DE SCHRIJVER VAN AAN 'T „YOUNG WOODLEY" WOORD DE TUBERKELBACILLEN BLOEDKORAAL EN GRANAAT GESCHENKEN GEVEN EN ONTVANGEN OLIFANTSTANDEN ENGOUD De loopbaan van John van Druten. Zijn bekendste tooneelstnk door den Engolschen censor verboden. door DR. J. F. VAN DEN BERG. Hieronder geven wij een ar tikel van een medewerker dio een onderhoud heeft ge had met den bekenden Èn- gelschen auteur John van Druten. die binnenkort naar New Vork zal vertrekken. John van Druten. de schrijver van het bekende tooneelstuk „Young Woodley" is eigenlijk van Hollandschc afkomst. Zijn vader was nog een echte Hollander, die een goede positie bekleedde in do Londen- schc bankwereld en daar ook met een En- gelseh meisje getrouwd is. Het ouderlijk huis te Londen, waarin John van Druten is opgegroeid, heeft hij met veel humor beschreven in „After AU", zijn nieuwste tooneelstuk, dat nog niet voor het voetlicht verschenen is. Over het algemeen is zijn werk trouwens biografisch van opzet; dit geldt wel in hoogc mate van zijn meest bekende werk „Young Woodley", waarin hij het leven op de Engelschc „public- school" beschrijft. Op dezo typisch Engel schc jongenskostscholen behoort een per soonlijkheid als Van Druten eigenlijk niet thuis. Hij voelde er zich dan ook zeer on gelukkig. In de sport presteerde hij niet veel, doch bij de studie des to meer, zoodat hij niet populair was en alleen stond. Zoo als zooveel kinderen in soortgelijke om standigheden zocht cn vond hij andere we gen om zich tc uiten: schrijven, lectuur cn een marionettentheater. ..Zoolang als ik mij kan herinneren heb ik looneelstukjes en verhalen cn gedichten geschreven", ver telde hij rnij eens een likje verongelijkt, alsof hij de eenzaamheid van zijn jeugd nog niet heelemaal te boven was. Toen hij 17 jaar was, ging hij van school af cn moest een beroep kiezen. Dat was niet moeilijk voor hem: hij wilde schrijver worden. Doch daartegen had zijn praktisch gezinde vader toch bezwaar; hij vond het wel goed, dat zijn zoon schreef, doch zoo lang hij zijn bekwaamheid daarvoor niet had bewezen en geen positief succes had bereikt, moest hij toch wat anders doen. John besloot toen. rechten te gaan studec- ren, zonder zich over deze keuze het hoofd gebroken te hebben. Hij beschouwde het toch maar als een tusschenperiode, totdat hij zich uitslui-end aan de literatuur zou mogen wijden, cn bovendien was de oorlog nog niet beëindigd dn" kon hij elk oogen- blik onder de wapens geroepen worden. Zoo studeerde hij vijf jaar lang in de rechten, terwijl hij overdag op een advocatenkan toor werkte om practisclic ervaring tc ver krijgen. Behalve dat woonde hij tal van lezingen bij en schreef hij 's avonds dikwijls nog wat. vooral gedichten. In dien tijd ont moeite hij ook L C. Squire van het juist opgerichte periodiek „The Londen Mercury" IJij zond hern eenige van zijn gedichten om er eens zijn oordeel over te hooren; Squire vond ze niet slecht en plaatste er één van. Na dit debuut verkreeg hij een opdracht om criticken over boeken en too- neelstukkcn te schrijven voor een klein En- gelsch blaadje, dat in Zwitserland ver scheen. Nu kwam van Druten ook meer cn meer in aanraking met personen uil de literaire- en tooneclwereld. waar hij lot zijn eigen grootc verbazing goed mee kon opschieten. Langzamerhand geraakte hij nu in de sfeer waar hij door zijn karakter thuishoorde. Na afloop der vijf jaren behaalde hij zijn graad aan de Londensche universiteit en werd advocaat. Als zoodanig maakte hij zoo'n goeden indruk, dat het advocatenkan toor, waar hij in opleiding was geweest, hom een compagnonschap aanbood. In- plaats van dit met beide handen aan tc grijpen, weigerde hij. Hij had reeds lang het land aan het kantoor cn verlangde in het geheel niet naar een advocatcnprac- tijk. Dit gedeelte van zijn leven