ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU F. H. LOftMNS - Utr.str. 15 Tel. 483 Wij vertegenwoordigen de bekende DUCRETET en PHILIPS toestellen Betaling in overleg met den kooper MAG DE WETENSCHAP DWALEN? EEN „LICHTRÉGISSEUR" IN EEN NEW-Y0RKSCHE SCHOUWBURG LUCHTVAART 24 APRIL TOT 1 MEL Zondag. Hilversum. Een viola da gamba werd door onze vaderlandsche voorouders in goed Neder- landsch „knievedel" genoemd, en dat wa6 juist. Want de - vedel of Fiedel (Hgd) was het voornaamste strijkinstrument der mid deleeuwen. Het kwam uit. Voor-Azië en By zantium in de tiende :eu.w van onze jaar telling. Aanvankelijk had dc vedel meer den vorm van een magere ham dan van de ons bekende viool, maar na het kritieke keer punt (1500) in het middeleeuwsche en renais sancistische instrumentarium kreeg dc vedel het lichaam van den viola en komen drie hoofdtypen uit de oeroude vedel te voorschijn: do lyra da braccio, de viola da braccio en de viola da gamba. De lyra ver dween uit hot muziekleven omstreeks het midden der zeventiende eeuw. De gamba hield het wat langer uit, doch omstreeks 1700 begint den strijd met de violoncello en moet eveneens 1750) -het onderspit delven. Slechts de viola da braccio („armviool") bestaat nog, zij het dan in zeer gewijzig- den vorm. De altviool van het orkest is een nakomelinge van deze viola da braccio. De viool heeft dc discant-gamba geheel verdringen en de contra-bas nam de plaats in van de tenor- en bas-viola da gamba. Dit is een stukje historie; maar een hoogst interessant, fragment uit de geschie denis der muziek. Tegenwoordig leeft do belangstelling voor oude instrumenten weer wat op en ook dc Nederlandsche omroepvereenigingon blijken zoo nu en dan bereid te zijn zoo'n oud en vergeten instrument voor hun microfoons to bren gen. Hedenmorgen kan men het gamba concert van Tartini over Hilversum hoo- ren. Piet Lentz bespeelt het oude instru ment Wcnschelijk is in zoo'n geval, dat de begeleiding door het strijkorkest even eens op oude instrumenten plaats vindt Maar dit is voorloopig uitgesloten. En een zuiveren indruk van dc origineele partituur krijgt men ten slotte dus niet. Cellisten zijn blijkbaar aarts-snuffelaars. Want voor dc Avro-microfoon speelt Henk van Wezel 's middags een celloconcert van Leonardo Leo, voorafgegaan dpov een „symphonic" van denzelfden componist. Dit cello-concert is uit den aard der zaak even eens voor. gamba of voor barvton gedacht; bet govolg daarvan is, dat dc cellist waar schijnüjk in dc hpogc posities hcïft te sper- lon, hetgeen hu niet bepaald gemakkelijk Maar Van Wezel zal de zaak wel goed in de vingers hebben. En wat die symphonic van Leo'betreftdit zal wel ccn deel van dc een or andere opera zijn of van een orato rium, een „sinfonia" dus, want zelfstandige symphonieen in de betcckcnis, welke wij er aan hechten, liecft hij niet geschreven. D u i t s c li c zenders. Een solo-cantate voor alt. tenor en bas met strijkorkest en hobo-solo. Dc volgorde der muzieknummers is: bas-aria, tenor- aria, gefigureerd koraal (met cantus firmus in de ëopraan), bas-rccitaticf, alt-aria, slot- koraal. Uit deze opsomming merke men op, dat voor de uitvoering van het gefigureerde koraal een koor van sopranen noodig is. Willen wc tenminste vasthouden aan Bach's ondertitel: solocantate voor alt, tenor en bas. Er is trouwens altijd een koor ver- eischt om het slolkoraal tc zingen, dat in beginsel het symbool is \an een muzikaal gemeenschappelijk beleden godsdienstig ge voel. De cantus firmus is „Herr Jesu Christ, ich weiss gar wohl", meer bekend als: „Herr Jesu Christ, du höclistes Gut". De