TEEKENPLAATJE
WAAR 'T ZONNETJE SLAAPT
OPLOSSING VAN DEN REBUS UIT
'T VORIGE NUMMER
Raadselhoekje
Oplossingen der raadsels
uit 't vorige nummer.
Voor grooteren.
Voor kleineren.
Om op ta lossen.
Voor grooteren.
Voor kleineren.
van
Dit plaatje netjes op ruitjespapier natee-
kenen.
De kleintjes mogen het ook op dun, door
schijnend papier overtrekken.
Daarna het geheel kleuren.
(Nadruk verboden).
Op 'n stralenden dag in het najaar,
Toen gingen ze hand steeds aan hand
Wet Moeder een wandeling maken,
Door duinen naar 't prachtige strand.
Het strand was zoo goed als verlaten,
Maar 't was er nu juist zoo heel fijn:
De zon en de lucht en het water,
Een licht- en een kleurenfestijn!
De zon werd al grooter en grooter,
Zacht rose tot hel rood gekleurd.
Toen heeft zo den strak blauwen hemel
Op éénmaal door midden gescheurd.
Ze zakte al dieper en dieper,"
Verdwenen was 't kleurenpalet
Zacht rose getint was de hemel,
Maar 't zonnetje lag in haar bed!
R. ASSCHER—
VAN DER MOLEN
(Nadruk verboden).
Bram schudde met Karei drie hectoliter
peren van een boom af.
(Nadruk verboden).
L Rhinoceros. Roo9, schoen, Hoorn, Nico,
hoos.
2. Zag je, dat de spin nog steeds bezig
was een web te maken? (esp.)
Oom had zES Parkietjes in zijn volière.
(esp en spar).
Heeft Marie schoone papieren in de
kasten gelegd? (eschj.
Henriëtte zal in de volgende week bij
ons komen. (linde).
Wat kijk je somber, Karei! Scheelt je
wat? (berk).
3. Vijzel, ijzel.
4. Cent, (Jont
1. hoekboek, graag vraag,
klaas baas, heeft geeft,
Jan van, past vast
2. D om burg Domburg.
5. Vijf vingers.
4. Appel, scha; Appelscha.
1. Kamraadsel.
Op den rug van den kam komt de
naam van een plaats in Zuid-Hol
land.
Op
den lo tand
een insect
2o
n
een bergketen In
e 3o
Europa.
n
een edelsteen.
4o
een overzeesche bezit
ting.
y*
öo
n
een kleur.
'n
6o
een deel van een et
maal.
2. Begraven lichaamsdeelen.
Tante, ik leer u graag nog meer nieuwe
spelletjes.
Je kunt dit zware pak niet meenemen
op de wandeling.
Mijn zakdoek viel bij ongeluk in een
plas.
Met dat noodweer stond het water weer
hoog in onzen kelder. (2)
Laat Hanneman of Bram onder de
bank kruinen om het vermiste voor-
werp te zoeken. (2)
3. Als mijn eerste en tweede samen een
getal vormen en mijn derde een deel
van je gezicht is, welke visch is dan
mijn geheel?
4. Ik ben nooil helder. Onthoofdt men
mij. dan word ik een buitenlandsche
munt.
1. Vlindertjes geel en ook vlinderties bruin
Stoeien er steeds nog bij mij
in den tuin.
Ook in het bosch is het nu aan den gang.
Maar het gestoei,
och dat duurt niet meer langt
Want: blaast Heer Winter weer boos
in het rond.
Dan vallen vlinders pardoes
op den grond.
Ken je die vlindertjes, dartel en blij?
Weet je het antwoord?
Kom, zeg het aan mij!
2. Welke kleuren kun je maken van:
w a b u
r u n i b
r a s a p "?^T
ergon
3. Vul de rijmwoorden in:
's Morgens, als de klok slaat zeven.
Dan bedenk ik mij niet
Maar ik spring mijn bedje uit
En kijk eerst eens door de
Als het reeent, dat het giet,
Dan huil ik daarom nog
Maar als 't zonnetje lief lacht,
Is het, of het op mij
Om te spelen.. Is 't niet fijn?
