DE ZOOGDIEREN STERVEN UIT EUROPA—ZUID-AMERIKA PER ZEPPELIN RUBBERNECKSIN NEW-YORK PAASCH-GEBKUIKEN IN DUITSCHLAND HOOGGEZETEN "PER. SOONLIJKHEDEN De huisvesting der buitenlanders Dc geregelde Inchtverbinding een feit. (door onzen bijzonderen correspondent). Dezer dagen is een velletje papier in druk verschenen, dat niets meer of minder is dan een historisch document Een paar ko lommen cijfers, een eenvoudig Opschrift: ..Vaarbeurten van het luchtschip „Graf Zep pelin" voor den dienst op Zuid-Amerika", alles zoo eenvoudig en als vanzelfsprekend, alsof het iets heel alledaagsch betrof. „Ver trek van Friedrichshafen Zondag 0.30 uur, aankomst te Pemambuco Dinsdag 23.30 uur. Vertrek Pemambuco Vrijdag 0.30 uur, aankomst Friedrichshafenenz. Deze eenvoudige publicatie is de vervul ling van wat talrijke pioniers van de lucht zich gedroomd hebben, het doel van dc zeer ingespannen arbeid in de laatste ja ren, die eraan voorafgingen. Voor het eerst wordt na zorgvuldige voorbereiding een poging gewaagd om oen geregelde luchtver- binding dwars over den Atlantischen Oceaan in te stellen. Om de veertien dagen zal de rondreis worden verricht met een regelmatigheid, die men slechts zou ver wachten van een sinds lang beproefd ver keersmiddel. Telkens na de terugkeer te Friedrichshafen zijn er 5 dagen van rust, betrekkelijke rust dan, want het luchtschip moet tocb ook nagekeken worden. Welk een belangrijke onderneming zal deze luchtvorbinding uit verkeersgeografisch oogpunt blijken te zijn! Het snelle leven en de vele gebeurtenissen van dezen tijd heb ben ons geleerd, niet zoo spoedig meer ver baasd te staan; anders zouden wij deze schitterende technische prestatie ongetwij feld met andere oogen beschouwen. De proefvluchten van den „Graf Zeppe lin" hebben de deugdelijkheid van dit luchtschip, ook bij ongunstige weersom standigheden, bewezen. Een normaal groot vliegtuig van het tot dusver gebruikelijke type kan ongeveer 2Ö00 K.M. aan één stuk afleggen met volle lading. Voor grootérc af standen zijn tussche.nlandingen noodig, of wel men moet zooveel brandstof meenemen, dat het vervoer van goederen of personen ervoor ingekrompen dient te worden. Wat nu de vluchten over het Zui delijk gedeelte van den Atlantischen Oceaan betreft, zou de „Graf Zeppelin" de reis aan één stuk kunnen afleggen: bij de perste vlucht in 1930 ging het luchtschip dan ook naar Sevilla en van daaruit recht streeks naar Pemambuco, 'een afstand van ongeveer 6300 K.M. Deze lange reis over zee is echter minder wcnschelijk gebleken, temeer daar de onbetrouwbare weersom standigheden boven het middelste gedeelte van den Atlantischen Oceaan met hun cv clonische-storraen. regen- en mist vlagen de veiligheid nu juist niet verhoogen. Men zal zich nog wel herinneren, hoe de ..Graf Zep pelin" ondanks de algemeen erkende be kwaamheid van Kckener in een dergelijke, plotseling opkomende, gevaarlijke wéersge steldheid een zwaren strijd had te voeren. Thans is het traiect echter ingedeeld in drie étappes en dergelijke onaangename gebeurtenissen zijn hiercTcior vrijwel uitge sloten. De eerste étappe gaat over land tot aan Cambia. de Engelscbe kolonie in bet Westelijk gedeelte van Noord-Afrika., die op 13 graden Westerlengte is gelegen. Van hieruit wordt in rechte liin gevlogen naar het Braziliaarische eiland St. Paul op 30 graden. W.L., waarbij een afstand van on geveer 2000 K.M. over zee wordt afgelegd. De derde étappe gaat gedeeltelijk over zee, gedeeltelijk over land en voert van St, Paul over het eiland Fernardo dc Noronba recht streeks naar het Zuid-Amcrikaansche vas teland, dat bereikt wordt bij Natal, het rneest Oostelijk gelegen punt ervan, waar na tot aan Pemambuco de kust wordt ge volgd. Door de verdeeling in étappes is de eigenlijke Oceaanvlucht van ruim 6U00 