melodie dateert van 1585. Er is verder nog een opmerkelijke gelijkenis tusschen het onderhavigo gefigureerde koraal en „Bach's orgcltrio's voor twee manualen en pedaal. Voor hen, die dc orgelwerken van Bach kennen, zal liet volgen van doze can tate zeker een tweevoudig genieten geven: die van de sclioone rust cn die van dc tech niek der compositie. Bach schreef dc can tate tusschen dc jaren 1723 cn 1<27. Hilversum. Do Avro brengt vandaag een keur van solistische muziek, afgewisseld door nmu sementsmuzick, zoodat dit Algemecne Programma" aan de zeer uitcenloopondo smaak van het publiek ruimschoots tege moet komt. Veel uieuw6 staat ons echter niot to wachten, anders wellicht dan uit muntende prestaties hetgeen in haar soort toch ook 6teeds welkom is. Dinsdag. Huizen. Maandag. Huize n. Nadat dc N.C.R.V. haar luisteraars 's mid dags een keur van goede kamermuziek voor fluiten en klarinet heeft aangeboden (die wel met gemengde gevoelens onlvau- gen zal worden ts denkon aau bet tamelijke „valsche" stuk van Tloneggor), zullen do ooren gebalsemd worden door de zoeto schoonheden van Ilandcl's Jeplita, uitgevoerd door do Chr. Oratorium Ver- coniging to Utrecht. Dit is bot laatste bij- belschc oratorium van den toen reeds bijna blinden Meester (1751). liet gegeven behan delt dc geschiedenis van den Israêlictischen logO'uanvoerder, die door een ondoordach te geio-fte zijn dochter offert. Wij behoeven dit uekendc bijbelsche verhaal niet mede tc declen.. Wel mogen wij den luisteraars er op wijzen, dat Handel een van zijn groofsto en moest verheven momenten heef* gehad aan het einde van de tweede afdeeimg. To midden van dc vreugden der overwinning valt dc sombere schaduw van Jephta s gelofte. Als een Deux cx machina komt ccn engel do uitvoering van deze ge lofte verhinderen: Iphis blijft in leven cn wijdt zich geheel tot don Dienst des IIec- ren. Handel heeft in dit oratorium een merkwaardige verdieping met stijl geopen baard. Welke veranderingen in den z.el van den Meester hoeft plaatsgevonden iaat zich slechts raden zeker is het, dat in Jephta alsmede in Theodora klanken voor komen van een diepen gevoelstoon, welke men in vroegere werken niet zoo positief kan aanwijzen. Andrics Roodcnburg is een der jonge viool-talenten van het muzikale Ho. tand. De dispositie van dezen violist voor het vak muziekmaken is zeer bijzonder. Het gcmak: waarmee hij speelt, accompagneert een diep en zuiver gevoel voor den vorm van dc to reproduceeren muziek. WelRzht zal men in zijn spel nog cenige „groene" epi sodes tegenkomen, maar dat dc jeugdige .virtuoos een wezenlijke intuïtie voor stijl heeft, blijft niet. onopgemerkt. Hetzelfde zou men ook kunnen zeggen van den vio list Sam Tromp, die gister voor do Avro- microfoon speelde. Roodenburg zal hc-t Brahms-concert uitvoeren met begeleiding van het K.R.O.-orkest, onder leiding van Joh an Gerritsen. Woensdag. Huizen. Vergissen wij ons niet, dan debuteert vandaag het Christelijk Radiokoor, on der leiding van Gerrit van den Burg voor de N.C.R.V.-microfoon. Uitgevoerd worden twee koorwerken van Heinrich Schütz, den Duilschen Meester, die honderd jaren vóór den grooten Bach geboren werd. ..Der zwclfjahrigc Jesus im Tempel" is het derdo tafereel uit Schütz „Drei biblischc Szencn". Deze „Szenen" behooren tot de zeer geliofdo 6oort. zoogenaamde dialogen. In dc middeleeuwen was deze vorm van samenspraken vrijwel de eenigc uitingen van vrome zielen. Het dialoog is zoo oud als dc godsdienst zelve; men ontmoet de samenspraak, door alle ecuwen heen. Doch de godsdienstige muzikale dialogen zijn in nig verbonden aan dc