LENIGING VAN DEN LANDB0UWN00D
ARERSFÖ0M5CH DAOBIAD
Donderdag 4 Februari 1932
-DE EEMJANDER"
30e Jaargang No. 186
DERDE BLAD
HET RAPPORT VAN DEN
VRIJHEIDSBOND
Berekening van het loon
S
DE ENGELSCHE PROFS
TE STERK
Falende voorhoede
1a;i u elke eischen moeien
steunmaatregelen
voldoen
Op 12 October j I heeft het hoofdbestuur
x.in de Liberale Staat«oartij Dc Vrijheids
hond aan eon commissie. bestaande "uit den
heer Joan Geldorrnaii (voorzitter), h'iej. dr.
K C. van Dorp, en de hoeren J M v. Bom-
iqu! van Vloten, H. L». Louwcs en prof. mr
C. W. de Vrice, opgedragen, op korten ter
mijn advies uit te brengen over de vraag,
wst de Vrijheidsbond kan doen tot leniging
van den nood in den landbouw en welke
maatregelen daartoe de partij zou kunnen
steunen of voorstellen.
Dezo commissie heeft thans aan het
hoofdbestuur een uitvoerig rapport aange
boden, met tie strekking waarvan het hoofd-
Lestuur zich heelt vereonigd en waaraan
wij het volgende ontleencn:
Niet liet beginsel, maar de economische
gedragslijn moet worden aangepast aan do
zeer bijzondere economische omstandighe
den in crisistijd De commissie moet er dan
ook de aandacht op vtatigen. dat dit rapport
geheel moet beschouw] worden als een
crisisrapport cn dat men er bij de bcoor-
deeling wel aan moet denken, dat de voor
gestelde maatregelen bijna zonder uitzon
dering als crisismaatregelen zijn bedoeld.
De commissie is er unaniem van over
tuigd, dat, zoodra weer normale tijden aan
breken, onzo Xcderlandscbe landbouw,
evenals vroeger, in ölaal zal zijn, haar
plaats op de wereldmarkt ie handhaven.
In tijden van voorspoed en crisis, aldus
bet rapport, in oorlog en vrede, is onze bo-
demcultuur de belangrijkste grondslag voor
de productieve kracht van ons volk. Te
midden van dc nndeiv bevolkingsgroepen
vervult de landbouwende stand de taak van
(c zijn een steeds vloeiende bron van fris-
sche volkskracht.en brengt lerens in onzen
volksgeest con element van eenvoudige le
venswandel. van spaarzin on van een rus
tige mentaliteit, weinig vatbaar voor den
waan van don dag, gehecht aan orde en
gezag.
Hieruit vloeit logisch voort, dat reeds in
normale tijden wijs Staatsbeleid vordert al-
leo irj het werk te stellen om een talrijke
landbouwbevolking voor ons land te be
houden.
Belang voor landsverdediging.
Met het oog op de landsverdediging zal
Trien ook aan de structuur van den land
bouw aandacht moeten schenken. Indien
onze landbouw zijn intenfcief. op den ver
koop van de producten ingericht akker
bouwbedrijf zou verliezen, zou de mogelijk
heid der landsverdediging eveneens verlo
ren gaan. Alleen dit bedrijf toch levert de
voor monsch en dier noodige voedingsmid
delen, die ons als in de jaren 19111918 nog
«enigermate van buitenlandsche» aanvoer
onafhankelijk doen zijn. liet is een illusie
(o meenen, dat mon in tijden van oorlog
andere bedrijven spoedig genoeg tot den ak
kerbouw kan doen overgaan.
Thine dringt zich dc vraag op: Wat moet
vil kan de Overheid doen om met die intcn-
siveering te kunnen voortgaan?
In do eerste plaats komt dan de nood
zakelijkheid naar voren om <le uiterste zorg
te besteden aan do uitrusting van onze
landbouwvoorlichting. Lahdbouwonderw ijs,
aaiigopast aan dc groote verscheidenheid
«Ier bedrijfstakken en zoo volkomen moge
lijk ingericht, is dus een gebiedende eisch.
