DE SCHRIJVER VAN
AAN 'T
„YOUNG WOODLEY"
WOORD
DE TUBERKELBACILLEN
BLOEDKORAAL EN
GRANAAT
GESCHENKEN GEVEN EN
ONTVANGEN
OLIFANTSTANDEN ENGOUD
De loopbaan van John van Druten.
Zijn bekendste tooneelstnk door den
Engolschen censor verboden.
door
DR. J. F. VAN DEN BERG.
Hieronder geven wij een ar
tikel van een medewerker
dio een onderhoud heeft ge
had met den bekenden Èn-
gelschen auteur John van
Druten. die binnenkort naar
New Vork zal vertrekken.
John van Druten. de schrijver van het
bekende tooneelstuk „Young Woodley" is
eigenlijk van Hollandschc afkomst. Zijn
vader was nog een echte Hollander, die
een goede positie bekleedde in do Londen-
schc bankwereld en daar ook met een En-
gelseh meisje getrouwd is. Het ouderlijk
huis te Londen, waarin John van Druten
is opgegroeid, heeft hij met veel humor
beschreven in „After AU", zijn nieuwste
tooneelstuk, dat nog niet voor het voetlicht
verschenen is. Over het algemeen is zijn
werk trouwens biografisch van opzet; dit
geldt wel in hoogc mate van zijn meest
bekende werk „Young Woodley", waarin
hij het leven op de Engelschc „public-
school" beschrijft. Op dezo typisch Engel
schc jongenskostscholen behoort een per
soonlijkheid als Van Druten eigenlijk niet
thuis. Hij voelde er zich dan ook zeer on
gelukkig. In de sport presteerde hij niet
veel, doch bij de studie des to meer, zoodat
hij niet populair was en alleen stond. Zoo
als zooveel kinderen in soortgelijke om
standigheden zocht cn vond hij andere we
gen om zich tc uiten: schrijven, lectuur cn
een marionettentheater. ..Zoolang als ik
mij kan herinneren heb ik looneelstukjes
en verhalen cn gedichten geschreven", ver
telde hij rnij eens een likje verongelijkt,
alsof hij de eenzaamheid van zijn jeugd
nog niet heelemaal te boven was.
Toen hij 17 jaar was, ging hij van school
af cn moest een beroep kiezen. Dat was
niet moeilijk voor hem: hij wilde schrijver
worden. Doch daartegen had zijn praktisch
gezinde vader toch bezwaar; hij vond het
wel goed, dat zijn zoon schreef, doch zoo
lang hij zijn bekwaamheid daarvoor niet
had bewezen en geen positief succes had
bereikt, moest hij toch wat anders doen.
John besloot toen. rechten te gaan studec-
ren, zonder zich over deze keuze het hoofd
gebroken te hebben. Hij beschouwde het
toch maar als een tusschenperiode, totdat
hij zich uitslui-end aan de literatuur zou
mogen wijden, cn bovendien was de oorlog
nog niet beëindigd dn" kon hij elk oogen-
blik onder de wapens geroepen worden. Zoo
studeerde hij vijf jaar lang in de rechten,
terwijl hij overdag op een advocatenkan
toor werkte om practisclic ervaring tc ver
krijgen. Behalve dat woonde hij tal van
lezingen bij en schreef hij 's avonds dikwijls
nog wat. vooral gedichten. In dien tijd ont
moeite hij ook L C. Squire van het juist
opgerichte periodiek „The Londen Mercury"
IJij zond hern eenige van zijn gedichten
om er eens zijn oordeel over te hooren;
Squire vond ze niet slecht en plaatste er
één van. Na dit debuut verkreeg hij een
opdracht om criticken over boeken en too-
neelstukkcn te schrijven voor een klein En-
gelsch blaadje, dat in Zwitserland ver
scheen. Nu kwam van Druten ook meer cn
meer in aanraking met personen uil de
literaire- en tooneclwereld. waar hij lot
zijn eigen grootc verbazing goed mee kon
opschieten. Langzamerhand geraakte hij nu
in de sfeer waar hij door zijn karakter
thuishoorde.