godsvruchtige com ponisten der reformatie. In dit verband berinneren wij aan een mooi werk van Hammerschmidt (16io) getiteld: „Gcsprache zur'schen Gott und einer glaubigen Seele", dat door zijn bijna middeleeuwsche primi tieve geesteshouding uitmunt. Ook Schütz is eenvoudig van structuur en van godach tc. Maar Schütz is nog niet zoo diep en zoo apostolisch in dc verhouding als Bach. De oudere meester is realistisch. Hij stelt de 12 jarige Jezus voor als oen leveudige, mo«- clige knaap, welke partij door dc alt-soliste gezongen wordt, en bet geheel munt uit door dramatische kracht. Dat hot koor wcnscht te debutoeren met een daad van vorstrekkende draagwijdte, strekt dc mede werkenden tot eer. Voor Schütz mag wer kelijk wel eens in het krijt getreden -.vor- den. Want hij werd verdrongen duur aller lei muzieken, die wellicht „succesvoller'* zijn en „dankbaarder", doch die vaak niet in dc schaduw kunnen staan van de wer ken van den machtigen en vromen Hein rich Schütz Donderdag. Hilvcrsu m. Dat we niet praten over „die Jahrcszci- ten" van Haydn, welke de A.V.R.O. heden uitzendt, is begrijpelijk. Ilct eeuwig-jonge oratorium is overbekend en het staat on omstreden nog op de toppen van dc groote kunst. Duitse he zenders. Het Haydn-jaar heeft zijn goede verdien sten reeds getoond. Wat weet men eigenlijk van don meester? Is hot voldoende om zoo nu en dan één van zijn verbluffend evenwichtige werken uit te voeren? Wij hebben het reeds meer gezegd: Haydn moet weer terugkomen in de praktijk van het muziekleven het is de ecnige moge lijkheid om de nagedachtenis van een groot man te eeren. De Haydn-herdcn- kingsfeesten hebben aangetoond, dat de muziekwereld goheol obkundig is van het feit, dat Haydn meer dan een dozijn ope ra's heeft geschreven, racn kent namelijk niet eens do namen. Twee zijn er bekend, althans deze twee worden tot voor kort nog v\cl eens iu dc Duitschc theaters gegeven. Het zijn de opera buffa: „der Apotheker" ou „Rasender Roland". Men kan ze heden avond over dc Duitschc zenders hooren. Misschien zal een aantal onzer lezers be nieuwd zijn naar dc beantwoording van de vraag, waaraan deze onbekendheid is toe te schrijven. Het zit als volgt in elkaar: Haydn was als ondergeschikte in dienst van oen der vorsten van Es ter hazy. Toen zijn broodheer stierf, werd Havdn door den erfgenaam gepensionneerd. In de huis bibliotheek is toen oen groot aantal com posities van den meester achtergebleven. In de eerste piaals natuurlijk die ma nuscripten, waaraan geen behoefte bestond. En dat waren natuurlijk de, in het Itali- aanscli geschreven, opera's (eigenlijk ma rionetten-spelen) van Haydn. Later is de bibliotheek m liet bezit gekomen van dc Esterhazv en vandaag den dag nog, weigert men inzage te geven van bet bezit al thans, geen uitgever kan toestemming krij gen zo to publicecren. Ilaydn's kostelijk ta lent voor draatischen humor spreekt uit de beide cenige toegankelijke werken: „der Apotheker" en „Rascnde Roland". Op de zen Donderdag kan men ze in hetzelfde uur over dc Duitschc zenders beluisteren Over het algemeen zullen de opera-comi- ques van Haydn gcun zeer groot publiek meer boeien, geloof ik. Daarvoor is de smaak tegenwoordig weer tc voel goïtalJa niseerd. Men voelt niets voor eenvoudigen humor; de accenten moeten krachtiger ge legd worden, want de huid van het publioU is er met de jaron dikker op geworden „Der Apotheker" en „Ritter Rolaud" („Ra sonde Roland") zijn Duitscho bewerkingen van Ilaliaanschc Iiaydn-opera'§. Italiaan sclic teksten werden in Weencn altijd ge componctrd in die dagen. Mozart, Dittors dorf en Muller wilden