Vakonderwijs, d.i. landbou w-huishoudon-
derwijs, ook voor de vrouwelijke boerenbe
volking, is» hoogst wonsclrc'Ujk.
Naast het schoolonderwijs moet staan een
intensief voorlichten van «Ie praktijk door
een talrijk corps van gespecialiseerde con
sulenten, terwijl de lniiienlandsche voor
lichtingsdienst evenmin gemist kan worden.
Dit gansche, steeds groeiende apparaat
der landbouwvoorlichting, moet efficient ge
leid worden vanuit liet betreffende depar
tement. ItessQric.ert landbouw met andere
bemoeiingen onder één minister, dan kan
een krachtig en deskundig directeur-gene
raal niet gemist worden.
Nevens de wenschelijkbeid cencr doeltref
fende voorlichting is bier te noemen dc
noodzakelijkheid van een. zorgvuldig plat-
lelandsbcbeer. Onze landbouwende stand
kan voor de behoorlijke uitoefening van
'/.ijn bedrijf goede verkeerswegen, telefoon,
waterleiding, cJectriciteit etc... niet meer
ontberen.
Een zorgvuldig plattclandsbèheer dringt
er ook toe er voor te waken, dat de gemid
delde plattelandsbewoner in verhouding tot
de genoten Overheidszorg niet meer belas
ting betaalt dan de doorsnee-stedeling.
De wet-De Geer, regelende de financieele
verhouding tusscben lijk on gemeenten, is
in vele opzichten, een geslaagde poging de
ontstane wantoestanden od te heffen; er
moet voor worden, gewaakt, dat geen nieu
we ontstaan.
De verdeeling van de gelden van het We
genfonds wordt in dó meeste provincies op
het platteland als onbillijk en onjuist ge
kenmerkt. De 'onderhoudsplichtigen der z.g.
tertiaire wegen veelal gemeenten en wa
terschappen krijgen meestal geen uitkee-
ring* naaè»t de wegenbelasting moeten hier
groote bedragen worden opgebracht voor-dit,
oook zoo zeer verzwaarde onderhoud, dat
met de beschikbare middelen zelden tot
een redelijk peil kan worden opgevoerd
Tenslotte is er nog één omstandigheid,
welke de aandacht der Overliéid moet heb
ben cn dat is het groote verschil in bcloo
ning, dat er to vinden is in deri landbouw
cn in andere bedrijfstak ken.Het feit b.v. dat
een landarbeider-vakman in een werkvor
schaffing veel minder beloond wordt voor
het zelfde wérk dan een groote-stadswerk
looze, die misschien nooit een schop zag,
behoeft niet zonder meer aanvaard te wor
den. Evenmin de omstandigheid, dat een
landarbeider, die wegwerker wordt, bij
lichter werk en veel beter verzorgden
ouden dag en arbeidsvoorwaarden, mis
schien dé helft meer loon ontvangt. Aan
deze feilen in onze moderne samenleving
ten opzichte van den landbouw zal de libe
rale partij baar aandacht moeten blijven
wijden.
Uit eigen kracht kan onze bodemcültuur
zich jn de huidige abnormale ornstandighe
den niet staande houden; zij is bijna overal
volkomen op de hoogte van onzen tijd, zoo
wel wat haar technische als economische
organisatie betreft, zoodat door rational!
seenng alléén geen redding verkregen kan
worden. Tegen de handelspolitiek cn in
voerbelemmeringcn der vreemde staten" is
ons boerenbedrijf vrijwel machteloos. Men
heeft al eens getracht te grijpen naar het
wapen van den boycott, dat echter voor de
gemeenschap zeer groote gevaren mee
brengt. De voordeden van trustvorming cn
gcorganiseerden afzet kan dc landbouw
zich uit hoofde van de geweldige talrijkheid
der landbouwbedrijven veelal niet ol
slechts in zeer geringe mate deelachtig ma
ken.
Ook hetgeen in het landbouwbedrijf moet
worden opgebracht voor dc sociale wetge
ving wordt als een zware last gevoeld op
het inkomen en bezit; tot afwenteling op
de verbruikers bestaat immers weinig rno
gelijkheid.
