Wollen Xesten
J. A. SCHOTERMAN Zn.
HET DRAMA IN DEN MAJELLATOREN
„L'HIRONDELLE"
w. k. van rossuivi
Peignoirs
Pullovers
Kousen
[Handschoenen
Wijnhandel
Cognac Vieux XXX per flesch f 3.85
DE BEGROOTING VOOR
SURINAME
Onze Postvliegers
onderweg
HAARVELOURS- en BOUCLé-KARPETTEN
A. H. van NIEUWKERK N.V. K_BEmVsr^NscHE^AN54-3
HUMORHOEKJE
VOORTGEZETTE BEHANDELING
IN HOOGER BEROEP
Nog een veelbeteekenend briefje,
dat in de gevangenis
i is ontdekt
Verhoor van den kroongetuige
Amsterdam, 25 Febr. Het Gerechtshof
zette heden onder presidium van Mr. Jolles
do behandeling voort van de strafzaak te
gen den leidekkerspatroon M., dio terecht
slaat, verdacht van moord op zijn „com
pagnon" Arkenbout, tervville van de verze
keringssom van 50.000.—.
De rechtbank had hem te dier zake ver
oordeeld tot levenslange gevangenisstraf,
van welk vonnis hij in beroep ging.
Het Dinsdag aangevangen getuigenver
hoor wordt heden, onder groote belangstel
ling van publiek en balie voortgezet.
Als eerste getuige van den morgen treedt
een gevangenbewaarder voor het getuigen-
hekje, om verklaringen af te leggen over
den tweeden brief van M., waarin deze zijn
zoon aanzet om Wessondorp te vermoor
den. Verdachte had verklaard, dat de brief
u i t zijn cel was gestolen. De gevangenbe
waarder vertelt, dat hij het briefje op de
galerij heeft gevonden.
Pres. „Hoe kwam die brief daar?"
Get.: „Waarschijnlijk had M. den brief
verloren".
Pres. (tot verdachte): „Deze brief (welke
hem wordt getoond, hebt U toch aan Uw
zoon geschreven?"
Verd. „Ja! Die brief is uit mijn cel ge
stolen. Ik schreef dien brief aan mijn zoon
om wat met hem te praten, om me te
uiten."
Pres. „De inhoud is anders nogal vreemd!
Ik zal het U eens voorlezen".
In het epistel wordt uitvoerig beschre
ven wat do zoon van M. zou moeten doen
en op welke wijze hij Wessendorp moest
neerschieten.
„Koop een revolver met een geluiddem
per, lok hem op een stillen weg en schiet
W. in zijn slaap. Geef hem dan het pistool
in zijn hand en een briefje, waarin Wes
sendorp schrijft, dat hij zelfmoord heeft ge
pleegd omdat hij Arkenbout heeft ver
moord en M. onschuldig is".
Zoo gaat het briefje door en tot in de fi
nesses heeft verd. het plan om Wessendorp
uit den weg te laten ruimen, uitgewerkt,
geen enkele mogelijkheid heeft hij in het
Uitvoerig epistel verzuimd onder het oog
te zien. „Voor 15 Juli moet Wessendorp
zijn vermoord, er mag niet in de couranten
komen, dat ik tot levenslang ben veroor
deeld", zoo eindigt de brief.
Pres.: „Dat zijn toch geen gevoelsuitin
gen?"
Verdachte barst uit in een zenuwachtige
huilbui, terwijl hij uitroept: „ik ben on
schuldig en die schoft van een Wessendorp
loopt vrij rond". „Uit woede op Wessen
dorp schreef ik dien brief".
Pres.: „Ik wil graag een goede verkla
ring, want ik zou niet graag aan willen
nemen, dat U Uw zoon tot moordenaar
wilde maken".
Verd.: „Dat doet toch geen vader!"
Het verhoor van den gevangenbewaar
der wordt voortgezet en verdachts maakt
van de gelegenheid gebruik om den ge
vangenbewaarder te beschuldigen, dat hij
het briefje uit zijn cel heeft gestolen. Veel
indruk maakt het niet; de president merkt
op: „M, u beschuldigt maar, zonder iets
waar te maken."