graag in de eerste plaats aangezien worden als befaamde 11 a- 1 i a a n s c li meesters; het Duitschc sing spiel och, daar bekommerden zij zich niet om. Ge weet toch, dat Mozart's laatste opera: „Die Zauberflöte" dc eerste was, wol kc hij op een Duitsch libretto heeft ge schreven. Waarom zou de oudere Jos Haydn een uitzondering op dezen regel ma ken? Vrijdag. Huizen. Carillonistcn hoort men niet dikwijls voor de Nederlandsche microfoons, liet lijkt, mo ook een lastige onderneming Want hoe moet. de operateur zijn micro foons opstellen in deze wirwar van klan kengalmlngen? Er zijn altijd momenten bij carillon-bespelingen, waarin interfentie verschijnselen optreden. Staat de microfoon in zoo'n gcluidsstillc knoop, dan hoort men niets. En dan moet men rekening houden met den wind cn met vèrvenv ij derde of hoogo kickkenEnfin, er zijn no? genoeg probicmcn. De N.C.R.V. trotseer! deze cn kondigt een orgelbespeling aan, waarin ven jong en een ervaren klokkenist zich na elkaar zullen laten hooren: Joh. dc Zwaan cn J. Vincent (dc vader van de bekende sopraanzangeres). Zaterdag. Brussel. Dr. Fl. van der Mucren !s professor te Leuven. Ilij leidt bij dc Vlaamsche luiste raars de Franscho muziek in cn ik kan u aanraden hiernaar tc luisteren. Beide zen ders te Brussel hebben hetzelfde program ma. Maar Van der Mucren is een beginsel vast Vlaming; die zult u geen Fransch in de microfoon hooren spreken. P. T. Ondanks allo systeem toch „zoeken" door Prof. Dr E. CRAMER. Uit de geheele oude geschiedenis, die ik als schooljongen natuurlijk moest leeren, heeft niets zooveel indruk op mij gemaakt als het bekende verhaal van de nederlaag van een Spartaansch veldheer (als ik mij niet ver gis heette hij Lysandcr), waarover geheel Griekenland zich verblijd had „als school jongens, wanneer do meester valt". Laten wij het maar eerlijk zeggen: hoe kinderach tig een dergelijk leedvermaak ook is, wij kunnen er ons nooit volkomen van losma ken, al worden wij ook zoo oud als Methu- salem. Er zijn trouwens ergore vormen van leedvermaak dan dat over den struikelen den schoolmeester. N'u bestaat or volgens velen geen school meester, die zoo'n hatelijke allesweter is als de'„wetenschap". Iemand drinkt graag na tafel een kopje sterke koffie, doch on gestoord kan hij dat niet doen, want al dadelijk wijst iemand hem erop, dat dat ichadelijk is. Een ander meent, dat Frcdc- rik Barbarossa een geniaal staatsman was of dat Gustaaf Adolf geheel onbaatzuch tig aan den dertigjarigen oorlog 'deelnam dadelijk weet een ander hem te vertel len, dat de wetenschap juist bot tegendeel heeft bewezen. Als iemand zicb op uatuur- wetcnschappelijk gebied een eigen meening heeft gevormd, dan kan hij er tamelijk ze ker van 2ijn, dat het onzin is, tenzij bet iels zoo vanzelfsprekends is, dat niemand er zich voor interesseert. Is hol dan te verwonderen, dat de men- schen tegen zoo'n tiran wel eens in verzet komen? En zoo worden dan meestal met zichtbare voldoening alle werkelijke cn vermeende dwalingen der wetenschap op gesomd, waaraan zij zich sinds voorhisto rische tijden zou hebben schuldig gemaakt, Ilelmholtz zou ontkend hebben, dat men ooit bestuurbare lucbtschcpon kon bouwen; de hypnose werd aanvankelijk voor een hersenschim versleten; de wichelroede is eerst als bijgeloof verworpen en sinds kort weer in genade aangenomen; men herin nert aan Galilci', Kcpplcr cn misschien zelfs Columbus om voorbeelden aan te ha len van geleerden, die dc wetenschappelijke wereld van hun tijd tegenover zich zagen gesteld en eerst na hun dood of na jaren van strijd erkenning verwierven. Hel is dan ook