'AM EKSf OODÏS C1H DAGBLAD»
Zaterdag 20 Februari 1932
..DE EEMLANDER"
30e Jaargang No. 200
DERDE BLAD
GEEN BARMHARTIGHEID
OP DEN ZONDAG
BESTUURSHERVORMING IN
DE BUITENGEWESTEN
HET BEZOEK VAN MINISTER
DECkERS
Onze Postvliegers
onderweg
VANWAAR KOMT DE
LIEFDE?
Is dit niet in strijd met
Mattheus 23 vers 23?
In de pers «verscheen dezer degen onder
staand berichtje:
Het bestuur van de vcrccniging van bur
gemeesters, wethouders en secretarissen
„Groen van Prinsterer" heelt aan het .Na
tionaal Crisis-Comité verzocht, de radio
rede, betreffende de werkzaamheden van
het comité, niet op een Zondag, maar op
een werkdag te doen uitzenden.
Naar aanleiding van dit verzoek van
„Groen van Prinsterer" schrijft Ds. Wege
rif in het zoo juist uitgekomen Utrechtse!»
Vrijzinnig Protest. Blad:
Deze burgemeesters, wethouders en se
crctarisscn zullen ongetwijfeld vrome man
nen zijn, steunpilaren der Gereformeerde
kerken, kampvechters voor de Ecrc Gods.
vooraanstaanden in den strijd voor Zon
dagsheiliging. Zij zullen op de bres staan,
waar het geldt liet karakter van den Zon
dag, die den Hcere is gewijd, ongerept te
bewaren. Na hun Zondagavondkerkgang
zullen zij.thuisgekomen, hun Bijbel opslaan
en hun Psalmboek ter hand nemen en hei
resteerende gedeelte van den avond door
brengen met geestelijke gesprekken en
stichtelijke overpeinzingen. Hun diep besef
van verwerpelijkheid en van verdorvenheid
van ziel zal hen er voor bewaren de we
reldsche klanken der radio in hun huiska
mer te doen weerklinken. Als zij willen ju
beien, dan jubelen zij in den Heere, die
hen immers door Zijn genade wilde doen
behooren tot het uitverkoren volk...
Daarom geen radiorede over cle werk
zaamheden van hot Crisis-Comité op den
dag dc-s Heeren! De wereldsche zaken moe
ten voor den werkdag worden bewaard.
En zelfs de overweging, dat juist op den
Zondagavond velen worden bereikt, die
mede hun hulp en bijstand te bieden heb
ben aan hen, die in geestelijken en stofte
lijken nood verkeeren, mag hen niet van
hun eenmaal ingenomen standpunt af
brengen: de Satan vertoont zich immers
juist op zijn gevaarlijkst in de gedaante
van een Engel des Lichts!
Bovendien: zullen wij op den Zondag, die
gewijd is aan den dienst des Heeren, ande
ren voor ons laten werken? De zender
moet zwijgen, bet technische personeel van
dén omroep behoort thuis.'te zitten, spreker
en omroeper zouden beter doen Gods
Woord in den kring des gezins voor te le
zen dan zich in te loten met dagenc, wat
voor den weekdag behoort te worden gere
serveerd. Het is niet geoorloofd op den
Sabbatdag eenig werk te verrichten: „dan
zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon.
noch uwe dochter, noch uw dienstknecht,
noch uwe dienstmaagd, noch uw os, noch
■uw ezel, noch eenig van uw vee, noch en.
vreemdeling, die in uwe poorten is; opdat
uw dienstknecht en uwe dienstmaagd rus
ten, gelijk als gij." (Deut. 5:Ii).
Dc burgemeesters, wethouders en secre
tarissen, die tot de vereeniging „Groen van
Prinsterer" behooren, zullen misschien
gaarne eenigc leiding ontvangen voor hun
Bijbellecluur op Zondagavond. Hun worde
dan ter lezing aanbevolen het Evangelie
uaar Mattheüs, van hoofdstuk 12 de verzen
9 tot 14, waarbij, dan tevens te bedenken
is, dat in crisistijd vele banden, tot werke
loosheid gedoemd, dreigen te verdorren
terwijl wij nauwelijks vermogen tc besef
fen hoeveier harten alrccde verdord zijn!
In het opgegeven Schriftgedeelte lezen
wij aldus:
„En van daar voortgaande, kwam bij in
hunne synagoge.
