IK MlSSSil'S SLIJTERIJ
DE KONINGIN OPENT 'T DERDE GEBOUW
Een opwekkende en optimistische rede
van Hare Majesteit
Een fraaie foto van de achterzijde
stijgende cijfers, zoowel wat het aantal
deelnemers als wat het aantal bezoekers
betreft, te zien en toen bij de vorige voor-
jaarsbeurs niet minder dan 176 firma's ten
gevolge van plaatsgebrek mossten worden
afgewezen, meende de Raad van Bestuur,
ondanks de ongunst der tijden, ondanks
hetg roote risico, dat de onzekerheid dezer
tijden met zich meebracht, niet langer te
mogen wachten met een uitbreiding. Wilde
de Kon. Ned. Jaarbeurs haar taak naar be-
hooren blijven vervullen, zoo achtte zij het
noodzakelijk, dat, juist in deze zoo bij uil-
stek moeilijke tijden, ten volle aan de
cischen van het toch reeds zoo beproefde
bedrijfsleven moest kunnen worden vol
daan.
Behalve aan de zoo zware en moeilijke
taak, waarvoor de voortbrenger zich ge
plaatst ziet om zijn zelfkosten en exploita
tiekosten terug te brengen tot op het peil,
dat nu eenmaal door de gegeven wereld
constellatie bepaald wordt, zal hij immers
meer dan ooit zijn aandacht moeten be
steden aan het steeds moeilijker wordende
vraagstuk van den afzet zijner producten,
waarbij hij zijn uiterste krachten zal moe
ten inspannen om deze zoo goed mogelijk
en zoo voordeelig mogelijk te doen geschie
den.
Ket lijdt geen twijfel, dat hij, om te kun
nen blijven bestaan, niet alleen nieuwe af-
zetgebiedenzal moeten trachten te vinden,
maar ook, dat hij zorg zal moeten dragen,
dat zijn producten zich geleidelijk aanpas
sen aan de nieuwe eischen, die de zoo sterk
veranderde tijdsomstandigheden ongetwij
feld zullen stellen.
Wij zijn overtuigd, dat ons Jaarbeurs-
instituut hem daarbij zeer belangrijke dien
sten zal kunnen bewijzen, want nergens
anders zal hij beter en in korter tijdsbe
stek kunnen ervaren wat de veranderde
eischen zijn van de verbruikers, in welke
richting het internationale aanbod zich ont
wikkelt en welke mogelijkheden het inter
nationale afzetgebied nog open laat.
Daar het Jaarbeursinstituut ook in dit
opzicht een onmisbare schakel vormt in
ons modern distributiesysteem, was het dus
meer dan ooit geboden, dat het ter beschik
king stond van al diegenen, die er gebruik
van wenschten te maken.
En zoo werd dan na veel wikken en we
gen, midden in den crisistijd en in het
vooruitzicht van nog ernstiger crisisjaren
het besluit genomen om liet vaste gebouw
nogmaals te ver'gröoten cn wel met een
bouw van wederom vijf verdiepingen over
een oppervlakte van 1560 M2., waardoor de
totaal verhuurbare oppervlakte van 11000
M2. kon stijgen tot 1Ü750 M2.
Het heuglijke feit, dat het nieuwe gedeel
te, dat zoo dadelijk door Uwe Majesteit zal
worden geopend, evenals de twee eerste
gedeelten reeds aanstonds geheel gevuld is,
levert wel het bewijs, dat aan uitbreiding
van ons vaste gebouw dringend behoefte
bestond.
Om den bouw tot stand tc kunnen bren
gen hebben wij wederom een beroep moe
ten doen op Uwer Majesteits regeering en
op het bestuur der stad Utrecht. Met groote
dankbaarheid gewagen wij er van, dat dit
beroep niet vergeefs gedaan werd. De bouw
werd gefinancierd door een 5 obligatie-
leening, welke voor A bij het Rijk, voor A
bij de gemeente Utrecht cn voor A door
de Jaarbeurs zelf kon geplaatst worden.
Van deze obligatieleening werd ICO,000
door bemiddeling van banken bij beleggers
ondergebracht, hetgeen wel een duidelijk
toeken is van het toenemend vertrouwen
in het voortbestaan van onze instelling en
in haar gezonden financieelen grondslag.
