J. A. SCHOTERMAN Zn. A. H. van NIEUWKERK N.V. St EMIIION DE REGEERING OVER HET KORTINGSWETJE WIJNHANDEL ZIJN VROUW VERDRONKEN Tien jaar geeischt DIEVEN IN EEN GOUD SMIDSWINKEL Een Zuid-Amerikaan gearresteerd E. S. LABOUCHEREt GEEN INBREUK OP DE AUTONOMIE In Cairo-, Moquette-, Haarvelours- en Bouclé-Loopers hebben wij een pracht collectie in diverse breedtes voorradig HUMORHOEKJE UTR.STRAAT 17 GEVESTIGD 1878 TEL. 145 GEWAS 1928 per flesch f 1.40per anker f 56. Om half drio word do zitting voor één uur geschorst. Na de heropening werd het onderzoek voortgezet met gesloten deuren. Bij de voortgezette openbare behandeling was het woord aan het O.M., waargenomen door Mr. H. A. Wasscnbergh, voor het hou den van zijn requisitoir. Hij eischte tegen verdachte een gevan genisstraf van 10 jaar. Uitspraak 23 Maart. De zaak tegen den predikant A. uit St. Anna Termuiden voor de Ifc Leeuwarder rechtbank Leeuwarden, 14 Maart Voor de rechtbank te Leeuwarden stond vandaag terecht ds. J. L. A-, 48 jaar, predikant te St Anna Termuiden, thans gedetineerd. Hem was ten laste gelegd, dat hij opzette lijk en met voorbedachten rade zijn echt genoot® Sitske Spoelstra van het leven heeft beroofd, door met haar In zoc bij Ameland te gaan baden on vervolgens haar onder water te trekken en te houden tot zij door verdrinking was overleden. Er waren 14 getuigen gedagvaard, onder wie dr. C. W. G. Wicrsrna, arts te Gronin gen, als deskundige. Tc zaraen met wijlen dr. F. B. Westerhuis te Lceuwardon heeft dr. Wicrsrna een rapport ingediend, dat concludeert, dat verdachte vlak vóór en vlak na de strafbare handeling psychische verschijnselen heeft vertoond, welke welis waar het bezonnen overleg niet uitsloten, maar toch in verband met zijn mindoi- •waardigen geestelijken aanleg, als abnor maal moeten worden opgevat. In het huis van bewaring heeft verd. psychische stoor nissen gehad. Het rapport zegt, dat verd. gedurende het plegen van het feit in een zoodanigen abnormalcn affect-toestand verkeerde, dat bezonnen overleg op dat oogenblik was uitgesloten. Het ontstaan var den affect-toestand moet worden toe geschreven aan den minderwaardigen geestelijken aanleg. Verdediger van verd. is mr. M. E. Hepke- rna. Voor den aanvang der behandeling word prof. dr. Wiersma beüedigd als deskundige en nam naast den substituut-officier plaats. Als eerste getuige werd gehoord H. Borg- hout, boekhouder te Groningen. Doze was op den bowusten dag aan het strand en heeft ds. en mevr. A. van verre in zee ge zien. Ds. A. begaf zich naar het strand en wenkte met do hancl. Getuige begaf zich naar hen. Mevr. A. lag nog in het water. Zij en haar man waren in badcostuum. Het eerste wat spreker van ds. A. hoorde, was: „O, mijn kind, o, mijn kind". Spoedig kwam er meer hulp opdagen. Kunstmatige ademhaling werd toegepast, waarbij de heer Steinvoortc de leiding nam. Getuige J. van Althuis van Leeuwarden was dien morgen ook aan het strand. Ook bij spoedde zich naar do plaats van het on goval. Daar stonden de vorige getuigen en ds. A. bij het schijnbaar lovcnlooze lichaam van mevrouw. Allen stonden er hulpeloos tegenover. Eerst toon de heer Steinvoorte kwam, probeerde men de levensgeesten op te wekken. Twee uur was men zonder re sulfaat bezig. Ten slotto constateerdo de doktor den dood. De paviljoenhouder Steinvoortc hoorde van het ongeval, waarschuwde den dokter eD fietste er heen. De plaats van hot onge val lag 7 K.M. van het paviljoen verwij derd. Het was mooi weer, wel geschikt voor een bad. De zee was kalm. Getuige gaf lei ding aan do kunstmatige ademhaling. De president, Baron van Imhoff: Hoe ■was het met den dominee zelf gesteld? Getuige: Eerst een beetje zenuwachtig, later geheel normaal. Nadat alles afgcloopen was, dankte de predikant allen voor de hulp en ging mede met den wagen, die het lijk naar het pen 6ion Schols vervoerde. Getuige antwoordt op een vraag van den subs.