DE ZOOGDIEREN STERVEN UIT
EUROPA—ZUID-AMERIKA PER ZEPPELIN
RUBBERNECKSIN NEW-YORK
PAASCH-GEBKUIKEN IN
DUITSCHLAND
HOOGGEZETEN "PER.
SOONLIJKHEDEN
De huisvesting der
buitenlanders
Dc geregelde Inchtverbinding een feit.
(door onzen bijzonderen correspondent).
Dezer dagen is een velletje papier in druk
verschenen, dat niets meer of minder is
dan een historisch document Een paar ko
lommen cijfers, een eenvoudig Opschrift:
..Vaarbeurten van het luchtschip „Graf Zep
pelin" voor den dienst op Zuid-Amerika",
alles zoo eenvoudig en als vanzelfsprekend,
alsof het iets heel alledaagsch betrof. „Ver
trek van Friedrichshafen Zondag 0.30 uur,
aankomst te Pemambuco Dinsdag 23.30
uur. Vertrek Pemambuco Vrijdag 0.30 uur,
aankomst Friedrichshafenenz.
Deze eenvoudige publicatie is de vervul
ling van wat talrijke pioniers van de lucht
zich gedroomd hebben, het doel van dc
zeer ingespannen arbeid in de laatste ja
ren, die eraan voorafgingen. Voor het eerst
wordt na zorgvuldige voorbereiding een
poging gewaagd om oen geregelde luchtver-
binding dwars over den Atlantischen
Oceaan in te stellen. Om de veertien dagen
zal de rondreis worden verricht met een
regelmatigheid, die men slechts zou ver
wachten van een sinds lang beproefd ver
keersmiddel. Telkens na de terugkeer te
Friedrichshafen zijn er 5 dagen van rust,
betrekkelijke rust dan, want het luchtschip
moet tocb ook nagekeken worden. Welk
een belangrijke onderneming zal deze
luchtvorbinding uit verkeersgeografisch
oogpunt blijken te zijn! Het snelle leven en
de vele gebeurtenissen van dezen tijd heb
ben ons geleerd, niet zoo spoedig meer ver
baasd te staan; anders zouden wij deze
schitterende technische prestatie ongetwij
feld met andere oogen beschouwen.
De proefvluchten van den „Graf Zeppe
lin" hebben de deugdelijkheid van dit
luchtschip, ook bij ongunstige weersom
standigheden, bewezen. Een normaal groot
vliegtuig van het tot dusver gebruikelijke
type kan ongeveer 2Ö00 K.M. aan één stuk
afleggen met volle lading. Voor grootérc af
standen zijn tussche.nlandingen noodig, of
wel men moet zooveel brandstof meenemen,
dat het vervoer van goederen of personen
ervoor ingekrompen dient te worden.
Wat nu de vluchten over het Zui
delijk gedeelte van den Atlantischen
Oceaan betreft, zou de „Graf Zeppelin" de
reis aan één stuk kunnen afleggen: bij de
perste vlucht in 1930 ging het luchtschip
dan ook naar Sevilla en van daaruit recht
streeks naar Pemambuco, 'een afstand van
ongeveer 6300 K.M. Deze lange reis over
zee is echter minder wcnschelijk gebleken,
temeer daar de onbetrouwbare weersom
standigheden boven het middelste gedeelte
van den Atlantischen Oceaan met hun cv
clonische-storraen. regen- en mist vlagen de
veiligheid nu juist niet verhoogen. Men zal
zich nog wel herinneren, hoe de ..Graf Zep
pelin" ondanks de algemeen erkende be
kwaamheid van Kckener in een dergelijke,
plotseling opkomende, gevaarlijke wéersge
steldheid een zwaren strijd had te voeren.
