'AM EKSf OODÏS C1H DAGBLAD» Zaterdag 20 Februari 1932 ..DE EEMLANDER" 30e Jaargang No. 200 DERDE BLAD GEEN BARMHARTIGHEID OP DEN ZONDAG BESTUURSHERVORMING IN DE BUITENGEWESTEN HET BEZOEK VAN MINISTER DECkERS Onze Postvliegers onderweg VANWAAR KOMT DE LIEFDE? Is dit niet in strijd met Mattheus 23 vers 23? In de pers «verscheen dezer degen onder staand berichtje: Het bestuur van de vcrccniging van bur gemeesters, wethouders en secretarissen „Groen van Prinsterer" heelt aan het .Na tionaal Crisis-Comité verzocht, de radio rede, betreffende de werkzaamheden van het comité, niet op een Zondag, maar op een werkdag te doen uitzenden. Naar aanleiding van dit verzoek van „Groen van Prinsterer" schrijft Ds. Wege rif in het zoo juist uitgekomen Utrechtse!» Vrijzinnig Protest. Blad: Deze burgemeesters, wethouders en se crctarisscn zullen ongetwijfeld vrome man nen zijn, steunpilaren der Gereformeerde kerken, kampvechters voor de Ecrc Gods. vooraanstaanden in den strijd voor Zon dagsheiliging. Zij zullen op de bres staan, waar het geldt liet karakter van den Zon dag, die den Hcere is gewijd, ongerept te bewaren. Na hun Zondagavondkerkgang zullen zij.thuisgekomen, hun Bijbel opslaan en hun Psalmboek ter hand nemen en hei resteerende gedeelte van den avond door brengen met geestelijke gesprekken en stichtelijke overpeinzingen. Hun diep besef van verwerpelijkheid en van verdorvenheid van ziel zal hen er voor bewaren de we reldsche klanken der radio in hun huiska mer te doen weerklinken. Als zij willen ju beien, dan jubelen zij in den Heere, die hen immers door Zijn genade wilde doen behooren tot het uitverkoren volk... Daarom geen radiorede over cle werk zaamheden van hot Crisis-Comité op den dag dc-s Heeren! De wereldsche zaken moe ten voor den werkdag worden bewaard. En zelfs de overweging, dat juist op den Zondagavond velen worden bereikt, die mede hun hulp en bijstand te bieden heb ben aan hen, die in geestelijken en stofte lijken nood verkeeren, mag hen niet van hun eenmaal ingenomen standpunt af brengen: de Satan vertoont zich immers juist op zijn gevaarlijkst in de gedaante van een Engel des Lichts! Bovendien: zullen wij op den Zondag, die gewijd is aan den dienst des Heeren, ande ren voor ons laten werken? De zender moet zwijgen, bet technische personeel van dén omroep behoort thuis.'te zitten, spreker en omroeper zouden beter doen Gods Woord in den kring des gezins voor te le zen dan zich in te loten met dagenc, wat voor den weekdag behoort te worden gere serveerd. Het is niet geoorloofd op den Sabbatdag eenig werk te verrichten: „dan zult gij geen werk doen, gij, noch uw zoon. noch uwe dochter, noch uw dienstknecht, noch uwe dienstmaagd, noch uw os, noch ■uw ezel, noch eenig van uw vee, noch en. vreemdeling, die in uwe poorten is; opdat uw dienstknecht en uwe dienstmaagd rus ten, gelijk als gij." (Deut. 5:Ii). Dc burgemeesters, wethouders en secre tarissen, die tot de vereeniging „Groen van Prinsterer" behooren, zullen misschien gaarne eenigc leiding ontvangen voor hun Bijbellecluur op Zondagavond. Hun worde dan ter lezing aanbevolen het Evangelie uaar Mattheüs, van hoofdstuk 12 de verzen 9 tot 14, waarbij, dan tevens te bedenken is, dat in crisistijd vele banden, tot werke loosheid gedoemd, dreigen te verdorren terwijl wij nauwelijks vermogen tc besef fen hoeveier harten alrccde verdord zijn! In het opgegeven Schriftgedeelte lezen wij aldus: „En van daar voortgaande, kwam bij in hunne synagoge. En ziet, er was een mcnsch, die ecne dor re hand had, en zij vraagden hem, zeggen de: Is hot ook geoorloofd op de Sabbatda gen te