/Mé kwarten
NIEUWSTE GRAMOFOONPLATEN o.a.
F, H. LOMANS - Utrechtschestraat 15 - Tel 483.
ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU
F. H. LOfViANS - Utr.str. 15 Tel. 483
Wij vertegenwoordigen de bekende
DUCRETET en PHILIPS toestellen
Betaling in overleg met den kooper
ISCUf
RADIONIEUWS
JM
Zondag.
Huizen en Mil versu in. Er is méér,
natuurlijk. Maar wederom zorgt het (phi-
losophisch met bestaande) toeval voor niet
minder dan vier strijkkwartetten in den
Nederlandschen omroep: strijkkwartetten
dag dus. De K.R.O. laat het Stradivarius
kwartet spelen, een ensemble, dat de zeld
zaamste Stradivariusinslrumenten tot zijn
beschikking heeft en de A.V.R.O. brengt het
Dresdener kwartet voor zijn microfoon. Het
half-Europceschc, half-Amerikaansclie Stra
divariuskwartet opent het programma
's middags met het laatste (C gr. terts) kwar
tet van de reeks van zes, die Mozart tus-
schen 1782 en 1785 te Weencn heeft geschre
ven. Dat wil zeggen: er was geen opdracht
gever. Want gewoonlijk componeerden de
17e en 18e eeuwschc toonkunstenaars op be
stelling. De een of andere gefortuneerde
kunstbeschermer had bijvoorbeeld voor zijn
kapel muziek noodig. Zeg: een divertimen
to, een concerto, een symphonic. Deze wen
schen kon hij tegen betaling van eenige du
caten laten vervullen door Mozart, Haydn,
Beethoven en tientallen andere kleinere go
den. Er werd vooraf een leveringstijd over
eengekomen, waaraan de componist zich
moest houden. Ook uitgevers verstrekken
later opdrachten tegenwoordig vinden de
componisten de hond in de pot Dat ze
soms wel erg in verlegenheid zaten illu
streert het aardige geval met Michael
Haydn (den jongeren broer van Joseph).
Deze was door ziekte verhinderd zes duo's
voor viool en alt, die hij op bestelling aan
den Aartsbisschop van Salzburg moest le
veren, op tijd klaar te hebben. Hij vroeg
daarom Mozart, of deze niet iets voor hem
had. Mozart zond hem 2 duo's en pas in
onze jaren is gebleken, dat er van de zes
duo's op naam van Michael Haydn, twee
van Mozart stamden. Diit was nog eens
collegialiteit!
De zes kwartetten vonden in den begin
ne weinig instemming, omdat men ze har
moniscb nogal hard vond. Bovendien ging
Mozart hier nieuwe wegen op, die van te
veel compositorisch-Technischen aard zijn
om er diep op in te gaan. In elk geval:
Mozart kwam hier tot zich zelf; het voor
beeld Ilaydn imponeerde hem niet meer
zoo intens en de belangstelling der vier
partijen is hoogst origineel. Beethoven
heeft ongetwijfeld veel van deze kwartet
ten geleerd. Misschien wel niet het minst
van dit grandioze kwartet in C. Des avonds
speelt het Dresdener kwartet een werk van
Mozart,-dat .vrijwel onmiddellijk bij dit C-
dur kwartet aansluit. Mozart schreef name
lijk één kwartet tusschen de hier bedoelde
werken in, dat een weinigje „voor het pu
bliek" was bedoeld: gracieus, doorschijnend
cn een wat zoetelijk. Doch de laatste drie
kwartetten (in D, Bes cn F) zijn weer mees
terstukken. Deze werden weer op bestel
ling geleverd voor rekening van Frederik
Willem II, koning van Pruisen. Deze was
een befaamd dilettant cellist, zoodat Mo
zart in deze „Berlijnsche" kwartetten de
cello, wat meer aan bod moest laten ko
men. Het grappige van het geval is nu, dat
Mozart in doze kwartetten de altviool meer
te doen moest geven, vermits de cellopartij
niet altijd bij machte bleek om de zoo zeer
gewenschte grondstem er uit te brengen;
liet ging namelijk dikwijls te hoog. Maar
koning Frederik Willem zal met welge
vallen naar deze beschaafde verpoozings-
muziek geluisterd hebben. Ze geeft mij ten
minste een grooter voldoening dan de jong
ste „schlager"...
