FILMS DIE WIJ HIER NIET ZIEN
EEN DRAADJE IN DEN OCEAAN
DE TOEKOMST EENER ILLUSIE
AVOND
SCHOENEN
Joh. Bottinga
PRIJSVERMINDERING
QROOTE
in de betere
Langestr. 28 Tel. 59
Als de winter komt
Sluit U aan by de
Amersfoortsche Radio
Centrale
Het oerhocgt Uw gezellij-
heid in hais
Kantoor:
Lange Bergstr. 13
Telefoon
462
Aan boord van een kabel-reparaiieschlp
door
ANTON E. ZISCHKA.
Hebt u wel eens getracht met geblind
doekte oogen een draadje garen uit een
badkuip tc visschcn? Niet zoo eenvoudig,
wel Nu wij zijn thans bezig uit den
Atlantischen Oceaan eon kabel op te vis-
schen, die men met twee handen geraakke
lijk omspannen kan en die zoo ongevoer op
4700 Meter diepte op den zeebodem ligt!
Of liever: wij zoeken de uiteinde van den
kabei, want de transatlantische leiding is
gebrokeD.
Mijn avontuur met de „John W. Mackay"
begon in het Newyorksche station van een
Amerikaansche transatlantische kabel
maatschappij. Mijn vriend Johnny O'Brien
zat aan het toestel. En plotseling was de
lijn „dood", had hij Londen verloren! Nn
dat is een dagelijks voorkomend iets
Want er kunnen stormen opsteken, die de
zee omwoelen, zoolang, totdat de kabc'
breekt, er kunnen stoomtreilers voorbijko
men, die hun anker juist in den kabel
worpen, of er kunnen ijsbergen opkomen
die bij New-Foundland aan den grond ra
ken en den kabel verpletteren. En als dat
alles niet het geval is, dan zorgt een on
derzcesche aardbeving wel er voor. dat de
kabellcggers nooit zonder werk zitten.
De radiotelegrafistcn van de maatschap
pij zochten onmiddellijk verbinding mei
het kabelschip „John W. Mackay". Hel
kwam naar Halifax en op een wijze, die ik
hier niet nader beschrijven zal, wist ik te
bereiken, dat men mij meenam. Daarna 1^
dagen lang niets dan zware zeeën, stor
men, nevels en wervelwinden, één dag zon
ncschijn en dan weer 9 dagen storm, ijs en
buizenhooge golven
En tóch.... vischte kapitein Livingstone
de kabeleinden op en liet ze weer aaneen
hechten! Op welke wijze?....
Twee-en-twintig lijnen verbinden Europa
met Amerika. Men weet, waar zij liggen,
want de kabellcggers hebben zoo ongeveer
de beste zeekaarten ter wereld. Maar don
breekt er plotseling zoo'n lijn en do beide
uiteinden blijven natuurlijk niet op de
plaats liggen, waar zij gebroken zijn. Stroo
raingen en grondbewegingen laten een ka
bel niet met rust. Men moet inderdaad
„zoeken". Met een galvanometeren mot
een schip, dat er uit ziet als een luxe-jacht,
glan/end wit, glimmend en blinkend, maar
driemaal zoo groot als een jacht. Een schip
dat tanks heeft, met vele Kilomctors kabel
en dat ook bij halfvolle ruimen op de gol
ven schommelt als een kameel in de
woestijn. Zelfs reeds bij vlakke zee. Maar
kabels breken haast uitsluitend bij
storm. En de kabelleggers trekken er da
delijk na het. breken op uit om te reparee-
ren. 24 uur per dag moet de lijn in wer
king zijn om genoeg dividend op te leve
ren, ieder uur van oponthoud kost duizen
den guldens.