'k Houd toch zóó van zonne
's Morgens kijk ik eiken keer
Daarom 't eerste naar het
Als de wolken heel wild jagen,
Is 't of zij elkander
Altijd is er wat te kijk.
O, wat is die lucht toch
4. Met I ben ik een bolgewas, met p word
ik bij de kachel gebruikt, met M ben
ik een plaats in Limburg, met r ben
ik nadeelig om ingeademd te worden
en met str ben ik lang en smal.
(Nadruk Verboden).
Besté Nichten en Neven,
Deze week heb ik met plezier weer de cor
respondentie van de kindercourant beant
woord omdat mij daarbij bloek, dat jullie
allen weer terug komt. Het aantal briefjes
is weer grooter dan vorige week, waaruit ik
mag afloiden dat ik nu weer regelmatig
mijn vaste klantjes lerug krijg. En dan...
uit vele briefjes heb ik gelezen dat het wel
jullie in de nieuwe klas of op de nieuwe
school goed gaat. Dit vooral heeft me ver
heugd, want dan krijg ik in December weer
mooie rapportcijfers te zien. Ik wensch jul
lie allen verder veel secces met de komen
de repetities en.... een prettige korstva
cantie!
0 s
DE CORRESPONDENTIE.
B r u i n o o g. Je briefje was verleden
week té laat, het moet Woensdagsmiddags
om 2 uur in mijn bezit zijn. Nog wel bedankt
voor je gift.
S t r a w i n s k y. Je briefje was verle
den week veel te laai. Hou je veel van een
terrarium of meer van een aquarium? Zie
verder maar eens in den ruilhandel. Bc
dankt voor Je gift.
Kraai. Bedankt voor je mooie gift
Dat Is niet zoo mooi zeg, als je een steen
in je gezicht geworpen krijgt. Begint het nu
alweer beter te worden?
Balsemientje. Zoo'n tentoonstel
ling vind ik altijd bijzonder aardig; ik kon
er tot mijn spijt niet heen omdat ik reeds
bezet was.
Sneeuwwitje. Jo bent zoker wel
blij dat het handwerk klaar is hè; heb je
er je Mooder mee verrast Ik hoop, dat je
volgende week wat meer to vertellen zul
hebben.
Mosroos. Dat is mooi papier hoor:
een echt mooi cadeautje voor jol lk zal je
eens helpen met het sparen voor een vul
penhouder, zie maar eous in den ruilhan
del. Nog bedankt voor je roodbandplaatjcs.
Zwartkopje. lk geloof, dat jij een
nieuweling bent; natuurlijk ben je welkom
in onze rij van nichten en neven. Schrijf je
voortaan ook eens een babbeltje bij dc op
lossingen?
Moede r's H u 1 p. Hoe komt het, dat
je nooit do oplossingen der raadsels in
zendt? Diur kun je nu Juist een prijs mee
winnen! Zie verder maar eens in den ruil
handel.
O n r u s t. Ja. nu is het echt onstuimige
herfstweer aangebroken. Boeken zijn altijd
mooie verjaar-cadcaux; ik heb tenminste
nu alweer een boek gezien, dat ik op mijn
lijstje voor St. N'icolaas heb geplaatst.
Oranjeknopje. Dat is een prettig
voorui zicht: eerst naar een verjaarsfeest
en den volgenden dag naar de schoolbios
coop! Bodankt voor jc raadsels.
Robinson Crusoé. Het spijt ine
zeer, maar ik mag geen opstellen plaatsen,
welke reeds eerder in een andere krant heb
ben gestaan. Bedankt voor jo raadsel.
Sportmakker. Je vraagt nogal veel,
maar ik kan je maar aan een paar dingen
ervan helpen, zooals jc in den ruilhandel
wel zult zien.
Cupido. Nou, dan heb je al aardig
wat op je lijstje slaan. Als de Sint je dit
allemaal geeft mag je dubbel tevreden zfjn
en nu reeds beginnen niet extra zoet te zijn!
Eedankt voor je gift, welke ook weer wat
aan jou zal bezorgen.
Mirolijntjé. Ja, als er niet veel is,
kan ik ook niet veel geven. Maar jc moet
steeds vermelden wüt je wilt hebben!