Thans is het traiect echter ingedeeld in
drie étappes en dergelijke onaangename
gebeurtenissen zijn hiercTcior vrijwel uitge
sloten. De eerste étappe gaat over land tot
aan Cambia. de Engelscbe kolonie in bet
Westelijk gedeelte van Noord-Afrika., die
op 13 graden Westerlengte is gelegen. Van
hieruit wordt in rechte liin gevlogen naar
het Braziliaarische eiland St. Paul op 30
graden. W.L., waarbij een afstand van on
geveer 2000 K.M. over zee wordt afgelegd.
De derde étappe gaat gedeeltelijk over zee,
gedeeltelijk over land en voert van St, Paul
over het eiland Fernardo dc Noronba recht
streeks naar het Zuid-Amcrikaansche vas
teland, dat bereikt wordt bij Natal, het
rneest Oostelijk gelegen punt ervan, waar
na tot aan Pemambuco de kust wordt ge
volgd. Door de verdeeling in étappes is de
eigenlijke Oceaanvlucht van ruim 6U00 K.M.
(SevillaPemambuco 1930) teruggebracht
lot 2000 K.M., waardoor de veiligheid aan
vankelijk is vergroot, want de eerste étappe
over land en dc laatste deels over land,
deels over water, leveren geen moeilijkhc
den op. Een oceaanvlucht van 2000 K.M. is
voor het luchtschip ook geen ongewone
prestatie meer. Dc eerste vïucht in 1930
duurde 87 uur, terwijl thans de dienstrege
ling is gebaseerd op een rcisduur van
slechts 71 uur.
Zoo is dus Zuid-Amerika veel dichter bij
ons gekomen, wat bij de toenemende eco
nomische bcteekenis van dit werelddeel de
gunstigste gevolgen kan hebben voor ge
heel Europa. De geregelde luchtlijn op
Zuid-Amerika van de „Graf Zeppelin" heelt
echter nog een ander doel. Men is van plan,
dezen clicnst te laten volgen door vliegtuig-
vei keer, omdat zoowel de aanschaffingskos-
ten als de exploitatie daarbij voordeel iger
zijn. Op het oogenblik is dit nog niet mo
gelijk, want vliegbootcn kunnen tenauwer
nood 2000 K.M. aan één stuk afleggen cn
bet risico zou dus te groot zijn. Een on
verwachte verslechtering van bet weer zou
dc roisduur zoozeer kunnen verlengen, dat
er gevaar ontstond. De „Lufthansa" tracht
daarom in overleg met Engelscbe cn Amc-
rikaansche luchtvaartmaatschappijen tot
een oplossing te komen in andere richting;
op den oceaan zullen moederschepen voor
vliegtuigen gestatiopneerd moeten worden
om bij wijze van spreken kunstmatige
eilanden te vormen, iets wat geen tech
nische moeilijkheden meer oplevert, aange
zien men thans elk schip op een bepaalde
plaats kan houden met behulp van sleep
ankers en bij onstuimige zee door de kracht
der eigen motoren, ook zonder dat er een
anker in den bodem der zee geslagen be
hoeft te wordon. Wel blijft nog de moeilijk
heid bestaan, dat het vliegtuig dit punt in
de onafzienbare waterwoestenij misschien
niet kan vinden, vooral wanneer het uit
zicht. belommerd wordt door mist of de ra-
diopeilinrichting niet kan werken door de
cyclonen. En juist dan heoft het vliegtuig
in verband met het slechte weer het kunst
matige eiland noodig. De moederschepen
voor vliegtuigen van de Engelscbe en Ame-
rikaansche marine hebben op dit gebied
ook nog geen ervaring. Als voorbereidende
maatregel zal het luchtschip, hoewel het
deze kunstmatige eilanden niet noodig
hoeft, toch trachten om ze op zijn gere
gelde vluchten met onfeilbare zekerheid te
signaleercn, ook bij ongunstig weor, om
zoo pionierswerk to verrichten voor een
lateren vliegdienst met vliegtuigen.
