'AM EKSFOOKTS GH DAGBlAff
Vrijdag 4 Maart 1932
..DE EEMLANDER"
30e Jaargang No. 211
TWEEDE BLAD
VOORTGEZET DEBAT OVER
DE RIJKSBEGROOTÏNG
Lager levenspeil bepleit
H.v. d. PAVERT
Madarijn Rotsjes
Gevulde Marsepain Koekjes
NOG STEEDS DE WERK
LOOSHEID
HET GEMAK PAST!
BIJKANTOOR
UIT DE STAATSCOURANT
DE MOORD TE KERKDRIEL
S. M. VAZ DIAS f
EEN LEVEN OM EEN LEVEN
EERSTE KAMER
Wenschen van Prof. Dr.
Savornin Lohman
De algemeene beschouwingen over de
rijksbegrooting 1932 worden voortgezet.
Do heer de Savornin Lohman be
toogt, dat men in dezen crisistijd de regee
ring zooveel mogelijk moet steunen; er
moet bezuinigd worden ook in verband
met de te verwachte verminderde belasting
opbrengst.
Spreker betoogt, dat door de aangebrach
te bezuiniging de defensiebegrooting rela
tief zwaarder is getroffen dan andere be-
grootingshoofdstukken. Spreker wil ver
dere bezuinigingsmaatregelen op onderwijs,
sociale maatregelen, waterstaat enz.
De billijkheid van salarisverlaging voor
de ambtenaren wordt door spreker bepleit
als ook de noodzakelijkheid van loondaling
in hot particuliere bedrijf.
Spreker zet uiteen, dat z.i. met de nood
zakelijkheid van dergelijke verlagingen der
salarissen ernstig rekening moet worden
gehouden. Wie wil krachtige maatregelen
tegen allerlei opruiers, meer nationale fier
heid, die ontbrak in de houding der regee
ring bij de herdenking van den licndaag-
schen veldtocht en in do kwestie van den
wapenuitvoer uit Nederland.
De heer Janssen betoogt dat deze re
geering in baar orisisbcleid niet de veelal
beoefende critiek verdiént, doch er hadden
vroeger contiiigcnleering^maatregelen moe
ten zijn genomen. Voorts moeten maatrege
len genomen gorden tegen geestelijke en
zedelijke schade in dezen tijd. We moeten
ons aanpassen aan een enger levenspeil.
Dc heer S1 i n g e n b e r g bespreekt het
financieele beleid van deze regecring. Bij
den aanvang dor crisis had Nederland een
financieel sterke positie. Voor een paniek
stemming is geen reden.
De heer Men dels bespreekt den poli-
tieken toestand. Spr. betwijfelt of de poli
tieke constellatie onzer regeering nog wel
overeenkomstig den w il des volks is. Dit is
gebleken bij de behandeling van *t kortings
wetje en van de pachtwet.
De heer M e n d c 1 s vraagt hoe het staat
met de voornemens der Regeering ten op
zichte van een enquête betreffende het ar
beidsconflict in Twente.
Spr. bepleit planmatige productie.
De heer Ter Haar (c.h.) waarschuwt de
regeering voorzichtig te zijn met contin-
genteeringsmaatregelen.
De heer Dobbelman (r.k.) betreurt,
'dat met winkelsluitingswet niet gewacht
is tot wijziging der Zondagswet was vcr-
LUNCHROOM
LANGESTRAAT 55. TEL. 115
kregen. Spr. wil een verbod van baisselian-
del ter beurze.
De heer Koster (Lib.) bepleit de voor
deden van vrijhandel.
De heer de Bruyn (R.K.) acht den te
genwoordig^ tijd juist zeer geschikt voor
het invoeren van sociale hervormingen.
Spr. betoogt dat onze Regeering geen in
vloed moet aanwenden om tot loonsverla
ging te komen. Ook doet ze niet genoeg
voor werkloozenzorg.
Dc heer II ermans (g.d.) komt op te
gen elke aantasting der gemeentelijke auto
nomie.
De heer Oudegecst (s.d.) betoogt dat
de crisis niet anders is dan een wachten
totdat de overgeproduceerde goederen zijn
verbruikt Bankdirecteuren noch onderne
mers hebben overigens dc situatie in han
den gehad. De arbeiders weten wel, wat
het beteekent als genoemde categorieën
aandringen op loonsverlaging.
