DE RIJN-SCHELDEVERBINDING
Donderdag 3 Maart 1932
„DE EEMIANDER"
30e Jaargang No. 210
„HOE HET WEI KAN"
Toelichting bij een tweetal
teekeningen
INSPECTEUR L.O. EN
RAADSLID
NAT. CRISISC0MITE
Een nieuw memorandum dei-
Nationale Unie
De Nationale Unie heeft ceu nieuw me
morandum doen verschijnen, als toelich
ting bij een tweetal teekeningen, de ecne
van een tracé van het Eendrachtkanaal
rnet zeehaven Bergen op Zoom (volgens het
plan Konijnenburg), de tweede van een uit
monding van voormeld kanaal en haven
in de Open Wester Schelde (Volgens het
ontwerp der Nationale Unie: „Hoe het wèl
kan").
De hierboven vermelde toelichting luidt
in haar geheel als \olgt:
1. Nederland heeft, als strijdig met zijn
essentieele belangen, geweigerd toe te
staan: „het kanaal voorzien in het verwor
pen verdrag van 1925" en „ieder kanaal,
dat dezelfde kenmerken zou vertoonen".
(Witboek p. 42 en passim).
2. Nederland heeft als kenmerken van
een zoodanig kanaal aangewezen: a. een
monding beoosten Willemstad; b. een recht
streeksche verbinding met Antwerpen met
vermijding van de Schelde.
België weigerde het door Nederland
aannemelijk verklaarde kanaal Bath-
Dintelsas te aanvaarden, o.a. omdat
„het Ncderlandsche plan de mogelijk
heid uitsluit an een aansluiting op
het vaste land met het stuk kanaal,
dat België op zijn grondgebied zal gra
ven", en „geheel zonder noodzaak de
belangrijkste nadeelon van den tegen-
woordigen weg; gedwongen doorvaart
door de Wcstcrschclde en passecren
van twee sluizen" handhaaft. Het
eischtc daarom do „rechtstrccksche
aansluiting met Antwerpen om den
tijdroovenden en gevaarlijken weg
door de Schelde te vermijden". („Ie
raccordement direct A Anvers pour
éviter les lentcurs et les dangers du
traject par i'F.scaut" (Witboek p. 33/4).
Nederland weigerde die cisch in to
willigen: „De Ncderlandsche Regee-
ding had gehoopt, dat de Belgische Rc-
gccring, na de haar gedane duidelijke
en uitdrukkelijke verklaringen zou
li ebben begrepen, dat het toestaan aan
België van een kanaal met dezelfde
kenmerken als dut voorzien in bet
verdrag van 1025 een politieke onmoge
lijkheid is, cn dat voortgaan met bef
vragen van een zoodanig kanaal bet
najagen van hersenschimmen zou he-
teekenen. Men zal daarom gemakkelijk
begrijpen, dat Hr. Ma. Regeering tot
haar leedwezen heeft vastgesteld, dat
de Belgische Regeering niettemin blijk
geeft haar cisch van zoodanicen water
weg niet tc hebben laten varen, in
aanmerking genomen, dat zij een wa
terweg vraagt die beoosten Willem
stad uitmondt en rechtstreeks met
Antwerpen is verbonden roet vermijding
van de Schelde, („ayant un débouclié
a l'Est de Willemstad et un raccorde
ment direct a Anvers cn cvitant l'Es
caut") (Witboek p. 44).
3. Desondanks is bij de onder toezicht
van de Regeeringen in 1931 gevoerde be
sprekingen tusschen de onderhandelaars
overeenstemming bereikt omtrent een op
bet vaste land gelegen „raccordement di
rect a Anvers en évitant l'Escaut". (Vgl.
het rapport Sogers, vooral het kaartje op
het daarin gelegde verbeterblad).
4. Om te camouflccren, dat men heeft
toegestaan wat men zich verbonden had
niet toe te staan, heeft men op wensch van
Ncdcrlandschc zijde dit „raccordement
over land" eenigc kilometers westwaarts
verlegd „door de slikken van Hinkclen-
oord". Een door het „Nationaal Comité"
verspreide kaart, getiteld „Hoe het niet
moet", duidelijk gemaakt, dat zulk een
verleggen aan het wezen der zaak hoege
naamd niets verandert.'