maar het eenvoudigste, om zich van hot oordeel der wetenschap niets aan c trekken cn ccn veroordeeling zelfs als een aanbeveling te beschouwen, wanneer dal zoo tc pas komt. Allerlei occulte ver schijnselen of vrcemdo natuurwetenschap pelijke theorieën worden op die wijze ver dedigd cn blijkbaar met succes. -Welk standpunt dienen wij nu tegenover dat alles in te nemen? Ik ben van meening, dat de wetenschap ccn der leidsters 'van de menschheid is; dat zij ongetwijfeld even als alle leiders wel eens dwalen kan, doch dat hierdoor niets veranderd wordt aan het feit, dat een voortdurend, wij zouden haast zeggen principieel wantrouwen wat betreft het inzicht der wetenschappelijke wereld even verkeerd is als een principieel wan trouwen jegens dc op staatkundig gebied leiding gevende personen of colleges, wan neer men niet in staat is om een betere leiding te verschaffen. Daarop komt het aan' Het is onbillijk, dc wetenschap fouten van eeuwen of zelfs van eenigc tientallon jaron geleden te ver wijten. Dc feiten bewijzen, dat onze weten schap over het geheel genomen op den goeden weg is. Wij behoeven slechts om ons heen tc zien: elke spoorbaan, elk vlieg tuig, elk radiotoestel spreekt zoo duidelijk van de overwinning van het mcnschclijk weten, dat de gemaakte fouten daarbij vergeleken van geen beteekenis zijn. Dc wetenschap van vroegcro tijden heeft nooit dergelijke resultaten boreikt en dat zijn juist evenveel bewijzen, dat dc moderne wetenschap op een gezonde basis staat. Verder is het met dc zoogenaamde dwa lingen der wetenschap dikwijls eigenaar dig gesteld. Wanneer dc wetenschap nu en don haai* standpunt verandert, bcteekent dat volstrekt niet do erkenning van ccn gemaakte fout. Gewoonlijk beteekent het slechts, dat het nieuwe standpunt beter is gebleken; dat het oudo weliswaar nmer on volkomen, maar daarom toch niot onjuist was. Verder kan een verkeerde taxatie van datgene, wat dc techniek in de toekomst al of niet zal bereiken, nooit oen weten schappelijke dwaling worden genoemd. Natuurlijk heeft de wetenschap niet op elk gebied evenveel succes gehad; dc men schelijkc ziel cn het mysterie van het leven zijn nog steeds dingen, waar weinig van bekend is. Het onderzoek daarvan hoeft geen gelijken tred gehouden met den reus- achtigcn vooruitgang in onze kennis van de levcnloozc natuur. Principiecle dwalin gen zullen daar dus eerder mogelijk zijn Doch laton wij bij alles bodenken, dat zelfs in bet gunstigste geval een in het wilde opgebouwde theorie, hoé vernuftig ook op zichzelf, nooit dezelfde waarborg van vermoedelijke juistheid heeft als de weten schap. Deze waarborg van de vermoedelij ke juistheid der wetenschap wordt gewoon lijk in beteekenis onderschat. In dezen tijd kan iemand niet meer met ccn nieuwe wc tenschappelijko theorie aankomen, zonder dat hij van hot betrokken onderwerp op de hoogte is cn door berekeningen of door proeven cn metingen bewijzen kan, dat zijn resultaten kloppen. Een vermoeden, dat het wel zoo .en zoo kon zijn,, wordt thans door niemand meer als wetenschap beschouwd en dan ook in het geheel niet opgemerkt. Het is waar, dat de populair geschreven wetenschappelijke artikelen, waarin dit moeilijk te volgen bewijsmateriaal gewoon lijk niet kan worden behandeld, moeten volstaan met het „aannemelijk maken" van een thooric en daardoor wel eens den in druk kunnen wekken, dat het op die wijze nu* ook toegaat bij het opstellen van een nieuwe theorie. Vandaar dan ook dat ve len, die de wetenschap niet anders kennen dan uit zulke populair gehouden artikelen, zelf weieens zoo'n theorie willen opstel len. Men kan