•7 :,r
VOOR GRAMAFOONS
F. H. LOMANS, Utr.str. 15
,BJE
juleum van
M§ Iwarfon
ucus
ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU
F. H. LOMANS Utr.str. 15 - Tel. 843
Wij vertegenwoordigen de bekende
DUCRETET en PHILIPS toestellen
Betaling in overleg met den kooper
De nieuwste Edison- en Tri Ergonplaten voorradig
VAN 4 TOT 11 OCTOBER.
li i I v or s u m:
Zondag.
Ik ben in 't geheel niet vechtlustig en ook
geen heimelijke ij veraar. Zoo schrijf ik als
een ijselijk-gewoon mensch .dc-Vries-en-te-
Winkel"; vecht niet mee in de voorste rijen
dor taalzuiveraars en bemin de traditie Zoo
weet ik best, dat je heel dwaas doet door
„school'* te schrijven en „sgool" te zeggen;
dat'het allermalst is om „cent" met een „s"
en „mensch'* met „ch" op het slot te schrij
ven. Toch doe ik het, der traditie getrouw
cn weiger ook om deze reden Tschaikow6ky,
den naam van den meest beroemden Rus-
sischen componist te spellen: „Tsjaikofski",
eenvoudig onder de leus, dat je den naam
zoo uitspreekt. Ik zou er niet over begonnen
zijn, als deze spellingskwestie niet een klei
ne moeilijkheid voor snuffelende muziek
liefhebbers opleverd. Wie bijvoorbeeld in
zijn encyclopedie de naam in kwestie op
zoekt heeft natuurlijk onder de „Tsj" geen
succes. En dat is nu met Tschaikowsky niet
zoo erg, omdat we 6poedig genoeg op het
goede spoor zijn. Maar er zijn andere en
minder bekend klinkende namen. Waarom
zouden wij nu juist in do spelling der com
ponisten-namen zulke puristen willen zijn?
Nu, de A.V.R.O. hoeft dan om 8.15 een
uurtje Tschaikowsky (18-401893) op haar
avondprogramma en zendt onder meer diens
eenige vioolconcert uit. De jonge Andries
Roodenburg een violist van opmerkelijk
goede eigenschappen is de vertolker der
solopartij. Tschaikowsky schreeft het werk
in 1878 cn droeg het op aan den toenmalig
zeer beroemden violist Adolf Brodsky. Deze
Brodsky werd in 1851 geboren en moet nog
ergens in de buurt van Manchester leven.
Hij was de leider van het eertijds fenome-'
nale „Brodsky-kwartet" te Leipzig en vurig
propagandist al voor het vioolconcert van
zijn landgenoot Tschaikowsky moot het
stuk in veertien dagen te Clarens (Zwitser
land) voltooid hebben. Hij wilde het eerst
opdragen aan een zekeren violist Kotek, die
het echter niet wilde spelen. Ook de bekende
Leopold Auer moest niets van Tschaikows-
ky's geestesproduct hebben. Maar als redder
in den nood schreef onzen Adolf Brodsky,
dat hij het vioolconcert wel buitensporig
moeilijk, maar ook buitengewoon mooi vond
en dat hij het in 1879 te Weencn onder lei
ding van Ilans Richter zou spelen. De on
barmhartige en vlijmscherpe criticus Hans
lick beet zich echter in het stuk vast, doch
wist slechtst de_zwakke eigenschappen naar
voren te brengen. Tegenwoordig wordt
Tschaikowsky's vioolconcert in D slechts
^overtroffen door het vioolconcert van zijn
tijdgenoot Brahms; behoudens natuurlijk
de concerten van de grootmeesters Mozart,
Haydn, Beethoven en Bach. Men zegt niet
ie veel cn te weinig, als men beweert, dat
liet \ioolconccrt de voortreffelijke eigen
schappen van Tschaikowsky geeft, maar
ook diens zwakke zijde spiegelt. Ontegen
zeggelijk behoort het tot „de"' grootc wer
ken onzer huidige vioolliteratuur als zoo
danig is het in onzen omroep welkom. Roo
denburg 6pcelt hoogstwaarschijnlijk de ca
densen van den componist, omdat die orga
nisch binnen het werk besloten liggen. De
ouverture 1812, waarmede dit uurtje Tschai
kowsky besloten wordt, is eigenlijk bestemd
om te worden uitgevoerd in de buitenlucht,
op het groote plan voor een der kerken van
Moscou. Het is een stukje programma-mu-
ziek, welke de overwinning der Russen op
het leger van Napoleon schildert. Het Rus
sische volkslied moet de Marseillaise over
stemmen de groote kannonade zal wel
achterwege blijven evenals de beierende
klokkcnpasages.