En ziet, er was een mcnsch, die ecne dor
re hand had, en zij vraagden hem, zeggen
de: Is hot ook geoorloofd op de Sabbatda
gen te genezen? (opdat zij hem mochten
beschuldigen).
En hij zeide tot ben: Wat mensch zal er
zijn onder u, die een schaap heeft, en zoo
datzeive op een Sabbatdag in ecne gracht
valt, hetzelve niet zal aangrijpen en uit
heffen?
Hoeveel gaat nu een mensch een schaap
tc boven? Zoo is het dan op de Sabbatda
gen geoorloofd wel te doen.
Toen zeide hij tot dien mcnsch: Strek
uwe hand uit; en hij strekte ze uit, en zij
werd hersteld, gezond* gelijk de andere.
En de Farizeën uitgegaan zijnde, hielden
tezamen raad tcgon hem, hoe zij hem duo
den mochten."
Tot zoover het Schriftgedeelte. Wil men
misschien nog het oordeel van den Chris
tus vernemen over deze farizeën, dan kan
men van hetzelfde Evangelie opslaan van
het 23ste hoofdstuk bet 23ste vers. Werd
hierboven de Statenvertaling geciteerd,
thans worde de Leidsche vertaling aange
haald, die aan duidelijkheid niets tc wen-
schcn overlaat:
„Wee u, Schriftgeleerden en Farizeën,
gij huichelaars; want gij geeft tienden van
muntc, dille en komijn, maar de zwaarde
re geboden der wet laat gij na: rechtvaar
dighcid, barmhartigheid cn trouw; deze
dingen moest men behartigen en gene niet
nalaten."
DE MOORDAANSLAG TI} LEIDEN.
Het onderzoek in den moordaanslag te
Leiden op don heer Brandt. Woendag
avond op do Heerengracht gepleegd, wordt
ten zeersto bemoeilijkt doordat de aange
vallene stokstijf blijft volhouden, noch over
dc aanleiding tot den aanval, noch over de
daders eqnige inlichtingen tc kunnen ver
strekken. Gelet echter op dc omstandighe
den. .waaronder dc aanslag werd gepleegd,
alsmede om cenige andere redenen, wordt,
aan de verklaring van hen. die den heer
B. kennen, geen geloof gehecht. Ook tegen
over den officier van jusüstte, Jhr. mr. Van
Asch van Wijck, heeft de heer B. verklaard
niets van de zaak te weten. Tot deskun
dige in deze zaak is aangewezen dr. Hulst
uit Leiden
TEKORT VAN 20 MILLE.
Kassier bij den Apoldoornschen
gemcente-ontvancjor gearresteerd.
Apc 1 doo rn, 19 Febr. Als verdacht
van verduistering is in den afgeloopen
nacht van zijn bed gelicht en naai* het
politiebureau overgebracht de 29-jarige
R. W. R., kassier'bij den gemeente-ontvan
ger, afdeelingcn belastingen te Apeldoorn.
Naar wij vernemen zou er een tekort
geconstateerd zijn van ongeveer ƒ20.000
De verduistering moet zijn gepleegd over
een tijdsverloop van 5 tot G jaar. In ver
band met zijn inkomen was het opgevallen
dat de gearrestcerdo boven zijn stand
leefde Hedenmorgen heeft de rechter een
uitgebreid onderzoek ingesteld. De boeken
van den kassier zijn in beslag genomen.
VONNIS IN DE ZAAK ESCHAUZIER.
De Haagsclic rechtbank beeft heden von
nis gewezen in de moordzaak Eschauzier
Zij veroordeelde den verdachte K. tot 20
jaar gevangenisstraf wegens moord en den
verdachte P. tot 5 jaar terzake medeplich
tigheid aan dooslag.
V oorloopig verslag der
Tweede Kamer
Volgens het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer over het wetsontwerp tot
goedkeuring van de besluiten van den Gou
verneur-Generaal tot wijziging en aanvul
ling van onderscheidene afdeelingen der be
grooting van Ned.-Indië voor 1932 gaven de
voorstellen tot wijziging der begrooting met
het oog op de heffing eerier vermogensbelas
ting geen reden tot opmerkingen.
Wel werden uitvoerige beschouwingen
gehouden over dc aanvullingsbcgrooting in
verband met
de doorvoering der bestuursvorming
in de buitengewesten.
Allereerst stelden sommige leden de vraag
of de uitvoering van de bestuurshervor-
ming, zoowel voor zoover die Java cn Ma-
doera als voor zoover die de buitengewesten
betreft, niet gerekend moet worden zóózeer
op het terrein der interne aangelegenheden
van Ned.-Indiè te liggen, dat elke bemoeie
nis van den Neder landschen wetgever met
deze aangelegenheid ongewenscht moet
worden geacht.