Tenslotte vindt de landbouwondernemer
in nog sterkere mate dan zijn collega's uit
andere bedrijven den weg naar verminde
ring dor bedrijfsuitgaven versperd. De laag
beloonde landarbeiders verzet zich ten
sterkste tegen een verdere loonsverminde
ring en de diensten en waren, die de land
bouw van andere bedrijven behoeft, dalen
slechts langzaam in prijs.
Het verschil tusscben productieprijzen
en productiekosten is bovendien zoo belang
rijk, dat eerst groote verlagingen hier red
ding zouden brengen. De Rcgcering zal er
zeker naar moeten streven op dit gebied tót
meer gezonde toestanden te komen. Een
doelbewuste crisis-politiek moet leiden tot
verlaging van alle kosten van levensonder
houd
Zoolang zulks niet geschiedt, blijft den
boer niets anders over dan te gaan bezui
nigen op zijn uilgaven, in de richting van
verstandige en naar men moet hopen lij
delijke extensiveering, als zulks mogelijk
is De productiviteit van den grond ver
mindert, de uitrusting der bedrijven gaat
achteruit, intensieve cultures verdwijnen,
dc arbeidsgelegenheid neemt af, kortom er
is een proces begonnen, dat bij een ongc-
stoorden loop eindigt in een zeer extensief
wcjdobedrijf Maar dat wil zeggen met zoo
weinig opbrengst per H.A., dat wij onze
beste polders weer vol water kunnen laten
loopen, onze veenkoloniën lót heide moeten
laten verworden, terwijl onze boerenstand
gcdocimctcrd wordt cn de landarbeiders
werkloos worden.
Uit liet bovenstaande volgt, dat het dus
ecu eminent landsbelang is, onzen land
bouw op zijn tegenwoordig hoog peil te
handhaven en hem te bewaren voor den
noodlottige» weg der extensi veering. De
Rcgecring beschikt over enkele middelen,
waarmede beproefd kan worden hierin ver
betering te brengen.
Het doel, dat hierbij moet worden gesteld
is om voor ons volk den zegen van een
hoogstaande» landbouw tc behouden, door
hem in staat te stellen de huidige bestaans-
worsteling door te komen, zoodat hij nog
levenskrachtig eh paraat is, wanneer straks
uit de ontreddering van. liet lieden zich een
nieuwe toestand consolideert.
De tactiek, die daarbij gevolgd móet wor
den bestaat hierin, dat in dc eerste plaats
dubbele aandacht wordt geschonken aan
alles waf reeds in normale tijden den land
bouw steunt; cn dat men verder tracht in
iedere bedreigde tak van landbouwvoort-
bréiiging ecnigc hoofdproducten op afdoen-
tie wijze te steunen.
Waar dit laatste niet mogelijk is, moet
naar andere middelen worden omgezien.
Er schijnt der Commissie aanleiding te be
staan om van de middelen, die ook in nor
male tijden moeien worden aangewend,
hier in het bizonder één gedachte iets ver
der door te voeren n.l. die van liet bizonder
drukken van dc lasten der sociale wetten.
De opvatting, dat een tak van voortbren
ging. die kwijnt uit dien hoofde reeds recht
op Staatssteun zou hebben, moet als on
liberaal worden afgewezen. Dc normale
functie van den Staat bestaat in het schep
pen van voor alle bedrijven gelijke voor
waarden van ontwikkeling; niet in hot zich
mengen in het bedrijfsleven.
Met nadruk moet de Commissie ook wij
zen op de gevolgen van icderen steunmaat
regel tegenover het buitenland.
De bctcckcnis van zulk een maatregel is
steed9 die van eën bescherming tégenover
het buitenlandsche artikel. Sedert den oor
log heeft het buitenland gewedijverd in
protectionistische maatregelen. In 1927
heeft de Economische Conferentie plechtig
verklaard, dat de wereld, maar vooral
Europa bezig was zich hiermede liet eigen
graf te graven en de protectionistische poli
tick in den ban gedaan. Niettemin is. men.
voortgegaan met dezelfde gedragslijn, die
én economisch verderf om zich heen ver
spreidt èn wat nóg ernstiger is, oorlogs
brandstof ophoopt, gelijk Ie Gcnëvc grif
weg erkend werd.