Huizen.
Een belangrijke daad van de K.R.O.
vraagt aandacht. Van 10.30—12.00 wordt, de
mis van Alphons Diepenbrock (18862—1921)
uitgezonden. Dit werk beteekende in den
tijd van zijn ontstaan, de jaren 18901891,
een noviteit van ongehoorde moed. In
's Hertogenbosch, toen hij nog op de Markt
woonde, is Diepenbrock er aan begonnen,
geinspircerd door de „toenmaals nog half
middcleeuwschc omgeving, waarin de
machtige St.-Jans-kalhedraal domineerde'.
De componist voelde zich, zooals hij in een
brief bekende, „door een vreemde macht be
stuurd te worden, die het hem onmogelijk
maakte zich met iets anders bezig tc hou
den, zooals ik vroeger of later nooit heb
gekend." De mis is geschreven voor solo
tenor, dubbelkoor van mannenstemmen en
orgel. Dit dubbelkoor wordt geheel in oud-
Venetiaanschen stijl gebruikt. Dit wil
zeggen, dat de beide koren anliphonisch
zingen zo worden namelijk afwisselend
gebruikt. Niet onophoudelijk, doch in be
ginsel. Harmonie- en melodie-bouw ztjn
uiteraard geheel anders dan die der oud-
Venetiaansche meesters (Willaort, Merulo,
dc Gabrieli's). Diepenbrock'6 vooruitblik
kende geest was niet bereid verder terug
tc gaan dan het aanvaarden van een struc
tuur-principe, dat hem om mystieke rede
nen vertrouwd voorkwam. Voor onze mu
ziek, dus óók voor Diepenbrock heeft hel
Venetië van Willaert evenveel beteckcnis
ajs Attica voor dc beschavingsgeschiedenis.
Het woord Mis wordt in de stijlbcschrij-
ving der muziek gebruikt voor een vocaal-
lithurgisch werk, al of niet instrumentaal
begeleid, dat geheel gecomponeerd is op
vaststaande teksten. Deze teksten zijn:
Gloria, Credo, Sanctus, Bonedictus en
Agnus Dei. Diepenbrock veroorloofde zich
enkele kleine vrijheden, zooals dc herhaling
der woorden „Sanctus, 6anctus" na het
„hosannah in excelcis". Over bet algemeen
kan men niet genoeg doordrongen zijn van
het feit, dat dc „missa in die festo" een
zuiver lithurgisch werk is, geheel gedacht
in de sfeer der gewijde handelingen tijdens
de heilige mis. Do responsoria en grego-
riaansche zangen mogen tusschen Ge doe
len der Mi6sa niet ontbreken. Er zijn mu
ziekliefhebbers, die Diepenbrock's missa
slechts fragmentarisch mooi vinden. Ik
hoop, dat deze dan zullen luisteren naar
het groolschc en profetische „Sanctus". Dit
is zeker het meest toegankelijk deel van
het werk.
Dc uitzending heeft plaats vanuit een
kerk te Amsterdam cn slaat onder leiding
van Alphone Vranken; Louis van Tulder
zingt de solopartij. Wie is meer vertrouwd
met Diepenbrock's subliem werk als deze
voortreffelijk geschoolde tenor?
D a v c n t r y.