Het is, zoowel voor Rotterdam als
voor Brabant, volstrekt hetzelfde, of
men het hersenschimmig verklaarde
„raccordement" achter den bestaande»
of achter een nieuwen bandijk, respec
tievelijk door liet oude of door nieuw
in te polderen vaste land van Noord-
Brabant graaft. De tegenstelling tus
schen liet Ncderlandsche en Belgische
t standpunt is niet de tegenstelling tus
schen een kanaal een paar K.M. meer
of minder Westwaarts, maar tussclien
de doorvaart door de open Schelde en
een gesloten kanaal tusschen do grens
cn het kanaal Batli-Dintelsas, waar
ook gelegen, cn hoe ook geconstru
eerd.
5. Bij de beantwoording van de inter
pellatie dc Savornin Lobman is de voor
stelling gegeven, als zou het door de slik
ken van Ilinkolcnoord verlegde „raccor
dement direct" eigenlijk niets anders zijn,
dun do in liet plan van Konijnenburg in do
open Schelde voorziene strekdam; ten
Noorden cn Zuiden van welken den open
Schelde „om technische redenen" zou moe
ten worden afgesloten.
Ten einde aan deze onjuiste voorstelling
een einde te maken, volgt thans de open
baarmaking van liet betrokken fragment
van de detailkaart van het plan van Ko
nijnenburg, zooals dit aan de Regeering be
kend is.
G. De op deze kaart aangegeven open
buitenhaven van het Eendrachtkanaal
geeft voor de verkeersvraagstukken in dit
deel \an de delta ecne oplossing, die ge-
lijkclijke rekening houdt met de belangen
van Rotterdam, Antwerpen, Bergen op
Zoom, Gent, Vüssingen en Terncuzcn, zon
der de voordcelen van Rotterdam's na
tuurlijke ligging te niet te doen.
7. Er bestaat echter geenerlei noodzake
lijk verband tusschen do strekdam (5) en
hot Ncderlandsch Standpunt: „handhaving
van do doorvaart door de open Schelde,
met uituifsluiting van elk, de open Schelde
vermijdend, kanaal". Deze darn is slechts
ontworpen naar aanleiding van de opmer
king van Ncderlandsche zijde gedaan, dat
bij Both „dc rivier" (de Wcstcrschclde) „zóó
breed is, dat... er steeds ruimte genoeg
zijn zou, om, zoo noódig door middel van
daartoe geschikte werken, het onbelem
merd verkeer zoowel van de zee- als bin
nenvaart tc verzekeren". )vgl. Witboek, p.
47). De ontworpen strekdam wilde slochts
de juistheid van deze stelling aantoonen.
De Nationale. Unie herhaalt echter met
nadruk dat indien en zoodra waar zou blij
ken quod negamus dat deze of welke
andere dam, hetzij om technische, hetzij
om andere redenen, zou moeten leiden tot
een met het Ncderlandsch Standpunt on-
vcreenigbaar gesloten kanaal, een anderen
vorm van normalisatie van de open Schel- ta van dc Nationale Unie: „Suilt Certi De-
de zal dienen te worden gekozen (Vgl. No- niguc Fines", November 1931, p. 9/10).
Zijn beide functies vereenigbaar?
De minister meent van niet
Men schrijft aan do N.R.C.:
Dc Lager Onderwijswet 1920 bevat een
bepaling (art. 173) die ook in de oudere
schoolwetgeving voorkwam, en volgens wel
ke een inspecteur van het lager onderwijs
vergunning behoeft van den minister voor
het waarnemen van een ander ambt of een
andere bediening. Nu kan men dc vraag
stellen, of het lidmaatschap van den ge
meenteraad zulk een ander ambt of bedie
ning is. Wordt deze vraag bevestigend be
antwoord, dan volgt daaruit nog geenszins,
dat dc vergunning voor dc waarneming van
dat ambt of die bediening ook geweigerd
behoeft te worden. Het is herhaaldelijk
voorgekomen, dat leden van het rijkstoe-
zic.ht op liet onderwijs tévens lid van eeh
gemeenteraad waren. Of in die gevallen de
vergunning verleend werd, dan wel of zij
noch verleend, noch geweigerd, want niet
gevraagd werd, omdat door den betrokkene
het raadslidmaatschap niet beschouwd werd
als een ambt of bediening in den zin der
Schoolwet, is ons onbekend. Maar in Zwolle
doet zich thans liet geval voor, dat de mi
nister bedoelde vergunning heeft geweigerd.