De vrouw van Arkenbout is nu aan de
beurt om te worden gehoord, maar het
blijkt, dat zij een zenuwaanval heeft ge
kregen. In de getuigen kamer poogt ra«n
baar te kalmeeren. Kerst wordt nu Harnpe
geboord, een ex-knecht van M., op wicn bij
na Arkenbout een compagnonsverzekering
wilde afsluiten van acht ton. Op bet werk
had hij gehoord, dat Wessendorp iets van
den baas wist en met hern kon doen wat
bij wilde.
De compagnonsverzekering komt weer op
bef tapijt. Getuige Hampe is eenige kecren
voor een verzekering gekeurd, doch M. had
er hem het rechte niet van verteld.
Pres.: „Heeft verdachte niet gezegd: In
Holland lukt het niet, we kunnen het in
Engeland wel eens probeeren."
Getuige: „Ja, dat heeft bij gezegd."
ONTVANGEN
DE NIEUWE MODELLEN
VOORJAARSHOEDEN
Green baklucht in huis!
Eoopt bij ons heerlijke gebakken
visch.
IJM. VISCHHANDEL. Tel. 92.
Utrechtscbestraat 40.
De vrouw van M. had op zekeren dag
tegen getuige gezegd: „Die Wessendorp is
een afzetter; hij heeft ons voor ƒ10.000.
opgelicht" Get. had M. eens verweten zwijg
geld te hebben gegeven aan W. Toen er
van de verzekering niets kwam, was het
met de vriendschap plotseling uit geweest.
Van „compagnonwerd hij weer gewoon
knecht. Verdachte had al weer een derde
a.s. „compagnon" uitgekozen, doch getuige
had dezen man gewaarschuwd. Volgens
getuige werkte W. heel weinig, toen hij
get hem daar eens attent op maakte,
had Wessendorp gezegd: „Ik heb met M.
niets te maken; laat hij maar oppassen."
De vrouw van den verslagene is nog niet
hersteld. De deurwaarder deelt mede, dat
de G.G. en G.D. is gewaarschuwd.
De kroongetuige Wessendorp wordt nu
voorgeroepen- Nogmaals drukt de president
hem op het hart niets dan de waarheid
te zeggen. Hij doet aanvankelijk eenige
mcdedeelingen over een bedreiging, die hij
M. tegen Arkenbout heeft hooren uiten.
Hel dagboekje van verd. komt vervolgens
ter sprake. In het dagboekje van verdachte
staat op 28 Maart 1929 (den dag vóór het
ongeluk): „Amsterdam en Sassenheim." De
woorden „Amsterdam en" zijn doorgehaald.
Ook is er een agenda van getuige in de
stukken, waarin op 28 Maart staat inge
vuld „Met Arkenbout en M. in den toren".
De woorden „en M." zijn doorgehaald. Ge
tuige verklaart, dit te hebben gedaan op
verlangen van M.
Pres. (tot gel. Wessendorp): Dus verd. is
op 28 Maart in den toren geweest! Hij zegt,
dat hij niet klimmen kan".
Getuige: „Ik ken geen betere klimmer
dan M."
Op 29 Maart zoo vertelt get. in stukjes
en brokken zijn M. en Arkenbout samen
naar boven gegaan. Arkenbout had bene
den steviger schoenen aangetrokken, terwijl
M. zijn jas had uitgetrokken. Tegen getuige
had M. gezegd: „zet beneden maar wat leien
klaar". Hij heeft dit gedaan, is uit eigen be
weging daarna óók naar boven gegaan en
heeft in den goot verdachte ontmoet, die
tegen hem zeide. „Ga jij Leen (Arkenbout)
even helpen boven". Getuigd was toen het
luikie binnen gegaan, waarna hij langs de
klimijzers zijn weg vervolgde. Het eerst wat
hij boven zag, was Arkenbout, liggende tus
schen buiten en binnenwand van den koe
pel, badend in zijn bloed. Arkenbout leefde
toen nog. Getuige wilde hem recht uit op
den grond leggen, doch dat ging niet. Toen
heeft hij hem met den rug tegen den ge
welfden binnenkoepel gelegd en is naar
beneden gegaan om hulp te halen. Boven
aan de trap van het beneden gelegen ge
bouw, op het bordes, kwam getuige ver
Machte tegen. Hij had toen tegen M. gezegd.
