AMERSFQORÏSCH DAGKLAB
HET INTERNAT, POOUAAR 1932-33
BILDERDIJK ALS DENKER EN ZIENER
Donderdag 1 October 1931
.DE EEMIANDER"
30e Jaargang No. 80
HERDENKINGSAVOND
TE DEN HAAG
Ethica en religie ten
nauwste verbonden
NIET DUURDER
IJmuider Vischhandel H. GLASTRA Co. N.V.
METEOROLOGISCHE
ORGANISATIE
Belangstelling uit vele
landen
HET GEHEIM VAN DE HEIDE
(Aug. Heijting en Dr. K. li. E.
de Jong aan het woord
's-Gr avcnh age, 29 Sept. In de aula
■v-an het stedelijk gymnasium aan de Laan
van Meerdevoort heeft het Bilderdijkcomi-
té 1931 hedenavond een Bildcrdijkherdcn-
king gehouden naar aanleiding van Bil
derdijks geboortedag, 175 jaar geleden.
De voorzitter van het comité, de heer
August H e y t i n g hield een inleidende
rede, waarin hij zeide, dat op den vorigen
avond Bilderdijk als dichter is herdacht en
dat thans de denker en de ziener op den
voorgrond worden gesteld. Dichter en den
ker-ziener toch zijn aan elkander ver
want, men mag zelfs zeggen, dat de hoog
ste vorm van het dichterschap het den
ker zienerschap niet kan ontberen. Er zijn
tegenwoordig critici van meening, dat aan
een gedicht zin mag ontbreken, dat het ge
rust onbegrijpelijk mag zijn zonder in te
boeten aan waarde. Maar zulke beoor
deelaars zijn vervreemd van de oorspron
gen der poézzie. Do poézio heeft tot voer
tuig het woord. Het woord bevat verschil
lende elementen, zooals begrip, klank, voor
stelling enz. Het spreekt vanzelf, dat ele
menten, welke eigen zijn aan het woord
ook hun uitdrukking vragen in het werk,
waarvan het woord de bouwer is.
Spr. betoogde, daü taal- en woordmuziek
een geheel andero soort muziek is dan de
muziek van den componist.
In den loop van den tijd raakt de herin
nering aan de oorsprongen van het woord
en zijn muzikale plastiek op den achter
grond. De dichters handhaafden niet meer
de volle kracht en onafhankelijkheid der
versmuziek. Do taal werd de vernederde,
geketende 6laaf der wetenschap; we krij
gen in de middeleeuwen die lange rijmkro
nieken, waarin plastiek en muziek van liet
woord zoek zijn, het metrum het rhythme
overheerscht en dooddrukt, het rijmgejen-
gel de eenige, armzalige vertegenwoordi
ging is der koninklijke taalmuziek. De min-
streelen waren zangers, muziekgevoelig
zij waren échter geen onafhankelijke dich
ters, maar onderwierpen het woord aan de
melodio. Met de renaissance veranderen
muziek en lyrische poëzie van vormen en
rhythmen, maar blijven samengaan. We
zien bij de lyriek telkens de melodie aan
gegeven, waarop ze gezongen moet wor
den. Toch begint het dichterlijke woord 'n
zelfstandig leven, in eigen vorm, plastiek,
muziek, aanzienlijk te winnen. Vooral de
vinding en beoefening van het sonnet zijn
voor het weder rijpen tot zelfbewustheid en
zelfstandigheid van de poezie van aanzien
lijke bcteekenis geweest. Het sonnet is de
groote bevrijder geweest der moderne poë
zie, maar het is eerst bij Bilderdijk, dat het
tot zijn volle geweldige kracht komt. Dat
]*6 de onschatbare beteekenis van Bilder
dijk voor de ontwikkeling van het Neder-
landsche poëzie.
Ieder gedicht moet een muziekstuk zijn
op zichzelf. Tradities en overgeleverde vor
men voldoen niet, houden zelfs gevaar in;
zij kunnen alleen aanvaard, wanneer men
zo een nieuwe en frissche jeugd verleent.