Bij de jongste verkiezingen is do heer D.
W. Reinders, rijksinspecteur van het lager
onderwijs, in den Zwolschcn gemeenteraad
gekozen. De heer Reinders schijnt aanvan
kelijk in de meening te hebben verkeerd,
dat liicr geen sprake was, van een ambt of
bediening, voor de uitoefening waarvan dc
ministerieele vergunning is vereischt. Een
aanwijzing uit Den Haag werd voor den
heer Reinders, die inmiddels als raadslid
zitting had genomen, aanleiding bedoelde
vergunning alsnog tc vragen. En de mi
nister deed weten, dat liij bezwaar maakte
toestemming te verlccnen om het raadslid
maatschap naast het ambt van inspecteur
l.o. te beklecdon. Plet gevolg was, dat dc
heer Reinders gisteren voor het raadslid
maatschap heeft bedankt.
Wij weten niet, of dc minister zicli door
dc algemeene, dan wel door bijzondere mo
tieven heeft laten leiden, en liet i6 ons ook
onbekend of de minister eenzelfde gedrags
lijn volgt ten aanzien van inspecteurs van
het lager onderwijs, die in andere gemeen
ten lid \an den raad zijn. Dit laatste is,
moenen wij, ook liet geval in Rotterdam en
Haarlem. Wel weten wij, dat dc beslissing
ten aanzien van den lieer Reinders niet het
gevolg van een algemeene aanschrijving is,
doch uitsluitend het bedocldo raadslidmaat
schap te Zwolle betreft.
Wij zullen niet treden in de vraag of en
in hoeverre het. gewcnscht is, dat loden
van het schooltoezicht ook tevens lid van
den gemeenteraad zijn. De Gemeentewet
sluit in elk geval dc gelijktijdige vervulling
van beide „ambten" niet uit. Dat de ver
vulling van beide ambten door dënzelfdcn
persoon eclitcr wel tot eigenaardige conse-
kwenties kan leiden, bleek dezer dagen juist
te Zwolle, waar do gemeenteraad een door
den raad in zijn vorige samenstelling ge
troffen regeling ten aanzien van de beloo
ning voor de tijdelijke waarneming van "het
hoofdschap van scholen moest herroepen
en wijzigen, omdat de inspecteur van het
l.o., thans zelf lid van den raad, Gedep.
Staten had geadviseerd, de oorspronkelijke
regeling niet goed te keuren.
KNAAPJE OVERREDEN EN GEDOOD.
Valkenburg, 2 Maart. Alhier werd
het 6-jarig knaapje D. door een vrachtauto
van de firma R. uit Heerlen overreden en
gedood.
NEDERLANDSCH-BELGISCHE
BESPREKINGEN.
De Brusselsche N. R. C.-correspondent
meldt:
Woensdagochtend is in het departement
van buitenlandsche zaken alhier een begin
gemaakt met de Nederlandsch-Belgische be
sprekingen ^betreffende bet sluiten van een
accoord van vestiging cn verblijf en van
een overeenkomst tot voorkoming van dub
bele belasting van Ncderlandsche onderda
nen -in België en van Belgen in Nederland.
Verder zullen ook nog enkele andere vra
gen van fiscalen aard worden behandeld.
De Ncderlandsche gedelegeerden zijn de
heeren Ncderbragt, Boer, Toussaiht, van het
departement van buitenlandsche zaken cn
Pakken, van het departement van finan
cien. Van de Belgische delegatie ra&kon deel
uit dc liccren Putman (financiën), Lavers
cn Herment (buitenlandscho zaken) en de
Voglicl en Servais (arbeid en nijverheid).
NEDERLANDSCH PERSMUSEUM
Het aantal dossiers tot ruim
S700 gestegen
Verminderende bijdragen
Amsterdam, 2 Maart. Onder voorzit
terschap van den lieer J. II. Rogge werd
Dinsdag te Amsterdam dc jaarvergadering
gehouden van het bestuur \an de Stich
ting ..Het Ncderlandsch Persmuseum".
In het door de vergadering goedgekeurde
jaarverslag van den secretaris, den lieer A.