Nederland heeft zich hierbij niets te ver
wijten. Integendeel het is het „gelukkige
kleine verstandige land", gelijk een buiten
landsch staatsman bet noemde. Maar des
te nauwlettender moet het toezien niet den
eersten stap op den weg te zetten, die zou
kunnen uitloopen in een meedoen in de
dwaze jacht, die ten verderve leidt.
De maatregelen, die de Rcgecring Kan
treffen moeten in het algemeen aan de vol
gende eischen voldoen:
a. zij moeten van lijdelijken aard zijn;
b. de verleende steun moet zoo volledig
mogelijk den producenten ten goede ko
men;
c. zij mogen op den duur niet leiden tot
hel in stand houden van cultures, die bij
volledig vrije concurrentie elders boneden
onzen kostprijs kunnen worden voortge
bracht. Immers de tegenwoordige crisis Is
ontstaan door een gebrek aan aappassing
vari prijzen en looncn aan de economische
werkelijkheid. Iedere maatregel van steun
aan een noodlijdend bedrijf, welk ook,
heeft de neiging die aanpassing ook voor
de toekomst tc belemmeren.
De steun, welke van Rijkswege aan den
landbouw zal worden verleend, heeft nog
een verdere werking dan alleen den land
houw tegen ondergang te behoeden. Bij dén
landbou wpast ecu landbouwindustrie: in
landbouw en landbouwindustrie vinden al
lerlei gecjualificoerde arbeiders, landarbei
ders, hulpkrachten cn losse arbeiders, een
bestaan. Een industrieelc cn handeldrijven
de middenstand past hij de behoefte van
den landbouw. Steun aan den landbouw is
dus een plattchmdsbclang in den ruimste»
zin cn daarmede een belang van liet ge-
mecnebest. Want in Nederland is geen
grond voor een tegenstelling tusschcn stad
cn platteland. De omvang der steunmaat
regelen, welke ten behoeve van den land
bouw zullen moeten worden genomen en
welke reeds genomen zijn, vindt zijn na
tuurlijke grens in de draagkracht van No
de] land zelf.
Gezien liet feit, dal op de snelste wijze in
grooten nood hulp moet worden geboden
aan een groote verscheidenheid van pro
ducten en bedrijfsvormen, die ieder op zich
zelf weer hun aparte moeilijkheden heb
ben, is het verder niet geraden dc een of
andëre groep van maatregelen zonder na
der onderzoek bij voorbaat uit le sluiten.
De aan' té "wénde» muldëlcn kunnen in
liet algemeen tui de Volgende groepen wor
den gebracht:
I gedwongen gebruik van producten van
eigen bodem; de Tarwewet is hiervan een
voorbeeld.
2. Teelt premies, al of niet gecombineerd
met in voorrecht en accijnzen, zooals hij het
aardappelmeel en de suiker, eventueel uit
te breiden tot andere producten.
3. Maatregelen op het gebied van de
handelspolitiek, invoerrechten, con tingen-
teering van den invoer, a» li-du m pi ngsmaat-
regolcn.
4. Crcdict verleen ing.
Ilct is buiten kijf. dat al deze maatrege
len dc strekking bobben het leven duurder
te maken of te houden; in sommige geval
len wordt dc consument cn in andere de
belastingbetaler getroffen. In den ecu of
anderen vorm zal elke hulpvcrlccning ech
ter offers moéten vragen van onze volksge
meenschap. Bij icderon maatregel zal moe
ten worden nagegaan ot' liet doel het offer
waard is.
De Commissie meent in dc eerste plaats
te moeten aanbevelen maatregelen als ge
troffen voor tarwe, aardappelmeel en sui
ker te aanvaarden, maar tevens te over
wegen of eventueel blijkende bezwaren wij
ziging eischen. Hetzelfde geldt voor dc nog
le nemen maatregelen tot steun voor rogge,
gerst cn dc-zoo.arbe.ids-intonsievo vlasteelt,
altijd voor zoover zij aan de hier gestolde
normen voldoen. Het is zeer goed mogelijk,
dat de zuivelproduct!» op cenigcrlei wijze
zullen moeten worden gesteund.