-officier Wasscnberg, dat men aan vankelijk niet aan misdaad dacht, doch la ter verklaarde men 't vreemd te vinden, dat de dominee op deze plek was gaan baden en dat met afgaand water. Dr. Mieremet te Groningen, als getuige gehoord, verklaarde het lijk van mevr. A onderzocht te hebben. Alles woes op dood door verdrinking. Voor dezen deskundige heeft verdachte het gebeurde geconstru eerd. Verdachte moet zijn vrouw bij de pol sen _ader water hebben getrokken en net zoo lang onder wator hebben gehouden tot zij was verdronken. Getuige was er bij, dat verdachte een verklaring van het ge beurde aan den rechter-commissaris gaf Dit verhaal werd vrij vlot in conversatie vorm en zonder groote opgewondenheid door verdachte gedaan. De heer J- Spoelstra, een broer van me vrouw A., werd als getuige gehoord. Hij kreeg het bericht, dat zijn zuster op Arae land was verdronken on begaf zich naar Boelenslaan om er met zijn moeder over te spreken. De moeder zeide later: Dat heeft hij (ds. A.) gedaan. Getuige trachtte zijn moeder van deze meening af te brengen Zondags is getuige don geheclcn dag in ge zeischap van verdachte geweest. Er werd ter regeling van de begrafenis verschillen de malen getelefoneerd. Dinsdag was de dag van de begrafenis. Getuige had kleeren voor verdachte meegenomen- Toon hij bezig was deze kleeren te pas sen zeide verdachte: „Ik heb zoo'n strijd, de begrafenis zal wol niet doorgaan, de maréchausees zijn hier gisteravond ge weest." oük uit verdere uitingen begreep getuige do waarheid Eindelijk zoide verdachte: „Ik zal alles traks aan de familie zeggen". Maar ik, al dus getuige, zeide, je houdt je stil. Want ik begreep, dat er iets verschrikkelijks zou gebeuren, nis hij voor de begrafenis in den vollen familiekring sprak. Toen even voor dat het lijk zou worden weggedragen, boog erdachte zich nog over de kist heen en zeide: „Ja menschen..." doch de getuige ;cbood zich stil te houden. Tijdens do begrafenis hield verdachte ich vrij rustig, maar 's avonds heeft hij bekend. De president: Hoe kwam de moeder er bij om reeds dadelijk vermoedens op to alten? Getuige.: Mijn moeder wist waar het ge beurd was en vond het zoo'n stille en eigenaardige plaats. Ook waren er nog an dere aanwijzingen. Het O.M.: Hebt U tijdens de begrafenis niets abnormaals aan verdachte bemerkt Getuige. Neen. Verder zegt deze getuige nog, dat als erdachte niet eenige dagen bij zijn fami lie zou zijn geweest, hij niet zou hebben bekend. Maar het verdriet van de moeder n de broers en zusters maakte hem murw. De rechter Mr. Kortenbout van der Sluys Hadt U vroeger al eens iets abnormaals aan verdachte bemerkt? Getuige: Nooit. Alleen hij was dominee en ik was arbeider en zoodoende kwamen wij niet ovoroen. Dc moeder van mevrouw' A., als ge tuige gohoord, vertelde hoe verdachte tot de bekentenis kwam. Na de begrafenis zei de getuige tot verdachte: Jacob, je hebt hier een huis als altijd. Is het waar? moe der, zei verdachte. Even later zeide zij: O, Jacob, vertel mc toch, hoe mijn dochter om het levens is gekomen. Verdachte zeide toen: ik ben de moordenaar. Daarna deed hij het verhaal hoe hij haar had vermoord. Verdediger: Heeft fuj destijds niet gezegd: Moeder, ik heb Jitske vermoord, doeh ver geef het mij. Ik ben op dat oogenblik krankzinnig geweest, het brandde mij het hoofd? Getuige: IHj heeft wel gezegd, dat het hem in het hoofd brandde, maar over krankzinnigheid heeft hij niet gesproken. Uit het verdere verhoor blijkt, dat ver dachte het woord hallucinaties gebruikt had, ook toen het proces-verbaal moest worden opgemaakt, maar veldwachter de Groote had het woord niet weten tó schrij ven. Verdachte