Cohen, wordt melding gemaakt van dc uit
breiding van liet Persmuseum in het afge-
loopcn jaar, zoowel wat archief- als ten
toonstellingsruimte betreft. Tengevolge van
de tijdsomstandigheden zijn dc bijdragen
van particulieren voor het museum tegen
het einde van liet jaar belangrijk vermin
derd, waardoor dc tweede expositie-zaal niet
kon worden ingericht. Ook dc inrichting
van de journalistieke bibliotheek moest
voorloopig worden uitgesteld.
Gedurende het verslagjaar is het aantal
dossiers van het museum tot ruim 8700 ge
stegen.
liet aantal bezoekers was in 1931, on
danks het feit, dat het museum eenigeu tijd
wegens inwendige verandering moest wor
den gefloten, ongeveer gelijk aan dat van
het vorige jaar. Verschillende tentoonstel
lingen van bijzondcren aard werden gehou
den.
In de plaats van den lieer F. J. A. M.
Wier dels, die in den loop van liet jaar als
bestuurslid bedankte, werd dc heer Ir. A.
Heldring, directeur van hel „Algemeen
Handelsblad" tot vicc-voorzitter gekozen.
ONREGELMATIG BEHEER VAN
NOTARIEELE ZAKEN.
Tekort van circa 150.000.
Bij vonnis der arrondissementsrechtbank
te Tiel is zoo lezen wij in de Telegraaf
in staat van faillissement verklaard de boe
del van een overleden notaris tc Tiel.
De oorzaak van dit faillissement schijnt
gelegen te zijn in een onregelmatig beheer
der notarieele zaken. Volgens geruchten
rnoet liet tekort ca. 150.000 bedragen. Tot
curatoren in dit faillissement zijn benoemd
de hoeren notaris Caron tc Waniel en mr. J.
van Nes, advocaat cn procureur tc Tiel. De
baten zullen vermoedelijk zoo gering zijn,
dat er voor de gedupeerden weinig vooruit
zichten in dezen bestaan. Vooral dc kleine
burgerij wordt hierdoor getroffen.
PADVINDERSMES ONDER DE
WAPENWET.
Uitspraak van de rechtbank te
Maastricht.
Voor den kantonrechter te Maastricht
stond onlangs, naar Do Telegraaf meldt, te
recht een padvinder uit Soest. Hem was ten
laste gelegd liet dragcp van verboden wa
penen.
Dc kantonrechter was van meening dat
een z.g. padvindermes onder de wapenwet
valt en het dragen daarvan derhalve is ver
boden.
Dc padvinder w erd dan ook deswege ver
oordeeld.
Teneinde eon principieele uitspraak te
verkrijgen, ging het O. M. tegen het vonnis
van den kantonrechter in hoogcr beroep.
Dc rechtbank bevestigde heden het veroor
deelend vonnis van den kantonrechter, zoo
dat hiermede is bepaald, dat het dragen
van een padvindersmes is verboden.
COMMUNISTENRELLETJE TE
SCHEVENINGEN
Een drietal deelnemers in hoogev
beroep voor het Hof
's-G 1* a v én li a g e, 2 Maart. Op Zondag
19 Juli 1931, kwam in den namiddag een
troep communisten in formatie %an drie.
met ontplooide vlug en slaande trom over
den boulevard tc Schevcningen.
Een inspecteur gaf toen aan een paar
survcillecrende agenten opdracht om naar
deri leider te gaan en den optocht te ver
bieden.
Toen de agent L., die de vlag in beslag
wilde nemen daar naar greep, kreeg hij
een slag van den drager, den 33-jarigeu
bootwerker B. Daarop schoten eenigc agen
ten loc en er ontstond een formele vecht
partij tusschen de politie cn dc communis
ten waarbij van weerszijde harde klappen
vielen. Eenigc communisten werden daar
na naar het politieposthuis aan den Gever»
Dcijnootwcg overgebracht.
Een viertal communisten hoeft voor de
Ilaagschc Rechtbank, wegens geweldple
ging, mishandeling en belcediging terecht
geslaan, waarin twee jongemannen van 18
jarigen leeftijd (dc trommelslagers) werden
vrijgesproken, terwijl bovengenoemde B.
alsmede de 45-jarige steenlosser M. ieder
tot drie maanden gevangenisstraf werden
veroordeeld. (Dc eisch was 6 maanden).
Beide verdachten zijn van dit vonnis in
hoogcr beroep gekomen, terwijl het O.M.
tegen het vrijsprekend vonnis ten opzichte
van den 18-jarigcn loopjongen W. A. J. ap
pelleerde.
