AMERSFQOKTSCH DAGKtAD
EERE-GERECHTSHOF VOOR JOURNALISTEN
Dinsdag 13 October 1931
.DE EEMlANDEft"
30e Jaargang No. 90
OPENINGS PLECHTIGHEID
De invloed en verantwoordelijk
heid der Pers
DERDE BLAD
DE WONINGDIENST EN DE
GEMEENTEWET
De gemeente in last
Rede van den president Mr. Loder
en installatierede van den
minister van buiten
landsche zaken
's-Gravenhage, 12 October. Hedenoch
tend half elf is in de groote rechtszaal van
het Vredespaleis het Internationale Eerc-
Gercchtshof voor Journalisten, ingesteld
door de Internationale Federatie van Jour
nalistcn plechtig gcinstallcerd.
Dit Eere-Gerechtshof is als volgt 6amen
gestold: President dr. B. C. J. Loder, oud
president van het Permanente Hof van In
ternationale Justitie; plaatsvervangend-pre
sident prof. Weltstcin, Ziirich; permanente
rechters, de heeren Georges Bourdon, Pa
rijs, redacteur van de Figaro, eere-voorzittcr
stichter van de Internationale Federatie van
Journalisten; secretaris-generaal van de Na
tionale Journalisten Vcrceniging; dr. Fcder,
Berlijn, hoofdredacteur van het Berliner
Tagcblatt; permanento rcchters-plaatsver
vanger de heeren L. Zanykcl, Olcmouc (Tsje-
cho-Slowakije, hoofdredacteur van de Na
6inoc en C. A. Clemensen, president van de
Deonsche Journalisten Unie, Kopenhagen,
redacteur van de NationaUidende.
De installatiezitting werd bijgewoond door
Z.K.H. den Prins der Nederlanden, verge
zeld van zijn adjudant, luitenant ter zee le
klasse J. W. Termytêlen.
Voorts waren tot bijwoning der zitting
uitgenoodigd, de leden van het corps diplo
malique en van liet Permanente Hof van In
ternationale Justitie, de Ministers, hoogge
plaatste Ncderlandvsche rechterlijke autori
teiten, de leden van het Eere-comité en van
het uitvoerend Comité, dat voor deze gele
genheid gevormd is en vele anderen.
Zooals reeds is gemeld werden de minis
ters van Buitenlandsche Zaken van België
en Polen, de heer Hvinans en Zaleski ver
tcgénwoordigd door de gezanten van beide
landen; de Regeering van Letland deed zich
hij deze gelegenheid vertegenwoordigen
door den lieer Fr. van Monsjou, consul van
Letland te Amsterdam.
Nadat de President van de Internationale
Federatie van Journalisten de heer Richard
son den Minister van Buitenlandsche Zaken
jhr. mr. Beclaerls van Blokland had uitge
noodigd wel te willen overgaan tot de in
stallalie van het Eere-Gerechtshof, hield do
Minister in dc Fransche taal de volgende
rede;
Installatierede van den minister
van Buitenlandsche Zaken.
In dc moeilijke tijden, welke de wereld
in onze dagen doormaakt, is het een even
troostrijke als bemoedigende gedarhte, dat
men dc geboorte bijwoont van een orgaan,
bestemd om het aantal te vermeerderen
van die, welke lot taak hebben, niet slechts
liet recht, maar ook de moraal te handha
ven.
Tc dezer plaatse zou het volkomen over
bodig zijn dc beteckcnis van dc pers aan le
toon en.
Intusschen kan ik niet nalaten van haar
invloed melding te maken, aangezien deze
xoor een deel tot grondslag heeft gestrekt
door de stichting van het Internationaal
ecrc-gercchtshof voor Journalisten. Want
niet alleen zal dit gerechtshof vonnissen in
zaken, waarin het do handhaving van dc
rechten van den journalist ral betreffen,
maar zijn bevoegdheid zal zich eveneens
uitstrekken tot bcrocpshandeïingen, die,
zonder dat zij vervolgbaar zijn krachtens dc
wet, uit moreel oogpunt ontoelaatbaar
schijnen en die, gegeven deze geduchte in
vloed van dc pers onherstelbare nadoelen
kunnen veroorzaken en dc journalistieke
eer bezoedelen.