zich nauwelijks voorstellen, hoeveel van die wetenschappelijke hervor mers zelfs hun ideeen in druk laten ver schijnen; men kan zich slechts troosten met dc gedachten, dat hun producten nog sneller verdwijnen dan zij verschenen zijn. Even ongelijk als een gevecht tus schen ccn met strijdbijl en speer gewapen den wilde en een Europeaan met. een ge weer is de strijd tusschen ccn met fanta sie begaafden buitenstaander en de bijna onfeilbare vuurwapens, dit de wetenschap ontwikkeld heeft in den vorm van proe ven, systematische waarnemingen en wis kundige berekeningen. WAT VERSCHIJNEN ZAL. Shaw verzamelt de artikelen die hij tij dens en na den oorlog over die periode schreef m een bundel „What I really wrote about the war". Stefan Zweig werkt aan ccn biografie van Marie Antoinette. Van Joseph Roth, don schrijver van Hiob is een nieuwe romau op komst, Radctzky- Marsch. Als pendant van de 30 Erzahlcr des ncuen Ruslands brengt Malik-Verlag dit voorjaar een bundel 30 ucue deutschc Erzahler. Van Dos Passos verschijnt binnenkort het vervolg op The 43th Parallel, onder den Itcl: 1910. Van Alfred Neumann, dc schrijver van Dor Teufel cn Der Held, is een nieuw boek verschenen, Der Narrenspiegel. Van Aldous Iluxley verscheen een nieuwe roman, Brave new world. Chesterton brengt binnenkort een biogra fie o\er Chaucer. Van Dreiser is een nieuwe roman op til, The Stoic, vervolg op The Financier ei» The Titan. Van Kelk verschijnt in dit voorjaar een biografie van Jan Steen. HET LAATSTE NIEUWS UIT HOLLYWOOD. Greta Garbo speelt dc rol van Zara in do nieuwe Metro Goldwyn Mayer film ,As you desire me", naar een tooneelstuk van Luig! Pirandello. Melvyn Douglas speelt de rol van den ex-officier, die zoekt naar zijn weg- geioopen vrouw, terwijl dc rol van Salter, een schrijver, vervuld zal worden door Eric von Stroheim. Tevens zal onze langenoot Rolam Vamo in deze film een rol vervullen. De rogïe is in handen van George Fïtzmaurlce. Het Earl Carrol theater, een der nicuwslo schouwburgen van New-York, onderscheidt zich o.a. ook door dc moderno bediening van hei geheclc verlichtingssystccm. liet groote schakelbord achter de coulissen is daardoor overbodig goworden; dc bedioning geschiedt door één man, die in de zaal zit cn daardoor bet effect beter kan beoordoc- len, terwijl hij tevens nauwkourigor en ver fijnd werk kan leveren. Uit de eersto en tweede rij zijn zes stoelen weggenomen voor den „lichirégisseur", die daar binnen, 'u mo dern metalen hek, in avondtoilet gestoken, zijn werk doet. Hij regelt niet slechts de verlichting op het tooneel en in de zaal, doch ook de kleur van het licht. De in zwart fluweel cn roestvrij staal uitgevocr- do schouwburgzaal wordt indirect verlicht mot niet minder dan vier kleuren rood, blauw, groen on w it het grootste aantal, dat ooit is gebruikt. Door dc eenvoudigo wijze, waarop de verlichting bediend kan worden, is dit echter geen bezwaar. Do gloeilampen zijn verdeeld in 50 groepen, 34 voor het tooneel en 16 voor dc zaal. Het is mogelijk, elke groep afzonderlijk tc be dienen, doch er zijn ook schakelaars voor allerlei combinaties, waardoor met éón en kele handbeweging een andere kleur of een geheel verschillend verlichtingsschoraa wordt gekregen. Door éón beweging kan elke gewenschtc combinatie van lampen worden uitgedraaid of een andere kleur verkregen, terwijl het ook mogelijk is, uit één of meer groepen alle larapon van een bepaalde kleur uit to schakelen. Allo denk bare effecten kunnen dus verkregen wor den door één man. Dc lichtrégisseur kan ook do zoeklichton op het tooneel uitscha kelen, doch de beweging van deze