Naar de meening dezer leden liad deze
quaestie niet in den vorm van ren aanvul-
lingsbegrooting aanhangig moeten zijn ge
maakt, doch bij ordonnantie moeten zijn ge
regeld. Zij achten het volkomen begrijpelijk
dat de door de Regeering gekozen vorm,
bij den Volksraad ontstemming heeft ge
wekt.
Andere leden waren echter van oordeel,
dat van de beginselen waarvan bij de ver
dere bestuurshervorming.zal worden uitge
gaan, zóóveel afhangt voor de staatkundige
ontwikkeling van Indië, dat het hoogst ge-
wenscht moet worden geacht, dat ook hot
N'cderlandscho parlement in de gelegenheid
wordt gesteld zich daarover te beraden.
Verscheidene leden opperden ernstige be
denking tegen het tijdstip van behandeling
va.i» het onderhavige vraagstuk. De econo
mische en financieele crisis, waarin ook In-
die zich thans bevindt, noopt tot oen scherp
doorgevoerde bezuiniging op nagenoeg elk
onderdeel van het Staatsbestuur en verbiedt
elk besluit tot het doen van uitgaven, welke
uiet strikt noodzakelijk zijn. Tot de zooda
nige behooren ook de uitgaven, verband
houdende met de doorvoering van de bier-
bedoelde regeling.
Andere leden achtten het inzicht der Re-
gcering juist, dat onder de tegenwoordige
omstandigheden van een verdere doorvoe
ring der bestuurshervorming geen sprake
kan zijn, doch dat die doorvoering thans
wél kan worden voorbereid.
Verscheidene leden achtten den opzet,
waarvan bij dc regeling van deze materie is
uitgegaan, onjuist. In werkelijkheid heeft
de Indische regeering met dit voorstel ge-
praejudicicerd op dc organisatie der in te
stellen gewesten. Bij
de indeeling in drie groóte gewesten
is zij er van uitgegaan, dat deze zullen zijn
ambtelijke bcstuursressorten, aan welker
hoofd gouverneurs zullen worden gesteld,
aan wie verstrekkende bcvocgdjicden van
het centrale gezag zullen worden overgedra
gen, en die door ambtelijke inspecties ter
zijde zullen worden gestaan.
Zij achtten dezen opzet in strijd met het
denkbeeld dat herhaaldelijk in de Staten-
Generaal cn den Volksraad onder nagenoeg
algemeene instemming is bepleit en dat:
meer dan eens ook door de regeering als
juist is erkend: dat bij de doorvoering van
dc bestuurshervorming niet het administra
tievc, ambtelijke karakter, doch het staat
kundige karakter van de in to voeren wij
zigingen op den voorgrond behoort te staan.
Dc verwezenlijking van dit denkbeeld leidt
er toe, dat in de eerste plaats wordt ge
zocht naar het middel om de bevolking
aan de beslissingen omtrent eigen aangele
genheden zooveel mogelijk te doen deolne-
men. Zulks is hier niet geschied.
Verscheidene andere leden verklaarden
zich met deze zienswijze niet te kunnen
vereenigen.
Algemeen was men van oordeel, dat in
ieder geval niet tot de uitvoering zal kun
nen worden overgegaan, voordat de daar
toe bcnoodigde gelden door den bcgrootings
wetgever zijn gevoteerd.
De erkenning van adatgcmecnscliappen
cn het streven naar geleidelijke ontwikke
ling van en samenwerking tusschen do zelf
besturen vonden vrij algenjeen instemming.
Tegen het voornemen tusschen de adat-
rechtgemeenschappen en do groopsgemeen-
schappen organisaties in het leven te roe
pen, welke onder leiding zullen staan van
inlandsche districtsbestuiirdcrs, bestond bij
vele leden bezwaar.
„Ik ben dankbaar dat tik dene
reis heb kunnen maken"
Batavia, 18 Februari. (Anuta). Mmistei
Deckers verklaarde bij zijn afscheid van
Ned.-Indiè o.a., dat hij wel eens wilde weten
waar de jongens, w elke in Holland aan de
Marine werden „toevertrouwd", in lndiè
voonden en onder welke omstandigheden.