De „John W. Mackay" baant zich in het
zwaarste weer een weg door de golven,
door nevel en storm, cn al had men mij
niet verboden om te fotografceren, bij dit
licht
De marconist heeft de handen vol. Pc
chef-electricicn zit in zijn werkplaats, die
er uit ziet als het laboratorium van den
een of anderen professor, de navigator re
kent en rekent. Want op een bepaald punt,
midden in den Oceaan, moet aangestuurd
worden. Een punt, dat op de kaarten van
den kabellegger is aangegeven. Het land
6tation heeft namelijk vastgesteld, dat de
eerste breuk op 899 Mijl van New-York ver
wijderd is. Hoe men dat berekende? Plet
is bekend, dat de electrische weerstand in
een directe verhouding staat tot de lengte
van den geleider. En die geleider is de ka
bel! En de waarde, die iedere Mijl kabel
aan electriciteit bevat, is bekend, die heeft
men hij het leggen vastgesteld. De bereke
ning is dus eenvoudig. Minder eenvoudig
is het, de speld in de hooischelf, in dit ge
val het punt in don oceaan te vinden.
Maar het werd gevonden. Door radiopei
ling, enz. Door middel van het echo-lood
kan men_.de diepte tot den zeebodem me
t^n. De tijd, die het geluid aflegt tot aan
den zeebodem, waar het teruggekaatst
wo: Jt en weer opgevangen, geeft de diepte
o.jfi. Op de plaats aangekomen, maakt de
«John W. Mackay" een sierlijke boog. en
manoeuvreert zoodanig, dat de boeg lood
récht op de kabel komt te staan op onge
veer 5 Mijl afstand van de vermoedelijke
plaats hiervan. Een grondproef wordt ge
nomen en daarna het daarbij passende
speelanker gekozen. Er zijn er, die de vorm
van een tang hebben, spiraalvormige, groo-
te cn kleine, voor iedere bodemsoort een
bepaalde. Maar alle sluiten zich automa
tisch om de kabel heen, als zij er langs
gaan.
Tweeduizend tweehonderdtwintig Kilo
gram waterdruk rust hier op iedere vier
kante centimeter van den kabelEn wij
neginncD het anker verder te slccpcn. Met
oen snelheid van één mijl per uur. En in-
uerdaad wij hebben geluk. Maar op het
geluk alleen gaat geen enkele kabellcgger
af. Voor den start zetten wij een boel bui
tenboord. een stalen boei van 6 voet door
snede met blinklichten. Dikwijls kruist het
schip drie weken rond. Dan weet men ten
minste, waar de kabel niet is. Living
ston, do kapitein, is op het dek, verliest de
groote schijf niet uit het oog, waardoor
de weerstand van het sleepanker wordt
aangegeven, de kracht, waarmede dit. aan
de lijn trekt. Op de brug staat de tweede
9tuurman en stuurt net schip met den
machinetelegraaf, want het roer is niets
waard bij dit tempo. Men stuurt met de
schroeven. Een uur zoeken wij, nog een,
nog twee, nog vier! Livingston gaat zitten
op de staalkabel van het sleepanker, want
zijn kunst, zijn aangeboren talent is het te
voelen of de kabel beet heeft, Livingston
zit in rlen storm op de staaldraad, die in
zijn lichaam snijdt, hij wacht, hij zoekt...
dan een kreet! Wij hebben de kabel
Dadelijk stoppen, want deze kabel is 40
jaar oud en nog al breekbaar. Er kan aarde
boven op liggen en als wij to hard trek
ken. kunnen er uit één breuk tien andere
ontstaan. Voorzichtig wordt de druk be
proefd. de wijzer is omhoog gedraaid, het
anker zit. Acht uur duurt het, voordat de
kabel goed en wel uit het grijsgroene wa
ter opduikt.
