oi\dagsBla
Amersfoorisch Dagblad
AVOND
SCHOENEN
Joh. Bottinga
OP EEN VOGEL-EILAND
PRIJSVERMINDERING
Als de winter komt
Amersfoortsche Radio
Centrale
HOE VINDEN VOGELS HUN NEST
GROOTE
in de betere
Langestr. 28 Tel. 59
ili' l'H II Ml lllMill i
i>azihei
Sluit U aan bij de
Het verhoogt Uw gezellig
heid in huis
Kantoor: Telefoon
Lange Bergstr. 13 462
Waarnemingen op een der Tortugas-
eilanden.
door
Prof. Dr. John C. Merriam
President Carnegie Instituut te Washington
Het vermogen van sommige vogelsoor
ten en andere dieren om hun nest terug te
vinden, ook al moeten zij daartoe groote
uiiwjc sterna stuiiaa, 18 dagen oud en
reeds zeer vraatzuchtig.
afstanden afleggen over onbekend terrein,
heeft reeds dikwijls de belangstelling der
geleerden getrokken. Dit instinct wordt
óp het oogenblik o.a. bestudeerd bij de
sternen, een vogelsoort, die ook in ons
land voorkomt en niet verward moet wor
den met de sterntjes. Eiken zomer komt
een groot aantal 6ternen van twee varic-
Iciten (eterna slolida en sterna fuligino&a)
•broeden op een der eilanden van de Tor-
lugas-groep, die ten Westen van Florida
gelegen is. Het betrokken eiland, dat be
kend staat onder den naam van Bird Key,
wordt door de dieren eeist weer verlaten,
wanneer de jongen kiajchtig genoeg zijn
urn terug te vliegen naar het Zuiden. In
dit gebied worden vele eilanden aangeduid
met het woord „key", dat afkomstig is van
..cayo", het Spaansche woord voor eiland.
De Tortugas groep bestaat uit acht eilan
den, welke ontdekt zijn door Ponce de
Leon, die er bij die gelegenheid 170 groote
zeeschildpadden ving. Daarom noemde hij
de groep de „Schildpad-eilanden" of volle
diger de ..Droge Schildpad-eilanden", om
dat men op deze eilanden in het geheel
geen water aantreft, behalve het regenwa
ter, dat dan nog dadelijk bij het vallen
moet worden opgevangen, omdat het an
dere onmiddellijk door den bodem wordt
opgezogen. De eilanden zijn alle zeer laag
en bestaan uit overblijfselen van koraal
riffen cn schelpen, die bij vloed ternauwer
nood boven de omringende zee uitsteken.
Deze i6 echter niet diep; hoewel de eilan
den bij elkaar slecht1? een oppervlakte van
A K.M.' hebben, zouden er 50 K.M.' boven
het zeewater uitsteken, wanneer het peil
daarvan slecht6 6 Meter daalde. Het aantal
eilanden zou dan ook veel grootcr worden;
nog geen eeuw geleden was dit inderdaad
het geval, doch sindsdien is de zeebodem
in dit gebied belangrijk gedaald. Dc eil-an-
den zouden d.an eigenlijk één groot atol
vormen van S bij 16 K.M., doorsneden door
•drie breede en diepe en tai van kleinere
zeestraten, die de lagune, wrelke in het mid
den van elk atol voorkomt, met de open
zee zouden verbinden. Ook voor den geo
loog is deze eilanden-groep dus zeer inte
ressant. Slechts één der eilanden is be
woond, n.l. Ix)ggc-rhead Key; daar wonen
'behalve de vuurtorenwachter nog eenige
geleerden van het Carnegie-Instituut, die
er zich niet verschillende onderzoekingen
bezighouden. Ditmaal zullen wij een en an
der mededeelen van het werk der zoölogen
onder hen, die de 6tcrnen op Bird Key he
rs tu-de eren.