Na afloop der vijf jaren behaalde hij zijn
graad aan de Londensche universiteit en
werd advocaat. Als zoodanig maakte hij
zoo'n goeden indruk, dat het advocatenkan
toor, waar hij in opleiding was geweest,
hom een compagnonschap aanbood. In-
plaats van dit met beide handen aan tc
grijpen, weigerde hij. Hij had reeds lang
het land aan het kantoor cn verlangde
in het geheel niet naar een advocatcnprac-
tijk. Dit gedeelte van zijn leven vinden wij
terug in „London Wall", een tooneelstuk,
dat den afgéloopcn zomer onafgebroken te
Londen op het repertoire heeft gestaan.
Van Druien kreeg nog een andere kans,
n.l. om in de rechten te docecrcn aan een
„collego" tc Aberystwyth in Wales. Dit nam
hij aan; hij bleef drie jaar op de streng
godsdienstige school met 700 leerlingen, die
voor het mcorcndeel Kngclsch spraken als
of het een vreemde taal voor hen was. Na
zijn Londensche jaren leek de verandering
eiken buitenstaander ondragelijk, doch van
Druten zelf was er dankbaar voor. Hij had
nu overvloed van vrije tijd om te lezen, te
denken cn te schrijven en deze jaren zijn
dan ook van grooten invloed geweest op
zijn literaire ontwikkeling. Hier'schrcef hij:
„Young W'oodlev", dat hij ook opzond naar
een Londensch theater. Dc directeur las het
en was genegen het op te voeren, doch do
censor verbood dit, omdat dc toestanden op
<ie „public school" erin worden gehekeld.
Dit was wel een teleurstelling voor Van
Druten, doch tenslotte was die weigering
juist in zijn belang, want terwijl hij rustig
voortging met het onderwijzen van dc jon
gens, die meercndecls ouder waren dan hij
zelf, hoorde een Amerikaansch toonecldi-
recteur van het geval, kocht het door den
censor afgekeurde stuk en voerde het op
in zijn theater aan Broadway, waar het een
buitengewoon succes had. En toen dat een
maal in Engeland bekend werd. preste men
daar den censor om dc opvoering alsnog toe
te staan, zoodat de aanvankelijke teleur
stelling achteraf het beste middel bleek om
van Druten te helpen, de voet in den stijg
beugel tc krijgen.
Voor het stuk echter nog in Engeland
werd opgevoerd, ongeveer een jaar na dc
première in New York, stak van Druten
den Oceaan over om in liet land. dat hij
nog nooit had bezocht, het stuk te zien. dat
hem een fortuin had opgeleverd, voordat
hij het nog ooit had zien spelen. Hij was in
Amerika dadelijk een beroemdheid. Than9
is hij met zijn vier tooneclslukkcn cn twee
romans ook in Engeland de best bekende
jonge tooncelschrijver, zijn vriend Noel Co
ward misschien uitgezonderd. Ook als ro
manschrijver geniet hij een gocdo reputatie
en als hij binnenkort voor dc tweede maal
naar Amerika gaat, zal hij slechts enkele
weken te New York blijven en daarna naar
Hollywood gaan, wat althans financieel
verreweg het voordeeligstc is.
John van Druten als mensch is een ta
melijk gecompliceerde persoonlijkheid. In
het diepst van zijn hart is hij nog steeds de
verlegen, overgevoelige cn idealistische jon
gen, die als de hoofdpersoon van „Young
Woodley" wereldbekend is geworden. Doch
hij heeft zich nu aan zijn omgeving aange
past en kan uitstekend meedoen in het
vroolijke leven van elke cosmopolitische we
reldstad, waar zijn weg hem heenleidt. Zijn
gesprekken zijn zeer onderhoudend, soms
grappig, soms bijtend sarcastisch. Doch de
echte van Druten komt altijd weer boven,
ook in zijn conversatie. Dan blijkt hij een
dichter te zijn met zijn gevoelige, idealisti
sche gemoed, dat door het succes niet be
dorven is en door een goede dosis gezond
verstand \an zijn vroegste jeugd af in toom
is gehouden. In zijn hart is hij nog altijd
eenigszins verbaasd over zijn eigen succes
cn over het feit dat de wereld hem beloont
enkel en alleen om het feit, dat hij is zooals
hij is.