„Nou is Leen doodged .erd, de arme blik
sem". Verd. had toen gezegd: „Kalm, kalm!"
Kn later: „Zeg niet, dat ik boven ben ge
weest. Als Kaatje (de vrouw van Arken
bout) het. hoorde, zou ze zeggen dat ik hem
naar beneden heb gegooid. Als je je mond
houdt krijg je het beter, dun je het ooit hebt
gehad. Maar als je zegt dat ik boven was,
geef ik jou de schuld en snijd jou en je
vrouw den hals af!"
Voorts was er tusschen get. en verd. af
gesproken, dat verdachte eerst naar de
pastorie zou gaan en even later zou M.
komen zeggen, dat er een ongeluk in den
toren was gebeurd. Zoo was het ook ge
beurd. Gel. had gemeld aan de voordeur.
Daarna is de politie en de brandweer ge
waarschuwd. Toen dat gebeurd was is get.
Wessendorp weer naar boven gegaan naar
Arkenbout. Deze had zich intusschen iets
verplaatst. De brandweer kwam kort daar
na om het bewuslelooze lichaam naar be
neden te brengen; met een brancard en tou
wen is het in het schip van de kerk neerge
laten. M. had niet meer naar Arkenbout
omgekeken.
Pres. (tot get): „Hobt U M. dien dag nog
teruggezien?"
Getuige: „Absoluut niet"
Uok voor de begrafenis had Maring niets
gedaan, get. had mede de teraardebestel
ling geregeld.
Pres. (tot get.): Hebt u met Maring den
volgenden dag besproken, wat u tegenover
de politie zou verklaren?"
Getuige geeft hier geer» pertinent ant
woord op, wel geeft hij toe, dat er een
bespreking heeft plaats gehad. Bijzonder
heden weet hij niet precies meer. Verdach
te had aan Wessendorp gezegd onjuiste
notities te maken in zijn agenda.
Pres.: „Heeft verd. u wel eens gezegd,
dat hij A. vermoord heeft?"
Getuige: „Neen, dat niet, ik heb hem
er naar gevraagd en toen zei bij: ,,'t Was
een ongeluk"!"
Pres.: „U hebt tot 1000.— ontvangen?"
Getuige: „Ja, m'n loon werd bepaald op
45.— per week, werk of geen werk. De
f 1000 had getuige uitbetaald gekregen op
10 April, 500.— was provisie, die hij nog
te vorderen had en 500.— was zwijggeld.
Ik mocht niet vertellen dat hij boven was
geweest".
Pres.: „Maring was niet zoo erg goed bij
kas voor de uitkeering. U moest zelf z'n
klecren belecnen.
Getuige: „Ja, voor 126.— heb ik z'n
klceren beleend, ik heb er 4.— van ge
kregen, hoewel hij me nog loon schuldig
was, stelde hij de betaling uit Hij had naar
zijn zeggen de 122.— noodig.
De president maakt er getuige op attent
dat hij bij stukjes en beetjes zijn vcrkla
ring voor de politie heeft afgelegd. Oon
toen get. argwaan kreeg heeft hij nog niet
alles gezegd. Tenslotte verklaarde hij bij
de politie „na rijp beraad zal ik alles zeg
gen
Pres.: U heeft voor uw comedie en uw
zwijgen voel meer gekregen dan 500.—.
In totaal meer dan 4000.
Getuige: „Dat waren achterstallige pro
visies".
Pres.: „Ja, maar die zou u niet gekre
gen hebben als u niet in het complotje zal
U voerde na het ongeluk niets meer uit"
Getuige ontkent dit
Pres.: „Hampe zegt, dat de vrouw var»
Maring er over heeft geklaagd, dat u zoo
duur was. U hebt geen chantage gepleegd?"
Getuige: „Neen".
De president wijst er getuige op, dat Ma
ring alie verklaringen van hem leugens
noemt, terwijl M. beweert, dat Wessendorp
Arkenhout heeft vermoord.
Getuige W.: „Hij liegt altijd en alles"
Na de pauze.