Over de beide andere kwartetten kan ik
niet veel zeggen, omdat de krant anders
een extra-editie zou moeten uitgeven. Het
„Harfen-quartett" van Beethoven is zoo ge
noemd naar de harp-achtige afwisselende
pizzicati in het eerste deel. Beethoven
schreef dit forsche werk precies 20 jaar
na het kwartet van Mozart; in 1809 name
lijk. Welk een enorm stijlverschil!
De K.R.O. zendt 's avonds nog een Brahms
concert uit, waarop de 2de symphonic en
het dubbelconcert wordt uitgevoerd. Dit
concert staat in a kleine terts en draagt
het opusgetal 102. Het is niet gemakkelijk
toegankelijk. Want de thematiek wordt
over drie elementen verdeeld: soloviool,
solocello cn orkest. Is het al soms bezwaar
lijk een soloconcert te waardeeren, een dub
belconcert zal dit ondernemen niet verge
makkelijken. Temeer, daar de cello dik
wijls in de lage liggingen speelt.
B c r 1 ij n.
Zondag is eigenlijk „de" dag voor radio-
vrienden. In de week dienen de avonduren
gemeenlijk voor veerpoozing (de meesten
wenschen zich dan ook niet veel in te
spannen) en overdag is men voortdurend
druk. Daarom is ons overzicht 'k zou
haast zeggen voor meer dan de helft in
hoofdzaak geconcenteerd op den Zondag,
rnet nevencentra op Dinsdag, Woensdag cn
Donderdag.
Berlijn geeft om 12.20 Mahlcrs zevende
symphonic onder leiding van Hermann
Scherchen. Deze symphonie wordt weinig
uitgevoerd, waarschijnlijk omdat het grootc
publiek haar niet begrijpt en wie haar
kentMaar we mogen niet insinueeren.
De zevende van Mahler sluit af in C grootc
terts, dat is ten minste een troost, hoewel
zij m een vreemde toonaard (e-klein) begint
Waarom vreemd? Een verouderde opvat
ting, hoor. Men nam gewoonlijk nimmer E
groot of E klein voor symphonische vver
ken, omdat de transponeerende instromen
ten) klarinetten b.v.) dik en dik in de krui
sen kwamen te staan. Kruisen waren name
lijk tot voor kort vreeselijke dingen voor
den klarinettist; voor bijna iederen musi
cus. En daarom ontliep men de moeilijk
heid eenvoudig. De symphonie bestaat uit
5 groote deelen. Het eerste deel is Largo
'Allegro con fuoco; het tweede allegro mo
derato, bijgaand de „nachtmuziek"; het
derde deel in een soort scherzo (schatten
haft, flieszend, aber nicht schnell); het
vierde is de tweede „nachtmuziek" cn het
slotdeel is een krachtig, bravoureus en
pralend stuk, behagelijk en gcnoegelijk hier
en daar.
M h 1 a c k e r.
I)e mysterieënsonaten van Heinrich Ignaz
Franz von Biber (164-1—1704), die men hier
om 7.20 uitvoert zijn misschien niet zoo be
langrijk als diens Fidicinium Sacro-profa
num. Maar tocli ween een bijdrage tot
hetere bekendmakind der muziekstijlen.
Biber was vioolvirtuoos aan het Salzburg
scbe hof. ten tijde van Mozart. De viool
sonates, die men heeft uitgegeven, spiege
len het tijdsbeeld zonder eenige bedenking;
hier is dus een man van een zeer gewaar
deerd en groot talent (voor zijn tijd) en
die voor het nageslacht een vrijwel obscure
persoonlijkheid is gebleven. Vermoedelijk
zullen met „mpsteriën sonates" rie „pas-
sions-sonates" bedoeld worden.
