ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU
F. H. LOftMNS - Utr.str. 15 Tel. 483
Wij vertegenwoordigen de bekende
DUCRETET en PHILIPS toestellen
Betaling in overleg met den kooper
MAG DE WETENSCHAP
DWALEN?
EEN „LICHTRÉGISSEUR" IN EEN
NEW-Y0RKSCHE SCHOUWBURG
LUCHTVAART
24 APRIL TOT 1 MEL
Zondag.
Hilversum.
Een viola da gamba werd door onze
vaderlandsche voorouders in goed Neder-
landsch „knievedel" genoemd, en dat wa6
juist. Want de - vedel of Fiedel (Hgd) was
het voornaamste strijkinstrument der mid
deleeuwen. Het kwam uit. Voor-Azië en By
zantium in de tiende :eu.w van onze jaar
telling. Aanvankelijk had dc vedel meer den
vorm van een magere ham dan van de ons
bekende viool, maar na het kritieke keer
punt (1500) in het middeleeuwsche en renais
sancistische instrumentarium kreeg dc
vedel het lichaam van den viola en komen
drie hoofdtypen uit de oeroude vedel te
voorschijn: do lyra da braccio, de viola da
braccio en de viola da gamba. De lyra ver
dween uit hot muziekleven omstreeks het
midden der zeventiende eeuw. De gamba
hield het wat langer uit, doch omstreeks
1700 begint den strijd met de violoncello en
moet eveneens 1750) -het onderspit delven.
Slechts de viola da braccio („armviool")
bestaat nog, zij het dan in zeer gewijzig-
den vorm. De altviool van het orkest is
een nakomelinge van deze viola da braccio.
De viool heeft dc discant-gamba geheel
verdringen en de contra-bas nam de plaats
in van de tenor- en bas-viola da gamba.
Dit is een stukje historie; maar een
hoogst interessant, fragment uit de geschie
denis der muziek. Tegenwoordig leeft
do belangstelling voor oude instrumenten
weer wat op en ook dc Nederlandsche
omroepvereenigingon blijken zoo nu en
dan bereid te zijn zoo'n oud en vergeten
instrument voor hun microfoons to bren
gen. Hedenmorgen kan men het gamba
concert van Tartini over Hilversum hoo-
ren. Piet Lentz bespeelt het oude instru
ment Wcnschelijk is in zoo'n geval, dat de
begeleiding door het strijkorkest even
eens op oude instrumenten plaats vindt
Maar dit is voorloopig uitgesloten.
En een zuiveren indruk van dc origineele
partituur krijgt men ten slotte dus niet.
Cellisten zijn blijkbaar aarts-snuffelaars.
Want voor dc Avro-microfoon speelt Henk
van Wezel 's middags een celloconcert van
Leonardo Leo, voorafgegaan dpov een
„symphonic" van denzelfden componist. Dit
cello-concert is uit den aard der zaak even
eens voor. gamba of voor barvton gedacht;
bet govolg daarvan is, dat dc cellist waar
schijnüjk in dc hpogc posities hcïft te sper-
lon, hetgeen hu niet bepaald gemakkelijk
Maar Van Wezel zal de zaak wel goed in de
vingers hebben. En wat die symphonic van
Leo'betreftdit zal wel ccn deel van dc
een or andere opera zijn of van een orato
rium, een „sinfonia" dus, want zelfstandige
symphonieen in de betcckcnis, welke wij er
aan hechten, liecft hij niet geschreven.
D u i t s c li c zenders.
Een solo-cantate voor alt. tenor en bas
met strijkorkest en hobo-solo. Dc volgorde
der muzieknummers is: bas-aria, tenor-
aria, gefigureerd koraal (met cantus firmus
in de ëopraan), bas-rccitaticf, alt-aria, slot-
koraal. Uit deze opsomming merke men op,
dat voor de uitvoering van het gefigureerde
koraal een koor van sopranen noodig is.
Willen wc tenminste vasthouden aan Bach's
ondertitel: solocantate voor alt, tenor en
bas. Er is trouwens altijd een koor ver-
eischt om het slolkoraal tc zingen, dat in
beginsel het symbool is \an een muzikaal
gemeenschappelijk beleden godsdienstig ge
voel. De cantus firmus is „Herr Jesu
Christ, ich weiss gar wohl", meer bekend
als: „Herr Jesu Christ, du höclistes Gut".