Duilschland heeft vandaag geen Bach-
cantate, doch wel een massa voortreffelijke
uitzendingen, te veel om op te noemen. En
eigenlijk mocht ik het Brucknerfccst te
Baden-Baden niet voorbijgaan. Voorals
nog om den wille der continuïteit kies
ik Davcntry (3.20). De 169ste cantate: „Gott
soli allein mein Herze haben" is in 1731 ge
schreven en behoort tot die kerk-cantatcs,
waarin het koraal eenvoudig den grondslag
vormt zonder in dc compositie verwerkt te
worden. Bach bestemde het werk voor den
ISden Zondag na Trinitalis. De instrumentje
levert een kleine moeilijkheid op. Onze
huis- en podium-orkesten kennen namelijk
niet meer de ouderwetsche „taille". Een
„Taille" is gewoonlijk een soort tenor-alt
viool; m.a.w. een instrument, dat met de
uitvoering der middenstemmen belast is.
Bach evenwel noemt de oboè da caccia
(„jachthobo") vaak „taille", omdat dit blaas
instrument dan vulstemmen heeft tc spe
len voorzoover die hij Bacli voorkomen!
Ontbreekt een oboè da caccia, dan neemt
men gewoonlijk althobo (Engelsche hoorn)
of klarinet. De laatste methode is op z'n
minst bedenkelijk. Dat Bach gedwongen
werd, uithoofde van zijn positie als mu
ziekdirecteur van een kerkkoor veel can
tates te schrijven is bekend. Doorgaans i6
zijn genie ruimschoots toereikend om aan
dc dagelijkschc behoeften aan muziek te
voldoen. Ilij vervalt dus zonder vejl uit
zonderingen weinig in heihalingcn. Met
deze cantate staan de zaken echter een
beetje anders. Het piano (of 6.v.v. „cem
balo") concert in E bracht reeds eerder dc
inleidingssinfonia van deze cantate. Do.
Siciliano uit dit concert is verwerkt in alt
aria: „Slirb in mir", jSlechts dc orgelpartij
is wat minder bewegelijk in deze cantate,
hetgeen met dc tekst verband houdt. Overi
gens moet men nu maar niet denken, dat
Bacli klakkeloos een 6tuk uit een vroeger
werk in nieuwe composities opnam. De alt
aria is een toon lager gez^t cn er is een
zelfstandige vocale partij bij gecomponeerd!
Voor een allzangcres is deze cantate bij
zonder leerzaam. Het slot is een koraal,
„choralitcr" voor tc dragen.
Maandag.
Het blijkt, dat sommige lezers onzer over
zichten een andere verwachting koesteren
van het doel, van deze rubriek dan wij ons
voor don geest gesteld hebben. Wij kunnen
niet alles bespreken; het is ook niet de be
doeling om in dit overzicht alle goeds
en alle merkwaardigs te signalaeren. Wij
kiezen en moeten kiezen; dit kan nu een
maal niet anders. Dat sommige belangstel
lenden gegronde wenschcn hebben wij
zijn dit bij voorbaat met hen eens. Hetgeen
deze week niet aan dc ords komt is moge
lijk voor later...
Zoo gaat er vandaag veel goeds, maar ook
veel, dat rieds uit cn te na bekend is. Het
Algemeen Programma brengt bijvoorbeeld
op een avondconcert de wals uit der Roscn-
kavalicr, de Hongaarsche marsch van Liszt
c.d. Niet kwaad: maar zelfs dc Toccata van
Pachclbel en de Suite gothique van Boell-
niann, noch het vioolconcert van Beetho
ven, w elke muziek door de N.C.R.V. ge
bracht wordt ga ik voorbij.
M n c h e n.
De strijkkwartetten van Dvorak zijn een
tijdlang zéér in dc mode geweest. Dat kwam
voor een deel door den ongehoord-grootcn
invloed, die de Bohemers op het muziekle
ven van geheel de beschaafde wereld heb
ben uitgeoefend. De Bohemers, het thans
niet meer bestaande strijkkwartet, waren
geestdriftige propagandisten voor de Tsche-
chisclic muziek cn Dvorak (1841190-4) was
hiervan waarlijk niet dc minst begaafde
cn onvruchtbaarste vertegenwoordiger. Zijn
reeks kamermuziokwerkon is tamelijk uit
gebreid en hieronder sohuilt menig uitmun
tend stuk. Dvorak is een eenvoudig orkest-
musicus geweest; hij werkte zich op tot di
recteur van een conservatorium in New-
York én Praag cn was een tijdlang toon
aangevend componist van Europa. Tegen
woordig is zijn 5e symphonic niet meer
zóó „en vogue*'; zij is nu volksvoedsel ge
worden Met de strijkkwartetten opus 51, 61
cn 96 is het echter anders gesteld. De mu
ziek voor strijkkwartet is nog niet tot alle
kringen van muziekliefhebbers doorgedron
gen De moeilijkheid ligt - geloof ik in
het npprccicercn van deze fijne, muziek,
waarin het onmogelijk is crescendo's te ver
wekken. die aan aardbevingen doen don
ken. Als bet niet zoo vreemd stond, zou ik
7-r.ggen. dat kamermuziek is i n t e r 1 e u r e
muziek. Inderdaad, zij i s ook meer sub-
actief, meer naar binnen gericht; zij heeft
inderdaad iets meer van het gemoeds
leven van don mensch te verklanken.