Moge de internationale atmosfeer van Den
Haag bevorderlijk zijn aan zijn werkzaam
heden en moge de geest van hooge onpar
tijdigheid en van gerechtigheid zijn beslis
singen inspireeren. Overtuigd van dc betec
kcnis van deze nieuwe instelling heet ik
haar hartelijk welkom.
Ik zou niet beter de groote betcekenis
kunnen onderstrepen, welke gehecht wordt
aan de stichting van het ecre-gereciitshof
van de pers. dan door erop te wijzen, dat
dc minister van Buitenlandsche Zaken der
Fransche republiek, de heer Aristide
Briand, zich bereid had verklaard in Den
Haag tc komen om deze zitting bij le wonfcn
ten einde den eersten president tc installcc-
rcn.
De omstandigheden hebben dien grooten
staatsman niet vergund zijn vóornemens
te verwezenlijken en de zitting met den
glans van zijn hoog gezag op tc luisteren.
Onder deze omstandigheden heb ik liet oor
mcencn tc moeten leencn aan het verzoek
van de Internationale Federatie van Jour
nalisten, mij te kwijten van de aangename
taak, die was weggelegd voor den cerbied-
waardigen kampioen voor den vrede.
Mijnheer dc President,
Toen gij in 1930 een nieuwe candidatuur
wcigerdet als rechter in het Permanente
Hof van Internationale Justitie was men
cr algemeen van overtuigd, dat dit aftreden
gelukkig niet beteckende, dat gij het voor
nemen had om het spreekwoordelijke
otium cum dignitate te genieten.
Ik zeg: „gelukkig", omdat men veel
ïnoeite zou hebben gehad het te stellen zon
der uwe activiteit, uw scherpzinnigheid en
uwe groote rechtskundige ervaring.
Thans zijn wij getuigen van een nieuwe
rechtvaardiging van deze algemeen over
tuiging.
Opnieuw hebt gij uw talenten ter be
schikking van het algemeen welzijn willen
stellen cn door uw naam aan dit gdrechts-
hof te verbinden het reeds bij zijn inwijding
willen introducccrcn als een college, dat
het grootste vertrouwen waardig is.
Ik stel cr prijs op u daarvoor dank tc
zeggen en u tevens mijn oprechte gelukwen
schcn aan te bieden. Wil uwe benoeming
beschouwen als een nieuw bewijs van de al-
gemccne waardeering voor uw onafhanke
lijk karakter en uw eigenschappen als
jurist.
Ik eindig met het uitspreken van den
wcnsch, dat het Internationaal Ecrege-
rcchlshof voor Journalisten, dat zijn werk
zaamheden onder uw eminente leiding aan
vangt, moge bijdragen tot verhooging \an
de waardigheid en het prestige van de
pers.
Vervolgens aanvaardde dr. Loder het pre
sidium met het uitspreken van dc volgende
rede, eveneens in de Fransche taal.
Rede van dr. Loder.
Reeds in mijn jeugd zoo vervolgde spr.
na in een korte inleiding te hebben gewe
zen op de veranderingen, die in het leven
der volkeren plaats vonden noemde men
do Pers „de Koningin der Aarde", omdat
zij het is die dc overtu:ging der volkeren
regeert.
Maar regeeren brengt groote verplichtin
gen met zich mede: men moet wetenschap,
ervaring cn tact bezitten. Men moet te goe
der trouw zijn onpartijdigheid, eerlijkheid,
eer bezitten. Maar in de eerste plaats we
tenschap.
In langvcrvlogcn tijden gaf men zich
geen rekenschap van deze elementaire waar
heid Thans denkt men cr aan. althans in
mijn land, orn faculteiten, academische
cursussen te stichten voor de opvoeding,
het onderwijs in dc journalistieke kunst,
voor hen, die zich voorbereiden tot het
waardig vervullen van de vooraanstaande
rol die den journalist in de moderne maat
schappij toekomt.
Dit is gelukkig, want het is een zware
verantwoordelijkheid do gansche wereld
dag op dag in volkomen onpartijdigheid en
zonder eenigc kwaadwillige bedoeling te
moeten inlichten omtrent hetgeen voorvalt
in tijden van crisis of politieke beroerin
gen ofwel propaganda tc maken ten bate
van e enige pari ij.