F.n dan begint het eigenlijk pas. Als een
reusachtige zeeslang komt de kabel uit het
grijsgroene water tc voorschijn, bedekt met
planten en begroeid met schelpen. Het ein
de iiP.bbe.n wij nog niet. Maar de chef-
ingenieur in dn proefkamcr laat vanaf de
uitgezette boei een leiding leggen, hij werkt
met speciale galvanometers, berekent nauw
keurig den weg tot het einde van de ka-
hel. Langzaam vaart de Mackay langs de
kabel. Reuzenboeien houden het einde b^»-
ven water. Het eene einde. Waar zal het
tweede zijn? Drie miil of tachtig mijl van
ons verwijderd?... Weer hetzelfde, weer
onweer, storm, een voortdurende strijd met
den oceaan. Twee tot vijf duizend dollar
kost een mijl k-hel!
Acht dagen zoeken wij, vinden wij nict9.
Steeds minder hooren wij de klanken van
de gramofoon in de leeszaal, de gesprek
ken van do racnschcn verstommen allengs
5Ü00 Dollar kost een week varen met den
kabellegger. Maar een veelvoud daarvan
komt er minder binnen aan telegrammen.
Zoekenzoeken. Men jaagt op een klem
dun draadje in de zeeAardmassa's moe
ten den kabel begraven hebben, verande
ringen van den zeebodem... Livingston
laat het gevonden uiteinde mot een nieu
wen kabel verbinden, legt 12 mijlen uit
20, nu 34... Een dag van duisternis, nevel,
eeuwig gebrul vari den misthoorn; het
schip zwaait cn stampt, zoodat 12 van de
93 man halfdood zijn. Reeds langen tijd doe
ik niets anders dan verlangen naar het
einde van dit avontuur. Maar dan komt er
tenslotte één dag, waarop de zon zich weer
vertoont, waarop de storm de woorden
niet meevoert, zoodra zij gesproken zijn. Al
len leven weer op. Enof het zoo moest
zijnLivingston vindt het tweede kabel
einde!
Vierendertig jaar is de „eerste hydro-
graaf' reeds werkzaam voor de maat
schappij, 40 jaar de machinemeester van
de trommels. Maar steeds gaat er weer een
golf van vreugde over de geheele beman
ning, als dc kabel weer hersteld is, als de
radiotelografist aan dek komt en meldt,
dat alles „O.K.' is, dat het kuststation ae
herstelling van de verbinding heeft gemeld.
Want dat is nog niet steeds zeker. Het kan
zijn, dat de fcabvl op meerdere plaatsen
gebroken is, dat de eerste herstelling nog
geen verbinding geeft. Dan moet er wéér
gezocht worden.
Eerste steward Smith komt met zijn beste
spullen voor den dag; do tafel is dien dag
bijzonder feestelijk; Livingston steekt zijn
pijpje aan, tot der. laalsten man is men
vergenoegd aan boord.
De „John W. Mackay" vaart naar huis...
Misschien zendt men het schip halverwege
de haven alweer ergens anders heen. Brand
stof is er voor drie maanden aan boord.
„Hard werken hij ons", zegt dc kapitein
in zijn telegramtaaltje, „clc kabels... do
zenuw en cler wereldoveral zijn die ze
nuwen kapot..."
Beursberichten cn wereldschokkende tij
dingen loopen weer door do draad. De man
echter, die het telegram aan het loket af
geeft, denkt alleen ovor.de prijs van die
woorden- En hij weet niets van dc eeuwigen
strijd tegen het geweld van de zee, van den
storm, hij weet niets van kabel leggers en
dat jaarlijks vele malen onbeduidende
draadjes uit een oceaan gevischt moeten
worden... Onbeduidend?
door
H. G. CANNEGIETER.
Het is de titel van het boek van Freud
waarmee de volgende beschouwing verder
in geen enkel verband staat. Maar de titel
op zichzelf dwingt tot nadenken. Hééft een
illusie een toekomst? En h02 stelt men zich
deze toekomst voor?
