijsgeer- stelsels af, maar bouwt ze niet met Kant". Het verstand, dat op de verbeelding be rust, heeft weliswaar zijn rechten, maar blijft beperkt tot menscheliike kringen. De waarheid wordt slechts door goddelijke in geving in ons „hart" uitgestort. God is de hoogste eenheid. Eenheid door straalt alles. „Eén i6 het middel, één het doel." Eenheid is bij Bilderdijk ook het be ginsel der Aesthetica: „het is Eenheid ge voeld 't geen wij Schoonheid noemen". De mcnschelijke ziel ontstaat uit de zielen der ouders, hetgeen in overeenstemming i6 met de eenheidsleer en waardoor tevens de redelijkheid der erfzonde wordt bepleit. Van de realiteit der parapsychologische feiten, zooals racn ze thans noemt, was Bilderdijk ten volle overtuigd cn hij hechtte er zoo zeer aan, dat hij zelfs ver klaarde: ,,'t va6t ontkennen van geestver schijningen dreef tot het ontkennen van geesten en louter materialismus". De ethica is bij Bilderdijk ten nauwste verbonden met de religie. Eigen wil en eigen gerechtigheid verwerpt hij ten 6terkste Wat de regeering betreft, wil Bilderdijk niets afweten van wat men thans democra tie en parlementarisme noemt. Gelijkheid is een hersenschim, een „lou tere abstractie zonder wezen". Bilderdijk achtte het de eerste plicht van een regëering er voor te zorgen, dat iedereen een menschwaardig bestaan kan hebben. Werkverschaffing moet worden gesteund, bedelarij mag niet worden geduld. Bilderdijks denkbeelden omtrent regee ring en land6cconomie doen derhalve on willekeurig denken aan het hedendaagsch fascisme. Bilderdijk was ook een ziener. Dc nadee- lige gevolgen van het vermechaniseeren stonden hem helder voor den gee6t. Hij voorzag, dat.do werkloosheid land hij land zou verwoesten. Hij duchtto van Rusland, maar meer nog van Amerika, gevaar voor de menechheid. De redevoeringen werden gevolgd door voordracht, uit Bilderdijks werk door Wil lem Niestadt. SCHEEPVAARTKUNDIG MUSEUM. Een bezoek van prinses Juliana. Alvorens naar Het Loo te vertrekken, heeft H. K. H. Prinses Juliana Dinsdagoch tend een langdurig bezoek gebracht aan het Scheepvaartkundig Museum te Amsterdam. De directeur van het Museum, de heer Voor- beytel Cannenburg en de voorzitter van het bestuur, de heer den Tex, hebben dc Prinses rondgeleid. en veel gezonder dan vleesch, zijn onze verschillende vischsoorten. SMAKELIJK LICHT VERTEERBAAR VOEDZAAM. Daar WIJ ALLEEN in Amersfoort alle vischsoorten PERSOONLIJK in dc Rijksvischhallen te IJmuiden inkoo- pen, is U verzekerd van de FIJNSTE KWALITEITEN en de BILLIJKSTE PRIJZEN. Tarbot, tong, kabeljauw, schelvisch, schol, bot. zee-car- bonade, vischconserven, garnalen, warme garnalen cro- quetten, vischkoekjes, gebakken visch, Nieuwe Haring, ge marineerde haring, rolmops, gerookte en versche paling, stokvisch, zoute\isch enz. enz. ALLEEN: Utrcchtschestraat 40. Telef. 92. Gerechtigd tot het voeren van het wapen ran Z. K. H. den Prins der Nederlanden Een bijeenkomst te Innsbriick De vorige week zijn te Innsbruck verga deringen gehouden van verschillende com missies, die deel uitmaken van de Interna tionale Meteorologische Organisatie, groo- tendeels ter verdere voorbereiding van het Internationale Pool jaar 1932—1933, namelijk van de Commissie voor Aardmagnetisme en Atmosferische Electriciteit, voorzitter prof. Maura4n, Parijs, van 21—23 September; van de Commissie voor Klimatologie, voorzitter Prof. Von Ficker, Berlijn, van 2225 Sep tember en van de Commissie voor het In ternationale Pooljaar 1932—1933, voorzitter Dr. La Cour, Kopenhagen, van 2326 Sep tember. Zooals men weet is Prof. van Everdin- gen voorzitter van de Internationale Meteo rologische Organisatie en is het secretariaat ervan gevestigd te De