Alles wat Z.E. op maritiem gebied gezien
had, was hem niet tegengevallen. Z.E. vond
de kazernes bijna zonder uitzonderirig uit
stekend, speciaal de opleidingsschool te
Makassar had zijn grooto bewöndgenng
gaande gemaakt.
Het geheel was vermoeiend geweest, doch
door de zeer groote medewerking, die Z.Exc.
van de zijde der autoriteiten had ondervon
den, was het hem mogelijk geweest den bo
schikbaren tijd nuttig te besteden.
De heer Deckers zeide overtuigd te zijn
dat langzamerhand de animo om reizen van
Nederland naar Indië.te maken, zou groeien
Hij wees in dit verband op de toenemende
aandacht welke de Nederlandsche pers aan
Indië wijdt. Verder wees de heer Deckers
op dc schoonheid en de belangwekkendheid
van het land. „Wie er eens geweest is, blijft
belangstelling voor bet land houden. Ik za'
voortaan met grooter aandacht kennis ne
men van de Indische aangelegenheden en
mij thans gemakkelijker kunnen indonken
wat geschiedt, omdat ik de plaats en de
omstandigheden ken. Ik ben dankbaar dat
ik dezo reis heb kunnen maken."
V ALceu-
Reiger
Uil
\verik
Var
Amsterdam
Boedapest
Belgrado
of
11—2
18—2
Amsterdam
Parijs
11—2
IS—2
Marseillo
12—2
19—2
Rome
Brindisi
14—2
Athene
19—i
Mersanitruh
15—2
Cairo
18—2
Ghaza
Rutbawel'.s
16—2
Bagdad
17—2
Basra
Boeshir
17o
Diask
16—:
Karachi
182
Jonpoer
15—2
19—2
Allahahad
Calcutta
14—:
Akvab
Rangoor»
13—2
Bangkok
Kohlak
Penang
19—2
12—2
Medan
Palembang
Batavia
19—2
12—2
Bandoeaar
k
In Europa kan thans uit twee routes
gekozen worden. Belde zijn achtereen
volgens in bovenstaand staatje opgeno
men.
Vertrek van het eerstvolgende postvlleg
tuig van Amsterdam 25 Februari 1932.
HET VERHAAL VAN DE WEEK
Uit het Russisch
door
TSCHIRIKOW
Van waar,-komt ze, de liefde, cn waarheen
gaat ze Plotseling is ze geboren en plotse
ling ook gestorven en op haar graf bloeien
wonderbare bloemen. De gansche levens
weg van de jeugd is bestrooid inet bloe
men cn daarom zoekt dc jeugd niet «le
graven van haar liefde op en verzamelt
niet dc bloemen van het verledenAl
leen de dichters bewaren de bloemen der
liefde tot in den ouderdom cn deze bloeien
dan. in hunne'gedichten, novellen en bereid
den vreugde aan de menschheid
Dc hemel weet liet, hoe ik Ludmilla met
al het vuur van mijn jong hart liefhad
Hoe leed ik soms, hoe doorworstelde ik sla
pelooze nachten, alles om dit trotschc.
mooie jongemeisjeHoe werd ik door
haar gefolterd, totdat ze, in een maan
nacht, toen wij in een park het gezang van
rochtegalen beluisterden, mij beleed, «lat
cok zij mij liefhad. Zij zei het heel zacht,
terwijl zc de oogen sloot:
„Jaik heb je lief
Op haar gezichtje, dat door de maan
plantastisch was belicht, speelde een glim
lach; in de oogen blonken tranenHet
geluk was erIk kuste haar lippen.
wangen, handen, haar voorhoofd
Dit was in don avond voor het vortrek
van Ludmilla naar haar geboorteland, uaar
den verren Oeral.en ik, arme student,
ik moest achterblijven mijn studiën be
ëindigen, dan mij een positie verwerven.
„Ik zal mijn academische studiën zoo
snel mogelijk afmaken, dan kom ik ook
naar jullie, naar den Oeral cn dan
Zij keek me hartstochtelijk aan, had den
zin mijner woorden begrepen, schudde
krachtig mijn hand; opeens liet zij haar
hoofd zinken cn, zich tegen mij aandruk
kend, riep zc:
„Adieu adieumorgen zullen we
elkaar niet meer zien!"
Ik probeerde haar tc kalmecren, ik kus
te haar tranen weg en ik zwoer heilige
eeden
Zij reisde afWij schreven elkaar
brieven, die vol waren van verwachting,
liefde, teerheid; dc scheiding deed de lief
de groeien. Aldus verging er ccn jaar, dat
wij van elkaar warenEn eiken dag
en elk uur dachten we aan elkaar
Twee volle jaren had ik te wachten.....