Wanneer het gelukt, deze technische
kwesties tot volle tevredenheid op tc los
sen, zullen wij wel spoedig beleven, dat er
met behulp van deze kunstmatige eilanden
een geregeld transoceanisch verkeer met
vliegtuigen wordt ingesteld. En dan zal ook
een luchtverbinding .met Noord-Amerlka
mogelijk zijn, ondanks de gevaarlijker
weersomstandigheden op dit gedeelte van
den Atlantischen Oceaan. En daarna komt
het geregelde luchtverkeer over de Stille
Zuidzee, de grootste oceaan van onze aar
de, aan de beurt
Vele oude Duitsche volksgebruiken zijn
helaas in onzen modernen tijd een slacht
offer geworden van de industrialisatie, die
geleidelijk al het oorspronkelijke vernielt.
Toch is nog menige oude gewoonte in
Duitschland, en dit voornamelijk op het
platte land, blijven voortbestaan om tot bo
den hoog in eere te worden gehouden. In
dien men een overeenkomstig programma
opmaakt, kan men zich hiervan tijdens een
Paaschreisje overtuigen. Laten wij U hier
oonige gemeenten noemen, waarin enkele
interessante Paasch-gebruiken tot heden toe
behouden zijn gebleven
In Zuid-Beieren, dat ondanks zijn druk
ke vreemdelingenverkeer, zijn eigen karak
ter nog zorgvuldig heeft bewaard, is de
oude, mooie gewoonte Van hot wijden der
palmen nog niot uitgestorven. Men neemt
hiertoe natuurlijk geen echte palmen. De
den, die hier thuis is, is ook bruikbaar.
Om den stam worden, met veel smaak, rin
gen gemaakt. De kroon van den boom wordt
gciooid met kleurig papier, kleurige linten
en banden. Geheel boven prijkt een bosje
wilgekatjes, met een paar takjes van een
buksboom of een taxus. In vele dorpen kan
men 's Zaterdags voor Paschen nog het „Ju-
dasbranden" en het. wijden van het water
bijwonen. Voor de poort van dc kerk wordt
brandhout opgestapeld cn in aanwezigheid
van de gansche gemeente aangestoken. De
geestelijke wijdt het vuur en zoodra dit
gedoofd is, neemt elke boer een verkoold
stuk hout meo naar huis. De boerin wak
kert hiermede met vuur in den haard aan
nn ook verbergt zij enkele stukjes van het
hout op verschillende plaatsen van hot
huis, dat. aldus tegen bliksem en brand
wordt beschermd. Van het pas gezegende
wijwater neemt iedereen oen fleschje moe
naar huis om het in zijn wijwatervat tc be
waren.
In den Harz bestaat nog steeds het oude
gebruik van het Paaschvuur, een symbool
van de overwinning van dc Lente op den
Winter. Wanneer men omstreeks Paschen
naar Aschersleben, Halberstadt, Goslar, hot
„schaakspelersdorp" Ströbock, Langels en
Wasserlcben, naar Ilfeld in den Zuid-Ilarz,
naar Elbingerode, Rothehütte of Rüboland
komt, ziet men 's avonds op do omliggende
hoogten de Paaschvuren branden. Rijshout,
stukken hout, die bij elkaar zijn gebedeld,
verdroogde kerstboomen, dio extra voor dit
doel wordon bewaard, worden door de jeugd
op een hoop geworpen en aangestoken. Ge
woonlijk geschiedt dit op den avond van
den eersten Paaschdag. soms echter ook
aan den vooravond van het Paasch feest.
In de Saksische Lausitz wordt op Witten
Donderdag druk aan „Eierschieben", aan
„eieren-rollen", gedaan. Dit eigenaardige
gebruik kan men wel bot best te Bautzon
gadeslaan. Vlak tegenover de stad verheft
zich de Proitschenberg. Op zijn top ver
eenigen zich op den ochtend van den eer
sten Paaschdag do volwassenen der stad en
laten dan harde eieren van den berg af
rollen. Dc jeugd rent joelend de eieren
achterna en tracht er zooveel mogelijk vaii
buit to maken. Beschikt men niet over vol
doende eieren, dan komen er ook sinaas
appelen, mandarijnen en koek, waren, die
door venters te koop worden geboden, bij
te pas. Op dit feest wordt door de jeugd van
Bautzen een bijzonder lied op een eenvou
dige melodie gezongen.