Met voldoening mag trouwens ook worden
geconstateerd, dat geleidelijk een aanmer
kelijke verlichting is ingetreden van de zoo
zware lasten, welke op onze schouders zijn
gelegd door de hcoge kosten van de losse
gebouwen, waarin de deelnemers in de eer
ste periode van ons bestaan moesten wor
den gehuisvest en door de abnormaal hoo
ge bouwkosten van het eerste gedeelte van
ons vaste gebouw, dat in de duurste jaren
moest worden opgetrokken r
drtfc Jaarbeursgebouwen aan de Rijnkade,
van den CatharijnasingeL
Hoewel de vaste lasten, welke op de Jaar
beurs drukken, helaas nog steeds te zwaar
zijn ten opzichte van do waarde op het te
genwoordige zoo veel verlaagde prijsniveau
onze vaste bezittingen, bewijst het feit, dat
zij steeds baar renteverplichting prompt is
kunnen nakomen en in totaal tot op lieden
ƒ665,000 op haar schulden heeft kunnen
aflossen, dat haar finaricleele positie gezond
kan worden genoemd.
- Dat de kosten van den bouw van het
nieuwe gedeelte belangrijk beneden de ra
ming zijn gebleven en dat het groote bouw
werk binnen den zeer korten daarvoor ge-
stclden lijd van 10 maanden gereed kwam,
vermeld ik met voldoening. Den bouwmees
ter en onzen technischen dienst komt daar
voor zeker een woord van lof toe.
Waar wij op dezen dag niet zonder vol
doening gewag kunnen maken van het he
den, daar gaan onze gedachten als vanzelf
naar de toekomst, die wij niet zonder zor
gen kunnen tegemoetzien.
Het valt niet te ontkennen, dat de eco
nomische toekomst van de wereld en ook
van ons vaderland tot groote zorg aanlei
ding geven. Het zou van weinig inzicht en
weinig moed getuigen, als v. ij onze oogen
wilden sluiten voor de zeer, zeer ernstige
moeilijkheden, welke wij in dit opzicht nog
voor den boeg hebben. Bijna zonder uitzon
dering worden alle bedrijfstakken getrof
fen door een zóó hevige cn diepe economi
sche crisis, dat wij er rekening mee dienen
te houden, dat ons bedrijfsleven nog lan
gen tijd in het teckcn zal staan van in
krimping, verval, ja van gedeeltelijke ver
nietiging. Het zakenleven ligt als lamge
slagen, koop en verkoop zijn tot een mini
mum beperkt. Het is wel haast onvermij-
rleüjk, dat ook het Jaaibeursinstituut deze
malaise aan den lijve zal ondervinden.
Maar wij hebben meer slechte Jaren ge
kend en hopen ook deze crisisperiode te bo
ven te komen. Het ligt niet in den aard
van ons volk in zulke tijden met de han
den in den schoot bij de pakken neer tt
zitten. Geen lichtvaardig optimisme, geen
verdoezeling van de harde waarheid, maar
een moedig onder het oog zien van het drei
gende gevaar, een wil, die vaster en een
volharding, die taaier wordt naarmate de
moeilijkheden toenemen, ligt in ons volks
karakter.
Bevoorrecht is ons volk nog in zoo menig
opzicht boven vele anderen, kerngezond is
zijn economische opbouw gedurende de
laatste halve eeuw geweest, wij kunnen
niet gcloovcn, dat het niet genoeg energie,
niet genoeg inzicht, niet voldoende werk
kracht meer zou kunnen opbrengen om
zijn economische positie te handhaven. Hoe
donker wij de komende jaren ook zien, wij
blijven vertrouwen stellen in de toekomst
van het Ncderlandsche bedrijfsleven en
daarom in de blijvende beteekenis en den
toenemenden groei van onze Koninklijke
Ncderlandsche Jaarbeurs.
