ONZE EXPEDITIE NAAR EGYPTE VAN KUNSTENAARS IN KOPI EN KLADSCHILDERS KREUGER'S DROOM VAN GROOTHEID door PROF. DR. H. E. WINLOCK. Directeur van het Metropolitan Museum of Art, New-York en leider van de Egyp- tische opgravingen voor dit Museum. De III Osirisbeelden on de Sen-Moet. graven van De derde groep fragmenten verschafte ons betere resultaten. Het waren alle stuk ken van beelden, die Ilatsjcpsoet voorstel den in dc gedaante van Osiris. Do tempel te Dcir cl Bahri was behalve een tempel ter eere van Amoon n.l. ook een grof- tempel voor dc koningin; de Pbarao'shad den de gewoonte, roods bij hyn leven te zorgen voor een schoon cn kostbaar graf met alles wat cr volgens het gebruik van dien tijd bijbehoorde. En dc doode vorstin kon men niet beter voorstellen dan in de gedaante van Osiris, de vorst van het doodenrijk. Van het bestaan dezer bcel den was nauwelijks eenig spoor overge bleven na dc verwoesting, die op last van Thutmoses III was aangericht. Het ont dekken daarvan was dus con der merk waardigste resultaten van ons werk. Wij hadden reeds kunnen aantooncn, dat de zuilengangon tor weerszijden van de eer ste trap aan do uitoindon version! worden door rousachtigo Osirisbeelden tor hoogte van S M., terwijl de bovensto zuilengang, waartoe de breede trap toegang gaf, feite lijk eon aaneenschakeling van dcrgolijko beelden was. Deze beelden waren 5*/s M hoog en konden niet slechts gezien wor den vanaf de boide tcmpcltcrrasson, doch ook vanuit de vlakte, waar de bevolking ze da.delijk na bot overstekon van don Xijl hij Karnak in bet oog kreeg. Deze beelden behoorden bij hot metselwerk van den tempel en waren dan ook in series tegelijk gemaakt. Van dezo groote blok ken zijn er verscheidene in stukken ge vallen bij het verniolen der beelden: het puin werd voor het grootsto gedeelte weg geworpen in de diopste gedeelten van de steengroeve, waar soras zooveel regenwa ter in stond, dat het materiaal geheel ver teerde. Een van de beide beelden van 8 M. heeft toevallig slechts weinig to lijden gehad van het water en dit hebben wij dan ook ter plaatse kunnen restaurecren. Van al de beelden der bovensto zuilen gaanderij konden wij er echter geen en kele in zijn geheel restaurecren; de enke le toonbare stukken werden verdeeld tus schcn ons museum en dat van Cairo. Wij hadden nog een derdo groep Osiris beelden gevonden van 3.35 M. hoogte. Ze waren dus voel kleiner dan de andere beelden, maar toch altijd nog tweemaal levensgroot cn behoorden kennelijk bij de groote nissen in den achterwand van bet binnenhof van den tempel. In do nissen kon men nog zien, waar zij waren inge bouwd en de omtrekken van het silhouet kon men duidelijk ondcrschoidcn, doordat daar de versieringen ophielden, die de rest van dc nis bedekten. Wij hadden och ter fragmenten van meer dan tien beel den, terwijl or slechts tion nissen waron. Het was een raadsel, doch bot liep roods tegen het einde van het seizoen en wij zouden wel niet meer do gelegenheid krij gen, het op te lossen. Alles was druk in de weer met inpakken en wij maakten nog slechts inderhaast enkele dingen af. Het meest dringende werk was in het hei ligdom van Amocn te doen. Wilkinson maakte daar copieèn van nog niet ge publiceerde tafereelen op de wanden, ter wijl een metselaar, die ons voor dot doej was geleend door den Franscben archeo loog Baraizc, nog enkele neergevallen stee.neo op hun plaats moest terugbren gen cn ecnige reparaties had te verrichten aan