genezen? (opdat zij hem mochten beschuldigen). En hij zeide tot ben: Wat mensch zal er zijn onder u, die een schaap heeft, en zoo datzeive op een Sabbatdag in ecne gracht valt, hetzelve niet zal aangrijpen en uit heffen? Hoeveel gaat nu een mensch een schaap tc boven? Zoo is het dan op de Sabbatda gen geoorloofd wel te doen. Toen zeide hij tot dien mcnsch: Strek uwe hand uit; en hij strekte ze uit, en zij werd hersteld, gezond* gelijk de andere. En de Farizeën uitgegaan zijnde, hielden tezamen raad tcgon hem, hoe zij hem duo den mochten." Tot zoover het Schriftgedeelte. Wil men misschien nog het oordeel van den Chris tus vernemen over deze farizeën, dan kan men van hetzelfde Evangelie opslaan van het 23ste hoofdstuk bet 23ste vers. Werd hierboven de Statenvertaling geciteerd, thans worde de Leidsche vertaling aange haald, die aan duidelijkheid niets tc wen- schcn overlaat: „Wee u, Schriftgeleerden en Farizeën, gij huichelaars; want gij geeft tienden van muntc, dille en komijn, maar de zwaarde re geboden der wet laat gij na: rechtvaar dighcid, barmhartigheid cn trouw; deze dingen moest men behartigen en gene niet nalaten." DE MOORDAANSLAG TI} LEIDEN. Het onderzoek in den moordaanslag te Leiden op don heer Brandt. Woendag avond op do Heerengracht gepleegd, wordt ten zeersto bemoeilijkt doordat de aange vallene stokstijf blijft volhouden, noch over dc aanleiding tot den aanval, noch over de daders eqnige inlichtingen tc kunnen ver strekken. Gelet echter op dc omstandighe den. .waaronder dc aanslag werd gepleegd, alsmede om cenige andere redenen, wordt, aan de verklaring van hen. die den heer B. kennen, geen geloof gehecht. Ook tegen over den officier van jusüstte, Jhr. mr. Van Asch van Wijck, heeft de heer B. verklaard niets van de zaak te weten. Tot deskun dige in deze zaak is aangewezen dr. Hulst uit Leiden TEKORT VAN 20 MILLE. Kassier bij den Apoldoornschen gemcente-ontvancjor gearresteerd. Apc 1 doo rn, 19 Febr. Als verdacht van verduistering is in den afgeloopen nacht van zijn bed gelicht en naai* het politiebureau overgebracht de 29-jarige R. W. R., kassier'bij den gemeente-ontvan ger, afdeelingcn belastingen te Apeldoorn. Naar wij vernemen zou er een tekort geconstateerd zijn van ongeveer ƒ20.000 De verduistering moet zijn gepleegd over een tijdsverloop van 5 tot G jaar. In ver band met zijn inkomen was het opgevallen dat de gearrestcerdo boven zijn stand leefde Hedenmorgen heeft de rechter een uitgebreid onderzoek ingesteld. De boeken van den kassier zijn in beslag genomen. VONNIS IN DE ZAAK ESCHAUZIER. De Haagsclic rechtbank beeft heden von nis gewezen in de moordzaak Eschauzier Zij veroordeelde den verdachte K. tot 20 jaar gevangenisstraf wegens moord en den verdachte P. tot 5 jaar terzake medeplich tigheid aan dooslag. V oorloopig verslag der Tweede Kamer Volgens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over het wetsontwerp tot goedkeuring van de besluiten van den Gou verneur-Generaal tot wijziging en aanvul ling van onderscheidene afdeelingen der be grooting van Ned.-Indië voor 1932 gaven de voorstellen tot wijziging der begrooting met het oog op de heffing eerier vermogensbelas ting geen reden tot opmerkingen. Wel werden uitvoerige beschouwingen gehouden over dc aanvullingsbcgrooting in verband met de doorvoering der bestuursvorming in de buitengewesten. Allereerst stelden sommige leden de vraag of de uitvoering van de bestuurshervor- ming, zoowel voor zoover die Java cn Ma- doera als voor zoover die de buitengewesten betreft, niet gerekend moet worden zóózeer op het terrein der interne aangelegenheden van Ned.