Van Druten kan ook in zijn werk don
grondslag van zijn wezen niet verloochenen.
Als hij zoover is, dat hij weer een tooneel
stuk of roman in de pen heeft, gaat hij liet
liefst ergens huiten wonen, waar het rustig
is. Daar werkt hij dan onvermoeid, met een
energie, die men hij een zoo fijnbesnaarden
geest niet zou verwachten. Ook zijn aanpas
singsvermogen aan dc gewoonten en ge
bruiken van verschillende landen zou men
niet zoo licht verwachten na zijn moeilijke
jeugd. Doch als hij maar onder gelijkgezin
de menschen is, die geen dingen Aan hem
eischen, waar hij nu eenmaal niets voor
voelt, komt hun landaard er voor hem wei
nig op aan. Sommigen zien hem voor een
Amerikaan aan. Ilij is iets meer dan mid
delmatig groot, heeft golvend donkerbruin
haar, eigenaardige grootc oogen cn een zeer
inncmcnden jongcnsachtigcn glimlach.
Docli zijn lage stem en zijn stembuigingen
^Un typisch Engclsch.
Men zou misschien ook niet van bom vei-
wachten, dat hij een echte lekkerbek is. Iïij
spreekt bepaald met enthousiasme over me
nu's, wijnoogsten en dikwijls geheel onbe
kende restaurants Na oen tooneelvoorstel-
ling nam hij nuj eens moe, waarheen wist
ik niet. Hij verkeerde blijkbaar in gespan
nen verwachting. I)c taxi hield stil a oor
een klein restaurant. Wij werden naar een
tafeltje gebracht cn hij bestelde zonder mij
tc vragen, Avat ik Avilde eten. Na ecnigon
tijd verscheen een grootc, mooi opgemaakte
schotel haringsla.
Van Druten glimlachte. „Weet je nog, dat
wij verleden zomer over verschillende ge
rechten spraken? Nu. ik herinner me nog
je gebaar van afkeer, toen ik over haring
sla begon. Ik Avas dadelijk bij mezelf beslo
ten. om je eens op zekeren dog tc bokeeren.
Maar begin nu niet dadelijk te eten; ik zal
eerst je aandacht vestigen op tic goede
eigenschappen van dit* gerecht".
Al mijn protesten hielpen niets. Hij ver
telde allerlei bijzonderheden van deze spe
ciale haringsla en toen mocht ik er pas van
proeven. Doch ondanks die voorbereiding
kon de haringsla mij maar matig bekoren.
Ik geloof, dat hij het mo nog altijd niet
goed kan vergeven, dat mijn smaakzenu-
Aven anders reageeren dan de zijne.
Die neiging, om anderen zijn meehing bij
tc brengen, uit zich ook op ander gebied.
Hij sleept me soms mee naar ccn tentoon
stelling om me ervan tc overtuigen, dat dio
of die moderne schilder toch Averkelijk een
genie is. En als iemand zich een afkeurend
Avoord laat ontvallen over een pianist of
zangeres, Avaarvoor hij juist ccn grootc bc-
Avondering koestert, zal van Druten hem
misschien maanden later meenemen naar
een concert vail den afgekamden artist.
Het sterkst komt deze neiging uit bij zijn
mecningen op literair gebied. Hij vereert
Dickens, ik niet. Ik vind het echter jammer,
dat ik hem niet moer twee uur achtereen
uit Dickens zal hooren voorlezen. Hij doet
het uitstekend en heeft zich heel \vat moei
te gegeven om mij tc „bekeeren", zooals hij
het uitdrukt. Doch nu heeft hij mij opge
geven als een hopeloos geval.