een kast. Dc zon kwam vroeg op en stond reeds ver genoeg naar hot Noorden om recht in het heiligdom to schijnen; om liet werk van den metselaar bij het helderste licht te bezien, ging ik daarom 's morgeps voor het ontbijt naar den tem pel. Gewoonlijk was het in het betrokken vertrek donker en somber, doch nu be scheen do zon den gcheelen Westclijkon wand en do steonen, dio van den öostclij ken uand waren afgevallen on nu op den grond lagen, totdat dc metselaar zijn work zou doen. In het heldere licht zag ik nu ietè merkwaardigs. Uit dc vier hoe ken van het vertrek was iets weggehakt. De steen was nog ruw en het eigenaardigo feit, dat reeds vroeger onze aandacht had getrokken, n.l. dat dc verslering der wan den niet tot in do hoeken doorliep, was nu zeer goed te verklaron. Er waren beelden weggehakt uit die hoeken, ovenals zij waren weggehakt uit de nissen. In allerijl koerde ik terug naar onze magazijnen cn daar kon ik spoedig allen twijfel uit den weg ruimen. Een nauwkeurige inventarisatie van dc frag menton bracht aan het licht, dat wij frag menten van li beelden hdddcri govonden, terwijl het nu ook gemakkelijk to verkla ren was, dat vier der beelden in afwij king van do andere rozeroode gezichten hadden inplaats van roode of gele en gc- vornist waren. Dat waren dc vier beeld on uit het heiligdom. Bij twee der hoofden paste dc breuklijn nog precies. Tonslottï kon reeds een rcconstructiotcckcning wor den gemaakt van den Westelijken wand mot do boelden, dio een volkomen geheel met dc ovorjge vorsioringen vormden. Wij wisten hierdoor tevens wat meer van het dool, waaraan dc tempel te Dcir cl Bahri dienstbaar word gornaakt. Het vertrek was feitelijk do bergplaats van de boot. waar mee Amoon zijn jaarlijkscho bezoek bracht tijdens het „feest van het dal". Dit voornaamste deel van den tempel bestond uit een lange, hooge kamer met een voet stuk voer dc boot in het midden op de wanden was het ritueel afgebeeld, dat Ilatsjepsoet ter gelegenheid van het feest moest uitvooren. Nadat de offers waren gebracht, werd het vertrek weer afgeslo tep; de boot daarbinnen werd bewaakt door c]e vier groote, serene beelden, die dc kronen van het Noorder- cn Zuiderland droegen: de personificatie van Hatsjepsoet als Osiris. Bij deze portretbeeldcn wijken de best bewaard geblcveno op oigcnaardi gc wijze af vap de andere in den tempel Het gezicht cn vooral de neus is langer en smaller, vermoedelijk is dc reden hier van, dat het hoiligdom van Amoen het alloreerst is voltooid cn dat de beelden daarvoor gemaakt zijn door een ouderen beeldhouwer, die nog vasthield aan <3* conventies uit den tijd van Hatsjepsoot's voorgangers. Terwijl wij ons bezighielden met het restaureeren der beelden van den tempel van Halsjepsoet verrichtten wij daarnaast opgravingen op den heuvel van Sjeik Ab del Koernch, welke de Zuidzijde vormde van de bocht in de rotsen, waarin de tem pels gebouwd zijn. Het voornaamste deel van dit werk betrof het graf van Sen-Moet, dat dicht bij den top van den heuvel lag en reeds in liet seizoen 1926/1927 door on9 was gevonden. Als architect van den tem pel van Hatsjepsoet was hij erin geslaagd, de hand te leggen op een terrein vlak buiten het tempelcomplex en door een lange gang door dc rotsen te laten gra ven, wist hij zelfs do eigenlijke grafkamer onder het heiligdom te plaatsen. Deze ontdekking door ons was des to merk waardiger, aangezien er reeds een graf van Sen-Moet op den heuvel bekend was, Djt