K.M. (SevillaPemambuco 1930) teruggebracht lot 2000 K.M., waardoor de veiligheid aan vankelijk is vergroot, want de eerste étappe over land en dc laatste deels over land, deels over water, leveren geen moeilijkhc den op. Een oceaanvlucht van 2000 K.M. is voor het luchtschip ook geen ongewone prestatie meer. Dc eerste vïucht in 1930 duurde 87 uur, terwijl thans de dienstrege ling is gebaseerd op een rcisduur van slechts 71 uur. Zoo is dus Zuid-Amerika veel dichter bij ons gekomen, wat bij de toenemende eco nomische bcteekenis van dit werelddeel de gunstigste gevolgen kan hebben voor ge heel Europa. De geregelde luchtlijn op Zuid-Amerika van de „Graf Zeppelin" heelt echter nog een ander doel. Men is van plan, dezen clicnst te laten volgen door vliegtuig- vei keer, omdat zoowel de aanschaffingskos- ten als de exploitatie daarbij voordeel iger zijn. Op het oogenblik is dit nog niet mo gelijk, want vliegbootcn kunnen tenauwer nood 2000 K.M. aan één stuk afleggen cn bet risico zou dus te groot zijn. Een on verwachte verslechtering van bet weer zou dc roisduur zoozeer kunnen verlengen, dat er gevaar ontstond. De „Lufthansa" tracht daarom in overleg met Engelscbe cn Amc- rikaansche luchtvaartmaatschappijen tot een oplossing te komen in andere richting; op den oceaan zullen moederschepen voor vliegtuigen gestatiopneerd moeten worden om bij wijze van spreken kunstmatige eilanden te vormen, iets wat geen tech nische moeilijkheden meer oplevert, aange zien men thans elk schip op een bepaalde plaats kan houden met behulp van sleep ankers en bij onstuimige zee door de kracht der eigen motoren, ook zonder dat er een anker in den bodem der zee geslagen be hoeft te wordon. Wel blijft nog de moeilijk heid bestaan, dat het vliegtuig dit punt in de onafzienbare waterwoestenij misschien niet kan vinden, vooral wanneer het uit zicht. belommerd wordt door mist of de ra- diopeilinrichting niet kan werken door de cyclonen. En juist dan heoft het vliegtuig in verband met het slechte weer het kunst matige eiland noodig. De moederschepen voor vliegtuigen van de Engelscbe en Ame- rikaansche marine hebben op dit gebied ook nog geen ervaring. Als voorbereidende maatregel zal het luchtschip, hoewel het deze kunstmatige eilanden niet noodig hoeft, toch trachten om ze op zijn gere gelde vluchten met onfeilbare zekerheid te signaleercn, ook bij ongunstig weor, om zoo pionierswerk to verrichten voor een lateren vliegdienst met vliegtuigen. Wanneer het gelukt, deze technische kwesties tot volle tevredenheid op tc los sen, zullen wij wel spoedig beleven, dat er met behulp van deze kunstmatige eilanden een geregeld transoceanisch verkeer met vliegtuigen wordt ingesteld. En dan zal ook een luchtverbinding .met Noord-Amerlka mogelijk zijn, ondanks de gevaarlijker weersomstandigheden op dit gedeelte van den Atlantischen Oceaan. En daarna komt het geregelde luchtverkeer over de Stille Zuidzee, de grootste oceaan van onze aar de, aan de beurt Vele oude Duitsche volksgebruiken zijn helaas in onzen modernen tijd een slacht offer geworden van de industrialisatie, die geleidelijk al het oorspronkelijke vernielt. Toch is nog menige oude gewoonte in Duitschland, en dit voornamelijk op het platte land, blijven voortbestaan om tot bo den hoog in eere te worden gehouden. In dien men een overeenkomstig programma opmaakt, kan men zich hiervan tijdens een Paaschreisje overtuigen. Laten wij U hier oonige gemeenten noemen, waarin enkele interessante Paasch-gebruiken tot heden toe behouden zijn gebleven In Zuid-Beieren, dat ondanks zijn druk ke vreemdelingenverkeer, zijn eigen karak ter nog zorgvuldig heeft bewaard, is de oude, mooie gewoonte Van hot wijden der palmen nog niot uitgestorven. Men neemt hiertoe natuurlijk geen echte palmen. De den, die hier thuis