Do illusie is als zoodanig het tockomöt-
Iooze. Had zij toekomst, zij zou geen illusie
zijn. De toekomst eener illusie is noodwen
dig negatief. Want. illusie is in strijd met
de werkelijkheid, slaat daar buiten en daar
tegenover. Zij behoort tot het rijk der
schimmen.
Men kan een illusie vergelijken met het
aroma, dat ontsnapt, wanneer men een
flacon parfum opent. Een heerlijke geur
stijgt op en bedwelmt oen moment do zin
nen. Maar het volgende oogeiiblik is de
vluchtige stof in het luchtruim verdwenen,
opgelost, weggevaagd, tot ondeelbaar fijne
bestanddeelen verwaaid
Men kan een illusie vergelijken met een
zeepbel, welke in prachtige kleuren om
hoog stijgt. Een seconde later bewondert
men haar, dan spat .zij uiteen cn van haar
glanzende pracht i9 geen spoor overgeble
ven.
Men kan een illusie vergelijken met het
gefluit van een eenzamen vogel, die slapen
gaat. In den stillen zomeravond klinkt
deze enkele toon den wandelaar als mu
ziek in het oor; hij zou hem graag nog
maals willen hooren, maar de vogel her
haalt hem niet.
Er zijn dingen, die zich nimmer herhalen.
Als een gift zijn zij uit den hoorn des
ovorvloods neergedaald, zoo maar, bij toe
val, onverwachts en de begenadigde
houdt zijn hand op en kijkt naar boven.
Maar geen tweede uitstrooiing volgt. Hij
wil houden, wat de fortuin hem geschon
ken haeft, maar hetgeen zijn hand om
klemt, is slechts lucht Vergankelijk is het
geluk van het oogenblik, voorbijgaande
zonder toekomst.
Men geniet den geur van een fijn par
fum, de kleurenpracht van een zeepbel, het
zoete gefluit van een vogel zonder aan dc
toekomst te denken. Er zijn dingen, welke
geen toekomst hebben
Wij weten allen, dat de illusie geen
toekomst heeft. Toch hangen wij aan on
ze illusies. Een mooie .droom houdt ons
gevangen. Het kan zijn, dat midden in den
nacht onze mooie droom wordt gekruist
door een vreemde, nuchtere gedachte: het
besef, dat wat wij beleven niet waar is, de
aanmaning tot het ontwaken Deze ge
dachte gaat door onzen droom als een
barst door een geschilderd kerkvenster, als
een valsche noot door een symphonie
Maar we droomen na deze stoornis weer
verder, al weten wij nu dat de sprookjes
wereld, waarin wc verkeeren, zinsbedrog
is en dat de toekomst van onzen droom de
ontgoocheling zal zijn.
Illusies wc kunnen er niet buiten, ook al
weten wij, dat ze tcckomstloos zijn. Ook
de waan, heeft haar waarde in den sa
menhang aller dingen. Wie het genot kent
van een trekje tabak tijdens dc rust na
volbracht werk, tuurt dommelig Jen rook
na, die zich in steeds ijler woidende krin
kels oplost in lucht. Wat is'dc toekomst van
rook? Toch zou geen rooker het genot van
den rook willen verliezen.
Illusies kunnen van waarde zijn, maar
ook zijn illusies dikwijls gevaarlijk.
Er zijn menschen, die op hun illusies de
toekomst bouwen. Zij golooven er in als
in werkelijkheden. Zoo gewennen zij zich,
in een waanwereld te leven. Zij laten zich
bedriegelijka dingen voorspiegelen; een ge
luk, dat op inbeelding berust; een bestaan,
dot een hersenschim is.
Wie van dc illusie een toekomst ver
wacht, komt teleurgesteld uit. Zijn ontgoo
cheling zal onverdraaglijk zijn Zijn voor
uitzicht is de wreede koude ontnuchtering.