Een gedicht zonder eigen muziek leeft niet,
tenzij met behulp van andere kunsten. Dit
vereenigt de verschillende richtingen en
vormen tot het moderne. Van dit beginsel
is Bilderdijk de groote baanbreker ge
weest. Hij gaat met zijn dichtenvezen terug
tot de oerbronnen der poëzie. Voor hem is
het woord weer tegelijkertijd symbolische
klank en geopenbaard idee. Waarheid der
ideëen en schoonheid der verzen gaan voor
hem samen. Bilderdijk ziet dus niet alleen
naar de muzikale werking van het woord,
maar naar dc algeheele souvereiniteit van
den dichter, die pyofeet, ziener, denker, we
reldrichter zij, zich uitende met de ma
jesteit van het muzikale woord, als de
eenige Godsspraak,* waardig aan hem, die
de dienaar is van God en het Eeuwige.
Spr. leidde ten slotte dr. K. H. E. de
Jong, bestuurslid van het Bildcrdijkgenoot-
schap, privaat-docent te Leiden, in, die een
rede hield over Bilderdijk als denker cn
ziener.
Bilderdijk was, aldus dr. de Jong, niet
slechts een dichter, maar ook een denker.
Hij heeft belangrijke verhandelingen over
v ijsgeerige onderwerpen geschreven cn in
zijn gedichten vinden wij alom zeer opmer
kelijke wijsgeerige denkbeelden verspreid
Inzake philosophic geeft hij blijk van
zeer diepgaand scepticisme en schroomt
niet te verklaren: „Filoêophie is alleen
goed om filosophie tc weerleggen". Van
stelselzucht toont hij zich hoogst afkeerig,
getuige o.m. de uitroep: „Breekt wijsgeer-
stelsels af, maar bouwt ze niet met Kant".
Het verstand, dat op de verbeelding be
rust, heeft weliswaar zijn rechten, maar
blijft beperkt tot menscheliike kringen. De
waarheid wordt slechts door goddelijke in
geving in ons „hart" uitgestort.
God is de hoogste eenheid. Eenheid door
straalt alles. „Eén i6 het middel, één het
doel." Eenheid is bij Bilderdijk ook het be
ginsel der Aesthetica: „het is Eenheid ge
voeld 't geen wij Schoonheid noemen".
De mcnschelijke ziel ontstaat uit de zielen
der ouders, hetgeen in overeenstemming i6
met de eenheidsleer en waardoor tevens
de redelijkheid der erfzonde wordt bepleit.
Van de realiteit der parapsychologische
feiten, zooals racn ze thans noemt, was
Bilderdijk ten volle overtuigd cn hij
hechtte er zoo zeer aan, dat hij zelfs ver
klaarde: ,,'t va6t ontkennen van geestver
schijningen dreef tot het ontkennen van
geesten en louter materialismus".
De ethica is bij Bilderdijk ten nauwste
verbonden met de religie. Eigen wil en
eigen gerechtigheid verwerpt hij ten
6terkste
Wat de regeering betreft, wil Bilderdijk
niets afweten van wat men thans democra
tie en parlementarisme noemt.
Gelijkheid is een hersenschim, een „lou
tere abstractie zonder wezen".
Bilderdijk achtte het de eerste plicht van
een regëering er voor te zorgen, dat iedereen
een menschwaardig bestaan kan hebben.
Werkverschaffing moet worden gesteund,
bedelarij mag niet worden geduld.
Bilderdijks denkbeelden omtrent regee
ring en land6cconomie doen derhalve on
willekeurig denken aan het hedendaagsch
fascisme.
Bilderdijk was ook een ziener. Dc nadee-
lige gevolgen van het vermechaniseeren
stonden hem helder voor den gee6t. Hij
voorzag, dat.do werkloosheid land hij land
zou verwoesten. Hij duchtto van Rusland,
maar meer nog van Amerika, gevaar voor
de menechheid.
De redevoeringen werden gevolgd door
voordracht, uit Bilderdijks werk door Wil
lem Niestadt.