Maandag.
Hilversum.
Het zooeven verjongde Utrechtsche Trio
speelt zoowaar reeds voor de radio; het
laatste trio van Beethoven voor piano,
viool en cello en het bes-groote terts trio
van Schubert, Beethoven schreef zijn laat
ste trio in 1811. zestien jaren voor zijn dood
Bij Scluibert ontstonden de beide piano
trio's één jaar voor zijn dood. Dat is een
feit van beteekenis. Beethoven ging uit van
het. cèmbalo, het groote fundamcnteele in
strument van barok en rococo en kwam tot
het strijkkwartet. Schubert ging uit van het
strijkkwartet cn concentreerde tenslotte
zijn kamermuziek in zijn meest verdichten
en gedrongen vorm. het pianotrio. Beetho
ven schiep den vorm van het trio, krachti
per en meer absoluut-geniaal dan Mozarl
kon doen; Schubert nam dit type een jaar
voor zijn dood weer op en bet bleef in de
kamermuziekliteratuur tot. op dezen dag
gehandhaafd. Het pianotrio vertakte zich
over geheel Europa cn het kreeg allerlei
opstalten. Maar de kern blijft het Beetho
von-Schubert type. Daarom lijkt de keuze
van liet Utrechtsche Trio stijl-historisch de
daad van welbewust overleg.
De drie kwartier „nationale" dansen door
liet. V.A.R.A.-orkest zullen bewijzen, dat er
verscheidenheid cn eenheid in de rassen
muziek bestaat. Het overzicht zou m.L
beter cn duidelijker zijn, als er onderscheid
gemaakt was tusschen oude en nieuwe mu
ziek. Want tenslotte in de Hongaar
sche dans van Brahms in wezen geon Hon
gaarsche dans, doch een Hongaarsche dans
wijze voorzien van en bezwaard door
Brahms-sche harmonieën en rhythmen. Dit
bezwaar geldt minder \oor Bartöks Roe-
meensche dans, omdat deze man tenminste
óók Slavisch bloed heeft.
Maar ik zeg: een allergonoegelijkst cn
leerzaam idee, zoo'n reeks.
Huizen.
Zeer stemmingsvol sluit de Haarlemsclie
Orkest Vereeniging haar N.C.R.V.-uitzen-
ding met de „Nachtelijke plechtige omme
gang" van Henri Rabaud. Rabaud, de te
genwoordige directeur van het Parijsche
conservatorium, schreef dit symphonisch
gedicht naar aanleiding van don Faust van
Lenau. Het stuk behóórt tot. de reeks im
pressionistische werken uit de Dcbussy-
periode, waarop de Franscben met welge
vallen wijzen. Ik hoor vooralsnog liever
tien keer Iberia van Debussy dan éénmaal
Rabaud. Smaakkwestie? Ilct zou wel eens
kunnen.
Dinsdag.
Praag.
Do resteeronde dagen der week moeten
we verder maar doorgaloppeurcn. Maar
Andres Segovia maakt aanspraak op eeni
ge vermelding. Mij is „de" Spaansche gita
rist, zeggen de kranten. Wellicht zijn er
meerdere, maar hiervoor spant zich de re
clame n*et in. Nog steeds denkt men het
mooi9te te kunnen hooren, als het maar
„eenig" is hetgeen natuurlijk „So-wie-so"
nonsens beteekent. Je zou eerder verheugd
moeten zijn nóg een on nóg een te hooren.
Maar Segovia dan speelt origineele werken
voor gitaar en hij doet dit onnavolgbaar
mooi. Hij speelt mooier en levendiger en
onderhoudender gitaar dan vele pianisten
piano. En bovendien: de microfoon heeft
een zwak voor gitaarspel; hij verwerkt het
geluid bijna onveranderd. Segóvia is in 1894
te Jaén in Spanje geboren.
Woensdag.
Hilversum.