Men moet met zijn illusies loeren om
gaan. Men ruoet overtuigd raken van de
toekomstloosheid zijner droomen en toch
deze droomen op prijs stellen. Als genie
tingen van het oogenblik, die liet verduren
van den langen strijd om het bestaan mo
gelijk maken. Als vlagen verbeelding, wel
ke verademing schenken in dc overzettclij-
ke werkelijkheid
Als een spel van het oogenblik alleen
is de illusie van waarde. Hol spel is een
lusschenpoos, noodzakelijk om kracht te
vergaren voor de werkelijkheid, welke ae
toekomst heeft
DE „GANGSTER-PICTURES.0
Wat de bioscoop voor Amrika beteekeot.
(Van onzen Now-Yorkschen correspondent).
Ncw-York, 19 December 1931.
Vijf en zestig procent van 's werelds film
productie komt uit Hollywood, dat tachtig
procent van de inkomsten weer oogenblik-
kelljk omzet in nieuwe producten. Quanti
tatief levert het bijna tweemaal zooveel
films op dan alle andere landen bij elkaar,
een vijfde van het Amerikaansche kapitaal
is belegd in deze industrie, die de derdo
in grootte van de nationale industrieën is.
Natuurlijk zou ik nog veel meer cijfers
kunnen aanhalen: hoeveel menschen er
hun brood meo verdienen, welke salaris
sen sommigo sterren ontvangen, hoeveel
de grooto films koeten en dergelijke din
gen meer. Maar het ligt eenmaal niet in
onzen Europeeschcn aard om door cijfers
overrompeld to worden en priori aan te
nemen, dat het goed moet zijn, omdat er
zoo met milliooncn in gesold wordt. Wij
vragen eerder naar de hoedanigheid dan
naar de hoeveelheid, een gedachtongang,
die langzamerhand ook bij dc Amerikanen
meer en meer populair wordt.
Wat de bioscoop voor Amerika beteekent.
is niet in een paar woorden tc zeggen, en
met Amerika bedoel ik natuurlijk het ko
lossale werelddeel, vol kleine steden, dor
pen cn gehuchten, behalve de groote ste
den. Dc bioscoop, 's avonds door de week
of 's middags en 's avonds op Zondag
neemt er de plaats in van allerlei bezig
heden en amusementen in ons vaderland,
die hier of niet mogen of niet bekend zijri
Waar is hier het café of de daarmee ver
wante sociëteit of club? Dd Volstead Act
heeft niets overgelaten dan de ice crearn
partörs, waar de atmosfeer even kil is als
liet genotcne en waar men even lang op
een hoogc kruk blijft zitten als de soda
of sundae duurt. Het blijft voor den A me
rikaanschcn toerist altijd een wonder, dat
men in Europa met een enkel glaasje bier
voor zich uren ongestoord van het café
leven geniet, kijkend naar voorbijgangers
of nieuwe gasten, luisterend naar een
strijkje, dc nieuwste kranten lezend of een
spelletje biljartend.
De zoogenaamde „pool rooms", waar ge-
biljard wordt hier, zijn het toppunt van
ongezelligheid cn hun bezoekers zijn in het
algemeen van het allooi als wij in ongure
kroegjes aantreffen: het zijn de plekken bij
uitnemendheid, waar de politie gaat snuf
felen naar verdachten. Waar zijn hier de
kegelclubs, de zangvereenigingen, de Nuts-
avönden, schaakclubs, damclubs e.cl.? Het
cenigé wat er hardnekkig in den familie
kring gedaan wordt is kaarten, poker c-n
bridge, maar gezelligheid buitenshuls, zoo
als wij Europeanen van het vasteland die
kennen Engeland geldt ook in déze
ecnigszins als'do vestibule van Amerika
met onze Bicrgarten, tearoom:;, cafétafel -
tjes op de trottoirs of terrassen onder ge
kleurde parapluies, is hier ten eenenmale
ondenkbaar en onbestaanbaar. Hetgeen
wao'•schijnlijk een karaktertrek van het
volk is, die aangewakkerd wordt door om
standigheden.