Maar onze beurs is internationaal cn
wordt de internationale goederenruil niet
van dag tot dag meer aan banden gelegd,
belemmerd en verstikt door tariefmuren,
invoerbeperkingen en verboden, betalings-
rcstricties cn wat dies meer zij? Heeft het
nog zin voor koopers om vreemde markten
tc bezoeken als zij niet weten of de aldaar
gekochte waar aanstonds in hun land zal
worden toegelaten of betaald zal kunnen
worden? Heeft het nog zin voor den ver-
kooper om tc trachten een buitcnlandsche
markt voor zijn waren te zoeken?
Zeker, ontzaglijk groot en steeds toene
mend zijn de moeilijkheden, die aan den
internationalen goederenhandel in den weg
worden gelegd, maar ondanks alle econo
mische verdwazing, die iedere dag ons te
genwoordig opnieuw brengt, blijft het nog
altijd onbetwistbaar zc-ker, dat zonder in
ternationalen goederenruil onze moderne
samenleving niet kan bestaan en derhalve
zal voor iedcren weg, die wordt afgesloten,
een nieuwo gezocht moeten worden. Ner
gens beter dan op een internationale jaar
beurs zal men tot de overtuiging komen,
dat het stelsel der autarchie een zelfverde
diging is, die zelfvernietiging beduidt en
daarom is het jaarbeursbestuur sterk in
vanaf een hoog punt op den hoeli
zijn vertrouwen, dat juist de nood der tij
den eerlang de volkeren zal dwingen tot
een economische politiek van vrede en ver
draagzaamheid, die alleen en uitsluitend
een economisch herstel mogelijk kan ma
ken. In het geloof aan het uiteindelijk ze
gevieren van een juister economisch in
zicht put hij het vertrouwen om het aan
flarden geschoten vaandel van den vrijen
intcrnaionalen goederenruil hoog tc blijven
houden.
Uit het feit, dat juist in deze móeilijke
tijden Uwe Majesteit zich bereid heeft wil
len verklaren het nieuwe gedeelte van ons
gebouw te openen, zal ons bestuur de nieu
we kracht en het nieuwe vertrouwen put
ten, die het zoo zeer noodig heeft om zijn
taak in de komende tijden naar behooren
te kunnen blijven vervullen.
Toen de voorzitter zijn rede beëindigd
had, hield Hare Majesteit een toespraak,
die door de aanwezigen staande werd aango-
boord.
Aan het verzoek om de nieuwo uit
breiding' van het Jaarbeursgebouw te
komen openen, heb ik ook ditmaal
gaarne gevolg gegeven.
Dubbel waardeer ik in dezen tijd van
wereldcrisis den ondernemingsgeest,
die daaruit spreekt, cn het vertrou
wen in een hetero toekomst.
Uw verblijdende mededeeling, dat
het vergroote gebouw reeds weder ge
heel gevuld is, bewijst dat die geest,
ondanks de ongunst der tijden, bij
handel cn nijverheid weerklank heeft
gevonden. De onveranderlijke wetten
van het verkeer, welke op den duur tót
herstel moeten leiden, bevatten, zoowel
de zekerste beloften voor den hernieuw
den bloei van onze volkswelvaart als
ook van dien dezer Jaarbeurs; omdat
ik mot U overtuigd ben, do.t zij geroe
pen is bij dat herstel, een belangrijke
rol to vervullen.
Arbcidszaamheid, taaiheid cn durf
waren steeds ons onvervreemdbaar erf
deel; thans komt het er inderdaad op
aan, te volharden en door te zetten, en,
bezield door een sterk bewustzijn van
eenheid en saainhoorigheid, de moei
lijkheden van het heden moedig onder
de oogen te zien, daarbij het beste ge
vende waarover ieder van ons beschikt.
Dan zal in de toekomst, welke onze
volharding cn toewijding moeten schep
pen, de bloei van ons verleden, zijn
wederga vinden. Van harte hoop en
vertrouw ik daarop, en besluit met den
wensch, dat ook do Utreehtsche Jaar
beurs dan van haar kloek beleid de
verdiende vruchten zal plukken.
Toen Hare Majesteit had uitgesproken,
zette de heer Fe n ten er van Vlissingen oen
„Lang leve de Koningin" in, walke roep
door een driewerf hoera van de aanwezi
gen werd gevolgd.
