HET NIEUWE ROME
DE EVANGEUSTE MET DE SLANGEN
DE RADIO IN 1931
door ETHA FLES
DE KRACHTVOORRAADSCHUUR
DER WERELD
n
BRIEF DIT AMERIKA
New York, Januari 1932.
Zuster Smothers is een evangeliste. aie
In den Amerikaanschen staat Tennessee en
ook wel daarbuiten bijeenkomsten houdt.
Dit zou haar nog niet tot een bekonde fi
guur maken, doch zij koestert door de
kracht van haar geloofsvertrouwen geen
vrees voor de meest vergiftige slangen en
door dit feit komen velen onder den indruk
van haar woorden. Er worden geregeld door
„twijfelaars" slangen meegebracht naar de
bijeenkomsten en het was inderdaad op
merkelijk, dat deze dieren Zuster Smothers
nooit beten. Doch eenigen tijd geleden kwam
de zwaarste proef van haar geloof. Een der
meegebrachte slangen, een zeer vergiftige
ratelslang, beet haar en de hevig verschrik
te aanwezigen dachten niet anders, of zij
zou binnen enkele oogenblikken 6terven
Dit gebeurde echter niet; zij ging rustig
voort met het leiden der bijeenkomsten en
na afloop daarvan, 50 minuten nadat zij
gebeten was, ging zij naar huis. Van de
beet heeft zij slechts weinig ongemak on
dervonden, hoewel over het algemeen de
beet van een ratelslang, wanneer zij al niet
doodelijk is, toch zeer ernstige koortsen
en andere ziekteverschijnselen veroorzaakt.
Ongetwijfeld is het geval van Zuster Smo
thers zeer merkwaardig en vele medici heb
ben er zich naderhand mee beziggehouden,
toen het gerucht van het voorval zich ver
spreidde. Haar naam was plotseling door
het geheele land bekend en haar levensloop
werd in alle dagbladen beschreven. Deze
was zeer eenvoudig tot aan het oogenblik,
dat er voor het eerst een slang op de bij
eenkomst van Zuster Smothers werd bin
nengebracht Zij was toen een pas begin
nend evangelistc en kon de menschen niet
boeien. Wellicht was dit ook een gevolg van
het feit dat zij zich in dien tijd ernstige
zorgen maakte om haar man. Hoe het ook
zij, het publiek kwam meer om haar te be
spotten en zich over haar vroolijk te ma
ken, dan om ernstig naar haar te luisteren.
En op zekeren avond, toen zij zeide, dat er
geen kwaad kon overkomen aan dogenen,
die op God vertrouwen, antwoordde een
man uit het publiek: „Ik heb buiten de
deur een ratelslang staan in een emmer.
Wilt U hem eruit halen en ons laten zien,
dat God met U is?"
Het was voor Zuster Smothers geen ge
makkelijk geval. Zij trachtte de aanwezigen
uit te leggen dat haar slechts dan geen
kwaad zou overkomen, wanneer het God's
wil was, dat zij ongedeerd zou blijven, maar
daarmee verloor zij nog meer terrein. Zij
voelde bovendien een ingeving, dat zij op het
voorstel van den man in moest gaan. Dit
deed zij dan ook en bij bracht nu den em
mer binnen, die met een stuk blik was af
gedekt. Zij plaatste den emmer voor zich
op het podium, nam bet blik wog en haal
de de ratelslang eruit. Later heeft zij dik
wijls verteld, dat zij op dat oogenblik het
meest verbaasd was over haar eigen ge
voelens. Zij gevoelde geen zweem van angst
in haar hart. En de slang beet haar niet.
Met één 6lag had zij haar toehoorders ge
wonnen. Het barstte uit in luidruchtige toe
juichingen. Dit had op zichzelf de slang
reeds onrustig kunnen maken, doch het
dier bleef kalm en liet zich gewillig in den
emmer terugplaatsen. Daarna bedaarde
het rumoer en kon nog een mooie avond
volgen.
Sindsdien werden er herhaaldelijk slan
gen meegebracht op haar bijeenkomsten.