vinden wij terug in „London Wall", een tooneelstuk, dat den afgéloopcn zomer onafgebroken te Londen op het repertoire heeft gestaan. Van Druien kreeg nog een andere kans, n.l. om in de rechten te docecrcn aan een „collego" tc Aberystwyth in Wales. Dit nam hij aan; hij bleef drie jaar op de streng godsdienstige school met 700 leerlingen, die voor het mcorcndeel Kngclsch spraken als of het een vreemde taal voor hen was. Na zijn Londensche jaren leek de verandering eiken buitenstaander ondragelijk, doch van Druten zelf was er dankbaar voor. Hij had nu overvloed van vrije tijd om te lezen, te denken cn te schrijven en deze jaren zijn dan ook van grooten invloed geweest op zijn literaire ontwikkeling. Hier'schrcef hij: „Young W'oodlev", dat hij ook opzond naar een Londensch theater. Dc directeur las het en was genegen het op te voeren, doch do censor verbood dit, omdat dc toestanden op <ie „public school" erin worden gehekeld. Dit was wel een teleurstelling voor Van Druten, doch tenslotte was die weigering juist in zijn belang, want terwijl hij rustig voortging met het onderwijzen van dc jon gens, die meercndecls ouder waren dan hij zelf, hoorde een Amerikaansch toonecldi- recteur van het geval, kocht het door den censor afgekeurde stuk en voerde het op in zijn theater aan Broadway, waar het een buitengewoon succes had. En toen dat een maal in Engeland bekend werd. preste men daar den censor om dc opvoering alsnog toe te staan, zoodat de aanvankelijke teleur stelling achteraf het beste middel bleek om van Druten te helpen, de voet in den stijg beugel tc krijgen. Voor het stuk echter nog in Engeland werd opgevoerd, ongeveer een jaar na dc première in New York, stak van Druten den Oceaan over om in liet land. dat hij nog nooit had bezocht, het stuk te zien. dat hem een fortuin had opgeleverd, voordat hij het nog ooit had zien spelen. Hij was in Amerika dadelijk een beroemdheid. Than9 is hij met zijn vier tooneclslukkcn cn twee romans ook in Engeland de best bekende jonge tooncelschrijver, zijn vriend Noel Co ward misschien uitgezonderd. Ook als ro manschrijver geniet hij een gocdo reputatie en als hij binnenkort voor dc tweede maal naar Amerika gaat, zal hij slechts enkele weken te New York blijven en daarna naar Hollywood gaan, wat althans financieel verreweg het voordeeligstc is. John van Druten als mensch is een ta melijk gecompliceerde persoonlijkheid. In het diepst van zijn hart is hij nog steeds de verlegen, overgevoelige cn idealistische jon gen, die als de hoofdpersoon van „Young Woodley" wereldbekend is geworden. Doch hij heeft zich nu aan zijn omgeving aange past en kan uitstekend meedoen in het vroolijke leven van elke cosmopolitische we reldstad, waar zijn weg hem heenleidt. Zijn gesprekken zijn zeer onderhoudend, soms grappig, soms bijtend sarcastisch. Doch de echte van Druten komt altijd weer boven, ook in zijn conversatie. Dan blijkt hij een dichter te zijn met zijn gevoelige, idealisti sche gemoed, dat door het succes niet be dorven is en door een goede dosis gezond verstand \an zijn vroegste jeugd af in toom is gehouden. In zijn hart is hij nog altijd eenigszins verbaasd over zijn eigen succes cn over het feit dat de wereld hem beloont enkel en alleen om het feit, dat hij is zooals hij is. Van Druten kan ook in zijn werk don grondslag van zijn wezen niet verloochenen. Als hij zoover is, dat hij weer een tooneel stuk of roman in de pen heeft, gaat hij liet liefst ergens huiten wonen, waar het rustig is. Daar werkt hij dan onvermoeid, met een energie, die men hij een zoo fijnbesnaarden geest niet zou verwachten. Ook zijn aanpas singsvermogen aan dc gewoonten en ge bruiken van verschillende landen zou men niet zoo licht verwachten na zijn moeilijke jeugd. Doch als hij maar onder gelijkgezin de menschen