heeft het hem toen nt\ voorgespeld, maar het staat niet in het proces-verbaal. Op een vraag of Jitske wel eens gezegd had, dat haar man vreemd deed, zeide gc tuige mevr. Spoelstra: Neen, alleen ir April was zij een nacht huis. Toen zeide zij, dat zij en haar man ruzie hadden ge had om een stoel. De veldwachter de Groote, die gewaar- huwd was, vorklaardc ds. A. ten huize van zijn schoonmooder te hebben aange troffen. Ds. A. zeide: Ik heb iets vreeselijks edaan en vertelde hem, dat hij zijn vrouw had vermoord. De veldwachter steldo hem op transport naar Rottevallc. Verdachte vertelde, hom nog, dat zijn vrouw hem herhaalde malen verweten had, dat zij geen kindoren hadden en in verband hiermede gedreigd had, hem on trouw te worden. Toen zij samen in zee gingen op Ameland, was bij mij plotseling een opwelling opgekomen om haar te ver moorden, aldus verdachte. Twee winkeldames waren op hun quUvive Rotterdam, 14 Maart. Hedenavond kwam om zeven uur in den goudsmidswin kel van den heer G. Brunott aan den Bin nenweg een tweetal vreemdelingen binnen, die ringen te zien vroegen. Zij werden door de dochter van den eigenaar geholpen, die tegelijkertijd de winkeljuffrouw opdroeg ook een oogje in het zeil te houden, daar zij dc mannen niet vertrouwde. Dc eerst go- toonde ring beviel niet, zoodat zij anderen te zien vroegen. Daarbij werd een tiental ringen getoond, die oen der mannen om beuurten in do handen nam en daarmede dan nogal vreemd stond te goochelen. Zij konden geen kous maken, zoodat zij dc dochter van den eigenaar verzochten even moe naar buiten te komen, om nog eens in de étalage te kijken. Even wierpen zij een blik in do étalage en liepen toen door met dc modedeeling dat er niets was dan hen aanstond. Tegelijkertijd kwam echter de winkeljuffrouw naar buiten, die do dochter vertelde, dat er nog maar 9 van de 10 ringen over waren. Onmiddellijk zette mej. Brunott de mannen na, die het inmiddels op oen loopen hadden gezet, roepondo: „houdt den dief". Elk der beide vreemdelingen ver dween in een andere zijstraat. Een van hen liep echter de doodlóopendo Iveerweerlaan in, zoodat hij zeer spoedig werd gegrepen door een inmiddels gcarriveerden politie agent. Op straat werd de gestolen rinj welke een waorde had van 95 en door den dief was weggeworpen, gevonden. De aangehoudene is opgesloten. Het is de 24-jarige F. K. G., een Zuid-Amerikaan. Do andere is voortvluchtig- Opperwachtmeester B. Akkerman zeide, dat verdachte de vrees had uitgesproken, dat zijn vrouw met een ander zou gaan. Steeds had hij gepiekerd over een gezegd van haar in dien geest. Bij het ingaan van het water, kwam plotseling die gedachte opwellen. Vervolgens word verdachte gehoord. Op de vragen van den president ant woordde Ds. A., dat, toen zij beiden in het water waren gekomen, zijn oude vrees plotseling boven is komen opzetten. De angst bracht wanhoop, Weten kon vor dachte niet, maar in zijn verbeelding zag hij beider geluk verdwijnen. Opeens meen dc hij dat God Zelf aanwezig was en Zijn gebod van zuiverheid en kuischhoid deed hooren. Toon heeft verdachte gemeend, dat dit gebod door hem moest vervuld worden Verdachte was zich zelf niet meer baas. Pas in het lluis van Bewaring kon hij be grijpon, hoe alles zich had toegedragen. Dr. Wiersma verklaarde, dat verdachte tijdens zijn daad abnormaal was. Ook nu verkeert hij nog in zeer labicdon toostand. Get. acht het hot beste, dat verdachte go- plaatst wordt in een krankzinnigengesticht Als de tijd hierin doorgebracht voorbij is. kan hij ter beschikking van do Justitie worden gesteld. Verdachte's intellect is echter geheel in ordo. Wordt verdachte weer blootgesteld aan prikkels in de maat schappij, dan zal hij abnormaal zijn. Dc verdediger vestigde er nog de aan dacht op, dat