Bilt. Dr. Cannegieter is chef van het secretariaat. Van Nederlandsche zijde werd aan de ver gaderingen deelgenomen door Prof. Van Everdingen, voorzitter der Ncderlandsche Commissie, voor het Internationale Pool jaar, lid der Commissie voor Aardmagne tisme enz., door Dr. Braak, lid der Com missie voor Klimatologie en door Dr. van Dijk, lid der Commissie voor Aardmagne tisme en voor het Pooljaar 19321933. Door dat dc Commissies niet op dezelfde dagen vergaderen cn op enkele dagen sommige alleen 's voormiddags, andere allen 's na middags bijeen kwamen, was het mogelijk, vergaderingen van verschillende Commis sies als lid of als gast bij te wonen; ook Dr. Cannegieter woonde eenige vergaderin gen bij. Twee zijner medewerksters van het secretariaat waren te Innsbruck aanwezig cn bewezen gewichtige diensten voor het vermenigvuldigen van de verslagen der commissievergaderingen en van rapporten, dikwijls waren ze bezig tot diep in den naoht, om voor de vergaderingen van den volgenden dag alles in gereedheid te heb ben. De 6tad Innsbruck en hare Universiteit cn het land Tirol verleenden op buitenge woon hartelijke wijze hunne medewerking, de stad Innsbruck o.a. door het aanbieden van een Seilbahnfahrt naar de ITafelekar (2334 M. hoog) en een gemeenschappelijk avondmaal in het hotel op dc Seegrube (1095 M.) met als hoofdschotel Tiroler Na tional Platte; op de Hafelekar was gele genheid het station voor Ultragamma-stra ling van prof. ITess (Graz) te bezichtigen. De Universiteit van Innsbruck stelde het nieuwe Universiteitsgebouw aan de Inn- rain ter beschikking voor het houden der vergaderingen; de Landeshauptmann van Tirol bood een Seilbahnfahrt naar de Pat- scherkofel (2000 M.) aan met avondmaal in het hotel aldaar. Ook de aanwezige da mes der deelnemers behoorden tot de ge- noodigden van stad en land. De natuur had zich in Poolkleed gestoken; op de bergen om Innsbruck lag de sneeuw 1 M. hoog; het was een prachtig uitzicht, wanneer de zoeklichtbundels der bergstations de in de lucht dwarrelende sneeuw doorstraalden. Uit vele landen namen leden der Com missies of hun plaatsvervangers aan de vergaderingen deel, als uit de Vereenigdc Staten van Noord-Amerika, Groot-Briltan- nië, Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland, Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Oos tenrijk, Bulgarije, Griekenland en andere landen, de opsomming maakt geen aan spraak op volledigheid. Ook was tegen woordig dr. Eckener om zich te oriëntee- ren in verband met het houden van en kele wetenschappelijke tochten van de Graf Zeppelin boven de Poolstreken tijdens het Internationale Pooljaar. Van de deelnemers aan den laatsten tocht van de Graf Zep pelin boven het Poolgebied waren aanwe zig prof. Weickmann uit Leipzig, die een zeer interessante voordracht hield over de wetenschappelijke resultaten van dezen tocht en dc tochten naar Zuid-Amerika en Dr. Ljungdahl uit Stockholm, leider van de magnetische waarnemingen bij den tocht boven de Poolstreken, toekomstig leider van het magnetische station, dat waar schijnlijk door Zweden op Spitsbergen zal gevestigd worden. In de vergaderingen der Magnetische Commissie en der Poolsche jaarcommissie werd o.a. het programma der werkzaamhe den voor de magnetische, meteorologische, aerologische, radiotelegraphische waarne mingen, poollichtwaarnemingen cn andere nader vastgesteld en konden verblijdende medcdeelingen over de deelneming van ver schillende landen worden gedaan, als van België, dat waarschijnlijk een station op IJsland zal bezetten, waarvoor de Belgische regeering een crediet heeft toegestaan, van Italië, dat een magnetisch station in So- maliland zal oprichten en van andere lan