Tot de beste werken van Dvorak behoort
het kwartet, dat München om 8.35 uitzendt:
opu6 61 in C. In het voorbijgaan wil ik wij
zen op de gen^geerd^ jeugdkwartetten van
Dvorak (opu6 16), die in een cyclus een
plaatsje zonder bedenken verdienen. Doch
opu3 61 is de vrucht van een veertigjarig,
rijp kunstenaar. In 1881 ont6tond het kwar
tet cn het werd opgedragen aan het kwar
tet van Ilcllmesbarger, waarvan ook een
tijdlang onzen hbrboven besproken vriend
Brodsky deel uitmaakte. Het bestaat uit
vier deelcn: allegro, poco adagio, scherzo
(allegro vivi), vivace. Het adagio is een bij
zonder dramatisch deel, vol krachtige ac
centen en romantische kleuren. Typisch
„Slavisch" is het scherzo met zijn vael-
eischende rhythmiek cn aan het volksdans-
aclitige laatste deel zal ieder waarachtig
muziekliefhebber zijn vraugde stellig bele
ven. Wa hebben hier, in dit strijkkwartet
een superieure Dvorak te beluisteren. En
het avonduur maakt liet u gemakkelijk een
twintigtal minuten voor genot cn ontwikke
ling te re6erveercn.
Dinsdag.
Hilversum.
Hoe de beide jonge en onbekende violis
ten (v. Vcndeloo en Trijtel) zich voor den
microfoon zullen houden weet niemand,
dat zijn dc geheimen van het solistendom.
Maar dat zij de beste goden hebben aange
roepen, lijkt een gelukkige inval. Ilct con
cert voor twee violen wordt weliswaar be
geleid op de piano, die dan de taak heeft
een orkest min of meer bedrieglijk na te
bootsen, doch dit sluit fivcntuecle waardee
ring van hun beider spel niet buiten. Het
concerto grosso van Vivaldi 16801743
opus 3 is een arrangement. Doch hot viool
concert in a van denzelfden componist
vraagt eerder de aandacht. Vivaldi schreef
meer dan honderd vioolconcerten en van
al deze hooren wij er zoo nu en dan één;
en, nota bene, gewoonlijk hetzelfde. Deze
Italiaansche componist is Bach's grootste
voorganger geweest. Bach moest, op last
van zijn broodheer te Weimar een aan
tal concerten van Vivaldi aan het hof uit
voeren. Daartoe arrangeerde hij cenige vi
oolconcerten tot cembalöconcertcn, hetgeen
den Meester er toe bracht, later cembalo-
concerten te componcercn. De geest van
Vivaldi (en Corelli niet te vergeten) werd
door Bach en Ilaendcl naar Noordelijker
landen overgeplant. Beter ware het dus ge
weest, als de concerteercndc musici hun
programma omgedraaid hadden: Vivaldi
eerst, dan Bach.