is, is ook bruikbaar. Om den stam worden, met veel smaak, rin gen gemaakt. De kroon van den boom wordt gciooid met kleurig papier, kleurige linten en banden. Geheel boven prijkt een bosje wilgekatjes, met een paar takjes van een buksboom of een taxus. In vele dorpen kan men 's Zaterdags voor Paschen nog het „Ju- dasbranden" en het. wijden van het water bijwonen. Voor de poort van dc kerk wordt brandhout opgestapeld cn in aanwezigheid van de gansche gemeente aangestoken. De geestelijke wijdt het vuur en zoodra dit gedoofd is, neemt elke boer een verkoold stuk hout meo naar huis. De boerin wak kert hiermede met vuur in den haard aan nn ook verbergt zij enkele stukjes van het hout op verschillende plaatsen van hot huis, dat. aldus tegen bliksem en brand wordt beschermd. Van het pas gezegende wijwater neemt iedereen oen fleschje moe naar huis om het in zijn wijwatervat tc be waren. In den Harz bestaat nog steeds het oude gebruik van het Paaschvuur, een symbool van de overwinning van dc Lente op den Winter. Wanneer men omstreeks Paschen naar Aschersleben, Halberstadt, Goslar, hot „schaakspelersdorp" Ströbock, Langels en Wasserlcben, naar Ilfeld in den Zuid-Ilarz, naar Elbingerode, Rothehütte of Rüboland komt, ziet men 's avonds op do omliggende hoogten de Paaschvuren branden. Rijshout, stukken hout, die bij elkaar zijn gebedeld, verdroogde kerstboomen, dio extra voor dit doel wordon bewaard, worden door de jeugd op een hoop geworpen en aangestoken. Ge woonlijk geschiedt dit op den avond van den eersten Paaschdag. soms echter ook aan den vooravond van het Paasch feest. In de Saksische Lausitz wordt op Witten Donderdag druk aan „Eierschieben", aan „eieren-rollen", gedaan. Dit eigenaardige gebruik kan men wel bot best te Bautzon gadeslaan. Vlak tegenover de stad verheft zich de Proitschenberg. Op zijn top ver eenigen zich op den ochtend van den eer sten Paaschdag do volwassenen der stad en laten dan harde eieren van den berg af rollen. Dc jeugd rent joelend de eieren achterna en tracht er zooveel mogelijk vaii buit to maken. Beschikt men niet over vol doende eieren, dan komen er ook sinaas appelen, mandarijnen en koek, waren, die door venters te koop worden geboden, bij te pas. Op dit feest wordt door de jeugd van Bautzen een bijzonder lied op een eenvou dige melodie gezongen. Behalve dit'vroölijk gebruik, wordt in do katholieke doelon van de Lausitz, wier be volking nog uit Wenden bestaat, het plech tige „Paaschrijden" nog in" eere gehouden. Op feestelijk versierde paarden trekken de boeren in hun donker Zondagsche pak, don hoogen hoed, op het hoofd, oeroude liederen zingend, in oen lange processie door do dorpen naar een van dc kloosters van do Lausitz. In de dorpen staat de bevolking aan weerszijden vfih den weg do vrou wen in hun Wendische klecderdracht, met de groote, zwarte strik in het haar en den wijden groenen rok met zwart fluweelen band. Ongeveer tien van dergelijke proces sies worden gehouden. Bijzonder indruk wekkend is die van Grostwitz nabij Ka- racnz, dc geboorteplaats van Lessing. Zij trekt 's middags over Licbitz en Schwciner- don naar het klooster der Cisterciénsers Marienstern, waar zestig nonnen leven. In de brouwerij van het klooster worden de ruiters op bier onthaald, waarna zij den terugtocht aanvaarden. liet „Paaschrijden" is een van de mooiste nog behouden ge bleven Paasch-gebruiken. Wie deze ernstig stapvoets rijdende boeren heeft gezien, hun diepen vromen zang heeft gehoord alsook hun juichend „Hallelujah", zal den indruk niet snel vergeten. ONZE WONDERE WERELD Is het einde der menschheid nabij? door Dr. O. Vink Wij leven aan den vooravond van een ramp, die een beslissonden invloed zal hebben op do geschiedenis van dc aarde en haar bewoners, aan het einde van een ont wikkelingsfase