Want de groote meerderheid der lezers
wordt gevormd doorregenen dio slechts
een enkel dagblad lezen, het blad van hun
keuze, waarin zij een biind vertrouwen
stellen. Hun mccningcn ziin die van dc
schrijvers der artikelen. liet ontbreken van
iedere internationale band. de engheid van
blik in de nationalistische kampen, de
vooroordcelcn. dc haat do misverstanden,
van hoeveel kwaad, van hoeveel wereld
rampen. oorlogen zclK zijn deze niet de
■grondoorzaak geweest!
liet gfoolc gevaar voor dc volken, zelfs in
onzen modernen tijd, de bron van verschei
dene van hun conflicten is. dal zij elkaar
niet kennen, elkaar niet begrijpen. Men
zegt terecht: alles welen is alles vergeven;
men zou met evenveel recht kunnen zeg
gen: elkander kennen is elkander begrij
pen. elkander verstaan. En in onzen tijd
doordrongen van verachting voor den oor
log cn het ruw geweld zoo ver verwijderd
van de Gerechtigheid, onzen tijd dio reeds
herhaaldelijk heeft verklaard dat de oorlog
oeri wvreldmisdaad is. die hem buiten de
Wet heeft, gesteld door plechtige verdra
gen gctcckcnd cn bekrachtigd door de Mo
gendheden in onzen tijd is hot wel drin
gend noodig dc oorzaken cr van tc ver
mijden.
Dat alios hebt gii begrepen bij het slich
ten van uw federatie. Gij volgt het illustere
voorbeeld van den Volkenbond.
Maar deze Volkenbond voor welken
uw federatie een machtigen steun zal zijn
ten bate van dc geheclc wereld hoe is
deze ontstaan
Hij is niet te danken aan do wcnschcn
van de makers der vredesverdragen maar
aan het feit, dat zij hun arbeid' niet heb
ben durven volbrengen, zonder hem te doen
voorafgaan door de 2'ï artikelen van liet
Pact, dat het Statuut vormt van den Vol
kenhond: zonder tevens dc stichting te
voorzien van een Permanent Hof van In
ternationale Justitie.
Hof van Justitie in do eerste plaats
van Justitie tusechcn de Stalen, omdat
dc Justitie zweeft boven dc Staten cn
hun politiek; van Justitie omdat deze
behoort tot de ethische en eeuwige 6feer,
terwijl de souvereiniteit der Staten behoort
tot dc sfeer van het tijdelijke cn het voor
bijgaande. De Volkenbond is van beneden
en niet van boven tot ons gekomen.
En hetzelfde geldt voor elke wereldorga
nisatie. In onzen democratischen tijd is
als gevolg van de ontwikkeling van dc mo
derne beschaving het begrip der souverei
niteit en van zijn discretionnaire macht
bezig tc evoiuceren. De technische weten
schap do n hebben den aanblik van de we
reld en haar levensvoorwaarden volkomen
gewijzigd.
Hebben de machthebbers zich rekenschap
gegeven van dat alles, van dc eisclien van
onzen modernen tijd?
Er is reden tot twijfel. Zien wij niet in
tegendeel vaak een nationalisme groeien
en zich ontwikkelen, dat de volkeren
scheidt in plaats van ze te doen toenndc-
ren, dat de miskenning heeft bevorderd
van de economische grondwaarheden en
dat de Staten er toe heeft geleid zich tc
omringen met onoverkomelijke tolmuren?
De wcreldatmospheer wordt daardoor ver
giftigd cn de economische crisis bestaat
reeds jaren.
Dr. B. C. J. LODER.
Zeker, dat alles zal genezen cn zich her
stellen. Intu6schen ook hier zal niet van
boven, maar van beneden de redding ko
men.
Ilij zal slechts komen door de onweer
staanbare macht van het algemeen gewe
ten, door de helderziendheid en den krach-
tigen wil der volken zelve. Maar deze wil,
in don aanvang zoo vaag cn zoo onvol
maakt Wegcn6 de veelvuldige moeilijkhe
den, welke alle sociale vraagstukken doen
verrijzen, heeft behoefte aan voorlichting
en leiding.