-Indiè te liggen, dat elke bemoeie nis van den Neder landschen wetgever met deze aangelegenheid ongewenscht moet worden geacht. Naar de meening dezer leden liad deze quaestie niet in den vorm van ren aanvul- lingsbegrooting aanhangig moeten zijn ge maakt, doch bij ordonnantie moeten zijn ge regeld. Zij achten het volkomen begrijpelijk dat de door de Regeering gekozen vorm, bij den Volksraad ontstemming heeft ge wekt. Andere leden waren echter van oordeel, dat van de beginselen waarvan bij de ver dere bestuurshervorming.zal worden uitge gaan, zóóveel afhangt voor de staatkundige ontwikkeling van Indië, dat het hoogst ge- wenscht moet worden geacht, dat ook hot N'cderlandscho parlement in de gelegenheid wordt gesteld zich daarover te beraden. Verscheidene leden opperden ernstige be denking tegen het tijdstip van behandeling va.i» het onderhavige vraagstuk. De econo mische en financieele crisis, waarin ook In- die zich thans bevindt, noopt tot oen scherp doorgevoerde bezuiniging op nagenoeg elk onderdeel van het Staatsbestuur en verbiedt elk besluit tot het doen van uitgaven, welke uiet strikt noodzakelijk zijn. Tot de zooda nige behooren ook de uitgaven, verband houdende met de doorvoering van de bier- bedoelde regeling. Andere leden achtten het inzicht der Re- gcering juist, dat onder de tegenwoordige omstandigheden van een verdere doorvoe ring der bestuurshervorming geen sprake kan zijn, doch dat die doorvoering thans wél kan worden voorbereid. Verscheidene leden achtten den opzet, waarvan bij dc regeling van deze materie is uitgegaan, onjuist. In werkelijkheid heeft de Indische regeering met dit voorstel ge- praejudicicerd op dc organisatie der in te stellen gewesten. Bij de indeeling in drie groóte gewesten is zij er van uitgegaan, dat deze zullen zijn ambtelijke bcstuursressorten, aan welker hoofd gouverneurs zullen worden gesteld, aan wie verstrekkende bcvocgdjicden van het centrale gezag zullen worden overgedra gen, en die door ambtelijke inspecties ter zijde zullen worden gestaan. Zij achtten dezen opzet in strijd met het denkbeeld dat herhaaldelijk in de Staten- Generaal cn den Volksraad onder nagenoeg algemeene instemming is bepleit en dat: meer dan eens ook door de regeering als juist is erkend: dat bij de doorvoering van dc bestuurshervorming niet het administra tievc, ambtelijke karakter, doch het staat kundige karakter van de in to voeren wij zigingen op den voorgrond behoort te staan. Dc verwezenlijking van dit denkbeeld leidt er toe, dat in de eerste plaats wordt ge zocht naar het middel om de bevolking aan de beslissingen omtrent eigen aangele genheden zooveel mogelijk te doen deolne- men. Zulks is hier niet geschied. Verscheidene andere leden verklaarden zich met deze zienswijze niet te kunnen vereenigen. Algemeen was men van oordeel, dat in ieder geval niet tot de uitvoering zal kun nen worden overgegaan, voordat de daar toe bcnoodigde gelden door den bcgrootings wetgever zijn gevoteerd. De erkenning van adatgcmecnscliappen cn het streven naar geleidelijke ontwikke ling van en samenwerking tusschen do zelf besturen vonden vrij algenjeen instemming. Tegen het voornemen tusschen de adat- rechtgemeenschappen en do groopsgemeen- schappen organisaties in het leven te roe pen, welke onder leiding zullen staan van inlandsche districtsbestuiirdcrs, bestond bij vele leden bezwaar. „Ik ben dankbaar dat tik dene reis heb kunnen maken" Batavia, 18 Februari. (Anuta). Mmistei Deckers verklaarde bij zijn afscheid van Ned.