Watergeus. Bedankt voor jc gift
Jullie boft toch maar, nauwelijks ben jo
weer aan de school gewend of er is alweer
een kleine vacantie! Ik wensch jc natuur
lijk ook mooi weor toe!
Ijsbeer. Als je met zoo'n mooi rap
port bent overgegaan zul je in de nieuwe
klas toch zeker ook wel behoorlijke cijfers
halen denk ik Het eenige wat erop zit, is
goed je best te doen.
Duikelaartje. Ik hoop, dat jo na
de verhuizing een langer briefje zult schij
ven. Dat gaat dan zeker wel hè?
Annemic. Wat schrijf jij allijd een
korte briefjes, hou je niet van schrijven, of
heb je maar zoo weinig te vertellen?
Tikoes. Ik heb toevallig deze week
een paar weegschaaljes gekregen, welke ik
voor je zal reserveeren.
Harold Lloyd. Neen boor, als jo
altijd nog maar zoo netjes je briefje in
stuurt als tot heden het geval is, ben ik
best tevreden. Ik heb nog maar heel weinig
doekjes, zoodat je niet veel moet verwach
ten.
Old Shatterhand. Ik geloof, dat je
inderdaad te hord hebt geroepen over bet
mooie weer, want het begint al aardig ie
veranderen! Je vraagt \eel, doch ik kan
helaas maar weinig geven, zooals je in den
ruilhandel wel zult zien.
Cl y via. Je hebt gelijk, in dat cene
raadsel zat een foutje, maar deze keer een
schrijffout. Heb jc het bock al uitgelezen.
Joh. Strauss. Nou zeg, wat is dat
lang geleden, toen ik van jou trouw iedere
week een briefje kreeg. Ik ben blij, dat js
nu weer zoo ver bent opgeknapt, dat je
weer kunt meedoen met de raadsels. Tot
mijn spijt heb ik geen enkele Vim-Don meer
Tjiftjaf.— Dat zijn mooie cijfers hoor,
waaroxcr je geen klagen behoeft te hebben.
Jc rapport zal dan ook hcusch wol weet
go_d zijn.
Goudplevier. Dat is altijd zoo: als
dc scholen weer begonnen zijn begint dc
liefhebberij voor de raadsels ook weer groo
ter te worden, lk heb ook nog wat voor jc
in den ruilhandel staan.
Kanariepietje. Jullie hebt toch
maar een uitstekend leventje: nu alweer
een paar dagen vacantie in het zicht. Het
ls om jaloersch op to worden! Ik zou bijna
weer naar mijn schooltijd gaan terug ver
langen, wil je dat wel gelooven? Denk je
dat je een mooi rapport krijgt?
Op do 3d rij: een plaats In Drente.
Op de ic rij: iets wat men in een school
bank vindt.
Op de 5e rij: het gevraagde woord.
Op do 6c rjj: een plaats in Limburg.
Op de 7e rij: een familielid.
Op dc Sc rij: een dier.
Op de 9e rij' een medeklinker.
II
(Van ltobinson Crusoé).
Mijn geheel is een plaats in Zuid-Holland,
welke met 14 letters wordt geschreven.
1. 7. 4. is een verblijf voor wildo konijnen,
3. 8. 14. is iets wat jo op school krijgt.
10. 9. 7. 5. 11. ls een meubelstuk.
0. 7. 2. 9. is een lichaamsdeel.
1, 12, 13, 10 is een verblijf voor mensohen
ONZE RUILHANDEL.
B r u i n o o g kan een Mickey Housc-speld
je komen halen.
Strawinskv kan een paar Verkade's
bonnen komen halen en een Mickey Mouse
speldje.
Een lezeres van do courant zond me
eenige Verkade's plaatjes en -bonnen, waar
voor ik haar namens de nichten en neven
vriendelijk dank zeg.
Kraai kan in ruil voor zijn van Nelle's-
bonnen en Sunlight-bon een paar kwatta-
soldaatjes komen halen.
Mosroos kan een paar Kwatta-soldaat
jes krijgen.
Moeders Hulp kan een paar Haust-
bonnen komen lialen.