Dc verdiensten van John van Druten als
romanschrijver zijn zeker zoo groot als dio,
welke hem als tooneclschrijver algemeen
worden toegekend. Dc bekende Engelschc
criticus Arnold Bennett Avas de eerste, die
dat opmerkte toen „Young Woodley" ook
als roman verscheen. Dc tweede roman van
van Druten „A woman on her way", hoeft
hem in het gelijk gesteld. Dit boek, dat in
het voorjaar in Amerika is verschenen,
geeft een geestige beschrijving van de intcl-
lectueclc kringen in Londen en New York
en ccn beschrijving van een reis, die hij
door Amerika heeft gemaakt om lezingen
te houden.
Ze verdragen een koude van 272 graden.
Door
DR. F. WOUTERS.
Op de geheele wereld bestaan slechts drie
laboratoria, waarin het absolute nulpunt
van —273 gr. Celsius, dc laagst denkbare
temperatuur, tot op een fractie nu bereikt
kan worden. Dat tc Leiden is wel het be
roemdste; dc anderen bevinden zich tc Ber
lijn en Toronto. In deze laboratoria hebben
de natuurkundigen een Avondcrbarc Avcrcld
zich zien openbaren. Beproefde natuurwet
ten verliezen hun kracht, de dingen zijn als
betooverd. Dc koude der wereldruimte heeft
haar eigen natuurkunde. De moleculen, die
anders steeds in de heftigste bcAveging zijn,
staan stil en veranderen daardoor het ge
heel e wezen der materie. Met het verdwij
nen van liet laatste beetje warmte verdwijnt
bijv. liet verschil in geleidbaarheid voor
electriciteit a-an de verschillende stoffen.
In do veranderde wereld van het absolute
nulpunt heeft men levende wezens gebracht
met het verrassende resultaat, dot dc le
venskracht in staat is, over de moorddadige
koude van —273 graden tc Iriumfeercn. Als
of er niets gebeurd was, ontdooide liet le
ven weer, onoverwinnelijk. In den laatsten
tijd zijn op dit gebied Averkelijk a-erbluffcn-
de proeven gedaan door den Berlijnsciion
geleerde E. Kadisch. Systematisch werden
drie groepen draadzwnnimen, gistsoort«Mi
en bacteriën blootgesteld aan do koude
der wereldruimte. Speciaal dc verwekkers
der gevaarlijkste ziekten werden onder
zocht, waardoor dubbele voorzichtigheid
was geboden. Want het Averkcn met deze
lage temperaturen is op zichzelf reeds niet
ongevaarlijk.
Steeds droigt n.l. een ontploffing met al
haar vrecsclijkc gevolgen. Hoe gevaarlijk
zoo'n ontploffing op zichzelf ook is, de ramp
zou nog veel grootcr afmetingen aannemen,
als de ziektekiemen daarbij uit hun her
metisch afgesloten gevangenis naar allo
windrichtingen werden verspreid. De ge
vaarlijke wezentjes moeten dan .ook in gla
zen buisjes en koperen capsules, die tegen
explosies bestand zijn. worden opgesloten,
vóórdat zij in de toestellen gebracht worden,
die dc zeer lage temperaturen opwekken.
Daarenboven moet door vernuftig uitge
dachte systemen ervoor gezorgd worden,
dat de in het toestel opgewekte lage tem
peraturen ook tot do ziektekiemen doordrin
gen. Doch ook dat gelukte tenslotte cn nu
kon men met do eigenlijke proeven begin
nen.
Met veel voorzorgen worden clc micros
copische wezentjes in het toestel gebracht.
En dan laat men dc temperatuur dalen. De
koude van een gewone ijs-machine 25 gr.)
is spoedig bereikt. Dan gaat het lager en
lager. 13ij —78 graden Avordt koolzuur vloei
baar. Bij —193 graden is zelfs de lucht vloei
baar geworden.
En nog steeds daalt do temperatuur. Voor
het meten van deze temperaturen is geen
enkele thermometer meer tc gebruiken. Men
werkt slechts met analogieën; zoo weet
men, dat een temperatuur van 272 graden
bereikt is, wanneer ook het helium vloei
baar is geworden. Dan is men nog slechts
óén graad van het absolute nulpunt af. Doch
het duurt uren, voordat deze lage tempe
raturen bereikt zijn. En al die uren lang
zijn dc ziektekiemen aan deze koude bloot
gesteld.