SCHEEPVAARTKUNDIG MUSEUM.
Een bezoek van prinses Juliana.
Alvorens naar Het Loo te vertrekken,
heeft H. K. H. Prinses Juliana Dinsdagoch
tend een langdurig bezoek gebracht aan het
Scheepvaartkundig Museum te Amsterdam.
De directeur van het Museum, de heer Voor-
beytel Cannenburg en de voorzitter van het
bestuur, de heer den Tex, hebben dc Prinses
rondgeleid.
en veel gezonder dan vleesch, zijn onze verschillende
vischsoorten.
SMAKELIJK LICHT VERTEERBAAR VOEDZAAM.
Daar WIJ ALLEEN in Amersfoort alle vischsoorten
PERSOONLIJK in dc Rijksvischhallen te IJmuiden inkoo-
pen, is U verzekerd van de FIJNSTE KWALITEITEN en
de BILLIJKSTE PRIJZEN.
Tarbot, tong, kabeljauw, schelvisch, schol, bot. zee-car-
bonade, vischconserven, garnalen, warme garnalen cro-
quetten, vischkoekjes, gebakken visch, Nieuwe Haring, ge
marineerde haring, rolmops, gerookte en versche paling,
stokvisch, zoute\isch enz. enz.
ALLEEN: Utrcchtschestraat 40. Telef. 92.
Gerechtigd tot het voeren van het wapen ran
Z. K. H. den Prins der Nederlanden
Een bijeenkomst te Innsbriick
De vorige week zijn te Innsbruck verga
deringen gehouden van verschillende com
missies, die deel uitmaken van de Interna
tionale Meteorologische Organisatie, groo-
tendeels ter verdere voorbereiding van het
Internationale Pool jaar 1932—1933, namelijk
van de Commissie voor Aardmagnetisme en
Atmosferische Electriciteit, voorzitter prof.
Maura4n, Parijs, van 21—23 September; van
de Commissie voor Klimatologie, voorzitter
Prof. Von Ficker, Berlijn, van 2225 Sep
tember en van de Commissie voor het In
ternationale Pooljaar 1932—1933, voorzitter
Dr. La Cour, Kopenhagen, van 2326 Sep
tember.
Zooals men weet is Prof. van Everdin-
gen voorzitter van de Internationale Meteo
rologische Organisatie en is het secretariaat
ervan gevestigd te De Bilt. Dr. Cannegieter
is chef van het secretariaat.
Van Nederlandsche zijde werd aan de ver
gaderingen deelgenomen door Prof. Van
Everdingen, voorzitter der Ncderlandsche
Commissie, voor het Internationale Pool
jaar, lid der Commissie voor Aardmagne
tisme enz., door Dr. Braak, lid der Com
missie voor Klimatologie en door Dr. van
Dijk, lid der Commissie voor Aardmagne
tisme en voor het Pooljaar 19321933. Door
dat dc Commissies niet op dezelfde dagen
vergaderen cn op enkele dagen sommige
alleen 's voormiddags, andere allen 's na
middags bijeen kwamen, was het mogelijk,
vergaderingen van verschillende Commis
sies als lid of als gast bij te wonen; ook
Dr. Cannegieter woonde eenige vergaderin
gen bij. Twee zijner medewerksters van het
secretariaat waren te Innsbruck aanwezig
cn bewezen gewichtige diensten voor het
vermenigvuldigen van de verslagen der
commissievergaderingen en van rapporten,
dikwijls waren ze bezig tot diep in den
naoht, om voor de vergaderingen van den
volgenden dag alles in gereedheid te heb
ben.
De 6tad Innsbruck en hare Universiteit
cn het land Tirol verleenden op buitenge
woon hartelijke wijze hunne medewerking,
de stad Innsbruck o.a. door het aanbieden
van een Seilbahnfahrt naar de ITafelekar
(2334 M. hoog) en een gemeenschappelijk
avondmaal in het hotel op dc Seegrube
(1095 M.) met als hoofdschotel Tiroler Na
tional Platte; op de Hafelekar was gele
genheid het station voor Ultragamma-stra
ling van prof. ITess (Graz) te bezichtigen.