Onrust kan een sigarettendoekje krij
gen.
Sportmakker kan een paar Hil'e's
bennen en Kwatta-soldaatjes komen afha
len.
Cupido kan een paar Hille's-bonnen
balen.
Watergeus kan een Van Houten's-bon
en een Droste-plaatjc krijgen.
Ijsbeer kan een paar sigarcttcndoekjes
krijgen.
Tikoes kan een paar weegschaaljes ko
men halen.
Harold Lloyd kan een sigaretten-
doekje halen.
Old Shatterhand kan een paar Hil-
le's bonnen komen halen.
Joh. Strauss kan oen cactusbon ha
len.
G o u d p 1 c v i e r kan een paar Hag-bon-
nen en roodbandplaatjes krijgen.
Alle bonnen en plaatjes kunnen Maan
dagmiddag na t w c o uur worden afge
haald.
OOM PIM.
I
De oplossingen.
VLIEGMACHINE
Langestraat
Interlaken
Elizabeth
Gorred(Jk
M a u r i t s (Martien)
Aalbes (Ananas)
Cello
Hand
Ida
N a
E
II
Eigen Haard is Goud Waard met de woor
den: wand, reiger, Gouda, Dina en haas.
De prijs is deze weck ten deel gevallen
aan Kraai, die hem Maandagmiddag aan
ons bureau kan komen afhalen.
Nieuwe raadsels.
(Van Oranjeknopje).
X
X
X
X
X X X X X X X X X
X
X
X
X
Op de krulsjeslijnen komt de naam van
een plaats in Noord Holland.
Op de-te rij; een klinker.
Op de 2e rij: een familielid.
DE GOUDEN BRIL VAN DEN BOER
VAN HET PANNEKOEKENLAND.
In Ons Eigen TIjdsclirilt, uitgave van de
firma C. J. van Houten schrijft Jo Kalmijn-
1 Spierenburg:
Toen Pleuntje-Marije geboren werd, dans
te haar vader, boer Japik van 't Pannekoe-
kenland, van louter plezier door de huis-
I kamer, zoodat de pulletjes op het kastje
stonden te waggelen en hij bijna zijn hoofd
stootte tegen de lage, ouderwetsche zolder-
I balken. Zoo blij was hij met het kindje.
I De baker schoof verbaasd haar ijzeren
brilletje recht op haar grapnig krom vogel-
neusje en schudde afkeurend het hoofd, zoo
dat de linten van haar witte muts heen en
weer fladderden.
Moeder slak op het lawaai nieuwsgierig
liet hoofd uit de bedstee en zo lachte om
i vaders malle grimassen tot do tranon langs
I haar neus biggelden.
Maar Pleuntje-Marije schrok zeker een
beetje van de uitbundigo ontvangst, want
ze slak een verontwaardigd rose vingertje
in de lucht cn huilde een deuntje van eie
eic-eie met een stemmetje zoo zachtjes...
Boer Japik was den koning te rijk. Hij
stapte door de wereld met den borst vooruit,
zoo trotsch als een pauw. De menschen
schudden de hoofden en zeiden lachend
tegen elkaar: „Hij is zoo arm, dat hij niet
eens een zijden pet heeft om meo naar do
kerk to gaan. Ze noemen hem niet voor
niets den boer van het Pannekoekenland.
Want zijn land is werkelijk niet veel groo
ter dan een flinke pannekoek. Zijn boerde
rijtje is zoo onooglijk en miserabel, dat men
het voor een molshoop zou aanzien. En zijn
oogst, och lieve ziel, daar zullen heusch
geen lien muizen zich dik aan eten. En
toch loopt hij rond met een gezicht alsof
hij met den koning niet zou willen rullen."
Neen, dat begreep niemand. Het leek wel
of er het een of ander achter stak.
Als iemand tegen boer Japik zei, dat hij
niet kon begrijpen hoe zoo'n arme drommel
nog zulk een plezier in zijn leven hebben
kon, dan schoof de oolljkerd zijn muts wat
scheef op zijn borstelige haren, krabde zich
eens geheimzinnig achter zijn groote ooron
cn antwoordde: „Tja menschen, daar steekt
ooi: een geheim achter. Ik wil het jo in alle
vertrouwen wel vertellen, maar dan moet jo
het niet vorder zeggen."