is, die geen dingen Aan hem eischen, waar hij nu eenmaal niets voor voelt, komt hun landaard er voor hem wei nig op aan. Sommigen zien hem voor een Amerikaan aan. Ilij is iets meer dan mid delmatig groot, heeft golvend donkerbruin haar, eigenaardige grootc oogen cn een zeer inncmcnden jongcnsachtigcn glimlach. Docli zijn lage stem en zijn stembuigingen ^Un typisch Engclsch. Men zou misschien ook niet van bom vei- wachten, dat hij een echte lekkerbek is. Iïij spreekt bepaald met enthousiasme over me nu's, wijnoogsten en dikwijls geheel onbe kende restaurants Na oen tooneelvoorstel- ling nam hij nuj eens moe, waarheen wist ik niet. Hij verkeerde blijkbaar in gespan nen verwachting. I)c taxi hield stil a oor een klein restaurant. Wij werden naar een tafeltje gebracht cn hij bestelde zonder mij tc vragen, Avat ik Avilde eten. Na ecnigon tijd verscheen een grootc, mooi opgemaakte schotel haringsla. Van Druten glimlachte. „Weet je nog, dat wij verleden zomer over verschillende ge rechten spraken? Nu. ik herinner me nog je gebaar van afkeer, toen ik over haring sla begon. Ik Avas dadelijk bij mezelf beslo ten. om je eens op zekeren dog tc bokeeren. Maar begin nu niet dadelijk te eten; ik zal eerst je aandacht vestigen op tic goede eigenschappen van dit* gerecht". Al mijn protesten hielpen niets. Hij ver telde allerlei bijzonderheden van deze spe ciale haringsla en toen mocht ik er pas van proeven. Doch ondanks die voorbereiding kon de haringsla mij maar matig bekoren. Ik geloof, dat hij het mo nog altijd niet goed kan vergeven, dat mijn smaakzenu- Aven anders reageeren dan de zijne. Die neiging, om anderen zijn meehing bij tc brengen, uit zich ook op ander gebied. Hij sleept me soms mee naar ccn tentoon stelling om me ervan tc overtuigen, dat dio of die moderne schilder toch Averkelijk een genie is. En als iemand zich een afkeurend Avoord laat ontvallen over een pianist of zangeres, Avaarvoor hij juist ccn grootc bc- Avondering koestert, zal van Druten hem misschien maanden later meenemen naar een concert vail den afgekamden artist. Het sterkst komt deze neiging uit bij zijn mecningen op literair gebied. Hij vereert Dickens, ik niet. Ik vind het echter jammer, dat ik hem niet moer twee uur achtereen uit Dickens zal hooren voorlezen. Hij doet het uitstekend en heeft zich heel \vat moei te gegeven om mij tc „bekeeren", zooals hij het uitdrukt. Doch nu heeft hij mij opge geven als een hopeloos geval. Dc verdiensten van John van Druten als romanschrijver zijn zeker zoo groot als dio, welke hem als tooneclschrijver algemeen worden toegekend. Dc bekende Engelschc criticus Arnold Bennett Avas de eerste, die dat opmerkte toen „Young Woodley" ook als roman verscheen. Dc tweede roman van van Druten „A woman on her way", hoeft hem in het gelijk gesteld. Dit boek, dat in het voorjaar in Amerika is verschenen, geeft een geestige beschrijving van de intcl- lectueclc kringen in Londen en New York en ccn beschrijving van een reis, die hij door Amerika heeft gemaakt om lezingen te houden. Ze verdragen een koude van 272 graden. Door DR. F. WOUTERS. Op de geheele wereld bestaan slechts drie laboratoria, waarin het absolute nulpunt van —273 gr. Celsius, dc laagst denkbare temperatuur, tot op een fractie nu bereikt kan worden. Dat tc Leiden is wel het be roemdste; dc anderen bevinden zich tc Ber lijn en Toronto. In deze laboratoria hebben de natuurkundigen een Avondcrbarc Avcrcld zich zien openbaren. Beproefde natuurwet ten verliezen hun kracht, de dingen zijn als betooverd. Dc koude der wereldruimte heeft haar eigen natuurkunde. De moleculen, die anders steeds in de heftigste bcAveging zijn, staan stil en veranderen daardoor het ge heel e wezen der materie. Met het verdwij nen van liet laatste beetje warmte verdwijnt bijv. liet verschil in