De Universiteit van Innsbruck stelde het
nieuwe Universiteitsgebouw aan de Inn-
rain ter beschikking voor het houden der
vergaderingen; de Landeshauptmann van
Tirol bood een Seilbahnfahrt naar de Pat-
scherkofel (2000 M.) aan met avondmaal
in het hotel aldaar. Ook de aanwezige da
mes der deelnemers behoorden tot de ge-
noodigden van stad en land. De natuur had
zich in Poolkleed gestoken; op de bergen
om Innsbruck lag de sneeuw 1 M. hoog;
het was een prachtig uitzicht, wanneer de
zoeklichtbundels der bergstations de in de
lucht dwarrelende sneeuw doorstraalden.
Uit vele landen namen leden der Com
missies of hun plaatsvervangers aan de
vergaderingen deel, als uit de Vereenigdc
Staten van Noord-Amerika, Groot-Briltan-
nië, Noorwegen, Zweden, Finland, Rusland,
Denemarken, Duitschland, Frankrijk, Oos
tenrijk, Bulgarije, Griekenland en andere
landen, de opsomming maakt geen aan
spraak op volledigheid. Ook was tegen
woordig dr. Eckener om zich te oriëntee-
ren in verband met het houden van en
kele wetenschappelijke tochten van de Graf
Zeppelin boven de Poolstreken tijdens het
Internationale Pooljaar. Van de deelnemers
aan den laatsten tocht van de Graf Zep
pelin boven het Poolgebied waren aanwe
zig prof. Weickmann uit Leipzig, die een
zeer interessante voordracht hield over de
wetenschappelijke resultaten van dezen
tocht en dc tochten naar Zuid-Amerika en
Dr. Ljungdahl uit Stockholm, leider van de
magnetische waarnemingen bij den tocht
boven de Poolstreken, toekomstig leider
van het magnetische station, dat waar
schijnlijk door Zweden op Spitsbergen zal
gevestigd worden.
In de vergaderingen der Magnetische
Commissie en der Poolsche jaarcommissie
werd o.a. het programma der werkzaamhe
den voor de magnetische, meteorologische,
aerologische, radiotelegraphische waarne
mingen, poollichtwaarnemingen cn andere
nader vastgesteld en konden verblijdende
medcdeelingen over de deelneming van ver
schillende landen worden gedaan, als van
België, dat waarschijnlijk een station op
IJsland zal bezetten, waarvoor de Belgische
regeering een crediet heeft toegestaan, van
Italië, dat een magnetisch station in So-
maliland zal oprichten en van andere lan
den. Het waarnemingsgebied, aanvankelijk
vooral in dc Poolstreken bedoeld, heeft zich
geleidelijk uitgebreid over de geheele aar
de, omdat het noodig is, voor het beter
begrijpen der verschijnselen, waarnemings
materiaal uit alle deelcn der aarde te heb
ben; daarom is het doen van waarnemin
gen ook in equatoriale streken van groot
belang. Ook in het Zuidelijk halfrond hoopt
men verscheidene nieuwe stations te kun
nen vestigen, zooals op enkele eilanden in
het Zuidelijk deel van den Indischen-, den
Atlantischen- en den Grooten Oceaan, cn
op het vasteland om dc Zuidpool. Verschil
lende landen in het Zuidelijk halfrond,
Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Ar
gentinië, Brazilië enz. zijn tot medewerking
uitgenoodigd. Verschillende personen, zoo
als Admiraal Byrd en Sir Douglas Mawson
zullen uitgenoodigd worden het hunne bij
te dragen om het groote plan te doen sla
gen: ook hoopt men dat aan boord van
wal visch vaarders waarnemingen zullen
kunnen worden verricht.
Ofschoon de tijdsomstandigheden niet
gunstig zijn voor het bijeenbrengen der
voor de onderneming noodige gelden, blijft
de leus: „dispereert niet".