„Nee natuurlijk niet, boer Japik."
„Nu dan", zei het boertje langzaam, en hij
rolde vreeselijk met zijn oogen om indruk
te maken, „het komt dooi* mijn gouden too
verbril, die ik geérfd heb van mijn familie.
Die maakt mij schat-en-schatrijk. Want als
ik hem op mijn neus zet, verandert de heele
wereld. Dan zie ik plotseling bij tooverslag
mijn boerderijtje zoo groot als een kasteel.
Dan zie ik mijn land zoo uitgestrekt als de
zee. Dan zie ik mijn schuren tjokvol koste
lijk koren en dan zie ik mijn stallen gevuld
mot roodbonte koeien en moddervette var
kens. Dan zie ik mijn geldbeurs bijna bar
sten van 't goud. En dan voel ik mij de
gelukkigsto kerel, die er op twoe beenen
rondloopt."
Dc menschen gingen weg, heelemaa! on
der den indruk van het verhaal, maar ach
ter hun rug trok boer Japik van het Panne-
kookcnland een langen neus.
Wat waren het boertje en zijn vrouw ge
lukkig met Pleuntje Marilc. 'Niets' was goed
genoeg 'vodr het kleine ding. Van een oude
slee knutseldo Loer Japik ccn prachtigo
lage wiog. Moeder maakto er ecu blauw ge
ruit bctljo i" en een bont fleurig lappen-
dekentjc, zoodat het een knus warm bol
letje werd om een dutje In to doen.
Pleuntjc-Marijo sliep dan ook als een prin-
sesjo.
Toen het kindje een beeljo grooler gewor
den was timmerde vader Japik un moolo
rechte latjes een hoogon kinderstoel, zoodat
hot was alsof Pleuntje-Marije oen cchl prin
sesje was, dat op haar (roon zat. En moeder
maakte handig uit een rood buaicu ick een
warm jurkje. Om strijd werd het klpi.io
meisje verwend en vertroeteld A!s boer
Japik en zijn vrouw aardappels met spek
vet aten cn rijstebrij, at het prinsesjo apart
lekkere hapfos. Zoo'n teer maaeie kon im
mers dien grnven boerenpot niet vcrrl neen.
Zoo ging het met alles. Totd«.t het kleine
Pleuntje Marijo zich ging verheelden, dat
iedereen bestond voor haar plezier. Ze slak
haar neusjo in de lucht als ccn heusch
prinsesje.
Maar daar kwam eindelijk de dag, dat ze
naar school moest. Dat was me een gebeur
tenis Pleuntje-Marije voeldo zich zoo ge
wichtig alsof ze oen reis naar de noord
pool ging maken.
Zo kreeg spiksplinternieuwe klompjes
aan, en moeder spelde haar eigen Zonrtag-
sche geruite doek onder haar kleine kin
netje. Toen kreeg ze een dikke boterham
met koek en een vuurrooden appel in haar
boterhamzakje. En daar ging ze aan vaders
hand!
Moeder zwaaide met haar schort zoolang
ze het tweetal op het weggetje zien kon en
eigenlijk har] ze gronlen lust om een deuntje
te huilen, toen ze daar haar kleine prinsesje
zoo heen zag slappen. Maar Pleuntie-Marijo
dacht aan geen tranen. Den heelen weg
over had ze het grootste woord. Haar ra
teltje stond geen oogenblik stil. Maar och
heden, toen ze om vier uur weer naar huis
ging! Toen stapte ze niet meer parmantig
en gewichtig. Hot kleine ding liep op een
sukkeldrafje het weggetje naar huis F,n ze
snufte voortdurend verdrietig met een
vuurrood neusje. Wat leek het weggetje
vandaag eindeloos lang.
Het mooie boterhamzakje, dat moeder zoo
keurig genaaid had van een zakdoek met
roodo nulletjes, bengelde af en too in het
slik zonder dat Pleuntje-Marije het merkte.