den. Het waarnemingsgebied, aanvankelijk vooral in dc Poolstreken bedoeld, heeft zich geleidelijk uitgebreid over de geheele aar de, omdat het noodig is, voor het beter begrijpen der verschijnselen, waarnemings materiaal uit alle deelcn der aarde te heb ben; daarom is het doen van waarnemin gen ook in equatoriale streken van groot belang. Ook in het Zuidelijk halfrond hoopt men verscheidene nieuwe stations te kun nen vestigen, zooals op enkele eilanden in het Zuidelijk deel van den Indischen-, den Atlantischen- en den Grooten Oceaan, cn op het vasteland om dc Zuidpool. Verschil lende landen in het Zuidelijk halfrond, Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Ar gentinië, Brazilië enz. zijn tot medewerking uitgenoodigd. Verschillende personen, zoo als Admiraal Byrd en Sir Douglas Mawson zullen uitgenoodigd worden het hunne bij te dragen om het groote plan te doen sla gen: ook hoopt men dat aan boord van wal visch vaarders waarnemingen zullen kunnen worden verricht. Ofschoon de tijdsomstandigheden niet gunstig zijn voor het bijeenbrengen der voor de onderneming noodige gelden, blijft de leus: „dispereert niet". Aan het slot der laatste vergadering van de Intern. Pooljaar Commissie werd door prof Van Everdingen rechtmatige hulde gebracht aan den voorzitter, Dr. Lacour, voor zijn nimmer verflauwende werkkracht cn zijn onvermoeid 6trevn om het groote plan op de beste wijze te doen slagen. Zooals men weet, is voor Nederland de taak weggelegd, gedurende het Pooljaar 1 Augustus 1932—31 Augustus 1933 een magnetisch station op Angmagssalik (Oost- Groenland) en een aerologisch vliegtuigsta tion bij Reykjavik p IJsland te bezetten, wanneer de van de zijde van Regeering, vereenigingen en particulieren reeds onder vonden steun het benoodigde bedrag is nog niet bijeen ook verder aan de Ne- derland6che Commissie voor het Internatio nale Pooljaar in voldoende mate wordt ver leend, zal het die taak volbrengen. Over eenige dagen zal de Internationale Meteorologische Organisatie te Locarno vergaderen onder voorzitterschap van pro fessor van Everdingen; hier zullen o.a. de door de Commissie te Innsbruck aangeno men resoluties nader worden getoetst en verder, naar te verwachten is, voor de stu die en de practische toepassing van meteo rologie, aardmagnetisme, radiotelegrfie enz. belangrijke besluiten worden genomen. EEN „COMITÉ VAN TWAALF" Amsterdam, 30 Sept. Gisteren kwa men te Amsterdam bijeen de besturen der Centrales van Overheidspersoneel, die ver tegenwoordigd zijn in de Centrale commis sie voor georganiseerd overleg in ambtena renzaken, ter bespreking van te nemen maatregelen, in verband met de in de mil- lioencnnota 1932 aangekondigde korting op de salarissen van het rijkspersoneel en de onderwijskrachten. De besturen waren eenstemmig van oor deel, dat deze korting niet te aanvaarden is. Men stelde zich op het standpunt, dat het onjuist is de aanvulling van een tekort op de Staatsbegrooting in het bijzonder te laten drukken op één categorie van Staats burgers, die toch al sober wordt bezoldigd en die bovendien nog gebukt gaat onder vroegere salarisverlagingen. Besloten werd een „Comité van Twaalf" te stichten, dat de leiding der actie op zich zal nemen In dit comité namen van elk der volgende centrales twee leden zitting: Permanent Comité van Christelijke orga nisaties van Personeel in Publieken Dienst; Centrale van Hoogere Rijksambtenaren; Comité ter behartiging van de Algemeen© Belangen van Overheidspersoneel (A. C. O. P.); Roomsch-lvatholieke Centrale van Burgerlijk Overheidspersoneel: Centrale van Vereenigingen van Personeel in 's Rijks dienst; Centrale van Nederlandsch Over heidspersoneel (V.N.O.P.). Een kleine