graf zal wel het eerste zijn, dat Sen- Moet voor zichzelf gemaakt, heeft, terwijl hij oerst later do gelegenheid kreeg om zijn graf feitelijk binnen het gebied van den Reconstructietcekening van den Westelijken wand van het heiligdom van Amoen na het terugplaatsen van de Osirisbeelden. tempel te bouwen. Hot eerste graf was zeer groot en er lag een grooto hoeveelheid puin voor, dat de werklieden van de steenen had den afgeslagen om dc verschillende voor werpen te maken. Het is ook teckenend voor de eerzucht van Sen-Moet. dat hij voor zich zelf een sarcophaag maakte, welke blijkens de daarvan teruggevonden fragmenten zeer sterk deed denken aan do koninklijke sar cophagen van dien tijd. Dezo fragmenten bevonden zich bij den achteringang van de grafkamer en zoowel dezo als de sarcophaag waren geheel afgewerkt en versierd Slechts de rotsgang naar de grafkamer inoest nog gemaakt worden; nauwelijks waa men echter hieraan begonnen, of Sen-Moot liet bet werk staken om aan zijn tweode graf te beginnen. De sarcophaag was reeds naai den ingang van den rotsgang gebracht om na de voltooiing daarvan naar do graf kamer te worden vervoord; do dienaars van Thutmoses III konden hem dus dadelijk zien liggen cn vernielen. Een eigenaardig geval deed zich tenslotte nog voor bij het onderzoek van dc reusach tige hoop steenslag voor het graf. Daar vond men de lijken van con jongeman van om streeks twintig jaar cn van een oude vrouw, dio vreeselijk aan ruggemergstoring moet hebben geleden. Waarschijnlijk waren hol bloedverwanten van de werklieden en zijn zij voor het gemak in de steenslag begra ven, temeer waar het werk toch gestaakt werd. De jongeman was slechts in ccn mat gerold en de oude vrouw lag in oen ecnvou dige doodkist, dio achteloos op haar zijde was geplaatst. Bij haar werd een potjo zwarte oogenverf gevonden cn aan haar vinger had zij een scaraba met den naam van Nefroe-Re, het dochtertje van Hatsjep soet eu ecu leerlinge van Sen-Moet, Het werk bij hot graf van Sen-Moet belooft zeo»* interessant te wordon, doch wij konden er ons destijds niet langer mee bezighouden, daar er andere en moer dringende werk zaamheden vorricht moesten wordon. De grootste zwendelaffalro van alle tijden. Stockholm, April 1932. Een Zweedsch blad heeft de daden van Ivar Krcuger „de grootsto zwendelaffaire van alle tijden" genoemd. Inderdaad is het moeilijk, vormoedelljk zelfs onmogelijk, ook wanneer men de geschiedenis der groote zwendelaars op financieel gebied kent, om onder ben er een te vinden, dfe met Kreugcr vergeleken kan worden, het zij naar zijn persoonlijkheid of naar den omvang van den zwendel cn dc aangerich te schade. De opmerking van een ander blad, dat Kreuger in éC'n naam noemt met John Law als financieele zwendelaars, is dan ook ten eer.enmale onjuist. John Law was geen zwendelaar. Om te beginnen handelde bij niet voor eigen rekening, maar als minister van financiën voor Frankrijk. Hij heeft ons het moderne pa piergcld gegeven, waarvoor hij oen in zij:, soort geniaal dekkingssysteem had opge bouwd. Zijn val is vooral te wijten aan dc onge breidelde zucht tot spoculatie van bet Pa- rijsche publiek en toen hij tenslotte nog den verstandigsten maatregel nam, waar toe hij in zijn wanhopige positie de toe vlucht kon nemen, en de nominale waarde der biljetten wilde verminderen, brak dc woede van het volk tegen hem los. Hij moest zijn ambt verlaten cn was toen per soonlijk even arm als bij bet begin van