Ja, nu moet ik toch even lachen. Dacht
meneer Stierion (een onbokende spoorzoe
ker in dc radio oorwouden) werkelijk, dat
de aeolisch lydische toonaarden en de hy-
pojonisrhe avonturen van zijn beweeglij
ken geest eenigszins verstaan konden wor
den door zijn luisterende schare? Wat weet
men af van Di notte, de verjaardag van
wicn? Ik zou niet gaarne bereid zijn om
een populair-wetenschappelijke verhande
ling te houden over het wezen der middel-
eeuwsche kerktonen. Het probleem der
middeleeuwsche modi's is nog niet opge
lost en nu krijgen we waaratje al een ge
heel divertimento van een thans levend
retrospectief auteur. Morgen schrijft me
neer Smit of Janssen of Pieterse een nieu
we Ruusbroec, desgewenscht een nieuwe
Meister Eckehardt, alles kan! Toch wel
weer aardig, die radio.
Hugo de Groot zorgt voor betere speci
men der hedendaagsche muziek in den
vorm van de (mij onbekende) 6uite van
Ernst Toch. Deze Wecnsche componist
was oorspronkelijk bestemd om dokter te
worden, maar door autodidactische stu
diën kwam hij al spoedig door de eerste
voorposten van het vurig verdedigde hei
lige rijk der toonkunst. Men heeft Toch
(geboren in 1887) eerst geschuwd, maar te
genwoordig „is" hij er. Zijn muziek is eer
lijk; hij zwakt niet af in mystische bedoe
lingen (gelijk Mahler), maar steunt op
sterk beweeglijke rhythmische impulsen.
Hij is wijders eenigszins campricieus. Toch
voelt weinig om op een gegeven door te
werken. Hij neemt den inval voor wat hij
is en zet die op de notenbalken van zijn j
muziekpapicr onvermengd, gelijk de lurni-
nisten onder de schilders Door deze gees
tesgesteldheid neigt hij sterk tot de suite
en vanavond kan men zelfs een bonte suite
hooren
Donderdag.
Hilversum.
De avonduitzending der A.V.R.O. brengt
ons weer in aanraking met een der mooi
ste programma's van het Concertgebouw
orkest onder Mengelberg. Het derde Bran-
denburgscho concert van Bach is geschre
ven voor drie violen, drie alten en drie
celli. Van de zes concerten voor den mark
graaf van Brandenburg is dit een -mooi
specimen van een concert-symphonie voor
driedeelig strijkorkest. Een merkwaardig
heid van dit stuk is het ontbreken van ccn
langzaam middendeel. Slechts twee breede
accoorden 6taan tusschen do twee snelle
deelen in: een zoogenaamde phrygische ca
dens. Vele Bach-kenners vermoeden, dat
de langzame middengroep verloren is go-
gaan. Richard Strauss' „Ein Heldenleben"
is opgedragen aan Willem Mengelberg en
het Concertgebouworkest. In zekeren zin is
dit ook een symphonisch gedicht, maar oen
programma-muziek zonder literaire pers
pectieven. De karakteristiek van den „held"
is in dit werk muzikaal plastisch gereali
seerd. Misschien, volgens sommige gevoeli
ge naturen, een weinig te marziaal cn oor
logszuchtig. Maar een markant orkeststuk,
waarin Zimmermann de vioolsoli speelt
Een bewonderd paradestuk van den gelief
den concertmeester.
Vrijdag en Zaterdag
vallen deze week uit onze bespreking weg.
Niet, omdat voor deze dagen onbelangrijke
programma's zijn aangekondigd, doch een
voudig uit de overweging, dat wij te veel
aandacht voor één enkel onderdeel van het
leven zouden opvorderen. Hetgeen onbe
scheiden zou zijn
P. T.
His Master's Voice.