-Indiè o.a., dat hij wel eens wilde weten waar de jongens, w elke in Holland aan de Marine werden „toevertrouwd", in lndiè voonden en onder welke omstandigheden. Alles wat Z.E. op maritiem gebied gezien had, was hem niet tegengevallen. Z.E. vond de kazernes bijna zonder uitzonderirig uit stekend, speciaal de opleidingsschool te Makassar had zijn grooto bewöndgenng gaande gemaakt. Het geheel was vermoeiend geweest, doch door de zeer groote medewerking, die Z.Exc. van de zijde der autoriteiten had ondervon den, was het hem mogelijk geweest den bo schikbaren tijd nuttig te besteden. De heer Deckers zeide overtuigd te zijn dat langzamerhand de animo om reizen van Nederland naar Indië.te maken, zou groeien Hij wees in dit verband op de toenemende aandacht welke de Nederlandsche pers aan Indië wijdt. Verder wees de heer Deckers op dc schoonheid en de belangwekkendheid van het land. „Wie er eens geweest is, blijft belangstelling voor bet land houden. Ik za' voortaan met grooter aandacht kennis ne men van de Indische aangelegenheden en mij thans gemakkelijker kunnen indonken wat geschiedt, omdat ik de plaats en de omstandigheden ken. Ik ben dankbaar dat ik dezo reis heb kunnen maken." V ALceu- Reiger Uil \verik Var Amsterdam Boedapest Belgrado of 11—2 18—2 Amsterdam Parijs 11—2 IS—2 Marseillo 12—2 19—2 Rome Brindisi 14—2 Athene 19—i Mersanitruh 15—2 Cairo 18—2 Ghaza Rutbawel'.s 16—2 Bagdad 17—2 Basra Boeshir 17o Diask 16—: Karachi 182 Jonpoer 15—2 19—2 Allahahad Calcutta 14—: Akvab Rangoor» 13—2 Bangkok Kohlak Penang 19—2 12—2 Medan Palembang Batavia 19—2 12—2 Bandoeaar k In Europa kan thans uit twee routes gekozen worden. Belde zijn achtereen volgens in bovenstaand staatje opgeno men. Vertrek van het eerstvolgende postvlleg tuig van Amsterdam 25 Februari 1932. HET VERHAAL VAN DE WEEK Uit het Russisch door TSCHIRIKOW Van waar,-komt ze, de liefde, cn waarheen gaat ze Plotseling is ze geboren en plotse ling ook gestorven en op haar graf bloeien wonderbare bloemen. De gansche levens weg van de jeugd is bestrooid inet bloe men cn daarom zoekt dc jeugd niet «le graven van haar liefde op en verzamelt niet dc bloemen van het verledenAl leen de dichters bewaren de bloemen der liefde tot in den ouderdom cn deze bloeien dan. in hunne'gedichten, novellen en bereid den vreugde aan de menschheid Dc hemel weet liet, hoe ik Ludmilla met al het vuur van mijn jong hart liefhad Hoe leed ik soms, hoe doorworstelde ik sla pelooze nachten, alles om dit trotschc. mooie jongemeisjeHoe werd ik door haar gefolterd, totdat ze, in een maan nacht, toen wij in een park het gezang van rochtegalen beluisterden, mij beleed, «lat cok zij mij liefhad. Zij zei het heel zacht, terwijl zc de oogen sloot: „Jaik heb je lief Op haar gezichtje, dat door de maan plantastisch was belicht, speelde een glim lach; in de oogen blonken tranenHet geluk was erIk kuste haar lippen. wangen, handen, haar voorhoofd Dit was in don avond voor het vortrek van Ludmilla naar haar geboorteland, uaar den verren Oeral.en ik, arme student, ik moest achterblijven mijn studiën be ëindigen, dan mij een positie verwerven. „Ik zal mijn academische studiën zoo snel mogelijk afmaken, dan kom ik ook naar jullie, naar den Oeral cn dan Zij keek me hartstochtelijk aan, had den zin mijner woorden begrepen, schudde krachtig mijn hand; opeens liet zij haar hoofd zinken cn, zich tegen mij aandruk kend, riep zc: „Adieu adieumorgen zullen we elkaar niet meer zien!" Ik probeerde haar tc kalmecren, ik kus te haar tranen weg en ik zwoer heilige eeden Zij reisde afWij schreven elkaar brieven, die vol waren van verwachting, liefde, teerheid; dc scheiding deed de lief de groeien. Aldus