Nieuw Parijs
DË OUDEJAARSAVOND DER TORENKLOKKEN
Langestraat 35. Tel. 308
Gezelschapspelen
Dam-
Schaakspelen
Tric-Trac horden
SALON
WESTERMEIER
Korte Gracht 4 b
Tel. 1019
Voor artistieke
Kapsels
Kleur- en Knipplaat
TOCt. EEN GOED BON!
Opgericht 1901
NIEUWJAAR
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
Een sneeuwpop stond met Nieuwejaar
Heel deftig cn parmant
In 't hoekje van den grooten tuin.
De sneeuw lag nog op 't land,
Heer Zwartrok zag den witten baas
En kraste 'li vroolijk lied:
e- Geluk in 't Nieuwejaar, terwijl
Ik je mijn wenschen bied!
Dc lieelc zwart-en-witte plaat
Kan netjes opgezet.
Je kent dit werkje,stellig wel.
Begin dus! Opgelet!
En onze wensck aan tj.llen, die
Dit lezen, groot on klein,
Luidt: Dat je ia bet Nieuwejaar
Gelukkig steeds moogt zijn!
(Nadruk verboden).
X i e u w j aars v c rli a a I
door
C. E. DE LILLE HOGERWAARD.
„Hè, wat jammer! Geen snoeuw en ook
jgqen ijs!" dacht Elsje Rovers, toen zij op
Nieuwjaarsmorgen het gordijn van haar
slaapkamertje haastig opentrok om te zien,
of het Nieuwe .Taar goed, dat wil zeggen:
met echt winterweer begon.
I tZe had het cn met haar zeker velen!
erg jammer govonden, dat de Korstva-
cantie tot nu toe niet opgeluisterd werd
sneeuw- of ijsvrcugd en zo hoopte
aar, dat het Nieuwe Jaar zou goedmaken,
wat het Oudo in haar oogen had verzuimd,
ffl't Was dus een leelijke streep door do re
kening, dat hot stortregende. Regen was er
wt ten minste volgens Elsje al meer dan
genoeg gevallen in het Oude Jaar.
';l|Lang tijd om zich in allerlei bespiegelin
gen over het weer te verdiepen, had de hel
din van ons verhaal niet. Zc moest zich
immers vlug aanklccdcn om, zoodra zij
klaar was, Vader en Moeder Nieuwjaar te
wenschen! En dan na het. ontbijt naar
Oma! Ze zou haar regenplunjo maar aan-
tijekken. Och, eigenlijk vas die regen niet
zoo vreesclijk erg, zoolang hij haar niet
weerhouden kon naar Oma te gaan cn...
dc regendruppels moesten wel een rousach-
jtigo afmeting hebben, wilden zo Elsjc's be
zoek op Nieuwjaarsmorgen aan Oma ver
hinderen!
1 Toen Elsjo tegen half elf gereed stond om
maar Oma te gaan, vroeg Moeder haar, of ze
op haar terugweg even langs Sientjc, de
werkvrouw, wilde loopen, om Ijaar te vra-
de volgende week Dinsdag in plaats
an Woensdag te komen, 't Was hoogstens
n paar minuten om.
Nti, dat wilde Elsje graag doen, want
ientje had een schattig klein kindje van
ireè aaar, dat zc tot. grooto vreugde van
lsje wei eens een enkelen keer had mee-
[ebracht, als Moeder Sicntje onverwachts
oodig had. Meestal ging de kleipo Rikie
later naar haar grootmoeder toe, die dik
wijls op 't kind paste, als de moeder uit
/erken was.
Elsje vond het dan ook wat leuk het
ileino ding, dat al zoo lief begon te babbe
len, weer eens te zien. Misschien zou ze
wel even tijd hebben om met. haar te spe
len.
U Vroolijk stapte Elsje in den piassenden
ifofien naar Oma. dio haar kleindochtertje al
vóór het raam stond toe to wuiven.
In haar ongeduld vond Elsje, dat oude
Grietje erg langzaam werd cn allesbehalve
vlug opendeed. Zij gaf zich echter geen re
kenschap van het feit, dat Grietje wel eens
heelcmaal boven zou kunnen zijn.
Eindelijk! Slof-slof! daar kwam ze aan.
Nu nog even wachten en de voordeur
ging open.