Behalve dit'vroölijk gebruik, wordt in do
katholieke doelon van de Lausitz, wier be
volking nog uit Wenden bestaat, het plech
tige „Paaschrijden" nog in" eere gehouden.
Op feestelijk versierde paarden trekken de
boeren in hun donker Zondagsche pak, don
hoogen hoed, op het hoofd, oeroude liederen
zingend, in oen lange processie door do
dorpen naar een van dc kloosters van do
Lausitz. In de dorpen staat de bevolking
aan weerszijden vfih den weg do vrou
wen in hun Wendische klecderdracht, met
de groote, zwarte strik in het haar en den
wijden groenen rok met zwart fluweelen
band. Ongeveer tien van dergelijke proces
sies worden gehouden. Bijzonder indruk
wekkend is die van Grostwitz nabij Ka-
racnz, dc geboorteplaats van Lessing. Zij
trekt 's middags over Licbitz en Schwciner-
don naar het klooster der Cisterciénsers
Marienstern, waar zestig nonnen leven. In
de brouwerij van het klooster worden de
ruiters op bier onthaald, waarna zij den
terugtocht aanvaarden. liet „Paaschrijden"
is een van de mooiste nog behouden ge
bleven Paasch-gebruiken. Wie deze ernstig
stapvoets rijdende boeren heeft gezien, hun
diepen vromen zang heeft gehoord alsook
hun juichend „Hallelujah", zal den indruk
niet snel vergeten.
ONZE WONDERE WERELD
Is het einde der menschheid nabij?
door
Dr. O. Vink
Wij leven aan den vooravond van een
ramp, die een beslissonden invloed zal
hebben op do geschiedenis van dc aarde en
haar bewoners, aan het einde van een ont
wikkelingsfase der wereld, waarbij de
menschheid ook betrokken is. Het tijdperk
der zoogdieren, bet jongste tijdvak, is uit
Dit is niet de een of andere voorspelling,
die bij een gesprek rondom do bittertafel ia
ontstaan of een of andere fantastische cn
hypothetische catastrophe-theorie, maar
het resultaat van wetenschappelijke onder
zoekingen. Door Dr. Anthonius, dc ver
dienstelijke geleerde van dc Wcensche Me
nagerie te Schönbrunn, die een speciale
studie heeft gemaakt van paarden, is zij
afgeleid en bewezen. Dr. Anthonius stelde
n.l. vast, dat dc groote groep der paarden
onophoudelijk uitsterft. Daarmee zijn niet
onze huispaarden bedoeld, die uit econo
mische overwegingen het veld voor loco
motieven, auto's en vliegmachines moesten
ruimen. Neen, onafhankelijk van do tech
niek, ja zelfs onafhankelijk van den
ruensch is hot uitsterven van dc paarden-
soortcn begonnen, ook daar, waai* de
mcnsch nog piet is doorgedrongen met zijn
beschaving.
Daar is in de allereerste plaats dc muis
grauwe tarpan, hot Europeesché in het
wild levende paard. Hield men het vroeger
voor een verwilderde afstammeling van
weggeloopen huispaarden, thans is hot Dr.
Anthonius gelukt, het wilde karakter van
dc tarpans met zokerheid vast te stellen.