Naar huis, naar huis! Eindelijk daar was
het boerderijtje. En daar stond moeder al
op den uitkijk. Maar nu barstte Pleuntje-
Marije ook in tranen uit. Ze snikte nog
toen ze al lang veilig cn wel in het knusse
keukentje voor het fornuis zat.
Met horten en stooten hoorden vader en
moeder het heelo verhaal Alles was even
akelig geweest op school. De kinderen van
de rijke boeren kwamen op gesp schoenen
naar school cn lachten om Pleuntje Marije's
witte klompjes. Ze droegen ook hoeden met
linten cn zijden bloemen en trokken den
neus op voor dc geruite doek Ze hadden
de boterhammen in beschilderde en ge
kleurde trommels op den rug. En ze von
den Pleuntje Marije's zakje met roode nul
letjes bespottelijk.
En één meisje had gezegd: „Kind, met
jou praten we niet. Want jij bent maar de
dochter van den boer van het Pannekoe
kenland."
Pleuntje-Marije snikte onnieuw, toen ze
aan de beleediging dacht. Ze wou óók naar
school op gespschoencn Ze wou óók een
hoed op met ritselende bloemen Ze wou
óók haar boterhammen in een trommel.
Want ze was toch precies zoo rijk als do
anderen.
Maar boer Japik keek bedenkelijk voor
zich uit. „Ik dacht altijd, dat u heel rijk
was, vader", zei Pleuntje-Marije verwijlend.
Maar toen nam de boer van het Panne
koekenland zijn meisje op de knie, net of ze
nog heel klein was. En hij begon haar to
vertellen van den tooverbril.
„Kijk, Pleuntje-Marije, als je zoo ons klein
boerderijtje ziet cn ons klein lapje groncl
en onze magere koe, dan geloof je, dat we
zoo arm zijn als een rat. Maar nu zetten
we, wip, den gouden tooverbril van de te
vredenheid op onze neus. En wat gebeurt
er? Het ls alsof alles verandert In de
wereld. Want wo denken: arm zijn we wel,
maar we hebben twee flinke handen. We
hebben een kostelijke gezondheid. We sla
pen nooit als bedelaars onder den bloolen
hemel. En wo eten eiken dag ons buikjo
vol. En dan hebben we elkaar! En dal is
nog grooter rijkdom dan landen en huizen
en schoenen mot gespen en hoeden met
bloemen."
Nu moest Pleuntje-Marije werkelijk even
tjes lachen. Alles was nog zoo akelig niet
als ze straks dacht. Hier zat ze in de gezel
lige, veilige keukon. Het fornuis snorde en
mnedpr roerde met den grooten pollenel In
de dikke rijstebrij, zoodat jo er honger
van kreeg. En vader lachto zoo gelukkig on
tevreden.
Toen was het of Pleuntje-Marije geleerd
had te kijken door vaders gouden toover
bril.
Van dien dag af werd ze een tevreden
deerntje. Als ze moeder hielp en als ze naar
school ging. zong ze zachtjes. Haar gezichtje
straalde ook alsof zo altijd aan iets pret
tigs dacht. Om schoenen met gespen en een
hoed met lint vroeg ze nooit meer. Ze droeg
haar geruiton doek en haar witte klompjes
heel tevreden.
En als iemand soms tegen haar zei:
„Pleuntje-Marije, ik begrijp niet, hoe jij
'och altijd zoo vronlijk en opgeruimd kunt
zijn. Je bent toch de dochter van den boer
van het Pannekoekenland", dan deed ze net
als haar vader.
Ze glimlachte heel geheimzinnig en zei:
„Ja dat wil ik je wel vertellen, maar bet is
eigenlijk een geheim. Wij hebben in dc
familie een gouden tooverbril. En vader
heeft me geleerd hoe ik er door kijken moet.
Als we hem op onze neus zetten ls alles
zonnig en prettig. En dan is dc heelo wereld
van ons."
De menschen vonden het een wonderlijke
geschiedenis. Ze schudden het hoofd cn zei-
den verwonderd: „Zooo!" Ze waren wel eon
beetje jaloersch op dat familie-erfstuk.
Maar als ze heen gingen cn.zlch omkeerden,
lachte Pleuntje-Marije, die rakker, sllllctjcs
in haar vuistje. -