verging er ccn jaar, dat wij van elkaar warenEn eiken dag en elk uur dachten we aan elkaar Twee volle jaren had ik te wachten..... Welk oen marteling! Men zou van verlangen kunnen stervenIk werkte den boelen winter als eon daglooncr, gaf lessen, spaar de iedere kopeke om toch maar in den zo mer naar den Oeral te kunnen reizen en het dierbare meisje terug te zien. En het voorjaar kwam cn ik voer met de boot over den Wolga cn later door dc Kama den j Oeral tegemoet, waar het geluk mij wacht te Wie durft beweren, dat ik Ludmilla niet! liefhad? Naarmate ik liet doel van mijn reis na-, derhij kwam, des te luider klopte me het hart Eindelijk legden wij in een kleine havon aanDit station heette „Het dronken boschV* De stoomboot hield ongeveer vijf minuten stil, nam drie passagiers op cn voer verderOnder de nieuwe passagiers bevond zich ook een meisje dat aan een Zigeunerin deed denken. Zij had grooto koolzwarte oogen, droeg lange haren oor ringen, bet pikzwarte haar kort-geknipt. Zij speelde piano en zong wondermooi Zi geuner-romances. Zij was als een koningin temidden der passagiers. Een ieder keek naar haar, bewonderde haar cn een ieder vroeg: „Wie is zij? Vanwaar komt zij?" Vanwaar komt ze, waarheen gaat ze, de liefde? Wij leerden elkaar kennen. Zij heette Eva.een merkwaardige naamMis schien was dc Eva uit het Paradijs even mooi als zijMisschien was zij ook zoo soepel en slank als deze aardschc Eva. Wij reisden met dón trein samen verder cn toen ik den trein had verlaten, reikte ze mij haar visite-kaartje en verzocht mij, haar, in het najaar, in Petersburg op te zoeken. Toen wij afscheid namen, keek ze me even recht in het gezicht en zei: „Dus wij zien elkaar weer? Ja?" „Ja!" „Ik wacht. U zult mc-toch niet voor den gek houden?" „Neen!" Ik kuste haarde hand oil verliet den wag gon, stond er nu met rnijn koffer, wachtte tot zij uit het raampje zou kijken, maar zij liet zich niet zienToen liep ik heen, riep een koetsier aan cn liet mc naar Lud milla rijden Het was ccn stille herfstavondwij stonden samen, Ludmilla en ik, op de brug cn hielden onze hoofden gebogen naar het water heenOnder ons gleden bootjes, kleine 6toombootcn met lachende rnen- schen, voorbijDan wandelden wij een park door, spraken langdurig, alsof wij even tevoren kennis met elkaar hadden gemaakt. Zij wilde (floor. stille laantjes gaan, waar geen mer\Schep waren, maar ik was bang alleen. hieF Uaar te zijn. Zij verwachtte van mij zekere woordjes, die tk niet staat was haar te zeggenAf en toe nam ik heimelijk liet gezichtje van het meisje waar en ik dacht: „Wat is zc veran derd! Zij is een totaal andere geworden!" Wij zochten de rivier.... Wij bicven op de brug staan, keken in bet water. ITet scheen alsof Ludmilla ver wachtte, dat ik nu het beslissende woord zou spreken maar ik zweeg cu haar ge zicht werd somber cn vervelend. Het leek er veel op alsof wij elkaar niets meer te vertellen hadden. „Adieu!" zei zc plotseling, keerde om cn ging. Daar stond ikEn toen Ludmilla in de verte verdwenen #\vas, ademde ik ver licht op ls het dan mijn schuld, dat mijn liefde gestorven is? Ik liep op de brug op cn neer en dacht: „Vanwaar komt ze en waarheen gaat ze, de liefde?" Merkwaardigniet te gclooven wdar is ze numijn liefde? Des avonds stond ik opnieuw op do brugalléénEn weer was het wa ter als de hemel: de sterrren weerkaatsten in -den water-spiegel. Van ergens weerklonk muziek. Op de rivier gleden wederom bootjes voorbij, die met kleurige lampions waren versierd; over de brug suisdeD auto's, drentelden voetgangers heen en weerEn in mijn ziel kampten droef heid en