Maar ik heb genoeg in kleine Amerikaan
sche plaatsen rondgekeken, om te weten,
dat de eerste cn oenige groote afleiding de
bioscoop is; in sommige heel kleine dorpen
maar eens per week en ik heb het meeg*
maakt, dat letterlijk de hecle bevolking,
zuigelingen incluis, tegen dep avond het
plaatsje leeg achterliet en per auto cenigc
tientallen kilometers verderop ging om e« n
filmvoorstelling mee te maken. Zoo iets bc
wijst welk een macht de film op de Yun
kee-mcnschhfid heeft en andersom hoe dit
publick op zijn beurt dit eischt en het an
dere vierkant weigert En nu is de eigen
aardige coïncidentie, dat, wat de farmer
van Oskaloosa wenscht to zien voor zijp
amusement, ook genoten wordt door hot
uitgaande publiek van Amsterdam of Ko
penhagen, dat nu niet altijd zoo veel voelt
voor Amerikaansche humor en drama
maar dat in de afgeloopen jaren heeft moe
♦en aanzien bij gebrek aan beier of ander
In vroeger jaren hield Hollywood zich
voornamelijk bezig met de,vraag, hoe zoo
veel mogelijk zaken te doen, alles wat hot
de wereld inzond werd vertoond en toe
gejuicht, enkele beroepscritici niet meega
rekend, die andere dingen van do film
eischten dan een onzinnig verhaal, veel
klatergoud, mooie figuurtjes en knappe ze
zichten en het onvermijdelijke Gelulckice
Slot. Natuurlijk ging Europa speciaal
Duitschland een anderen kant op cn an
derc films vonden ook hun wég naar New
York en meerdere groote steden hier, waar
zij met verbaasde oogr n bekeken werden
en over het algemeen niet gewaardeerd, als
te realistisch, te. weinig opvrooliikend <-n
technisch niet volmaakt genoeg. Buiten de
groote steden kwamen zij niet eens cn wat
de techniek betreft had men hier misschien
gelijk. Dat laatste is echter veranderd en
ik bohoef mijn lezers niet op een groot aan
tal Russische, Fransche, Duitsche en zelfs
Engelsche films te wijzen, die stuk voor
stuk meer waard zij'n in ieder opzicht dan
tien Amerikaansche.
Langzaam cn met tegenzin heeft do groo
te „men" moeten toegeven, dat Hollywood
nooit in staat is geweest een „Potemkiu".
een „Variété", een „Nibelungen", een „Dr.
Caligari" af te leveren, en raakte gewqnd
aan andere opvattingen, zij het mot gewel
dig tegenstribbelen, zooals Jannings kun
vertellen, die zijn „Way of All Flesh" met
alle geweld een logisch en droevig einde
wilde geven, maar in Hollywood wilde men
even stellig een gelukkige familiehcrceni-
ging onder den Kerstboom uitbeelden
Jannings kreeg zijn zin en men weet met
welk 6ucces. Vanaf dat oogenblLk hebben
Amerikaansche regisseurs het aangedurfd
om een beetje af te wijken van de suiker
zoete cliché-beloonde deugd, gestrafte on
deugd en aan het slot eon lange kus.