Het is onjuist, dat haar geloofsgenooten dit
doen. Het zijn juist de z.g. twijfelaars, die
haar op de proef willen stellen of aan be
drog denken. De bergbewoners van West-
'Tunnessee, waaronder zij voornamelijk
werkt, gelooven geen onaannemelijk schij
nende verhalen en moeten het feit zelf moe
gemaakt hebben, voordat zij eraan geloo
ven. Vanaf 1920, toen Zuster Smothers voor
het eerst een slang opnam, zonder gebeten
te worden, zijn er herhaaldelijk slangen
meegebracht door de „Twijfelaars", vele
ratelslangen, doch ook slangen van andere
vergiftige soorten. Geen van die dieren beet
haar, totdat enkele maanden geleden bet
opzienbarende voorval plaats had, dat wij
boven noemden. Weer was het een ratel
slang, die bij Zuster Smothers gebracht
werd, ditmaal een diepzwarte, een groot
exemplaar van 1 M. 20 c.M. Het dier was
over een grooten afstand in een klein kistje
vervoerd en blies van kwaadaardigheid.
Toch beet het niet, toen Zuster Smothers
het uit het kistje nam.
Na eenige oogenblikken legde zij den
9lang weer in het kisje en toen gebeurde
het onverwachte. De groote slang greep
plotseling met zijn bek haar hand, niet de
rechterhand, waarmee zij het dier vast
hield, doch de linkerhand, waarmee zij het
deksel van het kistje openhield. Eindelijk
was dus ook Zuster Smothers gebeten
Eenige vrouwen gilden; alle aanwezigen
beschouwden haar als iemand, die ten doo-
de opgeschreven was en waren zenuwach
tig of verslagen, al naar hun karakter Zij
weigerde medische hulp en bleef rustig. Zij
ging door met het plaatsen van den ratel
slang in het k *stje en toen zij dat gedaan
had en bet kistje weer dicht was, zei zij
eenvoudig: „Laten wij bidden". Zij bleef
ook verder de bijeenkomst leiden, hoewel
haar linkerhand bloedde van de beet van
den slang. Zij zakte niet in elkaar, wat
haar toehoorders elk oogenblik vreesden
te zien gebeuren; na afloop der vergadering
lfgde zij te voet den afstand van 800 M.
naar haar pension af en ging als gewoon
lijk naar bed. Den volgenden morgen was
haar hand opgezwollen en gevoelde zij zich
volgens haar eigen verklaring onwel, doch
zij hervond al spoedig haar gelóofsvertrou-
wen en knielde neer om te bidden. Nu
vreesde zij niet meer voor de gevolgen van
den beet en inderdaad was na verloop van
twee dagen de zwelling geheel vérdwencn.
Er waren ongeveer 400 personen getuige
van hot feit, dat Zuster Smothers gebeten
werd. Ook bij haar tegenstanders bestaat
er geen twijfel aan de waarheid van het
gebeurde. Sister Smothers is getrouwd en
moeder van drie jongens. Door haar evan
gelisatiewerk i6 zij veel van huis, doch de
buren beschouwen het als een eer, om dan
voor het huishouden te zorgen en haar ar
melijke tabaks- en maïsveldjes te onder
houden.
's Zondags komen de menschen van kilo
meters uit den omtrek om haar te hooren.
Met hun ouder we tache rijtuigen slechts
enkelen zijn een rammelende auto rijk
leggen zij de lange afstanden af over de
bochtige, 6toffige bergwegen. En af en toe
duiken er nog altijd twijfelaars op, die slan
gen meebrengen. Zij willen het zelf zien.
Er zijn den laatsten tijd echter ook medici
en zoölogen onder haar gehoor. Zij zoe
ken een verklaring voor de feiten, die zij
voor hun oogen zien gebeuren.
Voor die eene keer, dat Zuster Smothers
gebeten werd zonder er noemenswaardige
gevolgen van te ondervinden, is reeds een
zeer aannemelijke verklaring opgesteld. De
ratelslang, die haar beet, was beslist woe
dend. Een der ooggetuigen zei bijv.: „Men
had een speld kunnen hooren vallen, toen
de kist met den slang op het podium was
geplaatst, er was geen geluid te hooren be
halve het sissen van het opgesloten dier".