Hoogst belangrijk is de uitzending van
de A.V.R.O. van 9.30—10.15 (avond). Het
nieuwe conservatorium van „Toonkunst'Me
Amsterdam, dat tegcn\voprdig een geheel
zelfstandige instelling'is, wordt Plechtig met
een concert geopend. Het orkes1. bestaat uit
leerlingen cn oud-leerlingen v;\n het Con
servatorium. Dit is nieuws, maar geen be
langrijk nieuws. De werken, welke dan
worden uitgevoerd mogen meer aandacht
hebben. De ouverture „dc Vogels" (waar
over dc Radiobode een goed artikel publi
ceert) van Diepenbrock opent bet program
ma; daarna komt dc ouverture „de lachen
de Cavalier" van Röntgen, den oud-direc
teur van het conservatorium en tot slot
een werk van den oud-lecraar aan het con
servatorium Willem Pijper. Van dit alles,
staan dc zes symphonische Epigramman
van Pijper ons het meest nabij. De stukken
werden geschreven voor het 40-jarig jubi
leum van het concertgebouworkest te Am
sterdam. Niemand weet b-iter dan de com
ponist cn zijn naaste leerlingen cn vrien
den, dat deze volkomen nieuwe Ncderland-
schc muziek gehecht is aan dc grootsche
cultuur der Nederlanders der vroeg. 15e tot
17e eeuw.
Er staat bij wijze \an spreken evenveel
oud-Nederlandsche liedmoticvcn cn contra-
puntischc détails in als in Sweclincks chro
matische fantasie. Alleenzc zi,'n verbor
gen in plooien van het klank-gewaad en in
dc activiteit van het felle rhythme en van
dc licht-snelle tempi.
K a 1 u n d b o r g. Denemarken heeft twee
van onze jonge Nedciiandschc musici tot
een bezoek uitgenoodigd: Carol van Leeu
wen-Boomkamp cn Joh. Röntgen. Dc ver
diensten van beide musici zijn slechts voor
dc helft algemeen bekend. Carel van Leeu
wen-Boomkamp is een begaafd cellist. Jo
hannes'Röntgen is dc eveneens talentvolle
zoon van Julius (den grijzen mecster-pia-
nist). Hoogst verdienstelijk is het van beide
jonge musici, dat zij Nederlandse he
werken voor clcn Dcenschcn zender bren
gen; dc llellcndael-sonate, eenige boeren
dansen van Röntgen (senior); dc romance
van Voormolen, een „dans" voor cello cn
piano van van dar Horst en dc 2e celloso
nate van Pijper. Wij hopen onze vrienden
te beluisteren.
Woensdag
Huizen.
Het middagconcert der N.C.R.V. van 3.00
4.30 brengt een kwartet, dat mij opviel.
Het is namelijk het eersto kwartet van
Ditters von Dittersdorf. Deze Karl (1739
1799) was een tijdgenoot van Jos. Haydn
en het getal van zijn symphonieën heeft
dit van Haydn nog met eenige eenheden
overtroffen. Maar slechts zes strijkkwar
tetten heeft hij ons nagelaten en \an deze
zes is het eerste 'l meest bij onze kwarlcl-
spelcrs in den smaak. Nu moet ik zeggen,
dat Karl Ditter een verbluffend handig
componist geweest moet zijn; zijn werk
procédé heeft absoluut „stijl" en wel den
stijl der barokke 18c eeuw. Waar echter
nog zooveel tientallen strijkkwartetten
van Haydn ongespeeld blijven is het niet
altijd aan to bevelen zwakkere represen
tanten uit dien eeuw ten gehoore te bren
gen. Er steekt ook iets van een ideaal in
ons muziekleven. Enfin, Ditters hooren we
dan nog eens een keer, zij hot dan in een
wat vreemd milieu; pal na hem komt Raff
en iets van Draper. Zeker om eens wat
,succcs" te behalen na al die klassieken!
B e r 1 ij n.
Een man van zacliten inborst en dichter
lijken geest is niet geschikt voor het uit
oefenen van „accusateur publique", zoo
veel als officier van justitie zou ik zoo
denken. Toch was Jean Nicolas Bouilly
accusateur publique aan de rechtbank te
fours in dc laatste jaren dor I9e eeuw.