commissie zal zich met do voorbereiding belasten. SLUITING DER HARTOGH'S FABRIEKEN. Ongeveer 700 arbeiders werkloos? Met ingang van 1 Nov. zal de vet- en margarinefabricage der N.V. Hartogh's fa brieken te Oss worden stopgezet. De N.V Hartogh's fabrieken zijn aangesloten bij het Unilever Concern. Indien voor de overbodig wordende arbeidskrachten geen emplooi kan worden gevonden in het bedrijf te Rot terdam, zullen ongeveer 700 arbeiders werk loos worden. Gave, die de kunst veracht, is de echte gave niet. Dr. H. BAVINCK, Uit het Engelsch van MORICE GERARD door W. v. E.v. R. 27 Margaret Manson vertelde mij, dat haar man eerst aan Ducros wilde zeggen wat hij van plan was. Dan hoop ik, dat hij dat op een veilige plaats zal doen, want als zij alleen zijn, geef ik geen cent voor Manson's leven! U gelooft toch niet werkelijk, dat die man zoo slecht is? vroeg Mildred ver schrikt. Zeker wel! denkt U dat het hem wat had kunnen schelen, als Wenlovc was ge dood, zooals het geval zou zijn geweest, als hij met zijn hoofd op een scherpe, uitsteken de rotspunt op den bodem van de kloof te recht was gekomen? Mildred rilde van afgrijzen. Ik denk liever niet, dat er zulke slech te menschen bestaan, zeide zij. In andere landen, waar geen wetten bestaan, ontmoet U ze meer dan eens, dat verzeker ik U! Ik heb dergelijke typen meer gezien, maar Ducros heeft iets over zich, dat op mij dezelfde uitwerking heeft, als padden cn slangen op sommige menschen En toch zou het mij niet_ verbazen, als hij er schotvrij afkwam. We kunnen den eene niets doen, zonder ook den andere te tref fen, en mejuffrouw Keigwin's uitspraak is, dat aan George Manson algeheele vergiffe nis moet worden geschonken. Mildred keek Squire Jack aan en zag iets in zijn oogen, dat haar dc hare zoo gauw mogelijk deed neerslaan. Ja dat wensch ik, zeide zij, U bent heel goed! Vindt U? Het is soms gemakkelijk om goed te zijn, als goed zijn hij liet zijn stem dalen degene, die wij liefhebben genoegen doet. Doch het valt te betwijfelen of Mildred die laatste woorden hoorde. Zij was het zie kenhuis ingevlucht. HOOFDSTUK XV. George gaat naar de Squire. Ik begrijp er niets van, sprak George Manson tot zijn vrouwdie juist beneden was gekomen. Delia, die op de kleine Alice paste, wa6 bezig haar wat kippenbouillon te geven. Het kleine meisje was weer aan de beteren de hand, hoewel ïc nog erg zwak was. De zieke keel werd al Of ter, cn dokter Mor peth had gezegd, dat alle onmiddellijke ge vaar nu geweken -vas Waar begrijp je niets van, George? Ducros is er gisteravond met de boot op uit gegaan en is nog niet lerug. Ik heb er verscheidene mannen naar gevraagd, maar zij zeiden aTer. dat zij niets neer van de hoot gezien hadden, 6inds Ducros er omstreeks zes uur mede was weggezeild. Ik ging naar hem toe. cm hem te vertellen, dat ik morgen naar den Squire ga, maar jdles__in zijn huis woee er op, dat liij al geruimen tijd afwezig vvas. Toen ik naar de hoot ging kijken, v as die ook nog niet terug. Margaret keek haar man verrast aan. Hel was dc eerste maa', dat een van hen beiden belangstelling toonde .11 iets, dat niet in on middellijk verband iri*t Alice stond, sinds het kind ziek was geworden. Hij zal ze toch niet hebben gestolen riep zo uit. Neen, dat zou do moeite niet waard zijn geweest. Hij heeft veel meer dan de waarde van de boot in zijn huis achtergelaten. Neen! ik vrees, «Jat hem een ongeluk is over komen. Ik waarschuwde hem voor de Ham- metts, toen hij er ovei 6prak, er heen te willen, maar ik h->,b er na dien tijd nooit meer aan gcdaclr- Er staat een hooge zee, vooral eenige mijlen van het land af. Ik ben er zeker vari, !at niemand die de vaar geul van de Hammetts niet door en door