Als getuigen werden vier politic-agenten
gehoord, die hun vroeger bij de Rechtbank
afgelegde verklaringen bevestigden.
Dc verdachten B. en L. ontkenden gesla
gen tc "hebben. B. zoidc daarentegen dat hij
op onmcnschelijke wijze door dc politic is
mishandeld cn hij niet in staat was zich to
vcrwcercn, omdat hij de vlag, welke hij tot
geen prijs wilde overgeven, krampachtig
in beide handen hield.
B. zcide, omdat het gehecle geval wees
op hetze van de politic; die naar hij zeide,
voor 90 pCt. tot de S.D.A.P. behoort, en mo
dern georganiseerd is, -- tegen dc commu
nisten.
Voorts beweerde verdachte, dat er gelijk
tijdig een groep A.J.C.'ers mot ontplooide,
banieren cn met trommelslagen op den
boulevard, in verboden formatie (4 perso
nen) liepen, welke groep door de politic on
gemoeid werd gelaten.
Na verhoor van de agenten-getuigen,
wier verklaringen categorisch door den
verdachte B„ die als woordvoerder optrad,
werden tegengesproken, en die verzekerde,
dat het hier een politieke zaak gold, nam
de advocaat-generaal Mr. J. A. de Visser,
requisitoir, die wees op de stellige ontken
ning van dc drie verdachten, dat zij gesla
gen zouden hebben.
Door den verdediger Mr. P. van 'f Hoff
Stolk is een uitvoerige memorie ingediend
tegen het vonnis waarmede spr. het voor
het grootste gedeelte eens is. Ook spr. ziet
in het optreden van dezen troep communis
ten geen openlijke geweldpleging (art. 141
W. v. S.). Verdachten hebben, naar spr.
meening alleen verzet gepleegd gepaard
gaande met. mishandeling tegen een amb
tenaar in de rechtmatige uitoefening van
zijn bediening.
Dc procureur-generaal was van meening,
dat zelfs, indien de politie zou gefaald heb
ben met betrekking tot het al of niet geoor
loofde van dezen optocht, zij in de recht
matige uitoefening harer bediening is ge
weest.
Opmerkelijk is, dat aan ccn eerste som
matie van dc politie wel is voldaan, doch
even daarop, is de vlag weder ontrold en
werden dc trommels weder geroerd. Naar
spr.'s rneening hebben dc verdachten zich
niet aan overtreding van art. 141 W. v. S.
schuldig gemaakt, wel aan mishandeling.
Ten opzichte van achtte spr. de feiten
eveneens bewezen. De andere tenlaste leg
gingen van wedérspannigheid cn belcedi
ging moeten z.i. in stand blijven.
Ten aanzien van de straffen aan B. en
L. opgelegd, meende spr. dat deze to laag
zijn en requireerdc deze straffen te verhoo-
gen tot vier maanden, terwijl hij tegen T.
wegens mishandeling een maand gevange
nisstraf cischtc.
Mr. van 't Iloff Stolk, voor de drie ver
dachten pleitend, dankte den p.-g. voor
het overnemen van de gronden van zijn
memorie, die hij ontleende aan het werk
van prof. van Hamel. Pleiter besprak ver
volgens dc fouten in het vonnis. Daarna
ging hij dc feiten na en betoogde dat et-
geen opzet was een demonstratie tc hou
den. Men ging eenvoudig na het kampee
ren gezamenlijk naar huis.
Uitvoerig bestreed pleiter het requisitoir
en concludeerde hij ten slotte tot vrij
spraak.
Arrest 26 Maart a.s.
's-G ravenli a.g e, 2 Maart. In de a^ge-
loopen week werd door het Nationaal Cri
sis Comité uitgekeerd 3425.— waardoor
het totaal bedrag steeg tot 86.315.
Hiernaast staan uitkeeringen uit de Re-
geeringSsubsidie, ten behoeve van extra-
steun aan werkloozen, in de afgeloopcii
weck 54.978.45 cn in totaal 1531885.70.
Aan dekens werden uitgedeeld in de vo
rige. weck 700 cn in totaal 3058 stuks. Ook
werden 500 ton eierkolen gedistribueerd.
De kranten zamelden in de afgeloopen
weck in 2777.14. waardoor het totaal
I hails 150.817.35 bedraagt-