Dit Europeeschc wilde paard leefdo nog
tot in het tegenwoordige tijdperk. Thans is
het echter uitgestorven. In 1876 kwam do
laatste stoet voor in een Russisch gouver
nement. Van de negentien soorten éénhoe*
vjge dieren van den nieuwen tijd zijn er
minstens vijf volkomen verdwenen. Naast
do Russische tarpan dc West-Siberische
Keelan, do wilde ezel van den Atlas, de
Quagga en de Burchellzcbra, waarvan het
laatste bekende exemplaar in 190S te
Schönbrunn stierf. Dit waren dieren, die
enkele tienlallen jaren geleden nog in het
wild leefden en slechts door do ouderdom
van do soort zijn gestorven. Dc enkele o-
vergebleven pa ardensoorten doorleven in
enkele horden hun laatste uur. Binnen af
zienbaren tijd zal ook bun einde gekomen
zijn, zooals bijv. dat van» het raadselachtige
witte toendrapaard, welks lijk men tege
lijk met het reusachtige kadaver van den
rnammoeth in het eeuwige ijs heeft gevon
den en dat toch in enkele exemplaren tot
ir. den modernen tijd stand wist te houden.
Het uitsterven van de soort bedreigt ook
den wilden ezel, den zebra en de minder
verspreidde kudden van den halfezol.
Waarin toch kan de oorzaak van dit uit
sterven der soorten gelegen zijn9 Treft al
leen den mensch en het kruit de schuld?
Zeker niet. De mensch mag dan al volgons
een woord van den wijsgeer Nietzsche den
struikelende de doodssteek toebrengen en
zal-dan ook wel het uitsterven der paarden
bespoedigd hebben (deels door de ontgin
ning der steppen, deels door de jacht, deels
door het uitspelen van de huispaarden te
gen de in het wild levende rassen, die hun
voederplaatsen ontnomen werden), doch
dit alles zijn slechts meewerkende facto
ren, die bijv. niet eens in aanmerking ko
men bij het uitsterven van den Afrikaan
schen wilden ezel, die nóch jachtwild was,
noch door nederzettingen van mcnschon
verdreven werd.
De ware doodsoorzaak moet dus dieper
liggen.Het is blijkbaar oen dood, ontstaan
uit innerlijke oorzaken, die door klimaats
veranderingen en slechter geworden le
vensvoorwaarden slechts versneld werd.
Wat levensvatbaar is, houdt ook onder on
gunstige invloeden stand, ja, benut deze
invloeden als springplank voor een hoogc-
e ontwikkeling. Het „zoo niet meer leven
kunnen" geldt in dc afstammingsleer als
de eigenlijke vervolmaking. Slechts de in
nerlijk levenszwakken gaan ten gronde, om
dat zij niet meer de kracht bezitten tot
aanpassing en verdere ontwikkeling. Er
zijn niet eens wereldrampen voor noodig
om het lot van een met het teeken des
doods hezegeldo soort te voltrekken. ZIJ
sterft zooals de enkeling sterft: aan ouder
domszwakte. Wel bestaan er enkele Me-
thusalems onder de soorten, die zich uit
den oertijd tot nu toe onveranderd in stand
hebben kunnen houden, bijv. dc Australi
sche salamandervisch, die reeds in de
zandstcenperiode leefde, of zelfs de Lingu-
la, die men reeds in de alleroudste aardla
gen aantreft. Maar dit zijn uitzonderingen,
welke den regel slechts bevestigen, den re
gel, door den Weenschen bioloog Paul
Kamrnererd opgesteld en verdedigd, dat
soorten, groepen, ja, geheele families hun
levenscyclus van jeugd, volwassenheid,
ouderdom en dood precies zoo meemaken
als het individu. Het einde van dc paar-
densoort is slechts een schakel in den
grooten keten, in het uitsterven der groote
dieren in hot algemeen. Niet door eon zwa
velregen, niet door een zondvloed, niet
door bliksem on donderslag ontstaat het
einde van eer. tijdperk in de geschiedenis
der aarde. Langzaam, onmerkbaar nader-
sluipend, bijna niet waarneembaar voor
den tijdszin der kortlevende mcnschon, vol
trekt zich het afsterven van de heerschen-
do lovende wereld. Wat wij bemerken is
slechts het verdwijnen van enkele soorten
binnen den historis.chen tijd, aan den hori
zon is echter voor ben die. verder zien
reeds het teeken van de geweldige cata
strophe, de overgang van do levende we
reld in een nieuw tijdperk, merkbaar. Het
tijdperk der zoogdieren gaat ten einde.