Zeer opmerkelijk is liet feit, de vo
gels juist aan Bird Key de voorkeur ge
ven, hoewel dit eiland niet zeer groot is
en bovendien geheel bestaat uit een dorre,
onvruchtbare zandvlakten Vele andere ei
landen der Tortugas-groep zijn begroeid
en zouden een veel aantrekkelijker broed
plaats! voor de vogels schijnen, doch hun
instinct zal hen ook hierin wel den jukten
weg wijzen. Misschien vinden zij het pret
tig, dat zij op dit eiland hun eieren een
voudig op liet kale zand kunnen leggen.
Een voordeel, dat voor de geheelc Tortu-
tras-groep geldt, is. dat stormen cr slecht'?
uiterst zelden voorkomen in den broedtijd
•der sternen, zood-at hun eieren niet licht
verloren gaan. terwijl zij er altijd \olop
voedsel vinden: de zee is hier n.l. zeer rijk
aan vioschen \an verschillende soorten en
dat is het hoofdvoedsel van deze aan de
meeuwen verwante vogels. Zij eten hij voor
keur de jonge, onvolwassen vis6chcn en
reeds bij zoneopgang beginnen zij uit tc
zwermen over de naburige ondiepten, op
zoek naar een prooi. Wanneer zij een
6chool jonge visohjes zien, gaan zij dicht
bij elkaar vliegen en volgen zij de 6Chool.
De vischjes, dio ook door grootere vis-
echcn achtervolgd worden, zullen vroeg of
laat geheel aan de oppervlakte van het wa
ter gaan zwemmen om die grootere vis-
schen te ontwijken, doch wanneer zij dit
ook maar voor een oogenblik doen, vallen
de sternen op hen neer cn pikken hen op.
De snelheid en zekerheid, waarmee de
sternen dit kunnen doen, is bijna onnatuur
lijk. Zij zijn echter ook geheel verdiept in
deze bezigheid; tijdens zoo'n angst kan
men de dieren in een motorbootje zoo
•licht naderen, dat men hen in de vlucht
bijna met de hand zou kunnen aanraken-
Men kan dus alle bewegingen van de ster
nen goed volgen en daarbij is bet opmer
kelijk, dat zij voor liet vangen der vis
schcn nooit duiken of zelfs maar het wa
ter aanraken. Zij zullen ook nooit zwem
men of op liet water blijven drijven om
uit te rusten, doch zweven er voortdurend
dicht boven met wijd geopende snavels.
Wanneer de jonge vischjes niet langer
dicht hij de oppervlakte van het water
zwemmen, doch zich naar grootere diep-
één jong op elk ouderpaar; zoolang het ei
nog niet uitgekomen is, gaan dc ouderdie-
ren om beurten broc-dcn cn viscli vangen.
Hoewel cr vele duizenden eieren op het
zand liggen, elk in een kleine, schotelvor-
mige inzinking, vinden dc dieren altijd
hun eigen ei terug en later ook hun eigen
jong, zelfs al bevindt dit zich temidden
van ^en groote gToep jonge vogels, die
schijnbaar alle aan elkaar gelijk zijn.
Als zij van de vangst terugkomen, de
krop gevuld met visch, jagen zij alle jonge
vogeltjes met nijdige snavelpikken van
zich weg, met uitzondering van hun eigen
jong, dat zij voeden met duidelijk hoorba
re uitingen van tevredenheid. Op allerlei
manieren beeft men getracht, de identifi
catie van hun eigen eieren of jongen moei
lijker te maken voor dc4 vogels, bijv. door
de eieren te verleggen, te verven, om to
ruilen met andere, te vervangen door kip
peneieren, enz. Men heeft bet zand op de
plaats, waar een ci lag# geheel glad ge
harkt, zoodat liet neet niet aan bepaalde
zandvormingen kon worden herkend; men
heeft op hei zand onder het ci een zwarte
doek gelegd en verschillende andere proe
ven genomen om dit vermogen der sternen
op dc proef te stellen. De voornaamste
factor bij het herkennen van bet ci schijnt
do nauwkeurige positie van liet nest te
•zijn cn niet het uiterlijk van het nest of
het ci. Vermoedelijk lioudt een bepaald
paar sternen zijn leven 'lang een en de
zelfde plaats om tc nestelen. Het jong
wordt vermoedelijk berkend op het ge
voel ou misschien ook wel aan zijn stom
geluid of manier van doen.