wijlen dc heer Westerhuis In zijn conclusies aangaande de ontoere konbaarheid van verdachte, minstons oven I ver ging als Dr. Wiersma- Bekend financier en muziek- liefhebber in de hoofdstad Amsterdam, 14 Maart. Heden is hier ter stede overleden dc heer E. S. Labou chère. De overledene, die in Zeist geboren was, bereikte den leeftijd van 75 jaar. De heer Labouchèro was vroeger dicrecteur van de thans opgeheven bankiersfirma La bouchère, Oycns on Co. Voorts was de overledene commisasris van verschillende maatschappijen o.m. van de Rotterdam sche Bank vereen iging, de Nedcrlandsche Assurantie Compagnie te Amsterdam van 1776 en de Verzekering-Maatschappij „Pro videntia". Ook in het Amsterdamschc muziekleven nam do heer Labouchère een belangrijke plaats in. Hij maaktó deel uit van het be stuur van het Amsterdamse!) Conservèto rium en was voorzitter van do Vcroon, tot instandhouding van het Concertgebouw. De begrafenis zal plaats hebben Donder dag a-s. op Westerveld na aankomst van trein 11,41 uur. VAN EEN MOTORFIETS GESLINGERD. De bestuurder „ouder den ln< vloed"? Op den Bodegraafschon straatweg onder Gouda is Zondagmiddag in een scherpen bocht een motorfiets, bestuurd door den 33- jarigen gehuwden H. N. uit Rotterdam, om geslagen. De bestuurder, die eon vriend op de duo meevoerde en na een vischpartij in de omgeving huiswaarts reed, verkeerde, naar beweerd werd, onder den invloed van drank, waardoor hij geen macht over hot stuur had. Het voertuig shpto en de beid<» passagiers werden eraf geslingerd. De eige naar sloeg mot het hoofd tegen den weg en bleef bewusteloos liggen. Nadat ds. Van Elk uit Gouda de eerste hulp had verleend, is de man per brancard, met vermoedelijk een schedelbreuk en eenige verwondingen, naar het Van Iter- son-ziekenhuis te Gouda vervoerd. De tweede passagier kwam er met eenige ontvellingen af. Hij is op eigen gelegenheid naar Rotterdam teruggekeerd. De politie heoft beslag op de motorfiets gelegd. GEARRESTEERD WEGENS BEROOVING. Rotterdam, 14 Maart. Gisteravond is een koopman, die een bezoek bracht aan een vrouw in een pand aan de Delftsche Vaart te Rotterdam, beroofd voor een be drag van 1300. Na aangifte bij de politie werd de vrouw, de 2o-jarige W. H., aange houden en tevens do 33-jarige koopman II. H. H„ do 30-jarige colporteur N. M. de 31-jarige commissionair P. N. S-, allen uit Rotterdam. Het viertal is in verzekerde bewaring gesteld, maar ontkent iets met dc be-rooving te maken te hebben. Het geld is tot nu toe nog niet gevonden. Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer Verschenen is do Memorie van Antwoord ïan de Eerste Kame'r inzake het wetsont werp tot tijdelijke korting op de uitkoerin- gen, bedoeld in art. 3 onder b van de wet van 15 Juli 1929 on in art. 72 van de wet van 17 Juni 1905. Wat in den aanvang van het Voorloopig ,rerslag als „voornaamste hedenking" tegen het onderhavige wetsontwerp wordt aange- •oord, n.l. dat het inbreuk zou maken op de gemeentelijke autonomie, moet door den minister met den mecsten nadruk worden weersproken. Althans wanneer men de autonomie neemt als stelling rechtsbegrip, neergelegd in artikel 144, lid 1, der Grond wot. Zij bctcckent dan do bevoegdheid der ge meente om hare huishouding zelf te bcstu en en dc regelen, zonder dat daaraan een opdracht van hooger gezag voorafgaat Vaststaat, dat de autonomie in deze posi tief rechtelijke beteckcnis niot omvat de bezoldiging van het gemeentelijk perso neel. Als „politiek desideratum" is de autono mie een meer elastische zaak. Maar ook wie in dit opzicht twijfel mocht koesteren, zal in elk geval niet kunnen ontkenuen. dat. de soepele regeling van hot aanhangig wetsontwerp het. zolfstandig inzicht der gemeenten ter zake van de bezoldiging van haar personeel in heel wat