De heer Blom jo us (r.k.) bestrijdt dc
rede van den heer Mendels.
De vcrgaderitig wordt te 7.30 verdaagd
tot morgen.
TWEEDE KAMER
Minister Verschuur beantwoordt
het debat opnieuw
Bij dc voortgezette behandeling van de
interpellatic-TIicmstra i. z. dc werkverschaf
fing en den werkloozenstcun vraagt mej.
De Jong een steunregeling ten behoeve
van de werkloozc vrouwelijke arbeiders.
Het gaat niet aan deze vrouwen naar het
armbestuur te verwijzen.
De heer De Visser beschouwt als op
ruiers niet de arbeiders die bij dc onge
regeldheden waren betrokken, doch de hcc-
ren achter de regeeringstafel. Spr. diende
een motie in, strekkende tot verhooging der
minimum loonen hij dc werkverschaffing
en één tot intrekking van de vervolging van
tewerkgestelden naar aanleiding van de
ongeregeldheden in Friesland.
Dc moties worden echter niet \oldoende
ondersteund.
Dc heer Joekes wcnscht nadere gege
vens omtrent het bedrag, dat aan wcrkloo
zensteun en maatschappelijk hulpbetoon
wordt uitgekeerd en bepleit opneming van
de w erkloozenkassen der bouw vakarbeiders,
van wie er nog ruim 50 werkloos zijn,
in de regeling voor crisis-werkloosheid.
Een motie van deze strekking wordt door
hem ingediend. Spr. steunt dc molio-
Hiemstra i. z. hulp aan dc w erkloozenkas-
sen in 1932.
De heer Kuiper (R.K.) vraagt, zooda
nige hulp aan de werkloozenkassen te ver-
leenen, dat deze aan haar reglementaire
verplichtingen kunnen voldoen. Voorts
vraagt ook hij opname der bouwvak-werk-
loozenkasscn in de crisisregeling.
De heer Boon (Lib.) acht de vernietiging
van het Amsterdamschc raadsbesluit in
zake werkverruiming voor schilders ccn
juisten maatregel.
Dc loonon in..clc bouwvakken te Amster
dam cn tc 's-Gravenihage zijn naar verhou
ding tot andere vakken in het vrije bedrijf
hoog en belemmeren de vraag naar bouw
vakarbeiders. De verstrekking van bouw-
credieten juicht spreker toe.
D r. van den Tempel verdedigt den
Amstcrdamsclien maatregel.
Spr. betwist, dat de schiklersloonen te
Amsterdam hoog zijn. Voor 80% bedragen
zij 28 per w:eek, waarvan dan nog 55 cent
werkloozengeld moet worden afgestaan.
Slechts voor de overige 20%, die uitsluitend
in den nieuwbouw werken, is het loon wat
'lioogcr.
De lieer Kupers (S.D.) bestrijdt liet be
toog van den communist De Visser en zegt,
dat clc communisten de tewerkgestelden
Advertentiën, Keitjes
Abonnementen, Adres
veranderingen, Berich
ten worden aangenomen
aan het
AMERSFOORTSCH DAGBLAD
J. LAMBRECHTS SOESTERWEG 107
DEN GEHEELEN DAG OPEN
UW COURANT: 'T DAGBLAD
opruien om hen verder aan hun lot over te
laten.
Do bouwvakken verkeeren inderdaad in
een crisistoestand; loonsverlaging kan hier
geen oplossing brengen.
In liet algemeen dient de werkloozenuit-
kcering te worden verhoogd.
Tenslotte bepleit spreker een steunrege
ling voor jeugdige werkloozcn.
Minister Verschuur antwoordt in zijn
dupliek, clat in dezen tijd elke sociale maat
regel moet worden getoetst aan wat econo
misch mogelijk is. V/aar mogelijk wordt om
sociale redenen aan loonintensieve werk
zaamheden de voorkeur 'gegeven, omdat
daarbij de meeste arbeiders kunnen wor
den tewerkgesteld. Een verborgen schat
gouds is echter voor de Regeering niet aan
wezig-
Het plan inzake verschaffing van bouw-
credieten wordt met spoed uitgewerkt.
De werkloozenkassen zullen tot een
maximum van 300 pCt. bijslag in staat
worden cesteld aan haar reglementaire
verplichtingen in 1932 tc voldoen.
Spr. ontraadt de aanneming der moties;
de eerste motie-Hiemstra is voor hem on
aannemelijk.