Nog eenige jaren, dunkt ons, en de con
servatoria benevens de muziekscholen voor
vakopleiding, kunnen niet meer buiten een
gramofoonplaten-archicf. Dc muziekge
schiedenis en dc leer van den muzikalen
vorm krijgen dan de beschikking over een
bijna onuitputtelijke bron materiaal. Wer
ken, die bijna niet meer worden uitge
voerd, liggen goreed en de leerlingen kun
nen de markante plaatsen van een com
positie meermalen aan don klank bestudee-
rcn. Ik weet wel, dat de graraotechniek
(nog) niet volmaakt is, doch daarvoor is
de discus ook maar een hulp- en leermid
del. His Master's Voice zendt oiis een prach
tige serie van deze werken. Om to begin
nen:
Le sacre du printemps van Strawinsky;
vier dubbelzijdige platen, vervaardigd in de
Amerïkaansche studio's van H.M.V. Het
Philadelphia Orchest onder leiding van
Leopold Stokowsky specldo voor den mi
crofoon cn het resultaat overtreft de stout
sic verwachtingen. De inzet der hooge fa
gotten, waarmee het werk opent cn die een
probleem der reproductie op zich zelf is,
imponeert door de feillooze zekerheid en
klankschoonheid. De phenomenale rhyth
mische ingewikkeldheid der partituur lijkt
i.i deze vertolking door Stokowsky zoo een
voudig cn duidelijk als een natuurlijk ver
haal. Het reuzenorkest uit niet minder dan
16 houtblazers, 8 hoorns, 5 trompetten, 3
b jinen, groot slagwerk en het dienover
eenkomstige strijkkwintet bestaande, klinkt
voortdurend doorzichtig cn plastisch van
thematiek. Kortom, zoowel het werk van
het orkest, als dat van de ingenieurs is
gebleken perfect te zijn. Eén wensch ver-
gezelle deze serie van Strawinsky: het ver
dient aanbeveling bij de platen een be-
schrijvenden tekst te voegen. Deze behoort
namelijk bij de compositie en kan aanzien
lijk bijdragen tot beter begrip cn waardee
ring van dc opname. De nummers zijn
D 1919/1922.
Een volgend zeldzaam stuk is ook Tha-
mar van Balakireff, ecu der grootc vrien
den van Moussorgski cn van Rimsky-Kor-
sakoff. Wanneer gc een weinigje op de
hoogte zijt van dc composities dezer Rus
sen, dan zal uw conclusie na Thamar ge
hoord te hebben ongetwijfeld zijn, dat de
vriendschapsbanden verder gingen dan een
zekere cordiallteit. Immers, in Thamar
hoort ge Moussorgski en ge hoort er
Rimskv-Korsakoff. Niet alléén echter deze
beiden; Balakireff ging ook te biecht bij
Wagner, Liszt enRossini. Wagner is
hier vertegenwoordigd met een bijna let
terlijk citaat van het Lohengrin motief:
„Nie solist du micli befragen". Hetgeen
tusschen haakjes nogal geestig is.
want naar de herkomst behoeft niemand
te vragen: deze is glashelder! Liszt her
leefde met een fragment uit zijn Orpheus
en Rossini heeft door dc Tancrcdi-ouver-
ture suggestief op het musisch bewustzijn
van Balakireff gewerkt. Ik vind: zoo'n
gramofoonplaat is onmisbaar, zoowel voor
den practiseerenden musicus als voor de
muziekstudenten. Wanneer we over Bala
kireff spreken, dan beschikken we over
een enkel pianostuk (Islamey b.v.), maar
het orkest voert zoo goed als nooit een
werk van hem uit. Vóór ik dit werk op de
gramofoon heb gehoord, was mijn oordeel
over Balakireff dus gebaseerd op onvol
ledige gegevens. We mogen H. M. V. dank
baar zijn voor deze aanwinst, temeer, daar
het symphonische gedicht een voortreffe
lijk specimen is van laat-negentiend'
eeuwsche Russische muziek. Want, on
danks de invloeden, is het werk toch on
gemeen friscb van kleur en knap geor
kestreerd. U noteert voor Balakireff DB
4801/4802.
Een feestprogramma.