mindere mate kortwiekt dan geschieden zou door een toe passing van artikel 126 der Ambtenaren wet, aL door velen gerechtvaardigd zou worden geacht, of door een wecldercgeling bij algemecnen maatregel van bestuur. Dat in 1929 „do bedoeling voorzat", de verplichting tot uitkcering van een be paald bedrag aan de gemeenten gedurende vijf jaren te doen voortduren, spreekt van zelf. Evenzeer zat de bedoeling voor, ook nA die vijf jaren dc verplichting te doen voortduren. En ook dat laatste was niet al leen de bedoeling maar werd ook in die wet vastgelegd. Dc uitkoering van do wet van 15 Juli 1929 was permanent, evenals die van dc wet van 1897. Met ééntgo verschil en hier komen de vijf jaren voor den dag was, dat, waar onder dc wet van 1897 de uitkcering onver anderlijk was, door de wet van 1929 con periodieke herberekenmg werd voorge schreven, In de wet van 1929 werd in de wet zelve vastgelegd, dat peridiek (n.l. om de vijf jaar) een herberekenmg moet plaats hebben op de basis van jongere gegevens. Ziedaar de geheele beteckenis van dc ver maarde vijf jaren. Indien men binnen die vijf jaren de wet niot zou mogen herzien, dan zou men ze nooit mogen herzien, want voor volgende tijdvakken ligt dc uitkeering evenzeer in de wet vast, al moeten de gegevens nog rij pen, waarnaar zij te zijner tijd zal worden berekend. De meening dat dc uitkeering uit do wet van 1929 een grootere immuniteit zou heb ben dan de uitkeering uit de wet van 1891 aan welke laatste nooit ficties, als thans opgeld doen, zijn vastgehecht berust op een dwaling. Waarom zou een onveranderlijke uitkee ring, gelijk de wet van 1897 lijnde, minder vast zijn dan een variabele uitkeering, d.w.z. eene die om de vijf jaren aan nieuwe gegevens moet worden getoetst? Do Memorio van Toelichting bij art. juncto art. 5 van de wet van 1929 is met het voorafgaande in overeenstemming. Die toelichting heeft natuurlijk geen oogenblik bedoeld, een belofto te doen tot niet-wijzi ging van de wet, maar slechts beoogd een commentaar te geven op de wettelijke be palingen zooals die werden voorgesteld. „Dit bedrag wordt voor vijf jaren vastge stcld en kan gedurende dat tijdvak geen wijziging ondergaan." Dit bcteokende: de constructie der wet is aldus, dat, hoe ook de verschillende facto ren, waarnaar' liet bedrag der uitkeering per inwoner is berekend, jaarlijks mogen wisselen, een en ander gedurende vijf ja ren geen invloed zal hebben op dat bedrag, En dit diende levens ter inleiding van de daaropvolgende opmerking, dat daarente gen de totaaluitkecring wól zon accrcssec- •en met de toeneming van het aantal inge zetenen. Dc opvatting, als zou het onderhavig wetsontwerp in strijd zijn met de goede trouw en de gevolgde gedragslijn onver mijdelijk op dc bevolking een ongunstigdn indruk moeten maken en den zoozeer gc- wenschten eerbied voor de wet verminde ren, berust dan ook op oen gebrekkig in zicht in dc wet van 15 Juni 1929. Het staat ast, dat de wetgever formeel te allen tijde bevoegd is, de wet van 15 Juni 1929 te wij zigen. Van een verbintenis tegenover de ge meenten of tegenover wie ook is geen spra- ko. Slochts van een regeling, zooals de rijks- wetgever die in het belang van allo betrok ken partijen het doelmatigst achtte en waarop hij steeds mag terugkomen, indien gewijzigde economische omstandigheden of andere rodenen van rijks- of gemeentebe lang hem hiertoe aanleiding geven. Of er tijden zullen aanbreken waarop de uitkccringcn aan de gemeenten, zooals die in de wet van 15 Juli 1929 vastliggen, zul len dienen te worden verhoogd, kan op dit oogenblik niet worden uitgemaakt. A priori onmogelijk is dit zeker niet. De uitkeerin- en uit dc wet van 1897 hebben gedurende twee jaren 1921 en 1922 een tijdelijke percentsgewijze verhooging ondergaan. Dat