Na de pauze wordt het verhoor van den
kroongetuige Wessendorp voortgezet
Pres.: Toen u dat complotje op het bo.
des met M. smeedde, hebt u er toen niet
aan gedacht eens naar Arkenbout te gaan
kijken?
Getuige: Maring hield me tegen, ik moest
aanhooren wat hij te vertellen had. Ik kon
A. niet helpen, er moest een dokter komen
Pres.: Waarom bent u op het voorstel van
verdachte ingegaan?
Getuige Wessendorp: Uit angst, ik was
bang dat bij mijn vrouw den hals zou af
snijden.
Pres.: Dus u dacht er toen nog niet aan,
dat M. dc hand in het ongeluk heeft go
had.
Getuige: Dat begreep ik toen nog niet, ik
weet 't nog niet zeker, maar toen ik over
de verzekering hoorde, kreeg ik achter
docht.
Get. verklaart nog, dat hij op verzoek
van verdachte een dagboek hield, ook al
met het oog op de loonstaten. Op 28 Maart
heb ik aldus get. op verzoek van
Maring ingeschreven: „Maring niet geweest
(in den toren van de Majellakerk). Leen en
ik wel". Met het verslag van het ongeluk
waren drie pagina's gevuld in get.'s dag
bock. over het werk stond niets vermeld
Get.: Dat was op verzoek van verdachte,
om later ajles te kunnen verklaren, wat
we hadden afgesproken.
Pres. (tot Wessendorp): Heb je nu heusch
hij dat eerste gesprek (op het bordesje) er
niet aan gedacht dat verd. de hand in hei
geval had?
Getuige: Dat heb ik niet gedacht. Na de
begrafenis heb ik ook nog een gesprek niet
verd. gehad, verd. zei toen, dat het een
ongeiuk was en daarop heb ik mijn ver
wondering er over uitgedrukt, dat hij maar
niet eerlijk had gezegd tegen de politie, dat
hij boven was geweest. Toen getuige in een
telefoongesprek de vrouw van Maring op
de hoogte bracht van het gobcurde in den
toren, had zij gezegd: „Ja, het schijnt dat
Arkenbout een voorgevoel heeft gehad, toon
hij vanmorgen naar het Ambonplein ging.
zeide hij: „Ik heb zoo'n idee dat me van
daag iets gebeuren zal"."
Maring blijft er bij. dat Wessendorp de
schuldige is.
Hierop wordt de gescheiden vrouw van
Arkenbout, Kaatje in 't Veld, als getuigt-
gehoord. Zij deelt mede, dat ze Maring in
Canada heeft lecren kennen en tegelijk met
hem naar Nederland is teruggereisd. Zij
had den overtocht voor hem betaald. La
ter had verd. zich er verschillende malen
over uitgelaten, dat A.'s jeven gevaar liep
M. had o.a. gezegde^A-ls A. -valt, valt hij
voor het laatst". Ik w,as bang voor verd.
aldus get.
Pres.: „Maar u voelde toch wel wat voor
M. U bent toch van uw man gescheiden?"
Tijdens haar scheiding was get. op het
werk te Bilthoven geweest. Verd. had zich
dreigend over haar man uitgelaten. Get.
had toon gezegd: „Je doet niets hoor!'
Toen get. dan ook van het ongeluk hoor
de, had zij direct gedacht, dat M. het had
gedaan. Zij had de politie opgebeld en baai
vermoeden medegedeeld. Van de compag
nonsverzekering wist get. niets vóór het
ongeluk.
Pres.: „Welk belang had M. dan bij den
dood van Arkenbout? U was toch al ge
scheiden?"
Getuige: „Hij wilde Leen kwijt, hij werd
oud."
Verdachte: „Ik heb Leen (Arkenbout) op
de handen gedragen!"
President: „U hebt zich om de begrafe
nis van A. anders heelemaal niet bekom
merd".
Het getuigenverhoor is ten einde en ver
dachte wordt aan een slotverhoor onder
worpen.
Hij blijft bij zijn ontkentenis en hand
haaft zijn verklaringen. De zitting wordt
eschorst tot morgen, Vrijdag 10 uur voor
requisitoir en pleidooi.