kent, er nooit aan zou kunnen denken, er door te komen. Op 6ommige p'aatsen stroomt het wa-cr zoo snel als een molen beek, cn de eenige manier, om cr dari door heen te komen is, zigzaggewijs te varen. Ik hoop vin harte, dat Ducros niets overkomen is, Vnewei ik hem niit lijden mag, merkte Margaret barmhartig op. Twee dagen verliepen, waarin het kind voortdurend in beterschap toenam. De dokter zeide: Kinderen zijn gauw ziek en gauw weer beter. c Op den morgen van den derdon dag deed George zijn beste pak a.an. Margaret was in de huiskamer. Delia hield zich met Alice bezig en Mrs. Manson dacht, dat George ook in de ziekenkamer zat. Vra gend keek zij hem aan. Haar hand, waar in ze een strijkijzer hield, bleef opgehe ven. Ik wist niet, dat je uitging. Hoe minder ik er over spreek, hoe beter. Do onrustige, bijna neerslachtige trek op het gelaat van haar man misleidde Margaret, zooals zij George bij een vorige gelegenheid gedaan had. Zij liet het ijzer vallen en draaide zich snel om. Alice is toch niet erger? Je gaat toch den dokter niet halen? George, vertel mij het erg6te! Zij was spierwit geworden en moest te gen de tafel leunen om niet te vallen. De lucht van verbrand goed 6tceg op uit het jurkje van liet kind, waarop het bijna roodgloeiende strijkijzer was terecht ge komen. Hst leek Margaret bittere ironie, dat zij het kind dat jurkje had willen aan trekken, als het voor het eerst beneden mocht komen. Goddank niet! Daar heeft het niets mee te maken! Kijk eens, Maggie, je hebt Allie's mooiste jurkje verbrand. Hij liep op de tafel toe en pakte het strijkijzer op. De jurk kan mij niets schelen, als het kind maar veilig en wel is, antwoordde Margaret. Zij was bijna boos op zichzelf, dat zij zoo aan haar angst had toegegeven; het was sen bewijs, hoe de zenuwen hadden geleden onder de gebeurtenissen van de laatste dagen, die het hoogtepunt vorm den van dc angst der laatste maanden, sinds Ducros zijn noodlottigen Invloed op haar man had verkregen. Nauwelijks wetend wat4 zij deed, streek Margaret met bevende handen het jurkje glad. Dat gaat niet, merkte George op, het kind zal een nieuwe jurk moeten hebben. Ik vergat de heele jurk, zei Margaret^ maar het komt er niets op aan; waar ga je heen George? —Daarheen, waar ik al lang naar toe had moeten gaan; toch ben ik er niet bang voor. Hst moet nu eenmaal gebeu ren, en dat ik het niet prettig vind, is een deel van mijn straf! Toen begreep Margaret het. Man en vrouw keken elkaar aan, en de blik ver tolkte hun innerlijkste gevoelens. Squire Jack is Donderdags altijd tot elf uur thuis. Dan komen de pachters hem over hun boerderijen en huizen spreken. Het was nu Donderdag en tien uur. Margaret begreep, hoe pijnlijk het op handen zijnde onderlftud voor haar toch altijd eenigszins verlegen man moest zijn; te meer, sinds hij tot de erkenning was gekomen, dat hij ook schuldig was, en een misdadiger in het oog van de wet. Ik zal mij aankleeden en met je mee gaan. Delia zal wel goed op Alice passen! George begreep, welk een offer Margaret hem bracht, haar lieveling voor drie-uren, zij het aan haar zuster, over te laten. Meer dan ooit drong het tot hem door, welk een ^chat hij in haar bezat, cn hoe veel zij van hem hield. Aan dit laatste had hij wel even getwijfeld, door de ver vreemding, die er tusschen hen was ont staan. Hij omhelsde zijn vrouw en kuste haar innig. Neen, zeide hij, ik kan je niet mee nemen; dit is iets, dat ik alleen moet uit vechten! Squire Jack zou mij een lafaard vinden, als ik mijn vrouw als een schild meenam. Hij denkt toch al slecht over mij; hij behoeft mij niet nog lafhartig te vin den ookL (Wordt vervolgd)^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 5