De melodie dateert van 1585. Er is verder
nog een opmerkelijke gelijkenis tusschen
het onderhavigo gefigureerde koraal en
„Bach's orgcltrio's voor twee manualen en
pedaal. Voor hen, die dc orgelwerken van
Bach kennen, zal liet volgen van doze can
tate zeker een tweevoudig genieten geven:
die van de sclioone rust cn die van dc tech
niek der compositie. Bach schreef dc can
tate tusschen dc jaren 1723 cn 1<27.
Hilversum.
Do Avro brengt vandaag een keur van
solistische muziek, afgewisseld door nmu
sementsmuzick, zoodat dit Algemecne
Programma" aan de zeer uitcenloopondo
smaak van het publiek ruimschoots tege
moet komt. Veel uieuw6 staat ons echter
niot to wachten, anders wellicht dan uit
muntende prestaties hetgeen in haar
soort toch ook 6teeds welkom is.
Dinsdag.
Huizen.
Maandag.
Huize n.
Nadat dc N.C.R.V. haar luisteraars 's mid
dags een keur van goede kamermuziek
voor fluiten en klarinet heeft aangeboden
(die wel met gemengde gevoelens onlvau-
gen zal worden ts denkon aau bet
tamelijke „valsche" stuk van Tloneggor),
zullen do ooren gebalsemd worden door de
zoeto schoonheden van Ilandcl's Jeplita,
uitgevoerd door do Chr. Oratorium Ver-
coniging to Utrecht. Dit is bot laatste bij-
belschc oratorium van den toen reeds bijna
blinden Meester (1751). liet gegeven behan
delt dc geschiedenis van den Israêlictischen
logO'uanvoerder, die door een ondoordach
te geio-fte zijn dochter offert. Wij behoeven
dit uekendc bijbelsche verhaal niet mede
tc declen.. Wel mogen wij den luisteraars
er op wijzen, dat Handel een van zijn
groofsto en moest verheven momenten
heef* gehad aan het einde van de tweede
afdeeimg. To midden van dc vreugden der
overwinning valt dc sombere schaduw van
Jephta s gelofte. Als een Deux cx machina
komt ccn engel do uitvoering van deze ge
lofte verhinderen: Iphis blijft in leven cn
wijdt zich geheel tot don Dienst des IIec-
ren. Handel heeft in dit oratorium een
merkwaardige verdieping met stijl geopen
baard. Welke veranderingen in den z.el
van den Meester hoeft plaatsgevonden iaat
zich slechts raden zeker is het, dat in
Jephta alsmede in Theodora klanken voor
komen van een diepen gevoelstoon, welke
men in vroegere werken niet zoo positief
kan aanwijzen.
Andrics Roodcnburg is een der jonge
viool-talenten van het muzikale Ho. tand.
De dispositie van dezen violist voor het vak
muziekmaken is zeer bijzonder. Het gcmak:
waarmee hij speelt, accompagneert een
diep en zuiver gevoel voor den vorm van
dc to reproduceeren muziek. WelRzht zal
men in zijn spel nog cenige „groene" epi
sodes tegenkomen, maar dat dc jeugdige
.virtuoos een wezenlijke intuïtie voor stijl
heeft, blijft niet. onopgemerkt. Hetzelfde
zou men ook kunnen zeggen van den vio
list Sam Tromp, die gister voor do Avro-
microfoon speelde. Roodenburg zal hc-t
Brahms-concert uitvoeren met begeleiding
van het K.R.O.-orkest, onder leiding van
Joh an Gerritsen.
Woensdag.
Huizen.
Vergissen wij ons niet, dan debuteert
vandaag het Christelijk Radiokoor, on
der leiding van Gerrit van den Burg
voor de N.C.R.V.-microfoon. Uitgevoerd
worden twee koorwerken van Heinrich
Schütz, den Duilschen Meester, die honderd
jaren vóór den grooten Bach geboren werd.
..Der zwclfjahrigc Jesus im Tempel" is het
derdo tafereel uit Schütz „Drei biblischc
Szencn". Deze „Szenen" behooren tot de
zeer geliofdo 6oort. zoogenaamde dialogen.