Deze zoo belangrijke en zoo verantwoor
delijke taak. zij rust op u. heeren van de
Pers; op u die zooals ik zooeven zeide, het
volkomen vertrouwen geniet van een reus
achtige menigte lezers, een vertrouwen
dat u, een vaak beslissenden invloed geeft
op de richting van den volksgeest en op
den loop der geschiedenis zelf. Dat gij u re
kenschap hebt gegeven van deze verant
woordelijkheid wordt door de stichting zelf
van uw federatie bewezen. Gij eerbiedigt
het vrije woord, gij erkent het recht van
verdediging der nationale belangen. Elke
eerlijke mecnir.g heeft recht op bestaan,
maar boven aïies ^ischt gij. dat de vervul
ling van eiken plicht plaats heeft in vol
maakte eerlijkheid. En daar gij begrepen
hebt, dat gezien de menschelijkc natuur
rnen altoos afwijkingen moet voorzien cn
duchten hebt gij dit EercrGcrechtshof ge
sticht. een Gerechtshof zonder andere uit
voerende macht, dm hen die de eer bezoe
delen nis zoodanig bekend le maken cn
hen uit uw gelederen tc doen verdwijnen,
opdat uwe federatie rein en vlekkeloos
blijvc.
Vergunt mij het u nogmaals te zeggen,
ik beschouw het als een buitengewone eer
geroepen te zijn dit Gerechtshof te presi-
dcercii.
Hot belcckent heel wat voor een man
van bevorderden leeftijd.,'als men tot'hem
wil zeggen, wees ónze. rechter, wij reke
nen op uwe onpartijdigheid. Ik v< Pk Ia ar
liet u'"plechtig: Ik zal mijn plicht doen tot
het einde mijner dagen.;
Ik aanvaard het presidium.
Nadat de heer Loder zijn rede beëindigd
had. werd lierri een hartelijke en langdurigo
ovatie door dc aanwezigen gebracht.
Vervolgens gaf dc lieer Richardson het
woord aan den vice-president van den Duit-
schcn Rijksdag, von Kardörff.
De heer von Kardörff zeide, dat hem door
dc Duitschc Rijksrcgeering was ongedragen
liet Eere-Gerechtshof aoor journalisten har
telijk te verwelkomen. Met groote vreugde
heeft men in Duitschland dc totstandko
ming van dit tribunaal gezien en spr. weet.
dat hier de wen'sch van zeer vélen in ver
vulling is gegaan. Dit hooge Gerechtshof
zal liet verantwoordelijkheidsbesef cn het
gevoel voor recht hij de journalisten verhoo-
gen. Zonder recht kan cr in de wereld niets
bestaan; welke vrijheid welke niet aan
rechtsregelen gebonden is, ontaardt in tcu-
gcloosheid. Ook voor dc journalistiek zijn
beperkingen door het recht opgelegd, nood
zakelijk.
Dit hof, dat op den grondslag van het
Recht staat, zal uit te maken hebben of be
paalde handelwijzen in overeenstemming
•zijn met de eer cn de waardigheid der pers.
Het gaat hier echter niet alleen om een zui
vere persaangelcgcnheid, maar om iets van
internationale betcekenis. In de instelling
van dit Gerechtshof ziel spr. weer een
schrede, afgelegd op den weg der internatio
nale rechtsorganisatie. Ik geloof, aldus ein
digde de heer von Kardörff, aan dc harmo
nie tusschcn dc belangen der verschillende
volken: ik geloof, vriendschap tusschcn de
volken. Deze to bevorderen is de opgave
van dit Hof. Wanneer de leden zich dit ten
doel cn leidster stellen, dan zal hun werk
een zegen zijn voor Europa niet alleen,
maar voor de gchcele wereld.
Na deze redevoeringen is nog liet woord
gevoerd door den President der Federatie,
den heer Richardson, die in het Engelsch
sprak en door de leden van het Gerechtshof
dc heeren Bourdan cn dr. Feder.