Het dier heeft dus zeer waarschijnlijk
meermalen in het ijzeren gaas, waaruit het
deksel van zijn hok bestond, gebeten en
daarbij telkens wat vergif verloren. De
beet was dus niet meer zoo gevaarlijk, als
onder andere omstandigheden het geval
geweest zou zijn. Bovendien moet haar
hand vrij ernstig gebloed hebben, wat ook
een gunstige factor was. Op het oogenblik
houden de geleerden zich dan ook minder
bezig met den keer, dat Zuster Smothers
gebeten is, dan met de vele malen, dat zij
niet gebeten is. Wat haarzelf betreft zij
heeft eigenlijk een afschuw van slangen,
doch zij overwint dit gevoel zonder moei
te, wanneer een van haar toehoorders
weer een slang voor haar meebrengt. „Als
zij mij vroegen om een wilde kat vast te
houden, zou ik dat evengoed doen in het
belang dez goede zaak", verklaarde zij te
genover do reporters, die haar natuurlijk
in grooten getale kwamen bezoeken. Haar
grootste voldoening is dat de man, wiens
ratelslang haar gebeten heeft, door dit
voorval en al wat hij daarna beleefde, ge-
loovig is geworden. De man, die haar den
eersten ratelslang bracht, heeft zij echter
nooit teruggezien; zij heeft zelfs nooit zijn
naam gehoord.
RADIO
ONGEWENSCHTE TOESTANDEN IN DE
RADIO-INDUSTRIE VERDWENEN.
door
DAVID SARNOFF.
President van de „Radio Corporation of
Amerika".
In vele opzichten is 1931 een slecht jaar
geweest, doch het is ook een jaar, waarin
veel van blijvende waarde is bereikt onder
ongunstige omstandigheden. De techniek
en de industrie staan op een geheel ander
peil dan op 31 December 1930. Achteraf be
schouwd hadden wij het jaar 1931 niet wil
len missen. Nu is dc bloei der wetenschap
ook onafhankelijk van den gunstigen of on-
gunstigen economischcn toestand. Zij wordt
het meest aangespoord door de noodzaak
en nooit is wetenschappelijke vooruitgang
ncodiger dan in moeilijke tijden, wanneer
hot geld veel voorzichtiger wordt uitgege
ven en de koopérs dus moeten worden aan
gemoedigd door nieuwe producten en nieu
we mogelijkheden. Slechts hierdoor kan de
stagnatie in de economische samenleving
weer opgeheven worden en dit is weer noo
dig, ora een blijvende opleving mogelijk te
maken. Als die opleving komt, zal pas ten
volle blijken, van hoeveel waarde de we
tcnschappelijke en technische vooruitgang
is, die in 1931 is bereikt.
De radio-industrie, onze jongste industrie
in jaren, heeft natuurlijk ook to lijden ge
had onder de verminderde koopkracht.
Doch dat heeft geen invloed gehad op de
wetenschappelijke resultaten. Ook de om
roep is verbeterd en uitgebreid. Dc radio
is een internationale beweging geworden,
veel meer dan een jaar gclec^n het goval
was. Onlangs hebben wij nog bij de huldi
ging van Guglielmo Marconi gezien, hoe in
éen programma uitzendingen voorkwamen
uit vijftien verschillende landen, die in Eu
ropa, Noord- en Zuid-Amorika en het verré
Oosten waren gelegen. En wat de radio-in
dustrie in engeren zin betreft: het streven
om de radio binnen het bereik van elk ge
zin te brengen, is met succes bekroond.
Voor prijzen, die men in de eerste jaren
der radio-beweging onmogelijk zou hebben
geacht, zijn oneindig veel beter toestellen
verkrijgbaar. Nieuwe instrumenten, combi
naties met grarnofoons e.d. en verbetering
van onderdeelen (o.a. voor de radiotelegra-
fie op zee), hebben het afgeloopen jaar go
kenmerkt
De pogingen om het mogelijk te maken
dat de sprekende films ook in de huis
kamer komen, hebben zooveel succes ge
had, dat dit onderwerp in 1932 de ali-e
moene belangstelling tot zich zal trekken.
De technische ontwikkeling der daarvoor
benoodigdo toestellen is tot nu toe zeer
bevredigend geweest en de studie, welke
in tal van laboratoria over de ultrakorte
golven wordt gemaakt, heeft goede resul
taten gehad. Dit werk wordt nog steeds
met groote enorgie voortgezet. Het aar.ia!
tclevisieproeven was in het afgeloopen
jaar grooter dan ooit tevoren. De bedrij
ven, die aan de radio-industrie verwant
zijn, kunnen ook wijzen op mooie weten
schappelijke resultaten. Er bestaan thans
gramofoonplaten, die zoo lang achtereen
blijven spelen, dat men er een geheele
symphonie op kan weergeven. De spreken
de films zijn ook beter geworden door de
uitvoering van geluidlooze opnametresicl
len.