Buenos Aires. Ter gelegenheid
van zijn zesjarig bestaan zal de zender
Radio Prieto te Buenos Aires een groote
feestuitzending organisecren, waarbij meer
dan 200 personen voor den microfoon zul
len optreden.
Nieuwe zenders.
Parijs. Het tweede Fransche station
op het Amerikaan sche vasteland is in be
drijf genomen, het is de zonder van het
dagblad La Patrie. De nieuwe zender te
Limoges werkt voorloopig .slechts met een
energie van 500 Watt op een golflengte van
293.5 M., doch de antenne-energie zal spoe
dig verhoogd worden. Op Martinique zijn
twee kortegolf zenders opgericht, voorname
lijk ten dienste der meteorologische be
richtgeving.
Het Roraeinschc televisiestation.
Rome. liet nieuwe radiogebouw be
vat een speciale televisiestudio, van waar
uit binnenkort proefzendingen zullon wor
den verricht on wel over de korte golf van
('rato Smeraldo (80 M.) Er wordt oebter uit
drukkelijk op gewezen, dat do eorstc proef
zendingen nog geen praktische botookenis
kunnen hebben, daar er vooral bij een tel<*
visiezender altijd zeer vele verbeteringen
moeten worden aangebracht.
Knlundborg versterkt.
Kopenhagen. Reeds lang werd
overwogen om den lange golfzondor Ka-
lundborg te versterken; thans is daartoe
definitief besloten. Met dc uitvoering der
technische projecten is reeds een begin ge
maakt. De nieuwe zender te Kalundborg
zal een energie van 60 k.W. verkrijgen en
zoo mogelijk in den herfst van dit jaar in
bedrijf worden genomen.
Over den niouwen zender.
Boedapest. Het werk aan den nieu
we» zender te Boedapest is begonnen en
vordert op bevredigende wijze. De zonder
zal echter eerst in 1933 geheel gereed zijn.
Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan de op
richting van vier Ilongaarscho rclaiszon-
ders.
Een zender te Sofia?
Sofia. Do regeering van Bulgarije
had reeds eenigen tijd geleden plannen om
te Sofia een regeeringszender van 15 k.W.
op te richten. Dc aanbesteding ervoor ia
reeds gehouden, doch er loopen geruchten,
dat het plan toch niet zal worden uitge
voerd uit financieele overwegingen. In dat
geval zal Sofia dus moeten volstaan met
den kleinen particulieren zender, dien hef
reeds bezit
Gratis meeluisteren.
B e r 1 ij n. Onder de 3.980.852 luiste
raars, waarmee Duitschland bet nieuwe
jaar is ingegaan, bevinden zich 283.960
werkloozen. blinden cn oorlogsinvaliden, die
vrijgesteld zijn van de betaling der radio-
belasting.
Elemont Nr. 87 voor tolevisie
bruikbaar.
N e w-V o r k. Dc Amerikaanscbo telc-
visiedeskundigcn stellen zeer veel belang
in het kort geleden ontdekto element No.
87, dat grootc overeenkomst vertoont met
bet caesium, dat gebruikt wordt in foto-
electnsclie cellen.
liet nieuwe element zou zoodanig gecon
centreerd kunnen worden, dat de foto-elec-
trische cel nog reageert op licht, dat zich
aan dc andere zijdo van een houten wand
ter dikte van 2% c.M. bevindt.
Ook Saint-Sacns' Phaeton is een werk,
dat „nooit" wordt gespeeld. Deze Fransche
meester schreef eenige symphonische ge
dichten; drie daarvan hebben repertoire
gehouden. Dat zijn: Phaëton, Le rouet
d'Omphalc cn La jeunesse d'Hercule. Deze
symphonische werken zijn geheel naai
den romaanschen geest edel en boeiend
van bouw. Saint-Saëns kende het métier,
maar was tevens bezittPi- en kenner van
het groote geheim, waardoor muziek geen
ijdcl geparadecr van klanken wordt. Denk
eens Richard Strauss naast Saint-Saëns.