der wereld, waarbij de menschheid ook betrokken is. Het tijdperk der zoogdieren, bet jongste tijdvak, is uit Dit is niet de een of andere voorspelling, die bij een gesprek rondom do bittertafel ia ontstaan of een of andere fantastische cn hypothetische catastrophe-theorie, maar het resultaat van wetenschappelijke onder zoekingen. Door Dr. Anthonius, dc ver dienstelijke geleerde van dc Wcensche Me nagerie te Schönbrunn, die een speciale studie heeft gemaakt van paarden, is zij afgeleid en bewezen. Dr. Anthonius stelde n.l. vast, dat dc groote groep der paarden onophoudelijk uitsterft. Daarmee zijn niet onze huispaarden bedoeld, die uit econo mische overwegingen het veld voor loco motieven, auto's en vliegmachines moesten ruimen. Neen, onafhankelijk van do tech niek, ja zelfs onafhankelijk van den ruensch is hot uitsterven van dc paarden- soortcn begonnen, ook daar, waai* de mcnsch nog piet is doorgedrongen met zijn beschaving. Daar is in de allereerste plaats dc muis grauwe tarpan, hot Europeesché in het wild levende paard. Hield men het vroeger voor een verwilderde afstammeling van weggeloopen huispaarden, thans is hot Dr. Anthonius gelukt, het wilde karakter van dc tarpans met zokerheid vast te stellen. Dit Europeeschc wilde paard leefdo nog tot in het tegenwoordige tijdperk. Thans is het echter uitgestorven. In 1876 kwam do laatste stoet voor in een Russisch gouver nement. Van de negentien soorten éénhoe* vjge dieren van den nieuwen tijd zijn er minstens vijf volkomen verdwenen. Naast do Russische tarpan dc West-Siberische Keelan, do wilde ezel van den Atlas, de Quagga en de Burchellzcbra, waarvan het laatste bekende exemplaar in 190S te Schönbrunn stierf. Dit waren dieren, die enkele tienlallen jaren geleden nog in het wild leefden en slechts door do ouderdom van do soort zijn gestorven. Dc enkele o- vergebleven pa ardensoorten doorleven in enkele horden hun laatste uur. Binnen af zienbaren tijd zal ook bun einde gekomen zijn, zooals bijv. dat van» het raadselachtige witte toendrapaard, welks lijk men tege lijk met het reusachtige kadaver van den rnammoeth in het eeuwige ijs heeft gevon den en dat toch in enkele exemplaren tot ir. den modernen tijd stand wist te houden. Het uitsterven van de soort bedreigt ook den wilden ezel, den zebra en de minder verspreidde kudden van den halfezol. Waarin toch kan de oorzaak van dit uit sterven der soorten gelegen zijn9 Treft al leen den mensch en het kruit de schuld? Zeker niet. De mensch mag dan al volgons een woord van den wijsgeer Nietzsche den struikelende de doodssteek toebrengen en zal-dan ook wel het uitsterven der paarden bespoedigd hebben (deels door de ontgin ning der steppen, deels door de jacht, deels door het uitspelen van de huispaarden te gen de in het wild levende rassen, die hun voederplaatsen ontnomen werden), doch dit alles zijn slechts meewerkende facto ren, die bijv. niet eens in aanmerking ko men bij het uitsterven van den Afrikaan schen wilden ezel, die nóch jachtwild was, noch door nederzettingen van mcnschon verdreven werd. De ware doodsoorzaak moet dus dieper liggen.Het is blijkbaar oen dood, ontstaan uit innerlijke oorzaken, die door klimaats veranderingen en slechter geworden le vensvoorwaarden slechts versneld werd. Wat levensvatbaar is, houdt ook onder on gunstige invloeden stand, ja, benut deze invloeden als springplank voor een hoogc- e ontwikkeling. Het „zoo niet meer leven kunnen" geldt in dc afstammingsleer als de eigenlijke vervolmaking. Slechts de in nerlijk levenszwakken gaan ten gronde, om dat zij niet meer de kracht bezitten tot aanpassing en verdere ontwikkeling. Er zijn niet eens wereldrampen voor noodig om het lot van een met het teeken des doods hezegeldo soort te voltrekken. ZIJ sterft zooals de enkeling sterft: aan ouder domszwakte. Wel bestaan er enkele Me- thusalems onder de soorten, die zich uit den oertijd tot nu toe onveranderd in stand hebben kunnen houden, bijv. dc Australi sche salamandervisch, die reeds in de zandstcenperiode leefde, of zelfs de Lingu- la, die men reeds in de alleroudste aardla gen aantreft. Maar dit zijn uitzonderingen, welke den regel slechts bevestigen, den re gel, door den Weenschen bioloog Paul Kamrnererd opgesteld en verdedigd, dat soorten, groepen, ja, geheele families hun levenscyclus van jeugd, volwassenheid, ouderdom en dood precies zoo meemaken als het individu. Het einde van dc paar- densoort is slechts een schakel in den grooten keten, in het uitsterven der groote dieren in hot algemeen. Niet door eon zwa velregen, niet door een zondvloed, niet door bliksem on donderslag ontstaat het einde van eer. tijdperk in de geschiedenis der aarde. Langzaam, onmerkbaar nader- sluipend, bijna niet waarneembaar voor den tijdszin der kortlevende mcnschon, vol trekt zich het afsterven van de heerschen- do lovende wereld. Wat wij bemerken is slechts het verdwijnen van enkele soorten binnen den historis.chen tijd, aan den hori zon is echter voor ben die. verder zien reeds het teeken van de geweldige cata strophe, de overgang van do levende we reld in een nieuw tijdperk, merkbaar. Het tijdperk der zoogdieren gaat ten einde. Naar het einde der mensch heid. En hoe staat het met de mcnschen? Vol gens zijn lichaamsbouw en biologische eigenschappen is de mensch een zoogdier. Niets wijst erop, dat juist hij van het uit sterven van zijn familie verschoond zal blijven. Volgens de nieuwste onderzoekin gen, die intusschen geen algemeeno in stemming vonden, moet de mensch niet van de apen afstammen, maar van een nog primitieveren vorm van het zoogdier. In-» dien deze theorie juist mocht blijken, dan zou de mensch nog door jongere zoogdieren overleefd worden. Misschien maakt do monschheid wel een wonderbaarlijke ont wikkeling mee en zijn haar technische en geestelijke successen niet meer dan een compensatie voor haar eigen* organische minderwaardigheid, de laatste vertwijfelde krachtsinspanningen van een stervende. De vooruitgang van do hygiëne, de genees kunde, de hulp bij de geboorten en de zui gelingenzorg zijn, hoe pe/adoxaal dit ook moge klinken, slechts in staat om de le venskrachten der menschen te ondergra ven. Zij schakelen n.l. do natuurlijke selec tie uit, bieden hulp aan eigenlijk voor het loven en de voortplanting ongeschikte in dividuen. Dat uit deze menschheid oen nieuwe, krachtige soort te voorschijn za! komen, een „Uebermensch", die den dood der zoogdierenwereld overleeft, kan nau welijks verwacht worden. In utopische toekomstdrooraen heeft men het zoo schoon uitgeschilderd, dat de af koeling van de zon, de verdorring der aar de de menschen niet zou beletten voort te leven, want dan zou de techniek zoo ver gevorderd zijn, dat de mensch geen zonne kracht, geen planten- en dierenwereld meer noodig had om zich in stand te houden. Het is mogelijk als het ooit zoo ver komt, dat de menschheid de afkoeling van de zon cn de uitdroging der aarde beleeft Lang van tevoren wordt hij echter bedreigd door den dood door ouderdomszwakte, die thans reeds aangekondigd wordt door het uitsterven dor zoogdieren. En na ons? 