Wat de fabrieken voor radiotoestellen en
DIT ITALIË
In December *25 hield Mussolini een van
zijn korte kernachtige toespraken, waarin
bij zei, dat Rome weer voor ons verrijzen
moest als het Rome der Cesars, grootsch
en wijd! De eerbiedwaardige ruïnen zou
den vrijgelegd worden, breede straten loo-
pen langs het mausoleum van Augustus en
het Kapitool, van hier zou het Kolosseum
binnenkort zichtbaar zijn
„Die Botschaft hór ich wohl, albin mir
fehlt der Glaube", dacht misschien menig
een; maar wie er twijfelde aan de levens
vatbaarheid van het fascisme of aan het
ten uitvoer leggen van des Duce's plannen,
die kende de wilskraoht van den Dictator
n»iet;zij geloofden niet aan de mogelijkheid
dat Italië, dat alle krachten moest inspan
nen om zijn b-anenlandscioe regeering te
versterken en zich door groote mogend
heden te laten eerbiedigen, nog den durf,
de werkkrachten en het geld zou hebben
om een Dbuw Rome te scheppen!
En toch groeit dit nieuwe Rome töet den
dag, terwijl honderden, ja duizenden kar
ren met puin» buiten de muren worden ge
reden en we telkens voor nieuwe verras
singen kermen te staan als er een schutting
omver wordt gehaald waarachter het werk
van opruimen der oude hulzen en het uit
graven der overblijfselen der antieke Urbs,
met koortachtigen ijver werd voortgezet.
Goethe schreef in 1780 uit Rom», dat men
nergens beter kon narekenen boe cte eene
kuituur op de andere gevolgd was dan hier
waar monumenten uit de belangrijke tijd
perken vervallen of nog ongeschonden
naast of boven elkander stonden; de ge
heele geschiedenis van de eeuwige stad
bouwde hij uit die gedenkteekenen op. Een
eeuw na het bezoek van den grooten dich
ter had» het derde Italië zijn schendende
hand aan Rome geslagen; het zette *Je
meest botte ministeries en banken, waar
bloeiende parken en schilderachtige villa's
stonden, alsof bet zich tot doel had gesteld
het verleden plat te drukken en te vermor
zelen. Maar nog geen vijftig jaar later
stond de schepper van het vierde Italië op
het Kapitool; hij liet zijn blikken gaan
over d«j stad, die zich aan zijn voeten uit
strekte en droeg bouwmeesters op het pi ah
te ontwerpen, waarin het oude Rome geëer
biedigd en bet moderne n»aar de buiten
wijken teruggedrongen zou worden.
„Binnen wélftge jaren moet hier een Ro
me voor ons liggen, dat de geheele wereld
met bewondering vervult, het moet zich
ordelijk en machtig uitstrekken zooals ten
tijde van Augustus'4, zei Mussolini en nu
reeds, zes jaren nadat dit nieuwe Rome
geconcipieerd werd, begint het zich duide
lijk voor ons af te teekenen; met verassen
de snelheid werden brokstukken van de
antieke Urbs aan (het daglicht gebracht,
straten verbreed en huizen die oude chris
telijke kerkjes omknelden, weggebroken;
binnen enkale jaren zal de reiziger het Ro
me van Victor Emanuel en Garibaldi niet
meer herkennen.
In het Rome der Cesars leefden drie mil-
lioen menschen; veertien eeuwen later,
toen de Paus naar Avignon was uitgewe
ken, telde het er niet meer dan zeventien
duizend, maar in de XVde eeuw, vooral
onder Nikolaas V, die het plan voor de ba
siliek van het Vatikaan ontwierp. begint
Rome zich als met een nieuw gewaad te
bekleeden. Hot tijdperk der Renaissanse,
dat nu volgt, kenmerkt zich door bewonde
ring der oudheid; de kunstlievende Paus
Sixtus IV en de maecenas die Julius II was
(begin XVIde eeuw), lieten schitterende
paleizen bouwen aan den oever van den
Tiber, omdat de waterleidingen vernield
waren en de stad dus slecht van water
voorzien was. Met Sixtus V, de groote Paus,
die in de vijf jaren dat hij ageerde zoo
veel goeds tot stand bracht, begint Rome
een moderne stad te worden; hij voert het
water van do bergen hier terug en trekt
braede verkeerswegen, zooals nu na vier
eeuwen Mussolini doet. Want er zijn men
schen, en ook wel eens enkele regeerders,
die niet langs kronkelende maar direct
langs een breeden weg op hun doel afgaan
entot dezulken behoort ook Mussolini en
hei Rome van Mussolini zal den breeden
blik van dezen grooien Italiaan nog na
eeuwen als symboliseeren.