vreugde..... Droefheid om dc ge storven liefde en vreugde om de liefde die nieuw geboren werd Ik dacht aan Ludmilla cn Eva... Iemand bleef nAast me staan, riep rne zachtje bij mij naam Ik keerde mc. om, het bloed steeg mo naar het hoofdVóór mij stond Eva „U hier? Hoe komt dat?" „Ik ben toevallig gebleven...., mijn ba gage is doorgereisd!" Zij schoot in een helderen lacli en ver telde, lioe alles had plaats gevonden. De eerstvolgende troin ging morgencn daar ze niet wist, hoe den dag verder door te brengen, was ze maar wat gaan wande len.tegelijk bedenkend hoe eenig aar- EEN DRAMA TE SIANTAR. Mcdan, 17 Febr. (Ancta) Omstreeks 10 uur kwam de boer Stevens, omployé van het electriciteitsbedrijf te Siantar, bet ge bouw van de weefkamer alhier binnen, teneinde van de telefoon gebruik te ma ken Hij vond op do tafel een revolver met 5 kogels cn ontlaadde het wapen. Teiwijl hij telefoneerde, heeft een schrij ver van de veldpolitie het wapen weer geladcu. Toen de heer Stevens met tele- foneeren klaar was, heeft hij, meenende dat de rovolver nog ontladen was, de haan afgcti-okken. Hij schoot den schrijver in het hoofd; deze was op slag dood. EEN MOORDMYSTERIE. Mcdan, 17 Febr. (Aneta). De Sumatra Post meldt, dat bewoners van do kam pong Sidjambi bij Tandjoonghalei op een afstand van 500 M. van een inlandsche woning een bond aantroffen met van den romp gescheiden kop. Na deze vondst be gaven zij zi£h naar het huisje, waar hun een afschuwelijk schouwspel wachtte. Zij vonden daar n.l. een inlander met het hoofd van de romp gescheiden, diens vrouw met de armen van de romp ge scheiden, terwijl oen Chineesche medebe woner was getjingtjangd. Alle lijken ver» toonen verder de vreeselijkste wonden. Er bleek niets te zijn gestolen. Van de daders werd geen spoor ontdekt. Dezo drievou dige moord is een groot mysterie. JAVAANSCH FUSELIER DOOD- GESTOKEN. Padang, 18 Febr. (Aneta). Hedenmor gen is in do kazerne van het garnizoens bataljon een Javaansch fuselier door een militaire rasgenoot doodgestoken. De oor- zaak is nog niet bekend. dig het zou zijn, zoo zc mij toevallig mocht Ireffcn „En plotseling zie ik u op do brug bij de trap staanik ben zóó blijZulleu wij naar het stadspark gaan, daar is mu ziek Wij spraken als oude bekonden.ston den op dezelfde plek, waar ik vroeger met Ludmilla had gestaan, keken elkaar lachende aan „Weet u wat? ik wou in een bootje...» zullen we,'ja?" Zij greep mij bij de hand, wij liepen naar den oever, huurden ccn boot cn stoot ten af Tegen middernacht bracht ik haar naar haar hotel! Wij stonden geruimen tijd nog te praten, vóór de deur.... Den volgen Jen dag vergezelde ik haar naar het station... Het tweede signaal weerklonk.... Wij ke ken elkaar aan, drukten elkaar innig de hand „Jammer, dat u niet mcesreistdat u blijft. Wat hebt u in deze stad te doen?" „Ik? Niets!" En toen het derde klokke-signaal weer klonk sprong ik zonder veel te overden kenin den trein en riep Eva toe: „Ik reis met je mee.... Jk wil niet al léén blijven. Wij reisden in één coupé. Dicht aan el kaar gedrukt bewonderden wij het verruk kelijke panorama, de hooge bergen, dc oergmeren en toen de trein door een tun nel reed lagen wij in eikaars armen. „Eva, Eva!" riep ik. Maar zij hoorde nietszij zag niets... Haar oogen waren gesloten en op tiaar half-open lippen speelde een gelukkig lachje De liefde is als het leven, ze komt cn zp gaalDe liefde is als de zon zo gaat op en ze gaat onder.De liefde is als het leven zij sterft en ze wordt nieuw her- DorenIn de liefde ligt alles het ven en de dood...».

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 9