Naar het einde der mensch
heid.
En hoe staat het met de mcnschen? Vol
gens zijn lichaamsbouw en biologische
eigenschappen is de mensch een zoogdier.
Niets wijst erop, dat juist hij van het uit
sterven van zijn familie verschoond zal
blijven. Volgens de nieuwste onderzoekin
gen, die intusschen geen algemeeno in
stemming vonden, moet de mensch niet
van de apen afstammen, maar van een nog
primitieveren vorm van het zoogdier. In-»
dien deze theorie juist mocht blijken, dan
zou de mensch nog door jongere zoogdieren
overleefd worden. Misschien maakt do
monschheid wel een wonderbaarlijke ont
wikkeling mee en zijn haar technische en
geestelijke successen niet meer dan een
compensatie voor haar eigen* organische
minderwaardigheid, de laatste vertwijfelde
krachtsinspanningen van een stervende.
De vooruitgang van do hygiëne, de genees
kunde, de hulp bij de geboorten en de zui
gelingenzorg zijn, hoe pe/adoxaal dit ook
moge klinken, slechts in staat om de le
venskrachten der menschen te ondergra
ven. Zij schakelen n.l. do natuurlijke selec
tie uit, bieden hulp aan eigenlijk voor het
loven en de voortplanting ongeschikte in
dividuen. Dat uit deze menschheid oen
nieuwe, krachtige soort te voorschijn za!
komen, een „Uebermensch", die den dood
der zoogdierenwereld overleeft, kan nau
welijks verwacht worden.
In utopische toekomstdrooraen heeft men
het zoo schoon uitgeschilderd, dat de af
koeling van de zon, de verdorring der aar
de de menschen niet zou beletten voort te
leven, want dan zou de techniek zoo ver
gevorderd zijn, dat de mensch geen zonne
kracht, geen planten- en dierenwereld meer
noodig had om zich in stand te houden.
Het is mogelijk als het ooit zoo ver komt,
dat de menschheid de afkoeling van de
zon cn de uitdroging der aarde beleeft
Lang van tevoren wordt hij echter bedreigd
door den dood door ouderdomszwakte, die
thans reeds aangekondigd wordt door het
uitsterven dor zoogdieren. En na ons?
'AMERIKAANSCHE NOTITIES
Twee uitersten: Times Square
's nachts om 2 uur en WalU
street op een Zondag*
morgen
Nevv-York, 26 Febr. 1932.
New-York bezit heel veel bezienswaardig
heden, waarmee ik bedoel, wat men in de
Baedeker pleegt aan te treffen en waar do
„rubbernecks" langs geleid worden. Voor
lezers, die dit americanisme niet begrijpen,
de uitlegging, dat dc in sightseeing cars
rondgesleurde toeristen zoover hun nek
ken moeten strekken om alles te kunnen
zien. dat die op rubber gaan gelijken. Er
18 zóóveel te bekijken, dat een heele woek
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
maar net genoeg is om het voornaamste
te zien In de eeretc plaats komt dat, om
dat de afstanden zoo kolossaal zijn en men
van het eene allerbelangrijkste een heel
eind heeft af te leggen riaar het andere
en ten tweede dat hetgeen men te zien
krijgt, zoo enorm van omvang of opper
vlakte is. Volendara is een wereldattrac
tie, maar men is het gauw doorgewandeld
een tochtje de honderd en twee verdie
pingen van de Empire State Building op
of per boot naar het Vrijheidsbeeld vergt
meer tijd.
Toen ik destijds mijn eerste twee weken
In Nevv-York beleefde, heb ik ook koorts
achtig „gerubberneckt", niet vermoedend,
dat ik later voor veel langer termijn naar
Amerika zou terugkeeren cn toen heb ik
het nog vele malen overgedaan, vooral ten
pleziere van bezoekende landgenooten.