Dc plechtige zitting werd hierop gesloten
's-G r a v enhagc, 12 October. Ter aan
vulling van ons verslag over de plechtige
opening van het cere-gerechtshof voor jour
nalisten, kan nog het volgende worden ge
meld:
Na de rede van den heer Von Kardörff
sprak het lid van het gerechtshof de heer
Bourdon van ,,De Figaro", die, na zijn
vreugde tc hebben uitgesproken over zijn
benoeming als ecre-voorzitter van de Fede
ratie erop wees, dat vrijheid cn recht hand
aan hand behooren te gaan. Verder stelde
hij in het licht dat de wereld ln den laat-
stcn tijd ontzettend is veranderd. In zijn
jeugd was het een planeet vol geheimenis
sen met groote streken terra incognita, ter
wijl dc natiën bijna geisoleerd als 't ware
in bastions verschansd leefden. De afstan
den waren onmetelijk. Thans is de aarde
een klein bolletje geworden; de afstanden
zijn verdwenen, de natiën leven niet meer
in bastions, maar geluk en ongeluk, rijk
dom cn armoede van de volkeren hangen
nauw met elkander samen. In deze omstan
digheden hebben de talrijke dagbladen een
taak, die tegelijkertijd grootsch en geducht
is. Het zou noch rechtvaardig noch rede
lijk zijn, indien een dergelijke bijna onbe
perkte macht zonder eenige controle bleef.
Maar wij journalisten aanvaarden geen an
dere controle dan die van onze gelijken. Wij
stellen boven alles de eer van ons beroep
en den dienst van de vrijheid. Zij echter,
die de machtige wapenen welke hun beroep
hun verschaft, voor noodlottige doeleinden
willen gebruiken, moeten tot hun plicht ge
bracht worden door een krachtig gezag. Dit
gerechtshof scherpt hun in, dat de vrijheid,
op straffe van in bandeloosheid tc ontaar
den, een tweede begrip in zich sluit, dat
der verantwoordelijkheid.
Dr. Feder, eveneens lid van het ge
rechtshof, sprak allereerst eenige vriende
lijke woorden ten opzichte van Nederland le
's-Gravenhage, waar het gerechtshof zal ze
telen en betoogde vervolgens, dat dit ge
rechtshof een proefneming is, een moeilijke
proefneming, waarvan het resultaat niet
vooruit is te zien. Is gemeenschappelijke
arbeid op nationaal gebied reeds moeilijk,
bij dc groote geschilpunten in de interna
tionale pers is het nog moeilijker, deze tc
onderwerpen aan een eereprocedure en een
eerecode. Dit recht moet voor een gedeelte
nog geschapen worden. Spr. lichtte dit toe
met een voorbeeld, ontleend aan een der
eerste plichten van den journalist, zijn
discretie en zwijgzaamheid, waarop zijn
crcdiet als journalist berust. Dit kan tot
ernstige conflicten aanleiding geven.
Er is reeds voor een gedeelte een com
munis opinio omtrent hetgeen als eere-
recht moet gelden, maar dit gerechtshof
heeft opnieuw recht te scheppen. Wij weten
dat de persvrijheid, het grootste cultuur
goed van den modernen tijd, dat in enkele
landen helaas is doodgeslagen cn elders
wordt bedreigd, alleen kan worden gehand
haafd als haar correlaat, het bewustzijn van
verantwoordelijkheid, daarmede nauw ver
bonden blijft.
Dit gerechtshof heeft echter niet alleen
het zuivere berocpsbelang der journalisten
te dienen; het algemeen belang is bij zijn
uitspraken nauw betrokken. Want het
groote conflict tusschen macht cn recht is
nog steeds niet uitgevochten. Wel is er een
groote macht in dc wereld, die vrede en
vriendschap tusschen dc volken wil, maar
daartegenover slaan groote krachtige-tegen-
stroomingen, die dit ideaal als fantasie bc-
schoüwctf. Wij 'journalisten wjllcn mei
geestelijke wapenen daartegen den strijd
aanbinden. Mij vertrouwen dat dc genius
loei, de geest, die deze plaats bezielt, ons
daartoe de kracht ial vcrleoncn en dat dit
gerechtshof ons zal brengen vrede door
recht. -
Tcuj&lotte is hel' wfiord gevoerd door
den president der federatie, «den heer
Richardson, die in het Engcl9ch sprak
en erop wees, dat de stichting van dit ge
rechtshof het resultaat is van een ernstige
poging der federatie, om oorlogen legen le
gaan. Het deel ervan is, den journalist een
dieper gevoel bij te brengen \an zijn ver
antwoordelijkheid, niet slechts tegenover
zijn gezin cn zijn volk, maar tegenover dc
gansche wereld.