Aan het slot der laatste vergadering van
de Intern. Pooljaar Commissie werd door
prof Van Everdingen rechtmatige hulde
gebracht aan den voorzitter, Dr. Lacour,
voor zijn nimmer verflauwende werkkracht
cn zijn onvermoeid 6trevn om het groote
plan op de beste wijze te doen slagen.
Zooals men weet, is voor Nederland de
taak weggelegd, gedurende het Pooljaar
1 Augustus 1932—31 Augustus 1933 een
magnetisch station op Angmagssalik (Oost-
Groenland) en een aerologisch vliegtuigsta
tion bij Reykjavik p IJsland te bezetten,
wanneer de van de zijde van Regeering,
vereenigingen en particulieren reeds onder
vonden steun het benoodigde bedrag is
nog niet bijeen ook verder aan de Ne-
derland6che Commissie voor het Internatio
nale Pooljaar in voldoende mate wordt ver
leend, zal het die taak volbrengen.
Over eenige dagen zal de Internationale
Meteorologische Organisatie te Locarno
vergaderen onder voorzitterschap van pro
fessor van Everdingen; hier zullen o.a. de
door de Commissie te Innsbruck aangeno
men resoluties nader worden getoetst en
verder, naar te verwachten is, voor de stu
die en de practische toepassing van meteo
rologie, aardmagnetisme, radiotelegrfie enz.
belangrijke besluiten worden genomen.
EEN „COMITÉ VAN TWAALF"
Amsterdam, 30 Sept. Gisteren kwa
men te Amsterdam bijeen de besturen der
Centrales van Overheidspersoneel, die ver
tegenwoordigd zijn in de Centrale commis
sie voor georganiseerd overleg in ambtena
renzaken, ter bespreking van te nemen
maatregelen, in verband met de in de mil-
lioencnnota 1932 aangekondigde korting op
de salarissen van het rijkspersoneel en de
onderwijskrachten.
De besturen waren eenstemmig van oor
deel, dat deze korting niet te aanvaarden
is. Men stelde zich op het standpunt, dat
het onjuist is de aanvulling van een tekort
op de Staatsbegrooting in het bijzonder te
laten drukken op één categorie van Staats
burgers, die toch al sober wordt bezoldigd
en die bovendien nog gebukt gaat onder
vroegere salarisverlagingen.
Besloten werd een „Comité van Twaalf"
te stichten, dat de leiding der actie op zich
zal nemen In dit comité namen van elk der
volgende centrales twee leden zitting:
Permanent Comité van Christelijke orga
nisaties van Personeel in Publieken Dienst;
Centrale van Hoogere Rijksambtenaren;
Comité ter behartiging van de Algemeen©
Belangen van Overheidspersoneel (A. C.
O. P.); Roomsch-lvatholieke Centrale van
Burgerlijk Overheidspersoneel: Centrale
van Vereenigingen van Personeel in 's Rijks
dienst; Centrale van Nederlandsch Over
heidspersoneel (V.N.O.P.).
Een kleine commissie zal zich met do
voorbereiding belasten.
SLUITING DER HARTOGH'S FABRIEKEN.
Ongeveer 700 arbeiders werkloos?
Met ingang van 1 Nov. zal de vet- en
margarinefabricage der N.V. Hartogh's fa
brieken te Oss worden stopgezet. De N.V
Hartogh's fabrieken zijn aangesloten bij het
Unilever Concern. Indien voor de overbodig
wordende arbeidskrachten geen emplooi
kan worden gevonden in het bedrijf te Rot
terdam, zullen ongeveer 700 arbeiders werk
loos worden.
Gave, die de kunst veracht, is de echte
gave niet.
Dr. H. BAVINCK,
Uit het Engelsch van MORICE GERARD
door W. v. E.v. R.
27
Margaret Manson vertelde mij, dat
haar man eerst aan Ducros wilde zeggen
wat hij van plan was.
Dan hoop ik, dat hij dat op een veilige
plaats zal doen, want als zij alleen zijn, geef
ik geen cent voor Manson's leven!