Uit liet bovenstaande blijkt, dat liet ver
mogen der vogels, om één en dezelfde
plaats terug te vinden, zeer sterk ontwik
kcld is en dat zij wat dat betreft ook on
derworpen zijn aan een zekere sleur. Dit
Hoe een bezoeker op Bird Key ontvangen wordt.
ten begeven, gaan de sternen in alle rich
tingen uit elkaar op zoek naar andere
scholen achtervolgde vischjes, om zich
weer snel bij elkaar te voegen, wanneer zij
zoo'n school hebben ontdekt. Den gehoc-
len dag kan men in deze wateren binnen
liet gezichtsveld twintig of meer van die
jagende groepen tellen, die elk bestaan uit
50 tot 100 \ogels, welke alle druk bezig
zijn om bun krop te vullen met de visschcn,
die hier in groote menigte voorkomen.
De hoeveelheid visch. -dio door al deze
vogels wordt verslonden, is zelfs niet bij
benadering te schatten. Den gehcelen dag
door jagen de vogels op een wateropper
vlakte van misschien 250 K.M.9 en dat gaat
gedurende den gohoelen broedtijd zoo
door, van eind April, wanneer de vogels
op Bird Key aankomen, tot begin Septem
ber, wanneer zij naar het Zuiden terug-
keoren. Er zijn duizenden vogels op het
eiland en '/.ij moeten niet slechts voor zich
zelf voedsel zoeken, doch na het uitkomen
der eieren ook voor hun jongen. Deze eten
al spoedig 20 tot 40 jonge vischjes van
flinke afmetingen per dag en men ver
wondert er zich over, dat desondanks dc
vischrijkdom in de ondiepten tu6schen dc
eilanden niet vermindert, zoodat er een
overvloed van voedsel voor de sternen aan
wezig is en blijft. De vraatzucht der jonge
dieren beteekent een zware last voor de
oudens; dc broedperiodo is voor hen dan
ook uiterst druk en vermoeiend en aan het
emde daarvan zijn zij dikwijls geheel uit
geput. Toch hebben zij gewoonlijk maar
is misschien wc-1 de reden, dat zij zoo hard
nekkig aan één eiland blijven hangen, hoe
wel juist op dit eiland de omstandigheden
ten zeerste veranderd en verslechterd zijn.
Zcestroomcn hebben het eiland aangctasl.
de kustlijn ervan veranderd en dc opper
vlakte teruggebracht tot V* H.A. De dichte
plantengroei van klimop en een bepaalde
cedersoort is door orkanen verwoest. Tij
de na de gele koorts epidemie van 1867,
welke tal van slacht of fer* maakte op Fort
Jefferson, dat «gelegen is op een naburig
eiland, werden de levensgewoonten der vo
gels ten zeerste verstoord door het houwen
van eenige barakken op het eiland. Boven
dien zijn jarenlang vrijwel adc eieren van
het eiland weggenomen door eierhande
laars, die ze to Havanna en Key West als
lekkernij verkochten; het schijnt dat cr in
sommige jaren zelfs niet één jong vogeltje
kon worden uitgebroed. Thans is aan dit
verzamelen van eieren echter een einde ge
maakt.