Dat was dus in dc verschrikkelijke dagen
van het Robcspierrc-bewind! Bouilly moest
hoogstwaarschijnlijk veel dingen doen, die
lijnrecht tegen zijn gevoelig gemoedsleven
indruischten. Toen (na den 9den Thermh
dor) Robespierre gevallen was legde hij
zijn zwaar ambt dan ook neer en ging naar
Parijs. Hij poogde aanstonds zijn ervarin-
gen uit de praktijk van het rechterlijke
ambt een dichterlijk-dramatischen vorm te
geven. Doch dat moest nog altijd vermomd
gebeuren; de guillotine werkte cog in on
verminderd tempo door. Bouilly wilde na
melijk het voorval schilderen, waarbij een
edele vrouw zich moedig had verzet tegen
een bloeddorstige!) en woesten bewind
hebber, toen deze haar echtgenoot onschul
dig in de gevangenis had geworpen. Bouil
ly liet het drama, dat getiteld was „Léono-
rc ou lamour conjugal" (Leonorc of dc
echtelijke liefde) in Sevilla spelen en hon
derd jaar vroeger. Nu was de kans op ont
dekking der werkelijkheid, die Bouilly het
volk wilde toonen vrijwel uitgesloten. Dit
libretto is hetzelfde, dal Beethoven ge
bruikte voor zijn opera: Fidelco. Het is het
zelfde, dat een zekere Paer te Dresden tot
grondslag nam voor zijn opera „Eleonora
ossia l'amore conjuqall. En Cherubini
(17G01842) heeft van Bouilly een soortge»
lijk libretto „les deux journécs", meer be
kend als „der Wassertragcr" gebruikt. Het
verschil met Fideleo is niet veel meer dan
een porsoons variaties. Lconore redt haar
rnan, de waterdrager redt Graaf Armand,
die (der waarheid getrouw) inderdaad door
Mazarin onschuldig was gevangen gezet In
een waterton werd graaf Armand gered
door Michcli, den waterdrager en bereikte
goed en wel weer Parijs.
Deze opera ((alléén mannenkoor en soliX
wordt om 8.30 uitgezonden.
Hilversum.
De A.V.R.O.-uilzending brengt een mooi
programma onder Pierre Monteux. Voor
de pauze Russen, na de pauze de tweede
symphonie van Brahms. Ik voor mij zou
liever eens de derde van Brahms onder
Monteux hooren. Dc derde toch heeft soms
lichtere en doorschijnender tinten cn die
zijn krachlens den natuur van den
Franschman gemakkelijker te realisceren
dan, de meer getemperde kleuren der an
dere symphonieën.
Midland (regional).
Waar ik reeds meer op gewezen heb zijn
de regelmatige uitzendingen van Britscha
composities. Dezen dag kan men zijn kennis
weer verrijken (6.55) met Purcell. Bantock
en anderen. Het programma is echter te
ontoereikend om er iets naders van te ver-
lellen: een dans van Purcell, jawel! Er zijn
er zèó tientallen!
Welk nut het uitzenden van operafrag-
menton heeft, is mij tot op dit uur nog niet
duidelijk. De B.B.C. is daar sterk in ea
zendt getrouwelijk iedere week een bedrijf
van een of andere opera de wereld in. Lon
don (regional) heeft om 9.40 het tweede
bedrijf van Lohengrin.
PIET T1GGER3.
Moritz Rosenthal speelt het
„eerste" pianoconcert van
Chopin.
Parlophone.
Chopin wilde het concert in c (opus 11)
bekend als het „eerste" opdragen aan Kalk-
brenner. Maar zijn heide concerten (liet
oudere in f opus 21) lagen nog in manus
cript. Daarom liet hij in 1833 opus 11 druk
ken cn wijdde dc opdracht aan Kalk-
'brcnncr. Do wereld dacht niet andere, dan
dit concert is Chopins eersteling. In 1836
volgde het „tweede" opus 21, dat in wer
kelijkheid echter zijn eerste was. Dc tijd-
rekenaars zijn hierdoor zóö in de war ge
komen, dat ze ook hun fantasie er aan te
pas lieten komen. Breilhaupt vertelt onder
andere, dat je hcèl duidelijk kunt hooren,
dat Chopins concert in c (opus 11) een
jeugdwerk is! Het tweede is veel rij
per (volgens Breilhaupt, dan!) en toont
meer den drooincrigcn cn mannelijken
gcc6t van Chopin. De zaak is cn dit toont
Moritz Rosenthal u óók, dat Chopins opus
c een stuk is van grootcn kracht en ge
weldige brcedc schoonheid. Zobals Rosen
thal dit speelt, met volkomen beheerschte
techniek is het werk een openbaring. Ook
liet orkest is uitnemend. In het bijzonder
waardeer cn wij het tweede en het derde
deel, waarin dc samenspraak met liet or
kest zoo superieur is, dat men haast niet
meer denkt aan een gramofoonplaat. Do
serie omvat 5 platen; het zijn de nummers:
P 12451, —52, —53 cn P 9558, —59.