Zoo moeten zij drie uur lang een tempe
ratuur van —269 graden verdragen, vóórdat
dc temperatuur nog verder daalde. Men liet
ze ccn kwartier op 272 graden staan. Dat
moest hen toch wel dooden! Zelfs do taaiste
bacil kon zooicts niet overleven. Dat dach
ten althans de geleerden, die dc proef na
men met het doel om ccn desinfectie zonder
chemische middelen mogelijk tc maken, dus
zonder vergiften, die ook voor menschen
schadelijk kunnen zijn. Doch dc bacillen
stuurden hun gehcclen opzet in de war. Ze
bleven leven. Men beproefde het met tal
rijke, zeer verschillende culturen, doch geen
enkele cultuur, of het nu zwammen, gist of
bacteriën waren, werd geheel gedood. Vele
exemplaren legden het af, doch in elke cul
tuur bleven er wel enkele zeer levenskrach
tige individuen over, die dc koude der we
reldruimte zonder schadelijke gevolgen had
den weerstaan.
Zonder schadelijke gevolgen. Dat i=> avgI
het merkwaardigste. Vooral dc tubcrkelba»
cillcn vertoonden een ongelooflijk uithou
dingsvermogen. Uren lang bleven zij in het
toestel cn verdroegen het. langzaam dalen
der temperatuur, alvorens de koude van
het absolute nulpunt bereikt was. Dan bic
ven zij daar ccn kwartier in. En dan steeg
dc temperatuur weer. Helium, waterstof en
koolzuur vergassen achtereenvolgens. Dan
hcerscht er de koude van de Poolstreken;
tenslotte is de gewone kamertemperatuur
bereikt. Dc cultuur werd op een kunstrna-
tigen a-ocdingsbodern gebracht cn bleek
tc leven en zich zelfs tc vermenigvuldigen.
Men hoopte, dat althans hun levenskracht
gebroken was, doch ook die hoop was ijdcl.
De Tuberkelbacillen, die ccn onvrijwillig
uitstaj)jc naar dc koude der wereldruimte
hadden gemaakt, waren even gevaarlijk als
een zeer virulente bacillencultuur.
Ook de andere ziekteverwekkers behiel
den hun levenskracht on virulentie ondanks
de ondenkbare koude, waaraan zij waren
blootgesteld. Het bleek zelfs, dat niet alleen
de eencellige oerdiertjes, doch ook meercel
lige kleine leAcnde wezentjes de koude der
wereldruimte konden verdragen zonder hun
levenskracht te verliezen of hun karakteris
tieke eigenschappen tc veranderen. Dc theo
rie van Svantc Arrhenius, dat het leven van
het cene hemellichaam naar het andere kan
worden overgebracht ondanks dc koude
van de wereldruimte, is dus geenszins on
mogelijk.
Twee oude sieraden die men de laatste
jaren bijna niet meer zag dragen komen nu
meer en meer in dc mode, n.l. bloedkoraal
cn granaat.
Men ziet voornamelijk bloedkoralen ket
tingen, die uit meerdere snoeren- bestaan
met grootc donker- cn liclitrosc gekleurde
kralen en die buitcngcAvoón aardig staan
bij lichte zomerjaponnetjes. Do rose kralen
zijn aanmerkelijk duurder dan do kleine
donkere bloedkoralen, die gemaakt worden
van splinters, die ontsluan zijn bij het of-
slijpen der grooto rose kralen en veel door
kinderen gedragen werden.
Men ziet deze mooie, lichtroode bloed
koraal ook veel in armbanden cn ringen
dragen en vaak Avordcn zc dan omgeven
door 'een rand van bril jantjes. Een eenvou-.
dige smal gouden armband ingezet met
enkele rose bloedkoralen is bijzonder rnooi.