U gelooft toch niet werkelijk, dat die
man zoo slecht is? vroeg Mildred ver
schrikt.
Zeker wel! denkt U dat het hem wat
had kunnen schelen, als Wenlovc was ge
dood, zooals het geval zou zijn geweest, als
hij met zijn hoofd op een scherpe, uitsteken
de rotspunt op den bodem van de kloof te
recht was gekomen?
Mildred rilde van afgrijzen.
Ik denk liever niet, dat er zulke slech
te menschen bestaan, zeide zij.
In andere landen, waar geen wetten
bestaan, ontmoet U ze meer dan eens, dat
verzeker ik U! Ik heb dergelijke typen meer
gezien, maar Ducros heeft iets over zich,
dat op mij dezelfde uitwerking heeft, als
padden cn slangen op sommige menschen
En toch zou het mij niet_ verbazen, als hij
er schotvrij afkwam. We kunnen den eene
niets doen, zonder ook den andere te tref
fen, en mejuffrouw Keigwin's uitspraak is,
dat aan George Manson algeheele vergiffe
nis moet worden geschonken.
Mildred keek Squire Jack aan en zag iets
in zijn oogen, dat haar dc hare zoo gauw
mogelijk deed neerslaan.
Ja dat wensch ik, zeide zij, U bent
heel goed!
Vindt U? Het is soms gemakkelijk om
goed te zijn, als goed zijn hij liet zijn
stem dalen degene, die wij liefhebben
genoegen doet.
Doch het valt te betwijfelen of Mildred
die laatste woorden hoorde. Zij was het zie
kenhuis ingevlucht.
HOOFDSTUK XV.
George gaat naar de Squire.
Ik begrijp er niets van, sprak George
Manson tot zijn vrouwdie juist beneden
was gekomen.
Delia, die op de kleine Alice paste, wa6
bezig haar wat kippenbouillon te geven.
Het kleine meisje was weer aan de beteren
de hand, hoewel ïc nog erg zwak was. De
zieke keel werd al Of ter, cn dokter Mor
peth had gezegd, dat alle onmiddellijke ge
vaar nu geweken -vas
Waar begrijp je niets van, George?
Ducros is er gisteravond met de boot
op uit gegaan en is nog niet lerug. Ik heb
er verscheidene mannen naar gevraagd,
maar zij zeiden aTer. dat zij niets neer
van de hoot gezien hadden, 6inds Ducros
er omstreeks zes uur mede was weggezeild.
Ik ging naar hem toe. cm hem te vertellen,
dat ik morgen naar den Squire ga, maar
jdles__in zijn huis woee er op, dat liij al
geruimen tijd afwezig vvas. Toen ik naar de
hoot ging kijken, v as die ook nog niet terug.
Margaret keek haar man verrast aan. Hel
was dc eerste maa', dat een van hen beiden
belangstelling toonde .11 iets, dat niet in on
middellijk verband iri*t Alice stond, sinds
het kind ziek was geworden.
Hij zal ze toch niet hebben gestolen
riep zo uit.
Neen, dat zou do moeite niet waard zijn
geweest. Hij heeft veel meer dan de waarde
van de boot in zijn huis achtergelaten.
Neen! ik vrees, «Jat hem een ongeluk is over
komen. Ik waarschuwde hem voor de Ham-
metts, toen hij er ovei 6prak, er heen te
willen, maar ik h->,b er na dien tijd nooit
meer aan gcdaclr- Er staat een hooge zee,
vooral eenige mijlen van het land af. Ik
ben er zeker vari, !at niemand die de vaar
geul van de Hammetts niet door en door
kent, er nooit aan zou kunnen denken, er
door te komen. Op 6ommige p'aatsen
stroomt het wa-cr zoo snel als een molen
beek, cn de eenige manier, om cr dari door
heen te komen is, zigzaggewijs te varen.
Ik hoop vin harte, dat Ducros niets
overkomen is, Vnewei ik hem niit lijden
mag, merkte Margaret barmhartig op.