In uw bibliotheek; t is gauw December!
Decca.
Noviteiten van Decca zijn K 586, K 377,
F 2386 en F 2387. Voor ons hebben al deze
platen groote waarde, onder eenig voorbe
houd. De Carmen-inlcidingen (F 586) wor
den gespeeld door uitstekende musici; de
fagotsolo in het voorspel tot het 2e bedrijf
is voortreffelijk, evenals het volgende duet
tusschen klarinet en fagot. Voorspel 3c be
drijf (met de harp- en fluitsoli) is zeker
geen nuance minder. De keerzijde beviel
me minder; Chabricr. Een noviteit, aio bij
Decca buitengewoon slaagde is dc Willem
Tell-ouvcrturc F 2386 en 2387). De beroem
de cello-solo is goed opgenomen; het dia
loogje tusschen althobo cn fluit is even
eens raak. Maar bovenal waardceren we de
vlotle tempi en de miziUalo voordracht.
Over het algemeen blijft het bezwaar der
Decca-opnamen bestaan in de ietwat te
massale tutti van de orkesten. Intus-
schcn.... waar hoort men een virtuozer en
gedurfder staccato in alle orkestgrocpcD
dan bij Hastings Municipal Orchester on
der Jules Harrison, dat voor dc Decca-op-
namen speelde.
P. T.
Amusementsmuziek.
Voor hot-liefhebbors hebben wij dezen
keer eenige uitgezochte platen, door Dec
ca aan de markt gebracht. In do eerste
plaats Spike Hughe6 cn zijn orkest in tweo
nummers, die de moeite waard zijn: „Roll
Jordan" cn „Joshua fit de battle ob Jericho'
het laatste gearrangeerd door Hughes
„himself", men kan nagaan, wat dat bctee-
kont: strak van rythme, eigenaardig van
instrumentatie, maar toch boeiend. Het
plaatnummer is F 2373. Arthur Lally met
zijn Million-airs speelde voor Decca twee
bekende moderne hits: „Steamboat Bill" cn
„My brother makes the noises for the tal
kies'. Vooral het laatste is den laatste»
lijd erg bekend geworden, waarschijnlijk
wel door de alleraardigste begeleiding met
oilerlci bijgeluiden. Beide nummers staan
op F 2401.
Natuurlijk, nu do rumba in het dans-
menu officieel is opgenomen, verschijnen
er ook dansplaten met deze noviteit, die
weer uit dc ncgcrlandon naar ons is over
gewaaid. Het eigenaardige rythme, waar
aan men even moet wennen, geeft waar
schijnlijk do groote bekoring aan dezen
dans. Decca brengt er twee: African La
ment, cn Mama Inez, op F 2 402. Zij worden
gespeeld door Rudy Starita and lus Ma
rimba Players.
Met de Westminster Singers maakten wij
voor 't eerst kennis door middel van F 2376.
Een mannen 5 capella kwartet, dat blijk
baar zijn kracht hierin zoekt, dat het oud-
Engelsche volkswijsjes op Revcller-manier
voordraagt. Do lieoren slagen daarin, dank
zij hun vocale talenten, doch niet hot minst
door de keuze hunner nummers. „The noble
Duke of York b.v. is héél goed. Maar wij
vreczen, dat zij beperkt zullen blijven in
bun repertoire.
De banjospelep Phil Lenard geeft up
F 2379 een tweetal soli, die hem doen ken
nen ais eon vlot bespeler van zijn instru
ment. Helaas is do toon van deze plaat niet
bizonder vast. Ten slotte The Blue I.yres
in twee Engelsche foxtrotte, die al meer
den lyrischen kant opgaan: „I wanna sing
about you" en „What a fool I've been".
Maar dat zult u niet zeggen, als u de plaat
heeft gekocht!