Morgen komen de moties in stemming.
De vergadering wordt verdaagd.
Onderscheiding.
Bij Kon. besluit is verleend dc gouden
eeremedaille der Oranje Nassauórde aan
A. II. Dullink, voorzitter van dc afdeeling
Dordrecht van den Koninklijken Ncder-
landschen Bond van Oud-Onderofficieren.
Bij Kon. besluit is toegekend de aan de
Orde van Oranje-Nassau verbonden eerc
•medaille, in brons aan mejuffrouw H. van
do Louw. dienstbode bij de familie van den
AssenBorsten te Kaatsheuvel.
Rijkspostspaarbank.
Bij Kon. besluit is: lo. aan mr. J. C. de
Beaufort, die krachtens artikel 3 van de
Postspaarbank wet met ingang van 1 April
1932 periodiek aftreedt als lid van den
Laad van Toezicht op de Rijkspostspaar
bank, dank betuigd voor de door hem als
zoodanig aan den lande bewezen diensten;
2o. met ingang van 1 April 1932 benoemd
lot lid van voornoemden Raad J. M. Te
llers, directeur van de Twentsche Bank
N.V. tc Amsterdam.
Technische Hoogeschcol.
Bij Koninklijk besluit is met ingang van
6 September 1932 o\f hun verzoek aan ir.
J. C. Dvxhoorn, dr. J. H. Valckenicr Ivips
cn ir. W. II. L. Janssen van Raay, allen
hoogleeraar aan dc Technische Hooge-
school te Delft, eervol ontslag uit deze be
trekking verleend met dankbetuiging aan
ieder hunner voor de b langrijke in deze
functie bewezen diensten.
Toezicht spoorwegen.
Bij Kon. besluit is de commies bij het
Toezicht op dc Spoorwegen A. Schepper,
mede belast met de waarneming van de
tunctie van opzichter voor dc Spoorwegen.
Voogdijraad Dordrecht.
Bij Kon. besluit is benoemd tot lid van
den Voogdijraad te Dordrecht mevrouw C.
F. Koopman, geboren Wesscl, wonendo te
Dordrecht.
Landmacht.
Bij Kon. besluit is benoemd bij het re-
servepersoncel der landmacht bij het perso
neel van den Geneeskundigen Dienst, tot
reserve-officier van gezondheid tweede
klasse, de dienstplichtige vaandrig J. M. M.
Schmedding, arts;
bij het wapen der artillerie, bij den staf
van het wapen, tot reserve-tweede-luitenant
voor speciale diensten de dienstplichtig
soldaat J. van Julsingha, van het regiment
wielrijders, zulks met bepaling, dat voor
noemde reserve-tweede-luitenant voor spe
ciale diensten bestemd is voor den dienst
bij de Artillerie-Inrichtingen.
Posterijen, telegrafie en telefonie.
Bij beschikking van den Directeur-Gene
raal der Posterijen, Telegrafie en Telefonie
is met ingang van 1 Mei 1932 aangewezen
als Directeur van het Post-, Telegraaf- en
Telefoonkantoor te Vcnray de adjunct-refe
rendaris der Posterijen, Telegrafie en Tele
fonie W. J. Pulles te Maastricht (Inspectie).
Marinestoomvaartdienst.
Bij beschikking van den minister van De
fensie is de officier van den Marinestoom-
vaartdienst der 2e klasse II. G. van Niel
den 11 en Maart 1932 geplaatst aan boord
van IIr. Ms. Wachtschip tc Willemsoord
cn den lien Maart aan boord Ilr. Ms. Z 2.
Alle drie de verdachten tot 13
jaar gevangenisstraf ver
oordeeld
T i e 1, 3 Maart, De rechtbank alhier deed
heden uitspraak in de zaak tegen de drie
gebroeders G. J. en Jennu R. wegens moord
op den rijksveldwachter L. Tap te Iverk-
dncl in den nacht van 31 Dcc. 1931 op 1 Jan.
1932.
De rechtbank overwoog in haar vonnis,
dat de tenlaste gelegde doodslag niet bewe
zen is, maar wel dat do verdachten in den
nacht van 31 December 1931 op 1 Jan. 1932
te zamen en in vereeniging opzettelijk den
in uniform op den openbaren dijkweg, het
„Hintham", surveillcerenden rijksveld
wachter L. Tap zwaar lichamelijk letsel
hebben toegebracht door hem een 20-tal
sneden en steken met scherpe voorwerpen
in hoofd, wang en neusvleugels toe tc bren
gen, waardoor talrijke bloedvaten zijn ver
wond. door welke verwondingen bloed in
de hoogere luchtwegen cn in de longen is
gedrongen, waardoor de dood is veroor
zaakt.