In dc middeleeuwen was deze vorm van
samenspraken vrijwel de eenigc uitingen
van vrome zielen. Het dialoog is zoo oud
als dc godsdienst zelve; men ontmoet de
samenspraak, door alle ecuwen heen. Doch
de godsdienstige muzikale dialogen zijn in
nig verbonden aan dc godsvruchtige com
ponisten der reformatie. In dit verband
berinneren wij aan een mooi werk van
Hammerschmidt (16io) getiteld: „Gcsprache
zur'schen Gott und einer glaubigen Seele",
dat door zijn bijna middeleeuwsche primi
tieve geesteshouding uitmunt. Ook Schütz
is eenvoudig van structuur en van godach
tc. Maar Schütz is nog niet zoo diep en zoo
apostolisch in dc verhouding als Bach. De
oudere meester is realistisch. Hij stelt de 12
jarige Jezus voor als oen leveudige, mo«-
clige knaap, welke partij door dc alt-soliste
gezongen wordt, en bet geheel munt uit
door dramatische kracht. Dat hot koor
wcnscht te debutoeren met een daad van
vorstrekkende draagwijdte, strekt dc mede
werkenden tot eer. Voor Schütz mag wer
kelijk wel eens in het krijt getreden -.vor-
den. Want hij werd verdrongen duur aller
lei muzieken, die wellicht „succesvoller'*
zijn en „dankbaarder", doch die vaak niet
in dc schaduw kunnen staan van de wer
ken van den machtigen en vromen Hein
rich Schütz
Donderdag.
Hilvcrsu m.
Dat we niet praten over „die Jahrcszci-
ten" van Haydn, welke de A.V.R.O. heden
uitzendt, is begrijpelijk. Ilct eeuwig-jonge
oratorium is overbekend en het staat on
omstreden nog op de toppen van dc groote
kunst.
Duitse he zenders.
Het Haydn-jaar heeft zijn goede verdien
sten reeds getoond. Wat weet men eigenlijk
van don meester? Is hot voldoende om
zoo nu en dan één van zijn verbluffend
evenwichtige werken uit te voeren? Wij
hebben het reeds meer gezegd: Haydn
moet weer terugkomen in de praktijk van
het muziekleven het is de ecnige moge
lijkheid om de nagedachtenis van een
groot man te eeren. De Haydn-herdcn-
kingsfeesten hebben aangetoond, dat de
muziekwereld goheol obkundig is van het
feit, dat Haydn meer dan een dozijn ope
ra's heeft geschreven, racn kent namelijk
niet eens do namen. Twee zijn er bekend,
althans deze twee worden tot voor kort nog
v\cl eens iu dc Duitschc theaters gegeven.
Het zijn de opera buffa: „der Apotheker"
ou „Rasender Roland". Men kan ze heden
avond over dc Duitschc zenders hooren.
Misschien zal een aantal onzer lezers be
nieuwd zijn naar dc beantwoording van de
vraag, waaraan deze onbekendheid is toe
te schrijven. Het zit als volgt in elkaar:
Haydn was als ondergeschikte in dienst
van oen der vorsten van Es ter hazy. Toen
zijn broodheer stierf, werd Havdn door den
erfgenaam gepensionneerd. In de huis
bibliotheek is toen oen groot aantal com
posities van den meester achtergebleven.
In de eerste piaals natuurlijk die ma
nuscripten, waaraan geen behoefte bestond.
En dat waren natuurlijk de, in het Itali-
aanscli geschreven, opera's (eigenlijk ma
rionetten-spelen) van Haydn. Later is de
bibliotheek m liet bezit gekomen van dc
Esterhazv en vandaag den dag nog, weigert
men inzage te geven van bet bezit al
thans, geen uitgever kan toestemming krij
gen zo to publicecren. Ilaydn's kostelijk ta
lent voor draatischen humor spreekt uit de
beide cenige toegankelijke werken: „der
Apotheker" en „Rascnde Roland". Op de
zen Donderdag kan men ze in hetzelfde
uur over dc Duitschc zenders beluisteren
Over het algemeen zullen de opera-comi-
ques van Haydn gcun zeer groot publiek
meer boeien, geloof ik. Daarvoor is de
smaak tegenwoordig weer tc voel goïtalJa
niseerd. Men voelt niets voor eenvoudigen
humor; de accenten moeten krachtiger ge
legd worden, want de huid van het publioU
is er met de jaron dikker op geworden
„Der Apotheker" en „Ritter Rolaud" („Ra
sonde Roland") zijn Duitscho bewerkingen
van Ilaliaanschc Iiaydn-opera'§. Italiaan
sclic teksten werden in Weencn altijd ge
componctrd in die dagen. Mozart, Dittors
dorf en Muller wilden graag in de eerste
plaats aangezien worden als befaamde 11 a-
1 i a a n s c li meesters; het Duitschc sing
spiel och, daar bekommerden zij zich
niet om. Ge weet toch, dat Mozart's laatste
opera: „Die Zauberflöte" dc eerste was, wol
kc hij op een Duitsch libretto heeft ge
schreven. Waarom zou de oudere Jos
Haydn een uitzondering op dezen regel ma
ken?