Dö hoofdstad die in '70 ruim 200.000 Inwo
ners tolde, had reeds in '85 het dubbele
aantal; in 1921 waren er 900.000; nu is hot
millioen reeds overschreden. Wanneer de-
z3 aanwas blijft voortduren en de trek is
nu eenmaal naar de hoofdsteden, zal Rome
over vijftig jaar twee millioen inwoners
rijk zijn; de uillegging van» de stad en het
vrijleggen van de oude Urbs is gebaseerd
andere radio-artikelen betreft, kunn-n wij
zeggen, dat ook deze in 1931 tot overpro
ductie zijn gekomen. Nog steeds wordt er
veel meer geproduceerd dan het pjbliek
verbruikt en zelfs in vroegere jaren was
er reeds in geringe mate sprake van over
productie in de radio-industrie. Er zijn dan
ook bedrijven geliquideerd en do merkt is
ontwricht.
Voor tientallen eenwen voldoende.
De „Witte Kolen" de energie der toekomst.
door
Dr. P. J. KUNST.
Als wij de verschillende bronnen van
energie op de aarde nagaan, dan komen
wij tot de slotsom, dat de menscb nog ge
durende tientallen eeuwen niet hoeft te
vreezen voor uitputting dezer bronnen.
Zonder rekening te houden, met de wind
sterkte, de golven, de inwendige warmte
van den aardbol, de electriciteit, die in de
atmosfeer ligt opgezameld, noch de directe
zonnestralen, de kracht der radioactieve
stoffen en der atomen kunnen wij vaststel
len, dat we over een zoodanige bron van
energie beschikken, dat de levensstandaard
der menschheid hiermede ongelooflijk zou
kunnen worden verbeterd.
De thans bekende kolenvoorraden bedra
gen ongeveer 7.500 milliard ton of wel 750
milliard wagons. Deze hoeveelheid zou vol
doende zijn voor 5000 jaar indien het ver
bruik hetzelfde bleef als thans. Veronder
stellen wij dat de stijging van het verbruik
in denzelfden graad zou voortgaan als in
den tegenwoordigen tijd, dan zou de onder
aarde aanwezige kolenschat ons geduren
de 1000 jaar van brandstof kunnen voor
zien. Niet uit het oog echter worden verlo
ren, dat er nog geregeld nieuwe kolenge-
bieden ontdekt worden en in zekere aard
lagen nieuwe kolengebieden ontstaan.
De Europeesche kolen vertegenwoordigen
ongeveer een hoeveelheid van 800 milliard
tonnen, die volgens de huidige behoeften
een rustig verbruik gedurende negen eeu
wen verzr-keren.
De te exploitceren „Witle Kolen", de wa
terkracht, bedraagt ongeveer 600 millioen
P.K. waarvan er op het oogenblik 28 mil
lioen benut worden, terwijl men bezig is
aan werken, die straks 7 millioen P. K. zul
len opwekken. Doze krachtsenergie maakt
ongeveer 6 van het wereldtotaal uit,
maar heeft het voordeel, dat zij nooit uit
geput raakt, immers zoolang er wolken, ri
vieren en zeeën zullen bestaan, zal ook de
waterkracht er zijn.
De petroleumgebieden vertegenwoordigen
eveneens een enorme energie-voorraad. Het
tegenwoordige verbruik van petroleum be
draagt jaarlijksch 170 millioen ton. Het is
interessant, dit cijfer met dat van de ko
len te vergelijken, dat ongeveer 1.400 mil
lioen bedraagt, met dat van het hout, dat
400 millioen ton cn dat van natuurgas, dat
18.5 millioen ton bedraagt
Den laatsten lijd is men erin geslaagd
petroleum te winnen door middel van het
vloeibaar maken van kolen. Deze nieuwe
uitvinding, die volmaakt practisch bruik
baar is, is door een groote petroleumtrust
aangekocht welke op deze wijze de pro
ductie van synthetische petroleum kan be
perken.
De distillatie van zokere plantaardige
stoffen verschaft ons eveneens brandstof
fen, die in staat zijn motoren in werking te
brengen en die bijgevolgd eveneens als
krachtbronnen kunnen worden beschouwd.