Toen kwam de geluidsfilm met zijn pro
blemen. De gedrukte teksten verdwenen,
dialoog kwam er voor in de plaats cn Hol
lywood stond voor een berg van bijkans on
overkomelijke moeilijkheden. Die het in de
eerste jaren ook haast niet to hoven kwam:
oude beroemdheden werden waardeloos,
gloednieuwe krachten stogen als vuurpijlen
omhoog, de actie vertraagde, do fotografie
werd intenser en bovenaan kwam te staan:
het verhaal. Was de talkie een dozijn jaren
eerder verschenen, dan was waarschijnlijk
de Wild West met Tom Mix, Buck Jones cn
zulke cowboys in sprekenden lijve op het
doek gekomen. Ongelukkigerwijze leefde
Amerika tijdens en na het verschijnen der
geluidsfilm in do nachtmerrie der mi6da-
iigersbenden, dc zoogenaamde „gangs",
waaraan Al Capone. Jack Diamond en nog
een heel leger minder aan mijn lezers be
kende heeron zulk een internationalen room
hebben verschaft. Dus kregen wij de „gang
ster picture", de bendefilm. Men kent haar
in het vaderland ook: „Dokken van Ncw-
York", „Onderwereld van Chicago" en zul
ke griezelondorwerpen. Hollywood heeft
hen de wereld ingestuurd als afschrikwek
kende les, omdat aan het eind natuurlijk
altijd de wet de boosdoeners bij hun kraag
pakte, maar inmiddels hadden de heerón
boeven maar een fijnen tijd cn de film ein
digde juist op het allerbelangrijkste punt
voor het gekrenkte rechtvaardigheidsge
voel, n.l. waar de schurken de gevangenis
ingingen of op weg naar den electrischcn
stoel. En zoodoende werd de straf aan de
verbeelding overgelaten cn die is altijd nog
een beetje onwezenlijker dan op het witto
doek.
Langzamerhand is het aan het minder
worden, maar het is nog niet zoo lang gele
den, dat de eeno gang-film na de andere
verscheen en dat u er voor gespaard bent
gebleven komt, omdat op do buitenlandsclie
filmmarkt andere eischen gestold worden
cn kunnen worden wegens concurrentie en
omdat de Yankee-boeventaal voor een
vreemdeling heelemaal onbegrijpelijk is.
Maar toch blijft de vraag bestaan: waarom
wor.it bendehooM en bendelid, kortom da
misdadiger, zoo verheerlijkt? Ten eerste is
het niets nieuws; vóór de films beston
den, waren tooneelstukken en stuiverro
mans van hetzelfde genre er. Jesse James,
Wild Bill Hickok en niet te vergeten do
nimmer overtroffen Buffalo Bill, die met
de Wilsons, Nick Carter. Lord Raffles en
dergelijke helden de jongensfantasia van
een kwarteeuw geleden bezig hielden
waren prototypen van Al Capone, Iamacla.
Coll, Srhultz, Diamond cn onze bedendaag-
sche misdadigers.
Ten tweede is het een gevolg van de his
torische landsontwikkeling. Het pionier
schap van de immigranten over do laatste
drie eeuwen ging gepaard met heel veel
avonturen, waarin handhavers en overtre
ders van de wetten zoo door elkaar heen
leefden en nu het een, dan het andere wa
ren. dat de grens tusschen beiden moeilijk
te bepalen was
Van welken kant men het ook bekijkt,
de wet en haar vertegenwoordigers komen
er altijd roemloos af en hier heeft President
Hoover onlangs zijn verbazing nog eens
over uitgesproken cn in een rede ten over
staan van d» International Police Chiefs
conferentie. „Sentimentaliteit bij sornmiee
menschen maakt helden van misdadigers
en in plaats van de verheerlijking der
gangsters, dienen wij de politie te roemen,
die ha-ur plicht doet en haar leven geeft
voor de bescherming van het publiek. Met
vertrouwen wacht ik op den dag. dat ieder
een naar zijn beste krachten helnen zal om
de wetteloosheid te bestrijden." Zoo denken
or zonder twijfel velen over en het blijft
nog altijd een onen vraag: doet een gang
film meer goed dan kwaad of omgekeerd?
Volgens hun eigen getuigenis vinden dc
ïeeren vnn het vak de films van het begin
♦ot het eind een totaal schceve voorstelling
van zeken en de nolitie is het daarmee
eens. Hoe echfor de invloed van zulke ver
toon ingen op de jeugd zal zijn Is maar mei
één woord te bestempelen* verkeerdl