De eerste uitbundig, steeds in een stor
mende vervoering, steeds arbeidende met
vervaarlijke tegenstellingen. Dc tweede
welopgevoed, zich zelf steeds meester, be
scheiden in vertrouwelijke mededeelingen
(hij laat u altijd meer raden naar do emo
tie, dan baar uit te schrijven of voor te
spellen), steeds niet de maat kennende
van tijd cn klank expansie. Met andere
woorden: zijn stukken zijn doorgaans be
knopt en weinig luidruchtig. De plaat,
waarover het thans gaat loont deze eigen
schappen onder de luchtige leiding van
Pierre Coppola volkomen. De behandeling
vap het koper is in één woord af. De om
spelende pizzicati zijn dynamisch mooi
verzorgd, de exposities der thema's door
de verschillende instrumentengroepen is
steeds gevarieerd, steeds zeer onderbou
dend. Ik kan het niet helpen, dat ik in de
ze bespreking meermalon wijzen moet op
het leerzame dezer opnamen. In Phaëton
van Saint-Saëns herkent gc Wagner, Beet
hoven, Liszt en Mendelssohn. Maar toch
eigen karakter! Hoe het mogelijk is? Daar
op geeft Saint-Saëns zelf antwoord; luister
maar eens naar DB 4807! Ook hier is een
korte beschrijving van den „inhoud" ge-
wenscht.
Willem Mengclbcrg's vertolking van dc
Bes-dur Symphonie van den jongsten zoon
van Bach, John Christian (den Londen-
schcn Bach) is onzen lezers reeds bekend.
II. M. V. heeft baar nu ook in bot fonds
opgenomen. Hoe bekend moet het den Ne
derlandschen muziekliefhebber voorkomen,
als hij Mengelberg weer eens op de gramo
foonplaat hoort! Welk een verschil met
andere dirigenten! Mengelborg's opvatting
is streng cn bewust. Het cerebrale over-
hecrscht en dat moet ook bij dezen pionier
van het classicisme. De symphonic neemt
drie zijdon van de twee platen in beslag;
de vierde zijde werd bestemd voor Bach's
onvolprezen „Air" uit de Suite in D-dur
(D 1988/1989).
Mischa Elman is een der grootste viool-
wonderen der twintigste eeuw. Hij was de
held mijnor jeugdjaren, maar nu ik hem
weer eens gehoord heb in het Concerto in g
van Vivaldi staat hij weer in het middel
punt van mijn aandacht. Welk een subliem
vioolspel! Welk een toonvorming, welk een
rhythmische bewustheid! Elman kiest een
tempo en hij blijft dat tempo onwankelbaar
trouw. Magistrale bebeersching in ieder op
zicht. Mogen wij deze opname in ieders
belangstelling aanbevelen? De nummers
zijn D B 1595/1596.
Tenslotte nog een plaat voor liefhebbers
van pianospol: „Goyescas" van Granados,
gespeeld door Arthur Rubinstein. Dit stuk,
Jat gedragen wordt door Spaansche rhyth
men en door Spaansche melodie-wendin
gen, heeft iets moeten inboeten van zijn
atmosfeer. Het klinkt wat korrelig, eenigs
zins droog. Maar met een pick-up wordt
het werk veel zonniger en voller van klank.
Op de keerzijde is de Mazurka in g van
Chopin vastgelegd, vol uitdrukking ge
speeld in een zeer uitvoerig rubato. Rubin
stein's meesterschap als pianistisch-knap
kunstenaar wordt door deze plaat bewezen.
Het koele nummer van dezen droomerigen
discus is DB 1462.
t
P. T.
RICHARD TAUBER, RICHARD CROOKS, WILLY DERBY, KEES PRUIS>
DUO HOFMANN, BOB SCHOLTE, LILIAN HARVEY UND WILLY FRITSCH,
WILLY FORST, ENZ. ENZ.
GROOTE SORTEERING HARMONICA-, ORGEL-, MARSCH- EN
HAWAÏ l-MU ZIEK
VRAAGT DE NIEUWSTE SORTEERING