Vrijdag.
Huizen.
Carillonistcn hoort men niet dikwijls
voor de Nederlandsche microfoons, liet
lijkt, mo ook een lastige onderneming
Want hoe moet. de operateur zijn micro
foons opstellen in deze wirwar van klan
kengalmlngen? Er zijn altijd momenten bij
carillon-bespelingen, waarin interfentie
verschijnselen optreden. Staat de microfoon
in zoo'n gcluidsstillc knoop, dan hoort men
niets. En dan moet men rekening houden
met den wind cn met vèrvenv ij derde of
hoogo kickkenEnfin, er zijn no?
genoeg probicmcn. De N.C.R.V. trotseer!
deze cn kondigt een orgelbespeling aan,
waarin ven jong en een ervaren klokkenist
zich na elkaar zullen laten hooren: Joh. dc
Zwaan cn J. Vincent (dc vader van de
bekende sopraanzangeres).
Zaterdag.
Brussel.
Dr. Fl. van der Mucren !s professor te
Leuven. Ilij leidt bij dc Vlaamsche luiste
raars de Franscho muziek in cn ik kan u
aanraden hiernaar tc luisteren. Beide zen
ders te Brussel hebben hetzelfde program
ma. Maar Van der Mucren is een beginsel
vast Vlaming; die zult u geen Fransch in
de microfoon hooren spreken.
P. T.
Ondanks allo systeem toch „zoeken"
door
Prof. Dr E. CRAMER.
Uit de geheele oude geschiedenis, die ik als
schooljongen natuurlijk moest leeren, heeft
niets zooveel indruk op mij gemaakt als het
bekende verhaal van de nederlaag van een
Spartaansch veldheer (als ik mij niet ver
gis heette hij Lysandcr), waarover geheel
Griekenland zich verblijd had „als school
jongens, wanneer do meester valt". Laten
wij het maar eerlijk zeggen: hoe kinderach
tig een dergelijk leedvermaak ook is, wij
kunnen er ons nooit volkomen van losma
ken, al worden wij ook zoo oud als Methu-
salem. Er zijn trouwens ergore vormen van
leedvermaak dan dat over den struikelen
den schoolmeester.
N'u bestaat or volgens velen geen school
meester, die zoo'n hatelijke allesweter is
als de'„wetenschap". Iemand drinkt graag
na tafel een kopje sterke koffie, doch on
gestoord kan hij dat niet doen, want al
dadelijk wijst iemand hem erop, dat dat
ichadelijk is. Een ander meent, dat Frcdc-
rik Barbarossa een geniaal staatsman was
of dat Gustaaf Adolf geheel onbaatzuch
tig aan den dertigjarigen oorlog 'deelnam
dadelijk weet een ander hem te vertel
len, dat de wetenschap juist bot tegendeel
heeft bewezen. Als iemand zicb op uatuur-
wetcnschappelijk gebied een eigen meening
heeft gevormd, dan kan hij er tamelijk ze
ker van 2ijn, dat het onzin is, tenzij bet
iels zoo vanzelfsprekends is, dat niemand
er zich voor interesseert.
Is hol dan te verwonderen, dat de men-
schen tegen zoo'n tiran wel eens in verzet
komen? En zoo worden dan meestal met
zichtbare voldoening alle werkelijke cn
vermeende dwalingen der wetenschap op
gesomd, waaraan zij zich sinds voorhisto
rische tijden zou hebben schuldig gemaakt,
Ilelmholtz zou ontkend hebben, dat men
ooit bestuurbare lucbtschcpon kon bouwen;
de hypnose werd aanvankelijk voor een
hersenschim versleten; de wichelroede is
eerst als bijgeloof verworpen en sinds kort
weer in genade aangenomen; men herin
nert aan Galilci', Kcpplcr cn misschien
zelfs Columbus om voorbeelden aan te ha
len van geleerden, die dc wetenschappelijke
wereld van hun tijd tegenover zich zagen
gesteld en eerst na hun dood of na jaren
van strijd erkenning verwierven. Hel is
dan ook maar het eenvoudigste, om zich
van hot oordeel der wetenschap niets aan
c trekken cn ccn veroordeeling zelfs als
een aanbeveling te beschouwen, wanneer
dal zoo tc pas komt. Allerlei occulte ver
schijnselen of vrcemdo natuurwetenschap
pelijke theorieën worden op die wijze ver
dedigd cn blijkbaar met succes.