Dc taal moc-t een middel zijn om elkander
tc verstaan, maar niet een middel om mis
verstanden te scheppen.
Onze ecrccodex moet ons beschermen
tegen het gevaar van internationale wrij
vingen. Meer en meer beseft men, dat de
natiën der wereld één zijn. Dat denkbeeld
tracht de federatie te versterken.
Met een woord van vertrouwen in het
nieuwe instituut eindigde spreker zijn rede,
die evenals de andere zeer werd toege
juicht.
Nadat dc heer V a 1 o t. secretaris-generaal
van de federatie, voorlezing had gedaan van
een telegram van gelukwensen van sir Eric
Drummond, secretaris-generaal van den
Volkenbond, die het betreurde dat de tijds
omstandigheden niet vergunden den Vol
kenbond op deze zitting te vertegenwoor
digen, werd de zitting gesloten.
De plechtige installatie van het Eere-
Gercchtshof vor Journalisten in het Vredes
paleis werd bijgewoond door een groot
aantal belangstellenden.
Van de Nederlandsche ministers was te
genwoordig jhr. mr. Beclaerls van Blok
land, minister van Buitenlandsche Zaken.
Voorts werden opgemerkt de vice-president
van den Raad van State, graaf van Lijn
den van Sandcnburg, mr. Tak, procureur-
generaal bij den Iloogen Raad, de deken
van het corps diplomatique, vele gezanten,
zaakgelastigden cn legatie-secretarissen, dc
burgemeester van Rotterdam, mr. Drooglec-
vcr Fortuyn, wethouder Quant, namens het
Ilaagschc gemeentebestuur, prof. mr. Fran
cois, chef van de afdeeling Volkenbonds
zaken aan het departement van Buitenland
sche Zaken, de Tweede Kamerleden mr.
Schokking en Schaepman, mr. J. Limburg,
dc heer v. d. Manderc, secretaris-generaal
van de Vcrceniging voor Volkenbond en
Vrede, mr. Plemp van Duivcland, ecre-voor
zitter van den Nederlandschen Journalis
tenkring, bestuursleden van den Nederland
schen Journalistenkring, van de Ilaagschc
Journalistcnvereeniging, van de Buiten
landsche persvereeniging en van de
Roomsch-Katholieke Journalistenvereeni-
ging.
Voorts waren nog aanwezig dc president
en de griffier van 't Permanente Hof van
Internationale Justitie, dc heeren Adatci en
Ilammarskjöld, de voorzitter van. de Twee-
do Kamer, mr. van Schaik, do Commissa
ris der Koningin, jhr. v. Karnebeek, de
minister van Staat, mr. Heemskerk, prof.
mr. van Hamel, de heer P. Visser, chef van
de afdeeling Kunsten en Wetenschappen
aan het departement van Onderwijs, Kun
sten en Wetenschappen en bestuursleden
van de Algemeene Vcrceniging voor Vreem
delingenverkeer.
Ingrijpende beslissing van
een Amsterdamsch
kantonrechter
Amsterdam, 12 Oct Sinds ln de oor*
logs cn na-oorlogsjaren verschillende van
dc grootere gemeenten meer en meer als
huisbazin zijh gaan optreden voor hun min
der gegoede ingezetehen, hebben zich een
aantal moeilijkheden van juridischen aard
voorgedaan, die blijkens een recent vonnis
van een der Arnsterdamsche kantonrech
ters nog steeds niet geheel zijn opgelost en
die zonder wijziging van de Gemeentewet
ook moeilijk op te lossen zullen zijn. Im
mers in den tijd, waarin Thorbecke zijn
Gemeentewet maakte, in 1851, waren de
gemeenten nog niet zoo behept met huis
baas-allures als tegenwoordig en in dien
tijd kon zelfs een Thorbecke niet voorzien,
dat tientallen jaren later een behoefte zou
ontstaan aan gemeentelijke woningcom
plex-exploitatie. Vandaar, dat de gemeente
wet op het stuk van procedeeren voor do
gemeente enkele zeer eenvoudige en zin
rijke bepalingen bevat, die volkomen over
eenstemmen met Thorbecke's liberaal-de
mocratische mentaliteit, doch die niet meer
passen bij een gemeente als bijv. Amster
dam, met een uitgebreid huizenbezit, dat
natuurlijk processen met zich brengt van
ondergeschikten aard. Zoo bepaalt art. 71
van de Gemeentewet, dat de gemeente ten
proccsse door haar burgemeester vertegen
woordigd wordt, doch niet, dan nadat hij
daartoe volgens art. 143 door den Raad ge
machtigd is. welke machtiging- weer vol
gens art. 19i wordt onderworpen aan de
goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Nu
is er maar een manier om deze bepalingen
te ontduiken en dat is het maken van apar
te stichtingen voor den woningdienst.