geleidbaarheid voor electriciteit a-an de verschillende stoffen. In do veranderde wereld van het absolute nulpunt heeft men levende wezens gebracht met het verrassende resultaat, dot dc le venskracht in staat is, over de moorddadige koude van —273 graden tc Iriumfeercn. Als of er niets gebeurd was, ontdooide liet le ven weer, onoverwinnelijk. In den laatsten tijd zijn op dit gebied Averkelijk a-erbluffcn- de proeven gedaan door den Berlijnsciion geleerde E. Kadisch. Systematisch werden drie groepen draadzwnnimen, gistsoort«Mi en bacteriën blootgesteld aan do koude der wereldruimte. Speciaal dc verwekkers der gevaarlijkste ziekten werden onder zocht, waardoor dubbele voorzichtigheid was geboden. Want het Averkcn met deze lage temperaturen is op zichzelf reeds niet ongevaarlijk. Steeds droigt n.l. een ontploffing met al haar vrecsclijkc gevolgen. Hoe gevaarlijk zoo'n ontploffing op zichzelf ook is, de ramp zou nog veel grootcr afmetingen aannemen, als de ziektekiemen daarbij uit hun her metisch afgesloten gevangenis naar allo windrichtingen werden verspreid. De ge vaarlijke wezentjes moeten dan .ook in gla zen buisjes en koperen capsules, die tegen explosies bestand zijn. worden opgesloten, vóórdat zij in de toestellen gebracht worden, die dc zeer lage temperaturen opwekken. Daarenboven moet door vernuftig uitge dachte systemen ervoor gezorgd worden, dat de in het toestel opgewekte lage tem peraturen ook tot do ziektekiemen doordrin gen. Doch ook dat gelukte tenslotte cn nu kon men met do eigenlijke proeven begin nen. Met veel voorzorgen worden clc micros copische wezentjes in het toestel gebracht. En dan laat men dc temperatuur dalen. De koude van een gewone ijs-machine 25 gr.) is spoedig bereikt. Dan gaat het lager en lager. 13ij —78 graden Avordt koolzuur vloei baar. Bij —193 graden is zelfs de lucht vloei baar geworden. En nog steeds daalt do temperatuur. Voor het meten van deze temperaturen is geen enkele thermometer meer tc gebruiken. Men werkt slechts met analogieën; zoo weet men, dat een temperatuur van 272 graden bereikt is, wanneer ook het helium vloei baar is geworden. Dan is men nog slechts óén graad van het absolute nulpunt af. Doch het duurt uren, voordat deze lage tempe raturen bereikt zijn. En al die uren lang zijn dc ziektekiemen aan deze koude bloot gesteld. Zoo moeten zij drie uur lang een tempe ratuur van —269 graden verdragen, vóórdat dc temperatuur nog verder daalde. Men liet ze ccn kwartier op 272 graden staan. Dat moest hen toch wel dooden! Zelfs do taaiste bacil kon zooicts niet overleven. Dat dach ten althans de geleerden, die dc proef na men met het doel om ccn desinfectie zonder chemische middelen mogelijk tc maken, dus zonder vergiften, die ook voor menschen schadelijk kunnen zijn. Doch dc bacillen stuurden hun gehcclen opzet in de war. Ze bleven leven. Men beproefde het met tal rijke, zeer verschillende culturen, doch geen enkele cultuur, of het nu zwammen, gist of bacteriën waren, werd geheel gedood. Vele exemplaren legden het af, doch in elke cul tuur bleven er wel enkele zeer levenskrach tige individuen over, die dc koude der we reldruimte zonder schadelijke gevolgen had den weerstaan. Zonder schadelijke gevolgen. Dat i=> avgI het merkwaardigste. Vooral dc tubcrkelba» cillcn vertoonden een ongelooflijk uithou dingsvermogen. Uren lang bleven zij in het toestel cn verdroegen het. langzaam dalen der temperatuur, alvorens de koude van het absolute nulpunt bereikt was. Dan bic ven zij daar ccn kwartier in. En dan steeg dc temperatuur weer. Helium, waterstof en koolzuur vergassen achtereenvolgens. Dan hcerscht er de koude van de Poolstreken; tenslotte is de gewone kamertemperatuur bereikt. Dc cultuur werd op een kunstrna- tigen a-ocdingsbodern gebracht cn bleek tc leven en zich zelfs tc