-Welk standpunt dienen wij nu tegenover
dat alles in te nemen? Ik ben van meening,
dat de wetenschap ccn der leidsters 'van
de menschheid is; dat zij ongetwijfeld even
als alle leiders wel eens dwalen kan, doch
dat hierdoor niets veranderd wordt aan het
feit, dat een voortdurend, wij zouden haast
zeggen principieel wantrouwen wat betreft
het inzicht der wetenschappelijke wereld
even verkeerd is als een principieel wan
trouwen jegens dc op staatkundig gebied
leiding gevende personen of colleges, wan
neer men niet in staat is om een betere
leiding te verschaffen.
Daarop komt het aan' Het is onbillijk,
dc wetenschap fouten van eeuwen of zelfs
van eenigc tientallon jaron geleden te ver
wijten. Dc feiten bewijzen, dat onze weten
schap over het geheel genomen op den
goeden weg is. Wij behoeven slechts om
ons heen tc zien: elke spoorbaan, elk vlieg
tuig, elk radiotoestel spreekt zoo duidelijk
van de overwinning van het mcnschclijk
weten, dat de gemaakte fouten daarbij
vergeleken van geen beteekenis zijn. Dc
wetenschap van vroegcro tijden heeft nooit
dergelijke resultaten boreikt en dat zijn
juist evenveel bewijzen, dat dc moderne
wetenschap op een gezonde basis staat.
Verder is het met dc zoogenaamde dwa
lingen der wetenschap dikwijls eigenaar
dig gesteld. Wanneer dc wetenschap nu en
don haai* standpunt verandert, bcteekent
dat volstrekt niet do erkenning van ccn
gemaakte fout. Gewoonlijk beteekent het
slechts, dat het nieuwe standpunt beter is
gebleken; dat het oudo weliswaar nmer on
volkomen, maar daarom toch niot onjuist
was. Verder kan een verkeerde taxatie van
datgene, wat dc techniek in de toekomst
al of niet zal bereiken, nooit oen weten
schappelijke dwaling worden genoemd.
Natuurlijk heeft de wetenschap niet op
elk gebied evenveel succes gehad; dc men
schelijkc ziel cn het mysterie van het leven
zijn nog steeds dingen, waar weinig van
bekend is. Het onderzoek daarvan hoeft
geen gelijken tred gehouden met den reus-
achtigcn vooruitgang in onze kennis van
de levcnloozc natuur. Principiecle dwalin
gen zullen daar dus eerder mogelijk zijn
Doch laton wij bij alles bodenken, dat
zelfs in bet gunstigste geval een in het
wilde opgebouwde theorie, hoé vernuftig
ook op zichzelf, nooit dezelfde waarborg van
vermoedelijke juistheid heeft als de weten
schap. Deze waarborg van de vermoedelij
ke juistheid der wetenschap wordt gewoon
lijk in beteekenis onderschat. In dezen tijd
kan iemand niet meer met ccn nieuwe wc
tenschappelijko theorie aankomen, zonder
dat hij van hot betrokken onderwerp op
de hoogte is cn door berekeningen of door
proeven cn metingen bewijzen kan, dat zijn
resultaten kloppen. Een vermoeden, dat het
wel zoo .en zoo kon zijn,, wordt thans door
niemand meer als wetenschap beschouwd
en dan ook in het geheel niet opgemerkt.