AUTO-ONGELUK BIJ WORKUM.
W o r k u m, 25 Februari. Hedenmid
dag reed een auto van de firma H. Roos
uit Bunschoten, geladen met visch, met
een 70 K.M. vaart in de richting van Wor-
kum, komende van Gaast. Dicht bij Wor-
kum kon de chauffeur de bocht niet halen,
waardoor de wagen den hoogen zeedijk op
vloog, en vervolgens naar omlaag viel. De
auto sloeg driemaal over den kop, waarbij
de drie inzittenden door de voorruit vlogen,
daarna kwam de wagen in de langs den
weg loopende vaart terecht. Slechts een
der inzittenden werd ernstig gewond. Deze
bekwam wonden, aan de polsen, waarbij
een slagader werd doorgesneden. Genees
kundige hulp was echter spoedig aanwezig,
die het eerste verband legde. De beide an
dere inzittenden liepen enkele onheteeke-
nende snijwonden op.
VERKEERSONGEVAL.
Amsterdam, 25 Februari. Heden
avond is een 66-jarige man, die in de Sar-
phatistraat, ter hoogte van de Huddestraat,
van een rijdenden tramwagen sprong,
door een wielrijder omver gereden. Het
slachtoffer bekwam een beenfractuur en is
per auto van den G.G. en G.D. naar het
Binnengasthuis vervoerd.
DOODELIJK VERKEERSONGEVAL
DOOR DOOFHEID.
S n e e k, 25 Februari. Op den Lemmer
weg is hedenmorgen de 70-jarige heer E. uit
Woudsend door een auto, die uit de rich
ting Sneek kwam, aangereden en op slag
gedood. E. leed aan doofheid en gozichts-
zwakte en stond midden op den weg te
praten. De auto reed met een matige snel
heid. Den chauffeur treft geen schuld.
Utr.straat 17 Gevestigd 1878 Telefoon 145
TWEEDE KAMER
Geen revolutionaire bewegin*
gen volgens den heer
IJzerman
Uitzending van een deskundige
bepleit
De heer de Visser vraagt verlof te mo
gen interpelleeren over het berooven van
burgerrechten van Nederl. personen, die in
Rusland werken of gewerkt hebben.
De interpellatie-Albarda over bet zenden
van een oorlogsschip naar Shanghai wordt
toegestaan. Zij zal Vrijdag worden gehou
den. Dinsdag a.s. zal worden gehouden de
interpellatie-Weitkamp over den landbouw
en daarna de interpellatie-Hiemstra over
de werkverschaffing. Aan de orde is de be
grooting van Suriname.
De heer IJzerman (S.D.) bespreekt dc
relletjes in Paramaribo en betoogt, dat uit
het rapport is gebleken, dat de gouverneur
niet te slap is opgetreden. Als medeoor
zaak van dit oproer ziet spr. de werkloos
heid en het ontbreken van voldoende maat
regelen daartegen.
Van een revolutionaire beweging is geen
sprake en versterking der militaire macht
is dan ook niet noodig. Spreker meent, dat
te weinig aandacht wordt besteed aan den
slechten economischen toestand van Suri
name. Meer werkgelegenheid dient te wor
den geschapen o.m. door intensiveering der
•ultures. Spr. dringt verder aan op afschaf
fing van de doodstraf omdat de kans op
rechterlijke dwalingen grooter is dan bij
ons.
De heer van Rap par d (lib.) bepleit
zending van een deskundige naar Surina
me ter verbetering van den economischen
toestand en betoogt, dat men door de amb
tenaarssalarissen te laag te stellen, de eer
sterangskrachten niet zou kunnen krijgén.
die men noodig heeft. De gouverneur is
geen regent en mist een krachtige hand, ge
lijk gebleken is uit zijn houding tegenover
de West-Indische Compagnie en bij de on
geregeldheden.
Baron v. Boetzelaer van Dubbel
dam (C.H.) meent, dat de handhaving van
het gezag bij de ongeregeldheden niet te
wenschen heeft overgelaten en bepleit een
proef met een mechanisch grootbedrijf voor
rijst en mais alsmedo hulp aan den kleinen
landbouw.