Daarna begaven de vorstelijke personen
zich' met het gevolg naar de hal van het
eerste jaarbeursgebouw.
rijn nost steeds v crKrijEnaar
BOERENMEISJES
BOERENJONGENS
VOORBURGH
PRIMA ADVOCAAT
en hel tekende S. H. H. ..S.-hillorio**v
diverso merken ..OUDE KLAltE'"
HAVIK 41. v"- TeL 233. j
26e JAARBEURS
In den stralenden ochtend van heden
heeft Utrecht de plechtige opening aan
schouwd van de 26e Jaarbev-s cn van liet
derde beursgebouw door Hare Majesteit de
Koningin, vergezeld van Prinses Juliana cn
Prins Hendrik.
Na aankomst aan het Centraal-Station te
kwart voor elf werd onmiddellijk gereden
naar het Secretariaat der loarhours, waar
de vorstelijke personen verwelkomd werden
door den Raad van Beheer.
Het dochtertje van den heer Op ten Noort
offreerde bloemen aan Mare Majesteit de
Koningin en aan Prinses Juliana.
Terstond daarna begaf het hooge gezel
schap zich naar het Jaarbcursrestaurant.
De openingsplechtigheid.
De openingsplechtigheid geschiedde van
morgen elf uur in de dinerzaal van het
Jaarbeursrestaurant.
Hier waren o. m. aanwezig de gezanten
van: Frankrijk, Belgic, Zuid-Afrika. Oosten-
Tijk, Joego-Slavië, Tsjecho-Slowakije en
Egypte; de gezanten van Engeland en
Duitschland waren vertegenwoordigd resp.
door de heeren R. V. Laming, handelsattaché
bij de Britsche legatie, en Boltze, gezant-
schapsraad; mr. B. Paquet, voorzitter van
de Fransche 6ectie ter Jaarbeurs; A. Dupin,
handelsattaché bij de Fransche legatie te
den Haag; O. Vandestccnc, handelsattaché
aan de Belgische legatie, den Haag;
Mr. dr. F. A. C. graaf van Lynden van
Sandenburg, vice-voorzitter van den Raad
van State;
F. K. J. Heringa, Regeeringscommissans
bij de Nederlandsche Jaarbeurs;
Ir. M. H. Darnme, directeur-generaal van
de Posterijen, Telegrafie en Telefonie;
Prof. dr. H. W. Methorst, directeur-gene
raal van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek;
Leden van het Alg. Bestuur der Jaar-
beui's; leden van de commissie van advies;
de Rector Magnificus der Rijks-Universiteit
en de secretaris van het College van Cura
toren; alle leden van Ged. Staten en de grif
fier der Prov. Staten, alle wethouders der
gemeente Utrecht en de gemeentesecretaris;
mr. P. J. AalberseT oud-minister; dr. C.
Hoitsema, 's Rijks Muntpicester; eenige voor
zitters en secretarissen van Kamers van
Koophandel; dr. Bannier, voorzitter van
Oud-Utrecht; vele industrieelen en hande
laren. zoomede vertegenwoordigers van lan
delijke en stedelijke nijverheids- en midden
standsorganisaties; mr. Havelaar, president
en mr. Nysingh, officier van justitie bij
de Utrechtsche arrondissements-rechtbank;
hoofden van gemeentelijke diensten en be
drijven; Ilcnry Asselin, voorzitter van de
Buitenlandsche Persvereeniging.
De zaal was sober, maar zeer gedistin
geerd met hoog opgaande palmen en groote
azalea's versierd.
De zetels voor de vorstelijke personen wa
ren geplaatst tegen een der lange wanden
(zijde van het restaurant). Erachter in een
wijden boogvorm de zitplaatsen voor de
leden van het gevolg.
Klokslag elf uur kondigde aan den in
gang van de zaal de secretaris-generaal de
komst aan van Hare Majesteit. Op hetzelfde
oogenblik verrezen alle aanwezigen van
hun zitplaatsen. Onder diepe stilte traden
de vorstelijke bezoekers naar binnen.
Harp Majesteit -was vergezeld door den
voorzitter van den Raad van Beheer, den
heer Fentener van Vlissingen, H. K. H.
Prinses Juliana door den heer Damme, lid
van den Raad van Beheer cn oud-voorzitter
van den Raad van Bestuur der N.V. Maat
schappij tot Exploitatie van Jaarbeursge
bouwen; Z. K. H. Prins Hendrik door jhr.