zoeklich ten (bijv. om hen op een bepaald persoon gericht tc houden) blijft als tevoren het werk van afzonderlijke tooneclknechts, één voor elk zoeklicht. Alle gloeilampen bij elkaar vertegenwoor digen een stroomverbruik van 367 k.W., n.l. 231 voor het tooneel cn 136 voor de zaal. Hierbij zijn do zoeklichten voor het tooneel niot meegcrekond. Ondanks dezo groote hoeveelheid clectriciteit bedraagt liet maximum van do contrólo-inrichting slechts 1/5 k.W. Er worden dus geen groo te hoeveelheden clectriciteit rechtstreeks gereguleerd; dit geschiedt door tniddol van eleclronenlampcn on een reactorsysteom. Dc lichtregisseur regelt den stroomtoevoer naar den reactor cn met dezen stroomtoe voer wisselt ook de inwendige weerstand van den reactor ton opzichte van den stroomtoevoer vau het liebtnet, vanaf een punt, waar de lampen niet branden, tot dc grootste helderheid toe. Ongetwijfeld is deze technische vooruit gang ook van groote artistieke waarde: vermoedelijk staan wij hier uan liet begin van een nieuwe ontwikkeling van het tooneel. Dc régisseur zit bij den lichtrégis seur voor het schakelbord on beiden 6taon voortdurend in telefonische verbinding met het tooneel. Terwijl ccn bepaalde scónc ge speeld wordt, treft dc lichtrégisseur reeds dc voorbereidingen voor de volgendo scèno on op het bepaalde oogenblik is het om draaien van één knopje voldoende om het nieuwe verlichtingsschema in werking tc brengen. Ilct langzaam veranderen van kleur of lichtsterkte geschiedt door het langzaam ronddraaien van knoppen. Uit artistiek oogpunt is het ook van zeer gro«t belang, dat men tusschen twee opeenvol gende scènes liet tooneel voor een oogen blik donker kan maken. Geen verdronken piloten meer! Luitenant George" G. Tourtcllot, die als vlieger lieeft deelgenomen aan den wereld oorlog, heeft een vlot. uitgevonden ten be hoeve van piloten, die in zee neervallen. Het bestaat uit een rubber vlot in een metalen omhulsel, dat den vorm van een klein lucht schip heeft on 7.5 M. lang is, terwijl de grootste diameter 25 c.M. bedraagt. Men kan het omhulsel openen en hot rubber vlot op blazen met behulp van flessclicn met samen geperste lucht binnen één minuut. Hoewel een metalen vliegtuig soms zeer spoedig zinkt, beeft de piloot^gewoonüjk toch nog wel dc gelegenheid, zich op deze wijze in veiligheid te stellen. Luitenant Tourtellot heeft zijn uitvinding zelf mot succes gede monstreerd in de wateren rondom de Hawaï- eilanden. Door stoom gedreven vliegtuigen. Kapitein H. C. Richardson, technisch lei- lor van de Great Lakes Aircraft Corpora tion, heeft met succes proeven verricht, die hot gebruik van stoom voor vliegtuigen ten doel hebben. Er wordt gebruik gemaakt van turbines, terwijl de vleugels dienst doen als condensators. De rentabiliteit van dc vlieg tuigen zou volgens dit systeem belangrijk verhoogd worden, vooral ten aanzien van de zeer groote land- dan wel watervliegtuigen, waarvan de ontwikkeling tot dusverre is tegengehouden, omdat men niet de beschik king had over voldoend krachtige motoren. Een gevaariw: avontuur. Uit afgelegen streken komen dikwijls sensationcele berichten van avontuurlijk aangelegdo vliegers. Twee hunner moesten een noodlanding maken op de Coppermine Rivier in Noord-Saskatchcwan. Na hun watervliegtuig zoo goed mogelijk gerepa reerd te hebben, trachtten zij van het wa ter op tc stijgen, doch dit bleek onmogelijk. Daarom taxiden zij naar ccn 120 M. hoogen waterval, die hun de noodigc vliegsnelheid erschafte om op tc stijgen en tenslotte dicht bij hun kamp neer te dalen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 17