Welk oen marteling! Men zou van verlangen
kunnen stervenIk werkte den boelen
winter als eon daglooncr, gaf lessen, spaar
de iedere kopeke om toch maar in den zo
mer naar den Oeral te kunnen reizen en
het dierbare meisje terug te zien. En het
voorjaar kwam cn ik voer met de boot over
den Wolga cn later door dc Kama den j
Oeral tegemoet, waar het geluk mij wacht
te
Wie durft beweren, dat ik Ludmilla niet!
liefhad?
Naarmate ik liet doel van mijn reis na-,
derhij kwam, des te luider klopte me het hart
Eindelijk legden wij in een kleine havon
aanDit station heette „Het dronken
boschV* De stoomboot hield ongeveer vijf
minuten stil, nam drie passagiers op cn
voer verderOnder de nieuwe passagiers
bevond zich ook een meisje dat aan een
Zigeunerin deed denken. Zij had grooto
koolzwarte oogen, droeg lange haren oor
ringen, bet pikzwarte haar kort-geknipt.
Zij speelde piano en zong wondermooi Zi
geuner-romances. Zij was als een koningin
temidden der passagiers. Een ieder keek
naar haar, bewonderde haar cn een ieder
vroeg:
„Wie is zij? Vanwaar komt zij?"
Vanwaar komt ze, waarheen gaat ze, de
liefde?
Wij leerden elkaar kennen. Zij heette
Eva.een merkwaardige naamMis
schien was dc Eva uit het Paradijs even
mooi als zijMisschien was zij ook zoo
soepel en slank als deze aardschc Eva. Wij
reisden met dón trein samen verder cn
toen ik den trein had verlaten, reikte ze
mij haar visite-kaartje en verzocht mij,
haar, in het najaar, in Petersburg op te
zoeken. Toen wij afscheid namen, keek ze
me even recht in het gezicht en zei:
„Dus wij zien elkaar weer? Ja?"
„Ja!"
„Ik wacht. U zult mc-toch niet voor den
gek houden?"
„Neen!"
Ik kuste haarde hand oil verliet den wag
gon, stond er nu met rnijn koffer, wachtte
tot zij uit het raampje zou kijken, maar zij
liet zich niet zienToen liep ik heen,
riep een koetsier aan cn liet mc naar Lud
milla rijden
Het was ccn stille herfstavondwij
stonden samen, Ludmilla en ik, op de brug
cn hielden onze hoofden gebogen naar het
water heenOnder ons gleden bootjes,
kleine 6toombootcn met lachende rnen-
schen, voorbijDan wandelden wij een
park door, spraken langdurig, alsof wij
even tevoren kennis met elkaar hadden
gemaakt. Zij wilde (floor. stille laantjes
gaan, waar geen mer\Schep waren, maar
ik was bang alleen. hieF Uaar te zijn. Zij
verwachtte van mij zekere woordjes, die
tk niet staat was haar te zeggenAf en
toe nam ik heimelijk liet gezichtje van het
meisje waar en ik dacht: „Wat is zc veran
derd! Zij is een totaal andere geworden!"
Wij zochten de rivier....
Wij bicven op de brug staan, keken in
bet water. ITet scheen alsof Ludmilla ver
wachtte, dat ik nu het beslissende woord
zou spreken maar ik zweeg cu haar ge
zicht werd somber cn vervelend. Het leek
er veel op alsof wij elkaar niets meer te
vertellen hadden.
„Adieu!" zei zc plotseling, keerde om cn
ging.
Daar stond ikEn toen Ludmilla in
de verte verdwenen #\vas, ademde ik ver
licht op
ls het dan mijn schuld, dat mijn liefde
gestorven is?
Ik liep op de brug op cn neer en dacht:
„Vanwaar komt ze en waarheen gaat ze,
de liefde?"
Merkwaardigniet te gclooven
wdar is ze numijn liefde?
Des avonds stond ik opnieuw op do
brugalléénEn weer was het wa
ter als de hemel: de sterrren weerkaatsten
in -den water-spiegel. Van ergens weerklonk
muziek. Op de rivier gleden wederom
bootjes voorbij, die met kleurige lampions
waren versierd; over de brug suisdeD
auto's, drentelden voetgangers heen en
weerEn in mijn ziel kampten droef
heid en vreugde..... Droefheid om dc ge
storven liefde en vreugde om de liefde die
nieuw geboren werd
Ik dacht aan Ludmilla cn Eva...