De kwalificatie in het vonnis luidt:
Zware mishandeling den dood tengevolge
hebbende van een ambtenaar in functie.
(Artikelen 17, 302 en 301 wetboek van Straf
recht.)
De rechtbank kan geen verzachtende om
standigheden voor deze verdichtsn vinden,
zoodat' ieder hunner mede in verband met
den grooten ernst van het feit en met de
even weerzinwekkende wijze waarop zij
dezen rijksveldwachter letterlijk hebben af
geslacht, het grootste aantal jaren gevan
genisstraf moet worden opgelegd, dat dc
wet in casu toelaat.
De rechtbank veroordeelde ieder hunner
tot een gevangenisstraf van 13 jaar.
De beide oudste verdachten toonden zich
uiterlijk kalm. Jenna R. trilde cn beefde als
een riet, zij had moeite om zich goed te
houden.
Er bestond voor deze uitspraak groote be
langstelling.
Een journalist van den
ouden stempel
's Graven h age, 3 Maart. In bijna 85-
jarigen ouderdom is gisteravond laat te
Scheveningcn overleden mr. S. M. Vas Dins.
De thans ontslapene was journalist van
den ouden stempel. Geboren 23 Maart 1S17
te 's Gravenhage als zoon van een journa
list, werd hij aanvankelijk voor de rechts
kundige studie bestemd, doch na tc Leider»
zijn doctoraal examen in dc rechtsweten
schap te hebben volbracht, ging hij al spoe
dig in de journalistiek. Bij de oprichting
van do Haagsche Courant, in het voorjaar
van 1883, werd hij hoofdredacteur van dat
blad, waaraan hij gedurende een aantal
jaren verbond bleef. Daarna ging hij over
naar de redactie van het toenmalige Dag
blad voor Zuid Holland en 's Gravenhage,
waarvan hij na het overlijden van ion
hoofdredacteur, den heer Visser, do redac-
tionecle leiding in handen kreeg, een
functie, welke hij jarenlang bleef vervullen.
Vervolgens was hij. tot de opheffing mede
werker voor Scheveningcn van laatstge
noemd blad en mederedacteur van de Cour-
rier de Scheveningue. De belangen van de
badplaats gingen hem wel zeer ter harte,
hetgeen vooral ook door zijn vertrouwens
positie bij de Mij. Zeebad Scheveningen en
de Exploitatie-maatschappij Scheveningcn,
gedurende tientallen van jaren, tot zijn dood
toe, is gebleven. In deze kwaliteiten heeft de
lieer Vas Dias veel gedaan om den goeden
naam van de badplaats ook in het buiten
land te verbreiden. Voorts maakte hij lan
gen tijd deel uit van het bestuur der Ver-
eeniging Schevcningens Belang.
Do teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal morgen, Vrijdag, geschieden
op de Algemeene Begraafplaats aan do
Kerkhoflaan; de stoet vertrekt tc twee uur
van het sterfhuis aan de Leuvcnsche-
straat 9.
DE NOOD DER BINNENSCHIPFERIJ.
De heer Duymaer van Twist
dringt op maatregelen aan..
Het lid cler Tweede Kamer, de heer Duy
maer van Twist, heeft den minister van
arbeid, handel cn nijverheid gevraagd:
Kan de minister ïneclcdeelen, of het
overleg viln de gezamenlijke ministers, dat
toegezegd is in de vergadering van dc
Tweede Kamer van 8 December 1931, met
betrekking tot het treffen van maatrege
len ter voorziening in den noodtoestand,
waarin de binncnschippcrij verkeert, reeds
heeft plaats gehad?
Zoo dit overleg heeft plaats gehad, wil
de minister dan mededeelen, welke maat
regelen zullen worden getroffen ter za
ke van:
a. het ter beschikking stellen van een
renteloos voorschot, ten einde daarmede
den schippers, die ten gevolge van de
slechte bedrijfsuitkomsten in financieele
moeilijkheden verkeeren, liet voortzetten
van het bedrijf mogelijk te maken;
b. de verlaging van scheepvaartrechten;
c. de bevrachting op de beurzen;
d. de bevordering van beurt bevrachting
in overleg van handel met scheepvaart;
c. de invoering van het uniforme charter?