A. M. Op ten Noort, vice-voorzitter van den
Raad van Beheer.
In het gevolg bevonden zich ook de Com
missaris van de Koningin (mevr. 's Jacob
was reeds in de zaal) en de Burgemeester
onzer stad.
Do Koningin nam plaats in den middel-
sten zetel, do Prinses ging aan haar rech
terzijde zitten, de Prins aan haar linker
zijde.
Tegen den wand achter de vorstelijke
zetels brandden drie kaarsen in rood, wit
en blauw.
Onmiddellijk nadat de vorstelijks bezoo-
kers gezeten waren nam de voorzitter van
den Raad van Beheer het woord.
Rede van den heer F. H. Fentener
van Vlissingen.
Majesteit,
De 26e beurs, welke heden een aanvang
neemt, plaatst wederom een mijipaal aan
den levensweg der Koninklijke Ncderland
sche Jaarbeurs door de inwijding en het
in gebruik nemen van het derde gedeelte
van het vaste gebouw.
Dat het Uwer Majesteit, onze hooge be
schermvrouwe, behaagd heeft, vergezeld
door Z.K.H. Prins Hendrik en H.K.H. Prin
ses Juliana hier tegenwoordig te zijn om
aanstonds de officieele opening te ver
richten, geeft ons reden tot groote dank
baarheid, omdat wij daarin het bewijs zien
uwer majesteits onverflauwde belangstel
ling in en voortdurend medeleven met ons
instituut. Niets is in deze moeilijke tijden
beter in staat ons aan te moedigen vastbe
raden op den ingeslagen weg voort te gaan
dan de zoo hoog gewaardeerde steun, dien
wij zoo herhaaldelijk cn ook thans weer van
onze beeerbiedigdc Koningin mochten ont
vangen.
Toen, na de moeilijke jaren, welke voor
onze beurs op het in gebruik nemen van
liet eerste gedeelte van het vaste gebouw
in September 1921 v.lgden, dc cijfers der
verhuurde ruimte eindelijk in 1928 weer
zoodanig waren gestegen, dat de stoute stap
cener eerste uitbreiding kon worden ge
waagd, geschiedde dit in de verwachting,
dat het vergroote gebouw binnen een niet
tc lange reeks van jaren geleidelijk zou
kunnen worden gevuld. Deze verwachtin
gen werden echter verre overtroffen cn
toen Uwe Majesteit op 11 Maart 1930 het
nieuwe gedeelte van het gebouw opende,
kon mei groote voldoening worden gecon
stateerd, dat alle beschikbare ruimte reeds
aanstonds in beslag was genomen en hier
cn daar werd toen reeds de vraag opgewor
pen, wanneer tot de volgende uitbreiding
zou worden overgegaan.
In de woorden, die ik de eer had bij die
gelegenheid tot Uwe Majesteit te mogen
richten, heb ik o.m. doen uitkomen, dat de
Raad van Bestuur niet dan na rijp beraad
verdere stappen op den weg der geleidelijke
uitbreiding zou zetten, daar hij er zich van
bewust was, dat een ernstige economische
depressie de welvaart van dc wereld en
met name die van ons werelddeel bedreig
de.
Welnu, wij weten het allen, het is niet bij
dreigen gebleven, de storm is in volle he
vigheid boven onze hoofden losgebarsten en
aangewakkerd tot een orkaan, die ons ge-
lieelo bedrijfsleven uit zijn voegen dreigt te
rukken. Afzetcrisis, credictcrisis, inkrim
ping der productie, vermindering van het
volume van den goederenruil, werkloos
heid, verminderde koopkracht, betalings
moeilijkheden allerwegen zijn de verschijn
selen van den dag.
Doch niettegenstaande de zoo ongunstige
economische omstandigheden gaven de na
het in gebruik nomen van het 2de gedeelte
van ons gebouw gehouden beurzen steeds
De fraaie ruimtewerking van de nieuwe Jaarbeursgebouwen, dia eau geaot is voor
het oog. Zooals men we3t is het derde Ge bouw op dezelfde wijze opgevat als het
tweede, en ook op ongeveer dezelfde wijze Ingericht.