vermenigvuldigen. Men hoopte, dat althans hun levenskracht gebroken was, doch ook die hoop was ijdcl. De Tuberkelbacillen, die ccn onvrijwillig uitstaj)jc naar dc koude der wereldruimte hadden gemaakt, waren even gevaarlijk als een zeer virulente bacillencultuur. Ook de andere ziekteverwekkers behiel den hun levenskracht on virulentie ondanks de ondenkbare koude, waaraan zij waren blootgesteld. Het bleek zelfs, dat niet alleen de eencellige oerdiertjes, doch ook meercel lige kleine leAcnde wezentjes de koude der wereldruimte konden verdragen zonder hun levenskracht te verliezen of hun karakteris tieke eigenschappen tc veranderen. Dc theo rie van Svantc Arrhenius, dat het leven van het cene hemellichaam naar het andere kan worden overgebracht ondanks dc koude van de wereldruimte, is dus geenszins on mogelijk. Twee oude sieraden die men de laatste jaren bijna niet meer zag dragen komen nu meer en meer in dc mode, n.l. bloedkoraal cn granaat. Men ziet voornamelijk bloedkoralen ket tingen, die uit meerdere snoeren- bestaan met grootc donker- cn liclitrosc gekleurde kralen en die buitcngcAvoón aardig staan bij lichte zomerjaponnetjes. Do rose kralen zijn aanmerkelijk duurder dan do kleine donkere bloedkoralen, die gemaakt worden van splinters, die ontsluan zijn bij het of- slijpen der grooto rose kralen en veel door kinderen gedragen werden. Men ziet deze mooie, lichtroode bloed koraal ook veel in armbanden cn ringen dragen en vaak Avordcn zc dan omgeven door 'een rand van bril jantjes. Een eenvou-. dige smal gouden armband ingezet met enkele rose bloedkoralen is bijzonder rnooi. Granaten zijn door hun lichtend rood al tijd bijzonder mooie sieraden, die men niet alleen voor halskettingen, maar ook voor broches, armbanden en dasspelden, oor knoppen enz. verwerkt. Wi kunnen dus nu de oude sieraden van onze moeders cn grootmoeders eens na zien en zeer zeker zijn daar bloedkoralen cn granaten onder te vinden, die gij nu als het nieuwste op liet gebied a-an kettingen, armbanden, enz. kunt dragen. Zijn er broches bij die gij ouderwetsch van vorm vindt, dan zal do goudsmid deze wel voor u moderniscercn. liet is ccn eigenaardig verschijnsel, dat mien in den regel met het koopen van een of ander geschenk voor 'een verjaardag tot het laatste oogenblik wacht. Het is zoo ge makkelijk om dan maar te denken: „Ocli, ik stuur maar bloemen of een doos bon bons" cn daarmede denkt men dan zijn plicht gedaan tc hebben. Vaak gebeurt Iwt zelfs dat men den verjaardag van een goede vriendin of familielid totaal vergeten heeft cn op den bewustcn dag een ingeving krijgt, dat zij jarig is. Gauw den banketbakker opgebeld. „Och, stuurt u een doos bonbons van zoo\r3el en zooveel naar Mevrouw of mejuffrouw X en doet u er een kaartjo bij waarop u zet: „Hartelijke gelukvvcnschcn cn veel liefs, je Anna". Zorgt u vooral dal liet gauw bezorgd wordt? Ilct bedrag der doos schrijf ik u weer per giro over!" Zie, dergelijke geschenken hebben nooit die waaide, die *?en zelfs goedkooper ge schenk heeft of wel ccn of ander handAvork. waar gij uw kostbaren tijd aan gegeven hebt. Gij hebt uw plicht tegcnoAvcr de jarige vervuld, maar toch is dit niet do juiste manier om een attentii te bewijzen. Dc jarige zal dadelijk gevoelen, dat het niet met lieve gedachten gegeven is en hoe ouderwetsch het moge klinken, de grootste waarde heeft de manier Avaarop iets wordt gegeven. Zend nooit cadeautjes nvH een kaartje aan goede bekenden, maar geeft u de moeite ccn klein briefje er bij tc laten gaan, indien gij niet zelf een bezoek kunt brengen. Wij hebben nu gesproken ovar het geven van geschenken, maar Avillen gaarne ook iets over liet ontvangen daarvan to berde brengen. JIccl vaak komt het voor, dat de jarige een geschenk ontvangt en misschien Avel uit verlegenheid lr?t