'AMERIKAANSCHE NOTITIES Twee uitersten: Times Square 's nachts om 2 uur en WalU street op een Zondag* morgen Nevv-York, 26 Febr. 1932. New-York bezit heel veel bezienswaardig heden, waarmee ik bedoel, wat men in de Baedeker pleegt aan te treffen en waar do „rubbernecks" langs geleid worden. Voor lezers, die dit americanisme niet begrijpen, de uitlegging, dat dc in sightseeing cars rondgesleurde toeristen zoover hun nek ken moeten strekken om alles te kunnen zien. dat die op rubber gaan gelijken. Er 18 zóóveel te bekijken, dat een heele woek van 's morgens vroeg tot 's avonds laat maar net genoeg is om het voornaamste te zien In de eeretc plaats komt dat, om dat de afstanden zoo kolossaal zijn en men van het eene allerbelangrijkste een heel eind heeft af te leggen riaar het andere en ten tweede dat hetgeen men te zien krijgt, zoo enorm van omvang of opper vlakte is. Volendara is een wereldattrac tie, maar men is het gauw doorgewandeld een tochtje de honderd en twee verdie pingen van de Empire State Building op of per boot naar het Vrijheidsbeeld vergt meer tijd. Toen ik destijds mijn eerste twee weken In Nevv-York beleefde, heb ik ook koorts achtig „gerubberneckt", niet vermoedend, dat ik later voor veel langer termijn naar Amerika zou terugkeeren cn toen heb ik het nog vele malen overgedaan, vooral ten pleziere van bezoekende landgenooten. Sinds lang bestaat dat pretje voor mij al leen uit het gadeslaan der gezichten en het luisteren naar de opmerkingen van zulke gasten, omdat ik zelf zoo aan alles gewend ben geraakt en er het wonderlijke niet zóó 6cherp meer van zie als iemand, die hier pas aan wal is gestapt. „Nee maar, kijk dat eens!" cn dan kom ik weer tot de ont dekking, dat het ook eigenlijk heel won derlijk is. Terwijl ik dit schrijf, zie ik aan den over kant van de straat glazenvvasschcns bezig de ruiten schoon te maken van mijn over buur Glazenwasschers kennen wij ook in Holland, op hooge ladders of in het ven sterkozijn zittend bij gebrek aan een lad der. Maar aan den buitenkant op het ko- zijii staande! En bijvoorbeeld op de 26ste of de 19ste verdieping! Dat is toch wel iets anders en de mannen, die ik nu bezig zie, hangen als torren voor de ramen van de 23ste verdieping. Hoe ze dat doen? Heel eer.\oudig: zij haken zich vast. Alle ra men van alle wolkenkrabbers hebben aan weerskanten twee ijzeren pennen in den muur zitten: de glazenwasscher draagt een sterken leeren gordel om zijn middel, waar van links en rechts twee riemen, eindi gend in een metalen ring, afhangen. Wan neer hij nu buiten het raam stapt, haakt hij die twee ringen in de muurpennen en wordt zoo gesteund; een helper laat het raam van binnen neer en de man staat, met zijn voeten buitenwaarts gericht, op een 6mal kozijn met gewoonlijk een gapen de afgrond onder zich en loeiende rukwin den, die aan zijn kïeeren trekken, om zich heen. Nu ik toch aan het naai* boven kijken ben, wil ik meteen iets vertellen van een ander individu, dat zijn werk volbrengt op groote hoogte met niets onder zich dan een paar planken: de reclameschilder. Amerikaansohe reclameborden zijn, wat de grootte betreft eenigszins overdreven te noemen in vergelijking met de onze; wat bij ons met ettelijke vierkante meters ge beurt, gaat hier met ettelijke tientallen, hoog tegen huizen aan of op daken en 's avonds fel verlicht. Ook worden zij meer geschilderd en maar zelden met papier be plakt en het is voor niet-ingewijden een raadsel, hoe zoo'n verf virtuoos bijv. een ananas of het gezicht van Douglas Fair banks ter grootte van een of twee mans lengten schildert, terwijl hij er zelf vlak tegen aan hangt en zijn steigertje door middel van twee touwen hooger of lager verplaatst Hoe het mogelijk is, dat de ana nas niet als een peer uitvalt of Doug niet scheel kijkt weet ik niet: geheim van liet vak; Maar het is ongetwijfeld een New- Yorksche bezienswaardigheid, die niet In de Baedeker staat Twee uitersten: Times Square 's nachts om twee uur en Wall Street op een Zon dagmorgen. Ik beken, dat ik in de laatste paar jaar met midden in den nacht op dit plein, waar zich de heelc amusementswe reld concentreert geweest was en de vorige keer was het er vrij rustig. Eenige dagen geleden kwam ik er langs en vond er de trottoirs dicht bezet, de straat vol auto's. de theaters in volle verlichting en aan den gang, zelfs veel winkels open. Het uit elec- trische lichten bestaande schommelende meisje en de pijprookende meneer twee fameuze reclar:..