Het is waar, dat de populair geschreven
wetenschappelijke artikelen, waarin dit
moeilijk te volgen bewijsmateriaal gewoon
lijk niet kan worden behandeld, moeten
volstaan met het „aannemelijk maken" van
een thooric en daardoor wel eens den in
druk kunnen wekken, dat het op die wijze
nu* ook toegaat bij het opstellen van een
nieuwe theorie. Vandaar dan ook dat ve
len, die de wetenschap niet anders kennen
dan uit zulke populair gehouden artikelen,
zelf weieens zoo'n theorie willen opstel
len. Men kan zich nauwelijks voorstellen,
hoeveel van die wetenschappelijke hervor
mers zelfs hun ideeen in druk laten ver
schijnen; men kan zich slechts troosten
met dc gedachten, dat hun producten nog
sneller verdwijnen dan zij verschenen
zijn. Even ongelijk als een gevecht tus
schen ccn met strijdbijl en speer gewapen
den wilde en een Europeaan met. een ge
weer is de strijd tusschen ccn met fanta
sie begaafden buitenstaander en de bijna
onfeilbare vuurwapens, dit de wetenschap
ontwikkeld heeft in den vorm van proe
ven, systematische waarnemingen en wis
kundige berekeningen.
WAT VERSCHIJNEN ZAL.
Shaw verzamelt de artikelen die hij tij
dens en na den oorlog over die periode
schreef m een bundel „What I really wrote
about the war".
Stefan Zweig werkt aan ccn biografie van
Marie Antoinette.
Van Joseph Roth, don schrijver van Hiob
is een nieuwe romau op komst, Radctzky-
Marsch.
Als pendant van de 30 Erzahlcr des ncuen
Ruslands brengt Malik-Verlag dit voorjaar
een bundel 30 ucue deutschc Erzahler.
Van Dos Passos verschijnt binnenkort het
vervolg op The 43th Parallel, onder den
Itcl: 1910.
Van Alfred Neumann, dc schrijver van
Dor Teufel cn Der Held, is een nieuw boek
verschenen, Der Narrenspiegel.
Van Aldous Iluxley verscheen een nieuwe
roman, Brave new world.
Chesterton brengt binnenkort een biogra
fie o\er Chaucer.
Van Dreiser is een nieuwe roman op til,
The Stoic, vervolg op The Financier ei»
The Titan.
Van Kelk verschijnt in dit voorjaar een
biografie van Jan Steen.
HET LAATSTE NIEUWS UIT
HOLLYWOOD.
Greta Garbo speelt dc rol van Zara in do
nieuwe Metro Goldwyn Mayer film ,As you
desire me", naar een tooneelstuk van Luig!
Pirandello. Melvyn Douglas speelt de rol
van den ex-officier, die zoekt naar zijn weg-
geioopen vrouw, terwijl dc rol van Salter, een
schrijver, vervuld zal worden door Eric von
Stroheim. Tevens zal onze langenoot Rolam
Vamo in deze film een rol vervullen. De
rogïe is in handen van George Fïtzmaurlce.
Het Earl Carrol theater, een der nicuwslo
schouwburgen van New-York, onderscheidt
zich o.a. ook door dc moderno bediening
van hei geheclc verlichtingssystccm. liet
groote schakelbord achter de coulissen is
daardoor overbodig goworden; dc bedioning
geschiedt door één man, die in de zaal zit
cn daardoor bet effect beter kan beoordoc-
len, terwijl hij tevens nauwkourigor en ver
fijnd werk kan leveren. Uit de eersto en
tweede rij zijn zes stoelen weggenomen voor
den „lichirégisseur", die daar binnen, 'u mo
dern metalen hek, in avondtoilet gestoken,
zijn werk doet. Hij regelt niet slechts de
verlichting op het tooneel en in de zaal,
doch ook de kleur van het licht. De in
zwart fluweel cn roestvrij staal uitgevocr-
do schouwburgzaal wordt indirect verlicht
mot niet minder dan vier kleuren rood,
blauw, groen on w it het grootste aantal,
dat ooit is gebruikt. Door dc eenvoudigo
wijze, waarop de verlichting bediend kan
worden, is dit echter geen bezwaar. Do
gloeilampen zijn verdeeld in 50 groepen,
34 voor het tooneel en 16 voor dc zaal. Het
is mogelijk, elke groep afzonderlijk tc be
dienen, doch er zijn ook schakelaars voor
allerlei combinaties, waardoor met éón en
kele handbeweging een andere kleur of een
geheel verschillend verlichtingsschoraa
wordt gekregen. Door éón beweging kan
elke gewenschtc combinatie van lampen
worden uitgedraaid of een andere kleur
verkregen, terwijl het ook mogelijk is, uit
één of meer groepen alle larapon van een
bepaalde kleur uit to schakelen. Allo denk
bare effecten kunnen dus verkregen wor
den door één man. Dc lichtrégisseur kan
ook do zoeklichton op het tooneel uitscha
kelen, doch de beweging van deze zoeklich
ten (bijv. om hen op een bepaald persoon
gericht tc houden) blijft als tevoren het
werk van afzonderlijke tooneclknechts, één
voor elk zoeklicht.