In dit verband wijst het rapport tevens
op de taak der Overheid propaganda voor
het gebruik van onze landbouwproducenten
in binnen- en buitenland tc steunen; zoo
ver Rijksinstellingen als leger, vloot, ge
stichten etc. nog ounoodig buitenlandsche
producten gebruiken, zou dwingender kun
nen worden opgetreden.
Betreffende de tweede groep van maatre
gelen wordt opgemerkt, dat de commissie
geen genoegzame» grond aanwezig schijnt
lo zijn om de bescherming, die aan vele di
reet voor menschebjk gebruik bestemde
industrieproducten wordt verleend, langer
te onthouden aan artikelen van agrarische»
oorsprong, die voor hetzelfde doel bestemd
zijn, zooals boter, vlecsch, aardappelen en
misschien enkele meer, in dien zin echter,
dat het systeem van de bestaande tariefwet
moet worden gehandhaafd, zoodat grond
stoffen en ba li fabrikaten zooveel mogelijk
vrij blijven. Al moge liet directe resultaat
hiervan gering zijn, toch is dit ccn eisch
van rechtvaardigheid cn geeft zij onzen
producenten misschien gelegenheid door re
geling van den binneiilandschen afzet toch
eenig voordeel to behalen, zooals dat bij de
suiker mogelijk blijkt.
L)c moeilijkheden, die onzen afzet door
l et contingeiücei ingsstclscl in den weg
worden gelegd, brengen de noodzakelijkheid
mede onzen uitvoer naar sommige landen
lo regelen, opdat anarchie m deze wordt
voorkomen.
Dc mogelijkheid van coiitingentocring ook
onzerzijds is reeds geopend. In verband
daarmede zal meer concentratie van den
uitvoer niet kunnen worden gemist.
Behalve voor don tuinbouw zal do crc-
dietverlccning als loenigingsniaatregcJ wel
als aanvulling moeten worden beschouwd.
Do in zijn omvang meer beperkte tuinbouw
maakt liet mogelijk dit rniduol hier moor
algemeen toe te passen, temeer waar andere
middelen hier vocal zullen ontbreken of fa
hm. Hel zeer sterk ontwikkelde eri goed ge
organiseerde landbou w-credi.etwczen levert
hier het instrument, waarvan de Rcgecring
zich kan bedienen.
Wielrennen.
DE FRANKFURTER ZESDAAGSCHE.
Rausch-Hürtgen nog steeds de leiding.
1" ra li k f ij i' 1 a. M.. 3 Tobr. Ur. De
belangstelling voor de zcsdaagsche was
vanavond zeer groot, zoodat do bal bijna
uitverkocht was. Om 10 uur waren afge
legd in ho taal 2701.1 K.M. De stand was
toon:
1 Rausch-Hürtgen, 335 punten.
2 GöbelDinalc 1S6 punten
3 Schön—Tietz 185 punten.
Op écu ronde:
Charlicr— Denccf 192 punten.
5 XcgriniSevcrgnini 1S6 punten.
0 lvroll-Mnidorn 80 punten
7 Wambst—Broccardo 7.3 punten
Op twee ronden:
8 Van Kempen-Braspenning 2GG punten
Op vijf ronden:
9 ZimsSchor», 135 punten.
Roller (I a in, 3 Febr. Voor ongeveer)
10.000 toeschouwers speelde hedenmiddag
op het SpartateiTci» te Rotterdam het
voorloopig Nederlandse!) elftal tegen Rea
ding F. C\, een derdo klasse EngelscJie
pro fel u b.
Het voorloopig Ncdcrlandsch elftal' hal
om verschillende redenen zoovele wijzigin
gen ondergaan. Lagendaal. Adam. Van
der Meulen, Wélier en Van Run ontbraken
op hot appèl, dat van een voorloopig
Nederlandse!) elftal geen sprake was. maai*
wel van een Bon deel f tal.