Granaten zijn door hun lichtend rood al
tijd bijzonder mooie sieraden, die men niet
alleen voor halskettingen, maar ook voor
broches, armbanden en dasspelden, oor
knoppen enz. verwerkt.
Wi kunnen dus nu de oude sieraden van
onze moeders cn grootmoeders eens na zien
en zeer zeker zijn daar bloedkoralen cn
granaten onder te vinden, die gij nu als
het nieuwste op liet gebied a-an kettingen,
armbanden, enz. kunt dragen. Zijn er
broches bij die gij ouderwetsch van vorm
vindt, dan zal do goudsmid deze wel voor
u moderniscercn.
liet is ccn eigenaardig verschijnsel, dat
mien in den regel met het koopen van een
of ander geschenk voor 'een verjaardag tot
het laatste oogenblik wacht. Het is zoo ge
makkelijk om dan maar te denken: „Ocli,
ik stuur maar bloemen of een doos bon
bons" cn daarmede denkt men dan zijn
plicht gedaan tc hebben. Vaak gebeurt Iwt
zelfs dat men den verjaardag van een goede
vriendin of familielid totaal vergeten heeft
cn op den bewustcn dag een ingeving krijgt,
dat zij jarig is. Gauw den banketbakker
opgebeld. „Och, stuurt u een doos bonbons
van zoo\r3el en zooveel naar Mevrouw of
mejuffrouw X en doet u er een kaartjo bij
waarop u zet: „Hartelijke gelukvvcnschcn
cn veel liefs, je Anna".
Zorgt u vooral dal liet gauw bezorgd
wordt? Ilct bedrag der doos schrijf ik u
weer per giro over!"
Zie, dergelijke geschenken hebben nooit
die waaide, die *?en zelfs goedkooper ge
schenk heeft of wel ccn of ander handAvork.
waar gij uw kostbaren tijd aan gegeven
hebt. Gij hebt uw plicht tegcnoAvcr de jarige
vervuld, maar toch is dit niet do juiste
manier om een attentii te bewijzen.
Dc jarige zal dadelijk gevoelen, dat het
niet met lieve gedachten gegeven is en hoe
ouderwetsch het moge klinken, de grootste
waarde heeft de manier Avaarop iets wordt
gegeven.
Zend nooit cadeautjes nvH een kaartje
aan goede bekenden, maar geeft u de
moeite ccn klein briefje er bij tc laten
gaan, indien gij niet zelf een bezoek kunt
brengen.
Wij hebben nu gesproken ovar het geven
van geschenken, maar Avillen gaarne ook
iets over liet ontvangen daarvan to berde
brengen.
JIccl vaak komt het voor, dat de jarige
een geschenk ontvangt en misschien Avel
uit verlegenheid lr?t pakje niet opent, maar
weg zet en la!er, wanneer de gasten ver
trokken zijn, pas ziet, wat het he vat. Veel
vriendelijker legenoAxr de geefster is het
•achter, om het in haar tegenwoordigheid te
openen en met ccn vriendelijk opgewekt-
gezicht te bedanken, zelfs Avanncer het iets
is, wat u een weinig tegenvalt.
Krijgt men bloemen, laat men dan dc
moeite nemen, ze dadelijk in een vaas met
watn- to zetten of laten zetten.
Gij zult nu wellicht bij u zelf zeggen:
„Och, maar dat Aveten Avij toch allemaal
avcI." Ja, lieve lezeres, weten doen wIJ het,
maar brengen wij dc kleine dingen clcs
levens wel alle in practijk?
HET VERHAAL VAN DE WEEK
door
MILTOX CHAMBERS.
Captain Reginald Gilbey was bezig zijn
verslag tc schrijven over dc afgcloopen
maand, toen hij het geluid van ccn motor
hoorde. Hij was niet verbaasd toen hij een
motorboot dc rivier op zag komen, want hij
had bericht ontvangen van liet bezoek dat
hem te wachten stond. Hij floot even schel
en doordringend en den bediende die ver
scheen, beduidde hij dc bezoekers van boord
le lialen. Het waren er drie cn toen zc zich
in do kano aan land hadden laten zotten,
slapten ze direct op Gilbey's ruwe, wit hou
ten huis af. De grootste van dc drie, hij had
een wilskrachtig gezicht cn oogen waaruit
sluwheid sprak, nam liet woord:
Zoo, Mr. Gilbey, daar zijn we. 't Is daar
ginds niets gedaan tegenwooj-dig cn daar
om komen wc hier ons geluk eens beproe
ven. U hebt zeker mijn bericht ontvangen?