De sternen zijn nog in ander opzicht
voor de zooiogen van belang. Dikwijls wor
den n.l. vocdr?elresten verzameld, <Lie ,de
dieren hebben laten vallen bij het voederen
van hun jongen; zij bestaan voornamelijk
uit reeds gedeeltelijk verteerde vischjes en
worden nauwkeurig door geleerden onder
zocht. ITet is reeds herhaaldelijk voorgeko
men, dat men op deze wijze v ischeoortcn
heeft ontdekt, die tevoren in dit zeegebied
onbekend waren, w.o. enkele, die ook el
ders weinig bekend waren. De sternen van
gen ook weieens visschcn. waarvan alge
meen wordt aangenomen, dat zij nachtdie
ren zijn of dat zij alleen in diep water
voorkomen. Deze schijnbare tegenspraak is
nog niet opgehelderd. Uit liet voedsel der
sternen heeft men nog meer wetenswaar
digs afgeleid. Zoo zijn -dolfijnen dc groot
ste vijanden van do vliegende visschcn; dc
sternen jagen echtc-r evengoed op jonge
dolfijnen, zoolang deze niet meer dan 15
c.M. lang zijn en daarom is de aanwezig
heid der sternen voor de vliegende vis-
schen niet eens een nadeel, hoewel cr heel
wat jonge vliegende visschcn door de ster
nen worden verslonden. Er hcerscht dus
ook in de levende natuur een bewonderens
waardig evenwicht, al is liet voor den
menscli niet zoo gemakkelijk waarneem
haar als bijv. het evenwicht in ons zonne
stelsel. Men kan echter neg veel meer uit
het voedsel der sternen opmaken. Sorn6
ligt het in groote hoeveelheden op dc plaat
sen waar de jongen zijn gevoerderd cn dan
bestaat zoo'n klompje voedsel gewoonlijk
uit meerdere vischjes, die nog aan elkaar
kleven op dezeifdc wijze als in de krop van
dc stern, n.l. met de koppen naar denzelf
den kant gericht. Ongeacht de .positie van
het vischje op het oogenblik, dat het ge
vangen wordt, slikt de stern het toch al
tijd in met den kop te beginnen, omdat het
dian gemakkelijker naar binnen gaat. Bo
vendien kan men in de ingewanden dezer
vischjes weer zien, waarvan zij op hun
beurt leven.
Een bezoek aan Bird Key is iets, wat
men niet licht zal vergeten. Men krijgt liet
gevoel, alsof men een brutale en onbehol
pen indringer is, die niet waard is om in
dit vogelrijk te komen. Dadelijk wordt men
omringd door een dichten zwerm vogels,
die nijdig schreeuwen on met hun scher
pe snavels gevoelige pikken kunnen uil
•dcelcn. Hun woede en onrust zijn tc be
grijpen, want dc eieren liggen zoo dicht
bij elkaar, dat men zeer voorzichtig moet
loopen om er geen tc vertrappen en boven
dien kan men zeer licht jonge vogels dood
trappen. Deze zijn zoodanig gekleurd, dat
men ze haast niet zien kan legen het zand,
wanneer zij zich dood houden, zooals hun
gewoonte is, als cr onraad dreigt. Eerst wan
neer men hen -aanraakt, komen zij over
eind op hun pootjes en nemen de vlucht.
Tegen dc onrust der vogels is niets te doen,
doch wanneer men cenigcn tijd stil blijft
staan, vermindert het lawaai langzamer
hand cn hervatten dc sternen hun gewone
bezigheden. Het waarnemen van de ge
woonten der vogels is zeer onderhoudend.
De sterna slolida heeft bijv. een vermakelij
ke wijze van groeten. Twee vogels zitten
tegenover elkaar, buigen hun koppen, tot
dat ze bijna den grond raken cn beffen ze
dan weer op, lot dc halzen bijna verticaal
omboog staan. Deze bewegingen worden
vele malen herhaald met groote snelheid
en ernst, terwijl de dieren absoluut geen
geluid geven. Als een vreemde vogel bij
een groep van dezeifdc variteit gaat zitten,
groet bij op deze wijze de vogels, die het
dichtst in zijn buurt zijn, terwijl hij door
hen op dezelfde wijze wordt teruggegroet.
Van de sternen der andere variëteit nemen
zij geen notitie en kruisingen tusschen de
beide soorten schijnen in het geheel niet
voor te komen. De sterna fuiiginosa heeft
een witte horst en keel cn een diep blauw
zwart lijf, terwijl de sterna 6tolida geheel
bruin is met een groot grijswitte vlek ho
ven op den kop. De sternen rusten dik
wijls uit. op schepen, wanneer zij door de
duisternis worden overvallen op zee. Zij
slapen zóó vast, dat de zeelieden hen dik
wijls met de hand kunnen vasthouden.