„Dag Griet! Veel heil cn zegenriep
Elsje, terwijl zij haar voorbijstoof om naar
Oma te gaan.
Haastig liep zij naar de deur van Oma's
zitkamer cn nog had zij haar niet achter
zich gesloten, of haar „Ilcel veel geluk in
't Nieuwe Jaar, Oma!" klonk dc oude dame
reeds tegemoet.
Ook Oma wcnschte haar kleindochtertje
allo mogelijko goeds, ul deed zij dit dan
ook op kalmer wijzo dan Elsje.
Maar het meisje had hot immers van Oma
willen winnen!
En dal had zc vast en zeker!
Gezellig bleef ze een poosje bij Oma bab
belen, tot het eindelijk weer tijd werd om
op tc stappen.
Met den Nicijwjaarsrijksdaalclci' van Oma
veilig in haar laschje geborgen, de oude dame
vóór het raam nog eens vroolijk toewui
vend, aanvaardde zij den terugtocht.
Eerst liep zij den weg, dien zij gekomen
was, maar spoedig sloeg zc at om in het
Achterom even hij Sientjc aan te gaan.
Ook daar werden Nieuwjaarswenschen
gewisseld en de kleiqc Rikie klapte in do
handjes van plezier. Ze kende Elsje al en
het. duurde dan ook niet lang, of die twpe
waren druk aan 't spelen, tot Sientjc einde
lijk Elsje er aan herinnerde, dat zc nu toch
naar huis moest.
Met schrik zag Lisje up hei klokje in
Siontjc's kamer, dat het al twaalf uur was.
Vlug ging ze daarom naar huis. Sientjc zou
Dinsdag komen.
Het regende nu niet meer en 't leek wel
of de Zon haar Niejjwjaarswensch aan de
Aarde wilde afsteken.
Een paar straten verder zag Elsje die
eeji echte kindervriendin was plotseling
Daantjo v&n den groentenmaq, het aardige
kereltje, dat wel eens met zijn Vader mee
mocht rijden, als deze de klanten lapgs
Sing.
Maar hier woonde hij toch niet! Elsje
wist precies, waar de groontenwinkol was,
wapt ze had er met Moeder wel eens een
boodschap gedaan, 't Was tweemaal een
boek om.
Parmantig trok het kereltje een klein
karretje voori cn juist wilde hij overste
keu en naar Elsjo toe loopen, loon onder
luid getoeter oen auto den hoek der straat
omkwam.
Daantje schrok ervan, wilde met zijn kar
retje haastig terugkeeren, doch kwam
daarbij te vallen.
Gelukkig had de chauffeur het kleine
baasje daar midden op den weg bijtijds op
gemerkt en voldoende kunnen uitwijken om
hem niet aan te rijden. Eén der auto-ban
den had het karretje nog geraakt, maar
dat was natuurlijk minder.
Doodsbleek van schrik had Elsje het heele
tooneeltje gadegeslagen, dat zich in slecht9
enkele seconden afspeelde, doch haar een
eeuwigheid leek te duren. Zli liep vlug naar
het kereltje too om hem weer op do been
te helpen. Hij schreeuwde geweldig, maar
Elsje begreep, dat dit meer van schrik was
dan van pijn, want hij had geen enkel
schrammetje en kon goed loopen.
De chauffeur van den leegeii auto kwam
naar hem toe, tooverdo oen reep chocola
uit zijn zak en... 't ventje hield langza
merhand op mot huilen, nu cn dan nog
even nasnikkend.
Toen de chauffeur zag, lioe goed alles
afgeloopen was, zocht hij zijn plaatsje ach
ter 't stuur weer op en reed verder.
Elsjo bekeek het karretje, dat deerlijk
gehavend was cn toen Daantje do schade
zag, dio z ij n auto geleden had, barstte hij
opnieuw in tranen uit en bleek hij ontroost
baar to zijn.
Er waren eenige vrouwen komen toe
schieten, maar niemand vermocht dien
tranenvloed te stelpen, tot Elsje eindelijk
zei:
„Eu zal ik Daantje nu eens naar huis
dragen, naar Vader? Vader is zöo knap! Die
kan Daantje's» auto wel weer maken!"
Deze woorden schenen den kleinen jongen
te troosten en Elsje nam hem in haar ar
men, met één hand het verongelukte kar
retje vasthoudend.