Twee dagen verliepen, waarin het kind
voortdurend in beterschap toenam. De
dokter zeide: Kinderen zijn gauw ziek en
gauw weer beter. c
Op den morgen van den derdon dag
deed George zijn beste pak a.an. Margaret
was in de huiskamer. Delia hield zich
met Alice bezig en Mrs. Manson dacht, dat
George ook in de ziekenkamer zat. Vra
gend keek zij hem aan. Haar hand, waar
in ze een strijkijzer hield, bleef opgehe
ven.
Ik wist niet, dat je uitging.
Hoe minder ik er over spreek, hoe
beter.
Do onrustige, bijna neerslachtige trek
op het gelaat van haar man misleidde
Margaret, zooals zij George bij een vorige
gelegenheid gedaan had. Zij liet het ijzer
vallen en draaide zich snel om.
Alice is toch niet erger? Je gaat toch
den dokter niet halen? George, vertel mij
het erg6te!
Zij was spierwit geworden en moest te
gen de tafel leunen om niet te vallen.
De lucht van verbrand goed 6tceg op uit
het jurkje van liet kind, waarop het bijna
roodgloeiende strijkijzer was terecht ge
komen. Hst leek Margaret bittere ironie,
dat zij het kind dat jurkje had willen aan
trekken, als het voor het eerst beneden
mocht komen.
Goddank niet! Daar heeft het niets
mee te maken! Kijk eens, Maggie, je hebt
Allie's mooiste jurkje verbrand. Hij liep
op de tafel toe en pakte het strijkijzer op.
De jurk kan mij niets schelen, als het
kind maar veilig en wel is, antwoordde
Margaret.
Zij was bijna boos op zichzelf, dat zij
zoo aan haar angst had toegegeven; het
was sen bewijs, hoe de zenuwen hadden
geleden onder de gebeurtenissen van de
laatste dagen, die het hoogtepunt vorm
den van dc angst der laatste maanden,
sinds Ducros zijn noodlottigen Invloed op
haar man had verkregen.
Nauwelijks wetend wat4 zij deed, streek
Margaret met bevende handen het jurkje
glad.
Dat gaat niet, merkte George op, het
kind zal een nieuwe jurk moeten hebben.
Ik vergat de heele jurk, zei Margaret^
maar het komt er niets op aan; waar ga
je heen George?
—Daarheen, waar ik al lang naar toe
had moeten gaan; toch ben ik er niet
bang voor. Hst moet nu eenmaal gebeu
ren, en dat ik het niet prettig vind, is een
deel van mijn straf!
Toen begreep Margaret het. Man en
vrouw keken elkaar aan, en de blik ver
tolkte hun innerlijkste gevoelens.
Squire Jack is Donderdags altijd tot
elf uur thuis. Dan komen de pachters hem
over hun boerderijen en huizen spreken.
Het was nu Donderdag en tien uur.
Margaret begreep, hoe pijnlijk het op
handen zijnde onderlftud voor haar toch
altijd eenigszins verlegen man moest zijn;
te meer, sinds hij tot de erkenning was
gekomen, dat hij ook schuldig was, en een
misdadiger in het oog van de wet.
Ik zal mij aankleeden en met je mee
gaan. Delia zal wel goed op Alice passen!
George begreep, welk een offer Margaret
hem bracht, haar lieveling voor drie-uren,
zij het aan haar zuster, over te laten.
Meer dan ooit drong het tot hem door,
welk een ^chat hij in haar bezat, cn hoe
veel zij van hem hield. Aan dit laatste
had hij wel even getwijfeld, door de ver
vreemding, die er tusschen hen was ont
staan. Hij omhelsde zijn vrouw en kuste
haar innig.
Neen, zeide hij, ik kan je niet mee
nemen; dit is iets, dat ik alleen moet uit
vechten! Squire Jack zou mij een lafaard
vinden, als ik mijn vrouw als een schild
meenam. Hij denkt toch al slecht over mij;
hij behoeft mij niet nog lafhartig te vin
den ookL
(Wordt vervolgd)^