Afstanden zijn voor de sternen geen be
zwaar; men heeft dieren gevangen, ge
merkt en naar plaatsen op grooten af
stand gebracht, om ze daar weer los te
laten. Was de afstand niet. te groot, bijv.
niet meer dan 100 K.M., dan koeren alle
dieren behouden terug. De mannetjes of
wijfjes avn deze dieren bleven intusschen
alleen op het ei zitten en stelden het zoo
lang zonder eten en drinken. Storm cn re
gen hielden de dieren wol eens op, docli
ze kwamen altijd nog terug. Worden er
grootere afstanden afgelegd, zooals Kaap
II-atteras-Tortugas eilanden (1370 K.M. in
rechte lijn en 1850 K.M. als men dc kust
volgt), of Galveston-Tortugas eilanden (2170
K.M.), clan kwamen er steeds eenige vogels
om, terwijl dö meeste behouden terugkeer
den. Dc sterna fuiiginosa had een iets be
tere kans, om iij leven te blijven. In velo
gevallen was het weer onderweg slecht,
zoodat do bovengenoemde afstanden een
minimum voorstellen. Minstens één maal ia
bet voorgekomen, dat een sterna stolida
wel liet nept bereikte, doch daarvan door
dc ontrouwe wederhelft werd verjaagd, om
dat deze intueschcn met een andere vogel
een nieuw paar had gevormd. Ilel. omko
men dor vogels werd voornamelijk toege
schreven aan do haviken, die men vooral
op de kust van Texas in grooten getale
aantreft. De resultaten waren namelijk
uiterst ongunstig, toen men dc vogels liet
vertrekken van Galveston: van de tien keer
den cr el echts drie terug. Een omgekeerde
verhouding zou bij elk der andere groote
trajecten nog -als zeer ongunstig moeten
worden beschouwd; de vogels, die onder
weg naar Galveston werdén losgelaten,
schijnen blijkens do resultaten ook geen
bijzondere gevaren op hun weg te hebben
ontmoet, zoodat liet gevaar speciaal van do
zijde der haviken in het kustgebied van
Texas schijnt te komen, terwijl deze havi
ken zich iiiel ver op zee schijnen te wagen.
In verband hiermee is liet verboden, bij de
verdere jirocvcn sternen los tc laten op een
afstand van minder dan 80 K.M. van de
kust. De Sternen zijn bij liet loslaten tocli
al uit den aard der zaak in ongunstig©
conditie, omdat zij aan boord op de heen
reis gekooid zijn geweest; ze zijn dus een
gemakkelijke prooi voor de snelle 'haviken.
Wanneer men deze ongunstige omstandig
heid ook in aanmerking neemt bij liet
schatten van den maximum-afstand, die de
dieren kunnen afleggen, dan moet deze be
paald worden op minstens 1500 K.M. Men
behoeft ook bij een dergeltjkeri afstaud
geen oogenblik tc vreezen. dat de dieren
zich niet kunnen oriënteeren. ook al zijn
er in liet geheel geen voorwerpen op den
weg, die zij zouden kunnen herkennen.
Mist, storm, dc duisternis van den nacht
cn dc onbekendheid van het terrein zijn
voor deze ongeoefende vogels geen bezwaar
cn men kan veilig zeggen, dat zij een groo-
leren afstand kunnen afleggen dan zelfs
voor dc beste geoefende postduif mogelijk
is. Wij hebben hier dus te doen met een
zeer bijzonder en krachtig ontwikkeld in
stinct. Een verklaring voor dit merkwaar
dige vermogen der sternen heeft men nog
niet gevonden; de bestaande veronderstel
lingen «aan althans in hun geval niet op.
Wij blijven echter zoeken naar een verkla
ring, die wij ook eenmaal, zij het ook door
een toeval, zullen vindon.
(Nadruk verboden).
Teevenmg van een sterna stolida, door den bskenden natuur-historicus Jamei
Audubon gemaakt bij diens bezoek aan de Tortugas-eilanden in Mei 1832.