„Vader auto maken!" zei Daantje, als
wilde hij zichzelf moed inspreken. „Meisje
Daantje naar Vader dragen!"
„Ja, hoor! ik zal je naar Vader dragen!"
beloofde Elsje.
Ze had oen kleur van inspanning, want
Daantje's gewicht viel niet meel Ze moest
hem zelfs eens even neerzetten om wat uit
te rusten, maar toen do waterlanders weer
in aantocht schenen te zijn, haastte zij zich
haar vrachtje opnieuw op te nenjen.
Eindelijk sloeg zij den tweeden hoek om cn
zag zij den groentenwinkel, waar Daantje's
Moeder al stond uit te kijken en luid haar
ventje riep, dat natuurlijk niet zoo ver wej
had mogen loopen.
Zij liep Elsje vlug tegemoet, nam Daantje
van haar over cn bedankte haar vriende
lijk voor haar hulp. Zoodia zij hoorde, wat
er gebeurd \sas, riep zij ontdaan uit:
„Dat heeft maar heel weinig gescheeld
of hij had een ongeluk gekregen!
En toen zij met Daantje op schoot in het
kamertje achter den winkel zat, nam zij
zich stellig voor, den kleinen man geen
oogenblik meer uit het oog tc verliezen, als
hij buiten speelde. Innig dankbaar was zij,
dat het nog zoo good was afgeloopen.
Intussclien liep Elsje, zoo vlug als haar
moeheid dit toeliet, naar huis. Ze was voel
to laat! Plotseling zag ze, dat haar regen
mantel gescheurd was. Natuurlijk van het
karretje! Wat zou Moeder wel zeggen? Dat
was al een heel slecht begin van het Nieuwe
Jaar!
Maar toen zij even later alles aan Moeder
verteld had, zei deze, terwijl zij den ge
scheurden mantel bekeek:
,,'k Geloof wel, dat ik 't netjes zal kunnen
stoppen."
Glimlachend voegde zij er aan toe:
,,'t Was tóch een goed begin, Elsje!"
En Elsje begieep heel goed, wat Moeder
met deze woorden bedoelde,
(Nadruk verboden).
'door
CORRY DOMMERING.
In het centrum der slad stonden drie
kerken, dio alle drie een hoogoo toren had
den, waarin zich een groote klok bevond.
Omdat die torens zoo hoog waren cn ver
boven de daken der huizen uitstaken, kon
den zij elkander goed zien cn gebeurdo het
dikwijls, dat ze 's nachts, als het rustig
was in de stad, samen een praatje maak
ten. Zc waren in den loop der jaren goede
vrienden geworden en het was werkelijk
geen wonder. Zo hadden heel veel meege
maakt en er gebeurden steeds weer nieuwe
dingen om hen heen. Huizen werden ge
bouwd er. andere afgebroken, een felle
brand had het groote postkantoor gedeelte
lijk verwoest cn zoo beleefden ze steeds
weer niruwo avonturen, waarover zc sa
men praatten, als de menschcn sliepen cn
het geraas der trams was opgehouden.
Vooral dc groote kerkklok voelde zich. Ze
had een heclen tijd niet meo kunnen doen
met do gesprekken, omdat do mensehen
met haar bezig waren, maar toen deze
klaar waren, vertoonde zo zich op oen
avond in oen verblindend licht. De twee
andere klokken koken er met de grootste
verbazing naar. N'cc, zoo iets hadden zc
nog nooit gezien de wijzers van dc groote
klok waren een aaneenschakeling van klei
ne eicctrischc lampjes cn ook dc cijfers
waren vollicht. Met was prachtig en geluk
kig waren ze heelcmaal niot ijverzuchtig,
want de grooto klok voeldo zich geweldig.
Alle menschen zouden nu op do straat blij
ven staan om naar haar te kijken cn ze
kreeg medelijken met haar twee vriendin
nen die zoo bescheiden in het donker ble
ven. Maar lang behoefde ze er geen mede
lijden mee te hoblicn, want het zou al spoe
dig blijken, dat uiterlijke schijn toch niet
altijd het mooiste is.
Hot was Oudejaarsdag. „Luister goed,"
liep de klok van het kleinste kerkje. „Van
middag wordt hier beneden mij oen prach
tig concert gegeven en de klokkenluider
zal vannacht het nieuwe jaar inluiden."