-horden gaven nog on vermoeid hun voorstelling sinds zonsonder gang, arme stakkers boden dc ochtendbla den van -Jen komenden morgen aan en het gerommel van trams boven en de sub ways onder den grond herinnerde or aan, dat hot leven in New-York uooit rust neemt. Toevallig was het een Zaterdag avond eri bad ik mij niet bij de pretma kende menigte aangesloten om na een om megang van dancings en speakeasies den Zondagmorgen te beginnen met een ont bijt van roereieren, koffie en toast, dan had ik op mijn gemak naar de benedenstad kunnen gaan om daar een der merkwaar digste New-Yorksche schouwspelen te zien. Precies bet tegenovergestelde! Straat na straat een heele wijk totaal uitgestorven. Er bestaai misschien geen stad op de we reld die zoo verdeeld is in kleine of groote stukken buitenland als New-York. Uit den aard der zaak kunnen allo wereldsteden Plaatsen aai.wijzen, waar bewoners van andere landen of rassen bij elkaar wonen, maai ik vraag me af of het buiten New York ook in die getale en uitgestrektheid is. Daar hebben we om te beginnen de Negerwijk te Ha riem, een petekind van on ze stad Haarlem, waar een zwarte bevolking ter grootte van Amsterdam, woont met al hun raseigenaardigheden, hun verwesterd Congo-leven, waar een bezoek aan de res taurants en theaters iemand in een gloei nieuwe atmosfeer voert. Vlak daarbij, ten noorden van het Central Park, ligt de snel toenemende Spaansche wijk, waar Mexico non Cubanen en andere Zuid-Amerikanen eer grooto kolonio aan het vormen zijn en waar voortdurend wrijving met hun neger buren heerscht. Vergeet de Duitsche kolo nio niet aan de East Side ter hoogte van de 6Sste Straat en ga dan langzaam Zui delijker. waar Grieken, Arabieren, Russen en wie meer hun eigen straatcomplexen hebben, om eindelijk aan het puntje van Manhattan aan te landen In de kolossale Jiddische wijk, die een Chineezonstad tot nabuur heeft. En ga daar overal op on derzoek en avontuur uit: probeer de res taurants en de schouwburgen, want ge zult maar weinig „rubberneoks" tegenko men, tenzij in Chinatown, dat zich nu een maal verkocht heeft aan de pachters van autobussen. En wilt ge beelcmaal van het betreden pad af, gaat dan bij het Heilsle ger en dergelijke inrichtingen zien, v»olk een kolossale hoeveelheid menscb-»'ijk wrakhout het rijke en door onwetende bui tenlanders zoo vurig begeerde Atnerika be zit. Ge ziet er geen paar bongerigen ge voed worden, maar duizenden en nog eens duizenden! Ik zou u naar een eethuis kun nen brengen, waar dc schotels, een boter ham, een kop koffie maar éénc heele cent kosten en men dus voor een stuiver vijf gangen kan krijgen: goed eten, boonen, soep, brood, koffie koek. Zoodat men met zelfrespect zich voor het min6te geld kan staande houden, precies als men in het ai- gemeen vurig gekant is tegen de uitkee- ring van iederen steun, zonder dat er een tegenprestatie in den vorm van arbeid voor geleverd wordt. Ik zei zooeven, dat het ver keer hier dag en nacht doorgaat; toen ik dien Zaterdagnacht met den onder-grond* sche Daar den buitenkant der stad reed, zag ik in allo stations op banken, op kis ten voor gereedschap, zelfs op 6tapels kran ten plat op den grond honderden daklno- zen in hun jassen gedoken zitten cn liggen slapen .Iets geheel nieuw in Amerika en terwijl ik van het eene stationslanplokaal naar het andere voortzoemde, bedacht ik mezelf, dat het toch maar heel goed is. dat geen immigranten uit ons land mogen over komen dezer dagen om die bezienswaar digheden mee to maken, misschien in dub bele beteekenis.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 16