Sinds lang bestaat dat pretje voor mij al
leen uit het gadeslaan der gezichten en het
luisteren naar de opmerkingen van zulke
gasten, omdat ik zelf zoo aan alles gewend
ben geraakt en er het wonderlijke niet zóó
6cherp meer van zie als iemand, die hier
pas aan wal is gestapt. „Nee maar, kijk
dat eens!" cn dan kom ik weer tot de ont
dekking, dat het ook eigenlijk heel won
derlijk is.
Terwijl ik dit schrijf, zie ik aan den over
kant van de straat glazenvvasschcns bezig
de ruiten schoon te maken van mijn over
buur Glazenwasschers kennen wij ook in
Holland, op hooge ladders of in het ven
sterkozijn zittend bij gebrek aan een lad
der. Maar aan den buitenkant op het ko-
zijii staande! En bijvoorbeeld op de 26ste
of de 19ste verdieping! Dat is toch wel iets
anders en de mannen, die ik nu bezig zie,
hangen als torren voor de ramen van de
23ste verdieping. Hoe ze dat doen? Heel
eer.\oudig: zij haken zich vast. Alle ra
men van alle wolkenkrabbers hebben aan
weerskanten twee ijzeren pennen in den
muur zitten: de glazenwasscher draagt een
sterken leeren gordel om zijn middel, waar
van links en rechts twee riemen, eindi
gend in een metalen ring, afhangen. Wan
neer hij nu buiten het raam stapt, haakt
hij die twee ringen in de muurpennen en
wordt zoo gesteund; een helper laat het
raam van binnen neer en de man staat,
met zijn voeten buitenwaarts gericht, op
een 6mal kozijn met gewoonlijk een gapen
de afgrond onder zich en loeiende rukwin
den, die aan zijn kïeeren trekken, om zich
heen.
Nu ik toch aan het naai* boven kijken
ben, wil ik meteen iets vertellen van een
ander individu, dat zijn werk volbrengt
op groote hoogte met niets onder zich dan
een paar planken: de reclameschilder.
Amerikaansohe reclameborden zijn, wat de
grootte betreft eenigszins overdreven te
noemen in vergelijking met de onze; wat
bij ons met ettelijke vierkante meters ge
beurt, gaat hier met ettelijke tientallen,
hoog tegen huizen aan of op daken en
's avonds fel verlicht. Ook worden zij meer
geschilderd en maar zelden met papier be
plakt en het is voor niet-ingewijden een
raadsel, hoe zoo'n verf virtuoos bijv. een
ananas of het gezicht van Douglas Fair
banks ter grootte van een of twee mans
lengten schildert, terwijl hij er zelf vlak
tegen aan hangt en zijn steigertje door
middel van twee touwen hooger of lager
verplaatst Hoe het mogelijk is, dat de ana
nas niet als een peer uitvalt of Doug niet
scheel kijkt weet ik niet: geheim van liet
vak; Maar het is ongetwijfeld een New-
Yorksche bezienswaardigheid, die niet In
de Baedeker staat
Twee uitersten: Times Square 's nachts
om twee uur en Wall Street op een Zon
dagmorgen. Ik beken, dat ik in de laatste
paar jaar met midden in den nacht op dit
plein, waar zich de heelc amusementswe
reld concentreert geweest was en de vorige
keer was het er vrij rustig. Eenige dagen
geleden kwam ik er langs en vond er de
trottoirs dicht bezet, de straat vol auto's.
de theaters in volle verlichting en aan den
gang, zelfs veel winkels open. Het uit elec-
trische lichten bestaande schommelende
meisje en de pijprookende meneer twee
fameuze reclar:..-horden gaven nog on
vermoeid hun voorstelling sinds zonsonder
gang, arme stakkers boden dc ochtendbla
den van -Jen komenden morgen aan en
het gerommel van trams boven en de sub
ways onder den grond herinnerde or aan,
dat hot leven in New-York uooit rust
neemt. Toevallig was het een Zaterdag
avond eri bad ik mij niet bij de pretma
kende menigte aangesloten om na een om
megang van dancings en speakeasies den
Zondagmorgen te beginnen met een ont
bijt van roereieren, koffie en toast, dan had
ik op mijn gemak naar de benedenstad
kunnen gaan om daar een der merkwaar
digste New-Yorksche schouwspelen te zien.