„Jij hebt het mooiste orgel van allo kerken
in de stad," antwoordde de derde klok. „Ik
heb niets bijzondors, waar ik me op beroe
men kan mijn kerk staat een beetje uit
de buurt, maar juist omdat ik niet zoo
gestoord word door al dat geroezemoes in
de stad, ben ik meer dan jullie in staat om
wat dieper in de huizen te kijken. En als
jullie het goed vindt, zal ik vanavond het
laatste uur van het jaar eens wat vertel
len van hetgoen ik zoo heb meegemaakt.
Misschien weten jullie ook wel wat. Zoo
vieren wij den Oudejaarsavond op &nze
manier."
Het was elf uur. De 'drie klokken wacht
ten tot zij hun plicht gedaan hadden en
haar elf slagen hadden doen hooren. Toen
verhief dc klok, die beloofd had lief een cn
ander te vertellen, baar stem die alleen
hoorbaar was voor haar beide vriendinnen.
„Ik heb dit jaar het meest gelet op de
kinderen, die in mijn buurt wonen en je
moest eens weten, wat een plezier ib dik
wijls gehad heb, hoewel ik eerlijk moet bc.
kennen, dat ik ook wel oens heol verdrie
tig ben geweest. Je weet niet half, wat oen
groote verantwoordelijkheid ik op mij heb
genomou door ieder uur en balt uur vau
den dag te slaan. Op mijn bevel gaan do
kinderen naar bed en och, wat zijn er dik
wijls lastige bengels, die hun vader en moe
der verdriet doen door hun ongehoorzaam
heid! Iu plaats dat ze dadelijk naar bed
gaan, als het hun gezegd wordt, treuzelen
zo zóó lang, dat hun ouders boos worden
en ik een laatstcn waarschuwenden slag
moot laten hooien.
En dan de kinderen, die niet cjadelijk'
gaan slapen! Oh, oh, wat bezorget} dio
hun vader en moeder oen lastl Wil je wel
gelooven, dat ik dikwijls mijn oudo hoofd
schud en denk; „Kon ik daar maar waf
aan doen!" En weet je, wat ik toon verzon,
non heb? Ik heb mijn wijzers wat harder
laten draaien en zoo kwam 't, dat ik tien
minuten voorliep en op dien avond zeiden
de ouders tegen hun kinderen: „Het is nl
laat, hoor maar, do torenklok slaat jul
lie moeten naar bed." En toen do stoute
kinderen in hun bed lagen, en in slaap
vielen, heb ik mijn wijzer uit dc plaat ge
nomen cn dien als oen waarschuwenden
vinger lot hen opgeheven en loen hadden
julljo eens moeten zien, hoe weinig praat
jes zo hadden! Ik heb hen boel streng
aangekeken en gezegd, dat ze nooit meer
ongehoorzaam mochten zijn en mij moes-
ton beloven, bij den ingang van hot nieuwo
jaar hun best te zullen doen om precies op
tijd naar bed te gaan, dan zou ik ben hel
pen, maar anders zou ik hen weer foppen
door opzettelijk voor te gaan loopen. En ik
geloof wel, dat ik 't gewonnen heb. Jullie
kunt jo niet voorstellen, hoovcel plezier
me dat doet, vooral voor dio arme ouders,
die zooveel voor bun kindertjes doen en or
zoo weinig gehoorzaamheid voor toiugkrlj-
gen. Maar natuurlijk zijn er ook genoeg
kinderen, die, zoodra ze mij hooreq, zonder
tegenstribbelen of zeuren naar hun bedje
gaan on heel vlug iri slaap vallen. Zie je,
die kindertjes vertol ik dikwijls een mooi
verhaaltje, vooral als ze eèn enkel keertjo
moeite hebben om in slaap te komen
dan liggen ze al te luisteren naar mijn
stem en iederen keer, dat ik me laat hoo
ren, zing ik een liedje, net zoo lang tet zij
in slaap vallen."
„Ja, je hebt wel oen prettig op rustig
loven," antwoordde de klok, wier kerk het
mooiste orgel bad. „Maar ik boleef aok
mooie dingen. Je moest eens weten, hoe bti
mij de menschen naar binnen stroomen. als
er een concert gegeven wordt zooals van
daag op Oudejaarsdag. Ik mocht hot uur
aangeven, waarop het beginnen zou cn j«