De woningdiénst van Amsterdam heeft
echter gemeend een andere toelaatbare ma
nier van ontduiking te hebben gevonden.
Moet iemand uit een woning gezet wor
den; dan v.'ÖrdT^Tnj>teëiT\'cfutngigie'dagvaard
Moor dêh'dii'cctTnir' vaii dien 'djehst.' die in
zoo'n geval jloè'f alsof de woning van hem
privé gehuufd is. Jammer genoeg voor den
woningdienst zijn de génoemde bepalingen
van openbare orde eh mag daarvan dus
niet worden afgeweken.
Toen dan ook een der huurders van een
gemeentcwoning op de gedachte kwam
rechtskundigen bijstand te vragen voor een
tegen hem aanhangig gemaakte ontrui-
mingsprocedurc. was de gemeente in last.
Immers een principieele beslissing in voor
dc gemeente ongunstigen zin zou beteeke-
ncn, dat dc woningdienst voor bijna onop
losbare moeilijkheden zou komen te 6taan.
Voor den kantonrechter ontkende deze
huurder, bijgestaan door mr. P. van 't lloff
Stolk, dat hij een woning van ir. Keppler
had gehuurd, aan die ontkentenis toevoe
gende, dat hij wèl wilde toegeven een wo
ning van de gemeente gebuurd te hebben,
in wélk geval hij echter door den burge
meester had moeten zijn gedagvaard. IJij
cischte niet-ontvankelijk verklaring van ir.
Keppler, welke dan ook* inderdaad door
den kantonrechter werd toegestaan. Wil de
gemeente voortaan niet bloot staat aan het
verliezen van haar processen tegen huur
ders barer woningen aangevangen," dan zal
zij haar directeur moeten verbieden de
schending van de gemeentewet van Thor
becke, waarvan hij in het belang van zijn
dienst meende te mogen afwijken Aan den
Raad zal voortaan wederom de beslissing
zijn, of al dan niet tegen een der gemeente-
naren zal worden geprocedeerd tot ontrui
ming van een door hem gehuurde gemeen-
towoning.
De w'oningdicnst is door deze beslissing
gedwongen terug te keefen lot de democra
tische methode op het stuk van gemeen
telijke procedure's door Thorbecke in 1351
in dc Gemeentewet neergelegd.
EEN BORSTBEELD VAN
DR. WILLEM ROYAARDS.
Onder voorzitterschap van Dr. P. C. Bou-
tens lieeft zich een Comité gevormd, waar
in verschillende vooraanstaande personen
zitting hebben, met het doel door een be
kend beeldhouwer een borstbeeld van Dr.
Willem Royaards te doen vervaardigen en
dit monument als blijvende herinnering
aan het groote werk door Royaards ver
richt de stad Amsterdam ter plaatsing
in den Stadsschouwburg aan te bieden.
CONFERENTIE VOOR VERKEER EN
DOORVOER TE GENèVE.
Prof. Nijland verhinderd.
Naar wij vernemen is benoemd als af
gevaardigde der Nederlandsche Regeering
Ier vierde algemeene conferentie voor ver
keer en doorvoor die op 12 October '31 te
Gcnève zal bijeenkomen: de heer F. J. H.
Geraets. referendaris bij het Departement
van Arbeid, Handel en Nijverheid, lid en
secretaris der Nationale Commissie inzake
kalenderhervorming zulks ter vervanging
van prof. dr. A. A. Nijland, die wegéns
ongesteldheid verliindord is aan bovenge
noemde conferentie deel le nemcru