Precies bet tegenovergestelde! Straat na
straat een heele wijk totaal uitgestorven.
Er bestaai misschien geen stad op de we
reld die zoo verdeeld is in kleine of groote
stukken buitenland als New-York. Uit den
aard der zaak kunnen allo wereldsteden
Plaatsen aai.wijzen, waar bewoners van
andere landen of rassen bij elkaar wonen,
maai ik vraag me af of het buiten New
York ook in die getale en uitgestrektheid
is. Daar hebben we om te beginnen de
Negerwijk te Ha riem, een petekind van on
ze stad Haarlem, waar een zwarte bevolking
ter grootte van Amsterdam, woont met al
hun raseigenaardigheden, hun verwesterd
Congo-leven, waar een bezoek aan de res
taurants en theaters iemand in een gloei
nieuwe atmosfeer voert. Vlak daarbij, ten
noorden van het Central Park, ligt de snel
toenemende Spaansche wijk, waar Mexico
non Cubanen en andere Zuid-Amerikanen
eer grooto kolonio aan het vormen zijn en
waar voortdurend wrijving met hun neger
buren heerscht. Vergeet de Duitsche kolo
nio niet aan de East Side ter hoogte van
de 6Sste Straat en ga dan langzaam Zui
delijker. waar Grieken, Arabieren, Russen
en wie meer hun eigen straatcomplexen
hebben, om eindelijk aan het puntje van
Manhattan aan te landen In de kolossale
Jiddische wijk, die een Chineezonstad tot
nabuur heeft. En ga daar overal op on
derzoek en avontuur uit: probeer de res
taurants en de schouwburgen, want ge
zult maar weinig „rubberneoks" tegenko
men, tenzij in Chinatown, dat zich nu een
maal verkocht heeft aan de pachters van
autobussen. En wilt ge beelcmaal van het
betreden pad af, gaat dan bij het Heilsle
ger en dergelijke inrichtingen zien, v»olk
een kolossale hoeveelheid menscb-»'ijk
wrakhout het rijke en door onwetende bui
tenlanders zoo vurig begeerde Atnerika be
zit. Ge ziet er geen paar bongerigen ge
voed worden, maar duizenden en nog eens
duizenden! Ik zou u naar een eethuis kun
nen brengen, waar dc schotels, een boter
ham, een kop koffie maar éénc heele cent
kosten en men dus voor een stuiver vijf
gangen kan krijgen: goed eten, boonen,
soep, brood, koffie koek. Zoodat men met
zelfrespect zich voor het min6te geld kan
staande houden, precies als men in het ai-
gemeen vurig gekant is tegen de uitkee-
ring van iederen steun, zonder dat er een
tegenprestatie in den vorm van arbeid voor
geleverd wordt. Ik zei zooeven, dat het ver
keer hier dag en nacht doorgaat; toen ik
dien Zaterdagnacht met den onder-grond*
sche Daar den buitenkant der stad reed,
zag ik in allo stations op banken, op kis
ten voor gereedschap, zelfs op 6tapels kran
ten plat op den grond honderden daklno-
zen in hun jassen gedoken zitten cn liggen
slapen .Iets geheel nieuw in Amerika en
terwijl ik van het eene stationslanplokaal
naar het andere voortzoemde, bedacht ik
mezelf, dat het toch maar heel goed is. dat
geen immigranten uit ons land mogen over
komen dezer dagen om die bezienswaar
digheden mee to maken, misschien in dub
bele beteekenis.