pakje niet opent, maar weg zet en la!er, wanneer de gasten ver trokken zijn, pas ziet, wat het he vat. Veel vriendelijker legenoAxr de geefster is het •achter, om het in haar tegenwoordigheid te openen en met ccn vriendelijk opgewekt- gezicht te bedanken, zelfs Avanncer het iets is, wat u een weinig tegenvalt. Krijgt men bloemen, laat men dan dc moeite nemen, ze dadelijk in een vaas met watn- to zetten of laten zetten. Gij zult nu wellicht bij u zelf zeggen: „Och, maar dat Aveten Avij toch allemaal avcI." Ja, lieve lezeres, weten doen wIJ het, maar brengen wij dc kleine dingen clcs levens wel alle in practijk? HET VERHAAL VAN DE WEEK door MILTOX CHAMBERS. Captain Reginald Gilbey was bezig zijn verslag tc schrijven over dc afgcloopen maand, toen hij het geluid van ccn motor hoorde. Hij was niet verbaasd toen hij een motorboot dc rivier op zag komen, want hij had bericht ontvangen van liet bezoek dat hem te wachten stond. Hij floot even schel en doordringend en den bediende die ver scheen, beduidde hij dc bezoekers van boord le lialen. Het waren er drie cn toen zc zich in do kano aan land hadden laten zotten, slapten ze direct op Gilbey's ruwe, wit hou ten huis af. De grootste van dc drie, hij had een wilskrachtig gezicht cn oogen waaruit sluwheid sprak, nam liet woord: Zoo, Mr. Gilbey, daar zijn we. 't Is daar ginds niets gedaan tegenwooj-dig cn daar om komen wc hier ons geluk eens beproe ven. U hebt zeker mijn bericht ontvangen? Geluk beproeven, peinsde do captain, dat is niet kwaad gezegd, heel voorzichtig uitgedrukt. En dat bericht heb ik ontvan gen, maar ik weet niet zeker of ik het wc) goed begrepen heb. Dc leider, hij heette, herinnerde captain Gilbey zich, Ferguson, keek verwonderd. Ik schreof U toch, dat we van plan waren met eenige stammen hier te gaan onderhandelen, een ruilhandel. Wij hebben (hij vees in de richting r an dc motorboot) voor een groot bedrag aan kostbare snuis terijen bij ons. En we rekenen claarvoor oli fantstanden terug te krijgen. Jullie hebt snuisterijen! meende cap tain Gilbey. Ik geloof dat ik eens op die boot van jullie kom kijken. Een half uur later liep Gilbey tusscheu dc kisten door. Ferguson leidde hem rond. Kijkt U eens hier. hij deed ccn kist open. Er lagen spiegels in, smakeloos be- schilderdo vazen, bloempotten, een stel goedkoope mandolines. —Maak deze kist ook eens open. Gilbey wees een willekeurige kist aan. Is dat noodig. Het is een heel werk hel ding open tc breken. En hij moet veer dicht ook. Kan het niet iels gauwer, zei captain- Gilbey zoetsappig. Toen do deksel er was afgelicht had hij geen seconde aandacht voor den inhoud. Maak maar weer dicht, Kindergeweren hé! Waarom vertel jullie rnc zooiets niet dadelijk? Dus daar zitten die andere kisten ook meo vol! De drie mannen zaten nu moedeloos op het dek en zeiden geen woord. Jullie hebt natuurlijk een paar behoor lijke buksen om als lokaas dienst te doen? Ferguson knikte. - En waar dachten jullie dat speelgoed kwijt te raken. Want speelgoed is liet. l)io windbuksjes kan je voor een paar kwartjes in dc warenhuizen koopen zou ik mocnen Wc dachten... oh, ik dacht: vroeger ben ik eens bij den Lombelistarn geweest Captain Gilbey begon opeens bard te lachen en keek den spreker vriendelijk aan. Ken je Assamboe. den tegenwoordige:: hoofdman.' Ferguson schudde van neen. Captain Biibcy draaide zich om. Jullie kunt je gang gaan, zei hij plot seling, maar wees voorzichtig; zo hebben dien Assamboe er al eens in laten loopen. Dc drie mannen hadden niet anders ge dacht, dan dat hij lien als oplichters zou hebben teruggestuurd. Ze putten zich uit in woorden van dankbaarheid en voeren den volgenden dag verheugd verder de ri vier op. Xa drie dagen hadden ze den Lombeli starn bereikt cn worden met de noodige plichtplegingen