Inzake de ongeregeldheden gaat de re
geering niet geheel vrijuit. Er was reden
tot ontevredenheid. De handhaving van het
gezag heeft echter niets te wenschen over
gelaten.
De heer W ij n k o o p (C.P.) constateert,
dat de regeering geen aandacht besteed
heeft aan de ellende der massa. Vandaar
het hongeroproer, dat ontstaan is. Daaren
tegen gaat de steun naar de groote cul
tures. Rust kan er niet komen voor het
imperialisme zal zijn verdwenen.
De heer J o e k e s (V.D.) betreurt, dat er
ten aanzien van Suriname nog steeds geen
algemeen welvaartsplan bestaat.
Spr. is erkentelijk voor hetgeen voor den
grooten landbouw is gedaan, doch betoogt,
dat voor Suriname de kleine landbouw van
veel meer belang is. Hij pleit voor bevorde
ring der cultures en meent, dat er groote
ontevredenheid heerscht over het bestuur.
Mevr. De V r i e s—B ruins (S.D.) dringt
aan op betere gezondheidszorg.
Dc heer F eb er (R.K.) betreurt het ont
breken van een algemeen plan, waarin ook
zou moeten worden opgenomen het aan
wakkeren van particulier initiatief. Aan
dit laatste ontbreekt nog veel. Hij hoopt
dat de proeven met mechaniseering van den
landbouw zullen worden voortgezet.
Wat de oorzaak der ongeregeldheden
aangaat is spreker van meening, dat het
bestuur achter de feiten is aangeloopen.
De heer Cramer (S.D.) dringt aan op
behoorlijke irrigaties zonder welke geen
intensieve landbouw mogelijk is.
De heer Beumer betoogt dat van een
hongeroproer geen sprake geweest is. Hij
pleit voor een verbod van demonstraties.
Minister De Graaff zal Vrijdag ant
woorden.
De vergadering wordt verdaagd. -j
ERNSTIGE AANRIJDING.
Wassenaar, 25 Februari. Heden
avond omstreeks half zeven is de ongeveer
50-jarige arbeider Duivenvoorde uit Kat
wijk aan Zee, werkzaam op het landgoed
„Ter Horst" van H.M. de Koningin, bij het
oversteken van den Rijksstraatweg door
een met een snelheid van ongeveer 60 K.M.
rijdende luxe auto, bestuurd door den heer
De Vries uit Leiden, aangereden en met een
gecompliceerde schedelbreuk opgenomen.
De man is naar hot Academisch Ziekenhuis
te Leiden overgebracht. Men vreest voor
zijn leven.
Bescherm Uw keel
Verzorg haar
dagelijks i_
Gorgel droog met
i 25, 45 en 65 ci.a
UW KCCI l
Specht
25—2
25—2
18-2
18—2
19—2
20—2
21—2
22—2
23—2
24—2
25—2
ALeeu
werik
Amsterdam
Budapest
Belgrado
of
Amsterdam
Parijs
Marseille
Rome
Brindisi
Athéne
Mersamtruh
Cairo
Cbaza
Rutbawells
Bagdad
Basra
Boe shir
Dj ask
Karachi
Jodpoer
Allahahad
Calcutta
Akvab
Rangoon
Bangkok
Kohlak
Penang
Medap
Palembang
Batavia
Bandoeng
25—2
24—2
23—2
22—2
21—2
20—2
19—2
19—2
In Europa kan thans uit twee routes
gekozen worden. Beide zijn achtereen
volgens in bovenstaap d staatje opgeno
men.
Vertrek van het eerstvolgende postvlieg
tuig van Amsterdam 3 Maart 1932.
HEDEN GEETALEERD
IJZERSTERK. PRACHTIGE DESSINS.
Bouclé 200 x 300 f 33.75- Haarvelours 200 x 300 f 39.—*
ZIET DE ETALAGES
Uw ADRES VOOR COMPLETE MEUBILEERING.
Schrikkeljaar.
„Elizabeth wil je met me trouwen
„Vraag me het volgend jaar nog eens Ik wil niet dat
de menschen denken dat ik je gevraagd heb."
(Passing Show).