Alle gloeilampen bij elkaar vertegenwoor
digen een stroomverbruik van 367 k.W.,
n.l. 231 voor het tooneel cn 136 voor de
zaal. Hierbij zijn do zoeklichten voor het
tooneel niot meegcrekond. Ondanks dezo
groote hoeveelheid clectriciteit bedraagt
liet maximum van do contrólo-inrichting
slechts 1/5 k.W. Er worden dus geen groo
te hoeveelheden clectriciteit rechtstreeks
gereguleerd; dit geschiedt door tniddol van
eleclronenlampcn on een reactorsysteom.
Dc lichtregisseur regelt den stroomtoevoer
naar den reactor cn met dezen stroomtoe
voer wisselt ook de inwendige weerstand
van den reactor ton opzichte van den
stroomtoevoer vau het liebtnet, vanaf een
punt, waar de lampen niet branden, tot dc
grootste helderheid toe.
Ongetwijfeld is deze technische vooruit
gang ook van groote artistieke waarde:
vermoedelijk staan wij hier uan liet begin
van een nieuwe ontwikkeling van het
tooneel. Dc régisseur zit bij den lichtrégis
seur voor het schakelbord on beiden 6taon
voortdurend in telefonische verbinding met
het tooneel. Terwijl ccn bepaalde scónc ge
speeld wordt, treft dc lichtrégisseur reeds
dc voorbereidingen voor de volgendo scèno
on op het bepaalde oogenblik is het om
draaien van één knopje voldoende om het
nieuwe verlichtingsschema in werking tc
brengen. Ilct langzaam veranderen van
kleur of lichtsterkte geschiedt door het
langzaam ronddraaien van knoppen. Uit
artistiek oogpunt is het ook van zeer gro«t
belang, dat men tusschen twee opeenvol
gende scènes liet tooneel voor een oogen
blik donker kan maken.
Geen verdronken piloten meer!
Luitenant George" G. Tourtcllot, die als
vlieger lieeft deelgenomen aan den wereld
oorlog, heeft een vlot. uitgevonden ten be
hoeve van piloten, die in zee neervallen. Het
bestaat uit een rubber vlot in een metalen
omhulsel, dat den vorm van een klein lucht
schip heeft on 7.5 M. lang is, terwijl de
grootste diameter 25 c.M. bedraagt. Men kan
het omhulsel openen en hot rubber vlot op
blazen met behulp van flessclicn met samen
geperste lucht binnen één minuut. Hoewel
een metalen vliegtuig soms zeer spoedig
zinkt, beeft de piloot^gewoonüjk toch nog
wel dc gelegenheid, zich op deze wijze in
veiligheid te stellen. Luitenant Tourtellot
heeft zijn uitvinding zelf mot succes gede
monstreerd in de wateren rondom de Hawaï-
eilanden.
Door stoom gedreven vliegtuigen.
Kapitein H. C. Richardson, technisch lei-
lor van de Great Lakes Aircraft Corpora
tion, heeft met succes proeven verricht, die
hot gebruik van stoom voor vliegtuigen ten
doel hebben. Er wordt gebruik gemaakt van
turbines, terwijl de vleugels dienst doen als
condensators. De rentabiliteit van dc vlieg
tuigen zou volgens dit systeem belangrijk
verhoogd worden, vooral ten aanzien van de
zeer groote land- dan wel watervliegtuigen,
waarvan de ontwikkeling tot dusverre is
tegengehouden, omdat men niet de beschik
king had over voldoend krachtige motoren.
Een gevaariw: avontuur.
Uit afgelegen streken komen dikwijls
sensationcele berichten van avontuurlijk
aangelegdo vliegers. Twee hunner moesten
een noodlanding maken op de Coppermine
Rivier in Noord-Saskatchcwan. Na hun
watervliegtuig zoo goed mogelijk gerepa
reerd te hebben, trachtten zij van het wa
ter op tc stijgen, doch dit bleek onmogelijk.
Daarom taxiden zij naar ccn 120 M. hoogen
waterval, die hun de noodigc vliegsnelheid
erschafte om op tc stijgen en tenslotte
dicht bij hun kamp neer te dalen.