Dc geheele verdediging bestond uit in
vallers. maar bot was juist deze, die eeii
vrij goeden wedstrijd gespeeld beeft. Doel-
mau Odijk begon wel twijfelend, maar
spoedig was hij weer de man van "altijd,
die met bravour zijn heiligdom verdedigt.
De Amsterdammer Van Stokken had een
kwartiertje noodig, om zich aan de omge
ving aan to passen, doch daarna heeft hij
zich werkelijk dapper geweerd. Aan dezen
speler zal de Kcuzecommissie wel de noo
dige aandacht schenken.
Lelyveld heeft eveneens een nuttige par
tij gespeeld, maar van het overige deel van
dc ploeg valt weinig goeds te vermelden.
De middcnlinie, met uitzondering van
Anderieaen, die verdedigend cn vooral aan
vallend zeer goed werk deed. was zwak.
Rauwe Sr. kon den snellen Engelschen
linksbuiten niet houden en Kools deed het
veel tc voorzichtig aan.
Dc voorhoedo was een groote failure. Het
midden trio combineerde slecht en miste
voor doel verschillende kansen, maar ook
Wols en Van Nellen waren minder dan
gewoonlijk.
De Engelschen hebben laten zien, dat
profs van den overkant van het Kanaal
nog altijd een stuk beter zijn dan onze bes
te Ilollandschc voetballers, ook al zlln ze
dan slechts derde klassers.
Het positiespel, het aangeven, hef. stop
pen, het passeeren. alle onderdeden van.
het spel waren uitstekend verzorgd. Een
verschil met Birmingham eu dc Bléck-
burn Rovers. Engelsclie 1ste klasse profs^
die verleden jaar in ons land waren, was
er eigenlijk niet.
Voor). Xedcrl. elftal:
Doel: Odijk (De Hollandiaan).
Achter: Van Stokken (D.W.S.) en Lely
veld (V.U.C.)
Midden: Rauwe (Fcyenoord/, Anderiesen
(Ajax) en Kools (N.A.C.)
Voor. Wels (Unilas), Vente (Neptunus),
Ophorst (H.B.S.), Mol (K.F.C.) cn Van Nel
len (D.II.C.)
Reading F C:
Doel: R. Mcllors.
Achter: Forstcr en Richardson.
Midden: Darnell, Allan en Barley.
Voor: Ritchie, Eaton, Palethrouc, Bag-
gett en Mac Rherson.
Aanvankelijk was het Ncdcrlandsch elf
tal cenigszins in dc meerderheid, zonder
dat in doelpunten te kunnen uitdrukken.
Maar spoedig kwamen de Engelschen sterk
opzetten, waardóór onzo verdediging het
hard le verantwoorden kreeg. Een hands
bal van Van Stokken bezorgt Reading een
strafschop, waaruit Eaton scoort. 0—1.
Kort \oor de rust krijgt ook Nederland
eerj strafschop te nemén wegens ongeoor
loofd aanvalsspel. Pauwe benut de panal-
ly, 1—1.
Na dc rust was de Engelsc-he voorhoede
voortdurend in den aanval. Zij wisten hun
meerderheid in nog twee doelpunten uit
te drukken, liet eerste uit een kopbal van
Baggett, het tweede door een fraai schot
van Mac Pherson.
DE OLYMPISCHE WINTERSPELEN. "n
De deelnemers aan de Olympische kampioenschappen schaatsenrijden en kunstrijden, die de beste kansen hebben. 1. Borat
Evenson de Noorsche rijder en meermalen Enropeesch kampioen; 2. Mabel Vinson, Amerika's hope voor het kunstzijden»
3. Drie wereldkampioenen bijeen: Kurt Schafer, Sonja Henic en GiLlcs Grafström; 4. Fritzi Burger, de Oostenrijkseho
scboonrijdster; 5. Ernst Bayor, Daitschlands vertegenwoordiger bij het schoonrijden; 6. Ballungrud, de favoriet on alle
lange afstanden; 7. De Jonge Noorsche Sonja Henie; T. Knrt Schafer, de Oostenrijksche kampioen schoonrijden.