Daarboven verschaft de chemische indu
strie ons oveneens brandstoffen, haar bij
en afvalproducten, die ook motoren in be
weging kunnen zetten, terwijl men water
stofgas langs electrische weg kan bereiden.
Onderzoekingen van den laatsten tijd
bobben bewezen, dat het voortaan ook mo
gelijk zal zijn, do electriciteit van de at
mosfeer tc gebruiken. Het oorsponkelijke
doel dezer onderzoekingen was, een buiten
gewoon groote electrische energie op te
wekken, om de atomen te splitsen. Langs
dezen weg is men erin geslaagd een stoom-
spanning van 15 millioen volt op te wek
ken. Het laboratorium te Monte Generoso,
waar men deze proeven nam, gebruikt
reeds voortdurend dc atmosferische elec
triciteit.
Wat de practische bruikbaarheid van het
zonnelicht betreft, is het interessant, te wij
zen op een Californische werkplaats, waar
de warmtebron gevoed wordt door gecon
centreerde zonnestralen, dank zij een kun
stig sumenstel van spiegels.
De jaarlijkscbe energieproductie bedraagt
4.150 kilowattuur. Dit totaal ontstaan
door:
Kolen en turbines 1.100 milliard K.W.U.
Petroleum 300 milliard K.W.U.
Waterwerken 2.750 milliard K.W.U.
Het volgende lijstje laat one 7ien, hoe
veel KWU. electriciteit jaarlijks per hoofd
der bevolking wordt verbruikt.
Zwitserland
1.000 KWU.
Ver. Staten
630
Canada
780
Noorwegen
650
Duitschland
330
i»
Engeland
300
Frankrijk
210
n
Italië
190
Japan
100
n
Roemenië
20
i zekere groep ingenieurs blijft het te-
genwoordige krachtopwekkingssysteem in
stand houden, terwijl zij een geheele serie
argumenten bij de hand hebben om te be
wijzen, dat do waterkracht niet goedkoo-
per uitkomt dan dc met brandstof gestook
te machines, wat dc aanschaffingskoaten
voor hydraulische krachtvoortbrenging zijn
zeer boog en het kapitaalrendement is niet
in verhouding tot de voordeelen, die het
waterkrachtssysteem biedt. Deze argumen
tatie is bijna steeds geïnspireerd door de
kolen- en machinebouwindustrie.
In werkelijkheid bedraagt het rendement
van stoommachines in het gunstigste géval
18 terwijl die van de hydraulische tur
bines dikwijls de 80 overtreft Ongeluk
kigerwijze wordt de technische vooruitgang
in onze dagen nog maar al te dikwijls be-
heerscht door particuliere industriebelan-
gen.
RADIO EN ONTWAPENING.
Sedert eind December brengt de B.BC.
in het nationale programma ora 22.20 uur
in samenhang met andere actueele vraag
stukken, voordrachten over de moeilijkhe
den van hot ontwapening^vraagstuk. Dezo
voordrachten worden door de meest voor
aanstaande personen uit de politiek, lite
ratuur. 6trategie, financieele wereld en d*
handelswereld gehouden. Hoewel het hltfr
de uitzendingen van een bljzonderon offi-
cieelen zender betreft zlin er maatregelen
genomen, dat de vrije meeningsuiting zon
der hindernisoen kan Dlaats hebben. Tot
nog toe kwamen de conclusies ongeveer
neer op een algèmcene. algeheels maar ver
traagde ontwapening. Strenge contróle
door den Volkenbond scheen de Engel-
schen voldoende.
In ieder geval wordt het ontwapenings
idee, d.w.z. het algemeene ontwapenings
idee, in Engeland door den Omroep in hoo-
ge mate gepropageerd. De B.B C. ia zelfe
zoover gogaan. dat zij od 15 December ceft
middaggodsdicn6t voor de ontwapening
heeft georganiseerd, waarbii dc aartsbis
schop van Canterbury aanwezig was ea
gebeden wei-den gehouden voor het slagen
van do ontwapeningsconferentie.