Geluk beproeven, peinsde do captain,
dat is niet kwaad gezegd, heel voorzichtig
uitgedrukt. En dat bericht heb ik ontvan
gen, maar ik weet niet zeker of ik het wc)
goed begrepen heb.
Dc leider, hij heette, herinnerde captain
Gilbey zich, Ferguson, keek verwonderd.
Ik schreof U toch, dat we van plan
waren met eenige stammen hier te gaan
onderhandelen, een ruilhandel. Wij hebben
(hij vees in de richting r an dc motorboot)
voor een groot bedrag aan kostbare snuis
terijen bij ons. En we rekenen claarvoor oli
fantstanden terug te krijgen.
Jullie hebt snuisterijen! meende cap
tain Gilbey. Ik geloof dat ik eens op die
boot van jullie kom kijken.
Een half uur later liep Gilbey tusscheu
dc kisten door. Ferguson leidde hem rond.
Kijkt U eens hier. hij deed ccn kist
open. Er lagen spiegels in, smakeloos be-
schilderdo vazen, bloempotten, een stel
goedkoope mandolines.
—Maak deze kist ook eens open.
Gilbey wees een willekeurige kist aan.
Is dat noodig. Het is een heel werk hel
ding open tc breken. En hij moet veer
dicht ook.
Kan het niet iels gauwer, zei captain-
Gilbey zoetsappig.
Toen do deksel er was afgelicht had hij
geen seconde aandacht voor den inhoud.
Maak maar weer dicht, Kindergeweren
hé! Waarom vertel jullie rnc zooiets niet
dadelijk? Dus daar zitten die andere kisten
ook meo vol!
De drie mannen zaten nu moedeloos op
het dek en zeiden geen woord.
Jullie hebt natuurlijk een paar behoor
lijke buksen om als lokaas dienst te doen?
Ferguson knikte.
- En waar dachten jullie dat speelgoed
kwijt te raken. Want speelgoed is liet. l)io
windbuksjes kan je voor een paar kwartjes
in dc warenhuizen koopen zou ik mocnen
Wc dachten... oh, ik dacht: vroeger
ben ik eens bij den Lombelistarn geweest
Captain Gilbey begon opeens bard te
lachen en keek den spreker vriendelijk
aan.
Ken je Assamboe. den tegenwoordige::
hoofdman.'
Ferguson schudde van neen.
Captain Biibcy draaide zich om.
Jullie kunt je gang gaan, zei hij plot
seling, maar wees voorzichtig; zo hebben
dien Assamboe er al eens in laten loopen.
Dc drie mannen hadden niet anders ge
dacht, dan dat hij lien als oplichters zou
hebben teruggestuurd. Ze putten zich uit
in woorden van dankbaarheid en voeren
den volgenden dag verheugd verder de ri
vier op.
Xa drie dagen hadden ze den Lombeli
starn bereikt cn worden met de noodige
plichtplegingen ontvangen. Ferguson was
verbaasd over die ontvangst, maar latei-
bleek hem, dat dc hoofdman Assamboo
eens een bezoek aan dc „beschaafde'1 we
reld had gebracht en eenige gebruiken bij
zijn stam had ingevoerd. Den eersten d ig
verd er feest gevierd ter cere der biankc
mannen. Den tweeden dag vertelde Fergu
son het dool van hun bezoek. Hij nam den
hoofdman cn eenige zijner voornaamste
stamleden meo naar 'n stille plek en liet daar
zijn Winchester wonderen doen. Hij door
boorde een boomblad tweemaal achtereen
en toonde de beide kogelgaten, geen duim
van elkaar verwijderd; hij schoot een aap
uit een boom cn gaf meerdcro staaltjes zij
ner schietvaardigheid, die Assamboe met
otiizag cn bewondering vervulden.