Zoo nog andere maatregelen zijn geno
men of zullen worden genomen als be
doeld in vraag 2, welke zijn dan die maat
regelen?
Is de minister bereid onverwijld een
rijkssteunregeling voor de binnenschippers
in het leven te roepen, anders dan door de
tewerkstelling in de werkverschaffing, ge
durende den lijd dat deze schippers werk
loos zijn?
Indien wij zelf geen gebreken hadden,
zouden wij er niet zooveel genoegen in
scheppen ze bij anderen op te merken.
Naar het Engelsch van Morice Gerard
door Emma A. H.
56
Lucille stond op; smeekend stak zij de
handen uit:
U kunt hem redden, Uw genade, u
alleen! O, herinnert u zich niet meer, hoe
vriendelijk u was, toen u bij mijn vader
aan huis kwam; ik was toen een kind, nu
hen ik een getrouwde vrouw en heb kin
deren; ik hadmijn echtgenoot
Ontroering belette haar verder te spreken;
met de grootste moeite moest zij het snik
ken bedwingen.
De hertog scheen zich tot het uiterste in
te spannen, om door den nevel heen tc
dringen, die er over zijn geest hing ver
spreid en om tot dc herinneringen te ge
raken die zij bij hem wekken wilde. Ein
delijk zei hij:
Wat is er van uw verlangen; wat
kan ik voor u doen?
O, Uw genade! U kunt mijn echtge
noot redden. U heeft grootcr invloed op
zijn majesteit, dan Roberts vijand. O,
schrijft u één regel aan den koning, om
hem te vragen, het leven van mijn echt
genoot te sparen, hem de vrijheid te schen
ken.
De inspanning scheen tc veel tc zijn
voor de zwakke vermogens van den her
tog; dc blos, die gedurende de laatste
paar minuten zijn wangen had getint,
ging nu weer over in een doodclijke bleek
heid.
Er kwam iemand het vertrek bmnen;
een slanke man, met een lange krulpruik.
trad naderbij, likte Mistress Darcy op dun
schouder cn zei:
U moet onmiddellijk gaan, Madam;
ik sta niet in voor het leven van mijn p«
tiènt, tenzij hij volstrekt met rust gelaten
wordt.
Lucille keek naar den hertog; hij was
totaal bewusteloos.
Zij wendde zich af, met ccn blik op het
gelaat, die door allen, die haar zagen,
nooit vergeten zou .worden.
HOOFDSTUK X.
Een welkom bezoek.
Miss Darcy wist maar weinig van haar
reis terug naar haar huis is Kingston, na
dat bewuste onderhoud. Dr. Fletcher zorg
de voor haar of zij een kind was. Zc werd
vergezeld door twee bedienden, waarvan
de een Longstaffe was; laatstgenoemde
had zich veel voorgesteld van dit bezoek
bij den hertog, dien hij zich nog voorstel
dc, zooals die was geweest in zijn dagen
van grootheid, en niet willende of kun
nende inzien, de verandering, die was In
getreden. Vandaar dat zijn teleurstelling
des te grooter was toon zijn incesteresse en
dc predikant uit liet huis van den hertog
kwamen met een blik, die veelzeggend was
Het zou nu nog maar één week duren
eer het vonnis voltrokken zou worden
Den ochtend daarop kwam dr. Fletcher
Lucille tegen, op de trap, toen zij pas uit
haar eigen kamer naar beneden ging.
Madam, zei hij, wij moeten naar de
hoofdbron van gerechtigheid gaan. naar
Zijn Majesteit zeiven; bij den hertog van
Albemarle zijn we niet geslaagd, misschien
dat we bij den koning gelukkiger zullen
zijn.
De hoofdbron van gerechtigheid? riep
Lucille zich herinnerend wat haar echt
genoot had gedacht van den derden man
in dien noodlottigun twist. Maar hoe nu,
als de hoofdbron zelve besmet is?
De hemel beware! riep dr. Fletcher,
laten wij dit niet geloovcn, miss Darcy,
zonder bewijs.