ontvangen. Ferguson was verbaasd over die ontvangst, maar latei- bleek hem, dat dc hoofdman Assamboo eens een bezoek aan dc „beschaafde'1 we reld had gebracht en eenige gebruiken bij zijn stam had ingevoerd. Den eersten d ig verd er feest gevierd ter cere der biankc mannen. Den tweeden dag vertelde Fergu son het dool van hun bezoek. Hij nam den hoofdman cn eenige zijner voornaamste stamleden meo naar 'n stille plek en liet daar zijn Winchester wonderen doen. Hij door boorde een boomblad tweemaal achtereen en toonde de beide kogelgaten, geen duim van elkaar verwijderd; hij schoot een aap uit een boom cn gaf meerdcro staaltjes zij ner schietvaardigheid, die Assamboe met otiizag cn bewondering vervulden. Hoeveel van deze wonderen liobb: n (Ie biankc licercn in huil schip? vroeg de hoofdman. Driehonderd kunnen dc dappere Lom- beli-krijgers er van ons ten geschenke krijgen, zei Ferguson edelmoedig. Gij meent het goed met ons, sprak \s sarnhoe dankbaar. Kom naar mijn schot kamer en aock L' wat uit. Ferguson liep de. stapels dierenhuiden voorbij, bleef bij ccn collectie olifantstan den staan. Er waren prachtige grootc exem plaren bij cn hij bekeek zc nauwkeurig. Assamboe hielp licni er een om te wentelen en daarbij schoof zijn voet een groot waai ervormig blad opzij, waaronder iets gee's blonk. Wat is dat daar? vroeg Ferguson, die liet opmerkte. Ocli niets, mijnheer. Assamboe scheen verward en Ferguson, die iiet merkte, drong hom opzij, haaido een aantal bladeren naar zicli toe. Toen liet hij een bewonderend gebrom heoren. Voer hem lag een partij gedraaide kromme gele staven. Ilct waren er zeker tweehon derd. Tweehonderd slaven goud. Dat bc- teckendc ccn fortuin. Het is wat speelgoed voor do zonen der Lombeli's, zei Assamboe, geheel waarde loos. Van liet metaal dat de blanke mannen „koper" noemen. Hij knikte heftig 0111 aan zijn woorden kracht bij te zetten. Ik heb 600 wondorbukscn aan boord. Ze zijn alle voor dc Lombeli's. Daarvoor wil ik in ruil vier olifantstanden en dezo partij ebkoper", stelde Ferguson voor. Maar dat is... begon dc hoofdman. Dc wonderbuks kun raro dingen doen, gromde Ferguson dreigend met zijn geweer spelend. E11 Assamboe zweeg. De verdere dag werd benut voor do over-lading. Do kisten met le waardelooze buksen werdeu aan land gebracht en de olifantstanden en het „ko per" verhuisden naar het schip der blan ken. Het slot van de handelszaak was een groot feest, waarbij Assamboe zijn gasten een drank liet drinken, dien zo zeer smake lijk vonden. Het had veel weg van oud-va- dcrlandsclicn brandewijn. Nog wat bene veld stoomden zc den volgenden ochtend terug. Toen Ferguson eens naar de olifantstan den wilde kijken cn daartoe het dekkleed wegsloeg, bleef hij sprakeloos staan. In- plaats van dc olifantstanden stonden daar «eer dc waardelooze kisten met de wa renhuis-kindergeweren. Hij snelde naar be neden. Het eerste wat hij ontdekte was, dat dc tien Winchester's benevens ccn half de- zijn revolvers verdwenen waren. Toen ging hij naar ccn anderen hoek. Een zucht van verlichting ontsnapte hem. De staven lagen er gelukkig nog. E11? informeerde captain Gilbey bij hun terugkomst. Ferguson grijnsde vriendelijk. liet zijn slimme duivels, constateerde hij, na de geschiedenis van do tanden on dc geweren verteld te hebben. Maar. ver volgde hij, we hebben er nog genoeg aan verdiend. Tweehonderd staven goud. Hij sloeg Gilbey op den schouder en ver volgde: U zei, dat ze Assamboo al eens beet hadden genomen. Waarmee was dat? - Met tweehonderd koperen kandelaren, zei Gilbey fijntjes. Bij den hemel, schreeuwde Ferguson en vloog weg. Driestemmige kreten van teleurstelling en woede bewezen, dat Assambcc zich geen tweeden koer voor den gelt v '1 '.alen hou den

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1931 | | pagina 16