Hoeveel van deze wonderen liobb: n (Ie
biankc licercn in huil schip? vroeg de
hoofdman.
Driehonderd kunnen dc dappere Lom-
beli-krijgers er van ons ten geschenke
krijgen, zei Ferguson edelmoedig.
Gij meent het goed met ons, sprak \s
sarnhoe dankbaar. Kom naar mijn schot
kamer en aock L' wat uit.
Ferguson liep de. stapels dierenhuiden
voorbij, bleef bij ccn collectie olifantstan
den staan. Er waren prachtige grootc exem
plaren bij cn hij bekeek zc nauwkeurig.
Assamboe hielp licni er een om te wentelen
en daarbij schoof zijn voet een groot waai
ervormig blad opzij, waaronder iets gee's
blonk.
Wat is dat daar? vroeg Ferguson, die
liet opmerkte.
Ocli niets, mijnheer.
Assamboe scheen verward en Ferguson,
die iiet merkte, drong hom opzij, haaido
een aantal bladeren naar zicli toe. Toen
liet hij een bewonderend gebrom heoren.
Voer hem lag een partij gedraaide kromme
gele staven. Ilct waren er zeker tweehon
derd. Tweehonderd slaven goud. Dat bc-
teckendc ccn fortuin.
Het is wat speelgoed voor do zonen der
Lombeli's, zei Assamboe, geheel waarde
loos. Van liet metaal dat de blanke mannen
„koper" noemen.
Hij knikte heftig 0111 aan zijn woorden
kracht bij te zetten.
Ik heb 600 wondorbukscn aan boord. Ze
zijn alle voor dc Lombeli's. Daarvoor wil ik
in ruil vier olifantstanden en dezo partij
ebkoper", stelde Ferguson voor.
Maar dat is... begon dc hoofdman.
Dc wonderbuks kun raro dingen doen,
gromde Ferguson dreigend met zijn geweer
spelend.
E11 Assamboe zweeg. De verdere dag werd
benut voor do over-lading. Do kisten met
le waardelooze buksen werdeu aan land
gebracht en de olifantstanden en het „ko
per" verhuisden naar het schip der blan
ken.
Het slot van de handelszaak was een
groot feest, waarbij Assamboe zijn gasten
een drank liet drinken, dien zo zeer smake
lijk vonden. Het had veel weg van oud-va-
dcrlandsclicn brandewijn. Nog wat bene
veld stoomden zc den volgenden ochtend
terug.
Toen Ferguson eens naar de olifantstan
den wilde kijken cn daartoe het dekkleed
wegsloeg, bleef hij sprakeloos staan. In-
plaats van dc olifantstanden stonden daar
«eer dc waardelooze kisten met de wa
renhuis-kindergeweren. Hij snelde naar be
neden. Het eerste wat hij ontdekte was, dat
dc tien Winchester's benevens ccn half de-
zijn revolvers verdwenen waren. Toen ging
hij naar ccn anderen hoek. Een zucht van
verlichting ontsnapte hem. De staven lagen
er gelukkig nog.
E11? informeerde captain Gilbey bij
hun terugkomst.
Ferguson grijnsde vriendelijk.
liet zijn slimme duivels, constateerde
hij, na de geschiedenis van do tanden on
dc geweren verteld te hebben. Maar. ver
volgde hij, we hebben er nog genoeg aan
verdiend. Tweehonderd staven goud.
Hij sloeg Gilbey op den schouder en ver
volgde:
U zei, dat ze Assamboo al eens beet
hadden genomen. Waarmee was dat?
- Met tweehonderd koperen kandelaren,
zei Gilbey fijntjes.
Bij den hemel, schreeuwde Ferguson
en vloog weg.
Driestemmige kreten van teleurstelling en
woede bewezen, dat Assambcc zich geen
tweeden koer voor den gelt v '1 '.alen hou
den