Maar, helaas, het bewijs van het ko
ninklijk vooroordeel trad dadelijk in het
licht. Er werden pogingen in het werk ge
steld door lord Darcy cn anderen, hoog
in rang, familie of vrienden van de Dar
cy's, cm een onderhoud met Zijn Majc
steit te verkrijgen, maar zonder succes;
dc koning weigerde zoowel om mis Darcy
als om haar zwager te ontvangen.
Om dezen tijrl ging dc koning uit Lon
den weg en begaf zich naar zijn verblijf
in Hampton Court; cr werd gezegd dat
hij ongesteld was, maar miss Darcy wist
uit goede bron, dat die „ongesteldheid"
meer van geestelijken dan van lichamelij
ken aard was. Alle toegang tot den ko
ning was versperd door de vijanden van
Robert Darcy, op aanstoken van één man
cn door de bloedverwanten van den ver
slagen edelman.
Naarmate de dagen verliepen cn .lo
noodlottige dag al dichter bij kwam, voel
de Lucille zich steeds meer bezwaard. Ze
at, noch sliep; zo moest haar ledematen
met moeite voortsleepen. Robert Darcy
ook, dien zijn vrouw iederen 4ao mocht
opzoeken, maar steeds niet alleen, had al
le hoop verloren. Hij was zeer mager ge
worden, liep gebogen; zijn gelaat was diep
gegroefd van zorgen. Een schaduw rustte
zelfs op dc hoofden van hun kinderen;
de kleinen schenen geen lust te hebben
om te spelen, ofschoon hun niets opzette
lijk was verteld van het lot, dat hun vader
bedreigde.
Op een dag zat Lucille in haar boudoir,
met het hoofd in de handen, toen er aan
dc deur geklopt werd, cn eer zij nog iels
kon zeggen of haar gedachten verzamelen
kon, werd er een vreemde dame binnen
gelaten. Lucille was te verrast en te zeer
verslagen naar den geest, om op tc staan.
In dc grootste verbazing staarde zij, met
wijd-open oogen, naar dc bezoekster. Hoe
zeer in beslag genomen ook door andere
dingen, voelde zij zich toch getroffen door
clc buitengewone schoonheid van de dame,
die op haar toetrad en haar dc hand op
den schouder legde; lang cn van een slan
ke gestalte, eenvoudig maar zeer eiegant
gekleed, had zij voor de gelegenheid alle
sieraden afgelegd, die vrouwen van Imo
gen stand in dat tijdvak dan al bijzonder
veel droegen.
Madam, zei ze, ik ken uw leed cn ik
ben hier gekomen om u hulp tc bieden.
Lucille's lip trilde.
Ik vrees, antwoordde zij, dat ik niet
te helpen ben. Toch was er iets in de hou
ding van de bezoekster, dat haar sterk
aantrok. Het is heel vriendelijk van u.
We zijn beiden vrouw; daarom is het
onze plicht elkaar bij te staan cn met dit
doel ben ik dan ook gekomen.
Op welke wijze zoudt u mij willen
helpen?
Ik kan u toelaten tot Zijn Majesteit.
Dan is u inderdaad een vriendin'
riep Lucille, haar hand vattend; tegelij
kertijd keek zij haar nauwlettend aan en
vroeg zich andermaal, vol verwondering
af, wie die schoone vrouw toch wezen kon
en hoe zij haar geschiedenis te weten ge
komen was.
Ik ken u niet, ging zij voort.
Iets als een glimlach vloog over het ge
laat van het jonge meisje, waardoor twee
rijen parelwitte tanden te voorschijn kwa
men.
Ik ben Francis Stuart, stelde zij zich
voor.
Maar miss Darcy zei dit niets daar zij
ccn leven van afzondering had geleid en
al heel weinig hoorde van het Hof en van
de schoone dames, die daar invloed had
den.
Francis Stuart, later hertogin van Rich
mond, bekleedde in dien tijd een eenige
posiue; ze werd door allen gezocht, was
bij den koning geliefd en toch geëerbie
digd, terwijl zij zich in de paleizen be
woog, met een kalrne waardigheid en cor
rectheid, die haar een macht verleenden,
grooter dan die van iedei ander.
U is den laalstcn lijd niet veel ten
paleize gekomen?
Ik ben er nooit geweest.
Miss Stuart glimlachte; die opmerking
zei meer, dan er mee bedoeld was.
Wij zijn niet allen verdorven zei ze.
En, geloof mij, de koning heeft zijn goede
zijde voor hen, die zich daartoe toegang
weten tc verschaffen.
(Wordt vervolgd^,