Iemand bleef nAast me staan, riep rne
zachtje bij mij naam
Ik keerde mc. om, het bloed steeg mo
naar het hoofdVóór mij stond Eva
„U hier? Hoe komt dat?"
„Ik ben toevallig gebleven...., mijn ba
gage is doorgereisd!"
Zij schoot in een helderen lacli en ver
telde, lioe alles had plaats gevonden. De
eerstvolgende troin ging morgencn
daar ze niet wist, hoe den dag verder door
te brengen, was ze maar wat gaan wande
len.tegelijk bedenkend hoe eenig aar-
EEN DRAMA TE SIANTAR.
Mcdan, 17 Febr. (Ancta) Omstreeks 10
uur kwam de boer Stevens, omployé van
het electriciteitsbedrijf te Siantar, bet ge
bouw van de weefkamer alhier binnen,
teneinde van de telefoon gebruik te ma
ken Hij vond op do tafel een revolver
met 5 kogels cn ontlaadde het wapen.
Teiwijl hij telefoneerde, heeft een schrij
ver van de veldpolitie het wapen weer
geladcu. Toen de heer Stevens met tele-
foneeren klaar was, heeft hij, meenende
dat de rovolver nog ontladen was, de haan
afgcti-okken. Hij schoot den schrijver in
het hoofd; deze was op slag dood.
EEN MOORDMYSTERIE.
Mcdan, 17 Febr. (Aneta). De Sumatra
Post meldt, dat bewoners van do kam
pong Sidjambi bij Tandjoonghalei op een
afstand van 500 M. van een inlandsche
woning een bond aantroffen met van den
romp gescheiden kop. Na deze vondst be
gaven zij zi£h naar het huisje, waar hun
een afschuwelijk schouwspel wachtte.
Zij vonden daar n.l. een inlander met
het hoofd van de romp gescheiden, diens
vrouw met de armen van de romp ge
scheiden, terwijl oen Chineesche medebe
woner was getjingtjangd. Alle lijken ver»
toonen verder de vreeselijkste wonden. Er
bleek niets te zijn gestolen. Van de daders
werd geen spoor ontdekt. Dezo drievou
dige moord is een groot mysterie.
JAVAANSCH FUSELIER DOOD-
GESTOKEN.
Padang, 18 Febr. (Aneta). Hedenmor
gen is in do kazerne van het garnizoens
bataljon een Javaansch fuselier door een
militaire rasgenoot doodgestoken. De oor-
zaak is nog niet bekend.
dig het zou zijn, zoo zc mij toevallig mocht
Ireffcn
„En plotseling zie ik u op do brug bij de
trap staanik ben zóó blijZulleu
wij naar het stadspark gaan, daar is mu
ziek
Wij spraken als oude bekonden.ston
den op dezelfde plek, waar ik vroeger met
Ludmilla had gestaan, keken elkaar
lachende aan
„Weet u wat? ik wou in een bootje...»
zullen we,'ja?"
Zij greep mij bij de hand, wij liepen
naar den oever, huurden ccn boot cn stoot
ten af
Tegen middernacht bracht ik haar naar
haar hotel! Wij stonden geruimen tijd nog
te praten, vóór de deur.... Den volgen Jen
dag vergezelde ik haar naar het station...
Het tweede signaal weerklonk.... Wij ke
ken elkaar aan, drukten elkaar innig de
hand
„Jammer, dat u niet mcesreistdat u
blijft. Wat hebt u in deze stad te doen?"
„Ik? Niets!"
En toen het derde klokke-signaal weer
klonk sprong ik zonder veel te overden
kenin den trein en riep Eva toe:
„Ik reis met je mee.... Jk wil niet al
léén blijven.
Wij reisden in één coupé. Dicht aan el
kaar gedrukt bewonderden wij het verruk
kelijke panorama, de hooge bergen, dc
oergmeren en toen de trein door een tun
nel reed lagen wij in eikaars armen.
„Eva, Eva!" riep ik.
Maar zij hoorde nietszij zag niets...
Haar oogen waren gesloten en op tiaar
half-open lippen speelde een gelukkig
lachje
De liefde is als het leven, ze komt cn zp
gaalDe liefde is als de zon zo gaat
op en ze gaat onder.De liefde is als het
leven zij sterft en ze wordt nieuw her-
DorenIn de liefde ligt alles het
ven en de dood...».