ZESTIEN MILLIOEN LUISTERAARSI
Een record-vaststelling in het Ccntra-al-
burcau voor Statistiek der Vcreenlerde Sr*<-
ten is wei de korten tijd getrane. natueJijk
dat iedere tweede persoon m het land der
vrijheid een ontvan&ei bezit. Het Juiste
•aantal ontvangers bedroeg op 1 Aprl 1930,
waarop dc tolling oen aanvang nam,
12.078.345 of 40.3 procent van het totaal
aantal Amerikaansche huishoudens. Dit
aantal bedraagt 29.980.146. De laatste tel
ling leverde circa 16 millioen bezittere van
ontvangers op.
op deze uitzetting van Rome, waardoor
haar antieke schoonheid niet geschaad
wordt. Een breede weg voert direct van het
Kapitool naar het Kolosseum en het mau
soleum van Augustus, den stichter van het
Imperium zal geïsoleerd worden. Als een
ster waaruit stralen naar alle richtingen
gaan zal het een centrum vormen.
Buiten de poort van St. Jan van Latera-
nen zal de nieuwe stad verrijzen met par
ken, speelplaatsen en theaters; de archi-
techten zullen hier werk in ovarvloed vin
den en zoowel het Administratiegebouw
(naast het parvenu-achtige paleis van» Ju
stitie) als het „Tehuis voor de blinden"
die in den oorlog het gezicht verloren (via
Nomentana) overtuigen ons, cLat er hier
weer in de toekomst mooi gebouwd zal
worden.
Naarmate de straten verbreed worden
zal het verkeer minder gevaarlijk worden
voor den voetganger; het is een feit, dat
er nu elk jaar 6000 automobielen m3er door
Rome tuffen en dat dit kleine vervoermid
del op zijn geweten heeft dat de oude stad
telkens weer iets van haar schoonheid
moet prijsgeven. Vier sporen zullen in ver
schillende richtingen voor treinen onder
den grond worden aangelegd om de voor
steden met het centrum fa verbinden; bo-
von de huizen zullen echter geen treinen
loopen uit aesthetische overwegingen en
uit respect voor het glorieus© verleden van
Rome dat hier den modernen mensch al
tijd weer met -bewondering vervult
In vroeger jaren moest de stedeling, dio
wat van de natuur en van de frissche luoht
wilde genieten, zich opmaken naar Fras-
cati, naar Gastel Gandolfo of Albanoo
maar nu gaat er geen jaar voorbij, waariD
niet een nieuw park voor de stedelingen
geopend wordt. Wie noemt z i alle, deze
heerlijke plekken groen en bloemen, van
waar we een vrij uitzicht hebben, zooaols
uit villa Mattel en villa Glorie? En wie ge
niet er niet zoo menigen voorjaarsochtend
in Villa Sciarra, een prachttuin op den Ja-
niculus, die Mussolinu van een Amerikaan
ten geschenke ontving en met een vorste
lijk gebaar :ian de stad afstond. Een
sprookj es-acht i ge veelheid van pauwen
wiegt zich bier en onder d2 bosschages er
bij de barokke fonteinen. Zij slepen hun
als met edelsteenen bezotten staart door
het zijige gras, hun hals en staart fonkelt
met duizend kleuren in den zonneschijn.
Zóó zijn de bonte pauwen, maar naast deze
vijlen zich ontelbare zilveren pauwen neer,
blank en smetteloos als sneeuw.
In de maand Mei is het een wonder hier
rond te loopen; dan pronkt de vogel van
Juno, de witte pauwen zagen we in een
halven cirkel geschaard om het bekken
van een fontein; langzaam ging de zware
staart omhoog en bundels zilveren stralen
teekenden zich af tegen het donkere ge
boomte. Als groote waaiers wiegden zij
langzaam heen en weer, een eigenaardig
geluid trilde door de lucht- Wonderlijk
lang bleven die dieren daar pronkend
staan»; zij schenen ons betooverde prinses
sen waarvoor wij met zekeren schroom te
rug weken!
Hier zijn we niet meer in Rome maar in
een irrieeële wereld verplaatst en wc zou
den hier onzen tijd verrlroomen, als. wï
niet door bontgekleurde kinderen en men
schen er aan herinnerd werden, dat dit fee
ërieke park openstaat voor een publiek,
dat, laat ons maar alleen zeggen: «cht Ro-
meinsoh is! Op zoo'c moment begrijpen «dj
'den aristocraat, die zijn villa voor het pu
bliek sluit om er alleen, wel egoïstisch
maar ook heel voornaam, van te genieten.
De atmosfeer van deze villa vraagt vjëV
rust en stilte maar om deze te vinden moe
ten we in Rome wel heel vroeg o' -staan!
ETHA FLES.