het ontwerp een kunstmatige ver zwakking van het verantwoordelijk'.eids- besef dor gemeentebesturen zou brengen, omdat van rijkswege invloed wordt ge oefend op een zeer belangrijke bevoegdheid dier besturen, te weten, de vaststelling van de bezoldiging hunner dienaren, kan door de ministers niet als juist worden erkend. Veeleer raeenen zij, dat do ontworpen re geling, die voel aan de gemeentebesturen overlaat, aan hun verantwoordelijkheids besef ten goede kan komen, en dat in elk cval .de eigen verantwoordelijkheid dier besturen door de gevolgde gedragslijn in hoogerc mate ontzien wordt dan door een moer rochtstreeksch ingrijpen in hun „zeer belangrijke bevoegdheid" langs den weg van dc Ambtenarenwet, waaraan door ve len aanvankelijk boven dit wetsontwerp de voorkeur werd gegeven. Tot zekere hoogte geldt het laatstelijk op gemerkte ook voor het ruimer dan tot dus ver gebruik maken van het vernietigings recht der Kroon, wat in het Voorloopig Ver slag als een beter middel dan de regeling van het ontwerp wordt aanbevolen. Boven dien behoort in dit verband niet vergeten to worden, dat de bedoeling van het ont werp langs den als boter aanbevolen weg meermalen niet tot haar recht zou kunnen komen. In antwoord op een volgende opmerking moge worden herinnerd, dat do strekking van het ontwerp niet is, „een constante - verhouding" (e scheppen „tusschen de on derscheidene jaarwedden", maar te voor komen, dat op 's rljksLcgrooting ingetrok- 1 ui geldon, ter welker verkrijging mede op de wedden der rijksambtenaren moest wor den gekort, zullen dienen om dc soms nog hoogerc wedden van ambtenaren van andere publiekrechtelijke) lichamen on verminderd te handhaven. De uitkeering aan de provinciën, Dat de provinciën, wegens het accres ba rer uitgaven sinds 1905 thans integendeel op een hoogere rijksuitkcering zouden aan spraak hebben, wordt door de ministers ontkend. In 1905 is do gedachtcngang ge weest, dat. dc provinciën van het Rijk zou den ontvangen wat op dèt oogenblik door de ambtenaren, wier bezoldiging door haar van liet Rijk werd overgenomen, word go- noten, maar dat tegelijk haar belastingge bied behoorde uitgebreid te worden, opdat op den duur het accres van dc betrokken uitgaven hieruit govonden zou kunnen worden. Op een verhooging van do Rijks bijdrage aan de provinciën i.n het algemeen is dan ook tot dusver nooit aangedrongen- Er zijn trouwens vele provinciën, die daar aan niet de minste behoefte hebben. Dc salarissen van de burgemoesters, de secretarissen en de ontvangers zijn niet in het ontwerp betrokken, omdat de gemeen ten daarover geen zeggenschap hebben en 'U dus niet bq machte zijn, dit deel van de korting te verhalen. In hoever langs an deren weg ten dezen aanleiding tot ingrij pen voor de regeering beslaat, zal nader overwogen worden. UW ADRES VOOR K. BEEKSTRAAT TEL 543 BEEKENSTEINSCHEL. 10 COMPLETE MEUBILEERJNG. DOOR EEN AUTO AANGEREDEN. Almelo, 14 Maart. In den afgeloopen nacht heeft de automolist A. G., gaande naar Tubbergen, op den Ootmarsumsche- straatweg een man, zekeren B. K., uit Alme lo afkomstig, aangereden, die plotseling voor de auto de straat overstak. Met een ernstige schedelbreuk werd K. opgenomen Hij is heden in het R.-K. Zie kenhuis te Almelo aan de gevolgen van de bekomen verwondingen overleden. MOTOR-ONGELUK. Vries, 14 Maart. De caféhouder E. Sintnicolaas uit Vries botste hedenmiddag, toen hij op weg was van Groningen naar Vries, tegen een boom. Ernstig gewond werd de man naar zijn woning vervoerd. Een ge neesheer constateerde een scbedol- en een kaakfractuur „Geloof je dat je mijn dochtor de verzorging kunt blijven geven waar aan ze gewoon is „Niet hooi lang moer. Daarom wilde ik haai* trouwen." (Judge).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 6