zijn carrière. In 1729 is bij te Venetië in ellen de gestorven. Intusschen zou bet zeer onrechtvaardig zijn, wanneer bet Zweedscbo volk zich volkomen van Ivan Krouger afkeerde en hem als Zweed verloochende. Want hij was een Zweed, een echte. Natuurlijk dra gen hij en zijn helpers de moreele en, voor zoover zij zich daaraan niet door zelfmoord hebben ontrokken, ook do justitioneele verantwoordelijkheid voor hun daden, doch men mag niet vergeten dat grootheids- droomen, die zoo moeilijk te onderscheiden zijn van ongezonde eerzucht cn hoogmoeds waanzin. bij vele Zweden worden aange troffen. Men denkc bijv. aan Karei XII, die wel met geen andere figuur in de ge- heele wereldgeschiedenis te vergelijken is wat betreft zijn fantastische cn met alle eischen der werkelijkheid spottende zucht tot avonturen. En Sigurd Ibsen, de laatste vertegenwoordiger van Noorwegen aan bet Zweedsche hof, gaf eens in een particulier gesprek in het voorjaar van 1910 (het was it: een Parijsch hotel tijdens de laatste ziekte van zijn schoonvader Björnstjerue Bjornson) uitdrukking aan zijn vrees, dat de scheiding voor geen der beide landen goed zou zijn. Noorwegen, zoo meende hij. zou politiek en economisch gehoel aan den leiband van Engeland loopen en in Zwe den zag bij de teckcncn van een zekere overspanning, waardoor het betrekkelijk kleine volk in de verleiding zou komen, al te veel in do wereld van zich te willon laten spreken. Wanneer men bedenkt, dat juist aan Zweden de taak is toevertrouwd, de rall- liocncn van Alfred Nobel in den vorm van jnarlijksche prijzen te verdeelen, en dat van Stockholm uit jaarlijks eon oordeel wordt geveld over alles wat de wereld op intellectueel gebied presteert, dan is het nog mooi, dat het Zweedsche zelfbewust zijn niet nog meer op den voorgrond treedt, dan thans reeds het geval is. Bij Kreuger hoeft dat zelfbewustzijn dat dikwijls voorkomt onder don uiterlijken vorm van persoonlijke bescheidenheid en terugge trokkenheid zijn* geheelo wezen in be slag genomen. Hij was eerzuchtig tot het uitersto. Hij streefde ernaar, de reputatie van een geniaal veldheer op financieel ge bied te krijgen. En het is niet te ontken nen, dat zijn manoeuvres van een praktl- schen envoud en een geniaal bedachten opzet waren. De staten hebben du eenmaal geld noodig en het beste onderpand, dat zij daarvoor kunnen geven, is oen mono polie voor een artikel, dat iedereen ge bruikt, zoonis lucifers, die Ivar Kreuger ^oordceliger kon producecren dan iemand anders ter wereld. En hoe kwam Kreuger aan het geld? Heel convoudig: dat kreeg hij van het kapitaalkrachtige publiek, dat inplaats daarvan gaarne Kreuger's obliga ties in zijn brandkasten legde, aangezien deze immers een goede rent'- opleverden on zoo solide waren als baar goud. Het was een goede kansrekoning, doch juist in het kernpunt: hot vertrouwen op den ondernemingszin van het publiek, bleek Krouger's berekening oen gat te vcrtooncn. Orn dat gat te stoppen, maakte hij andere gaten, die weer verborgen wer den achter vervalschtc balansen en zoo werden die vervalschingen tenslotte tot een moeras, waar hij niet meer uitkwam. Hij zag de gevangenis in het verschiet en zijn zelfmoord is, behalve als zelfmoord, nog om een andere reden immoreel: om i,n vrees voor de straf der rechters en de vervloekingen der bedrogen menigte. Dgd aardschen rechter kon hij nog bijtijds ont snappen, doeli zijn vlucht uit het loven hoeftr dat gehcclo leven waardeloos ge maakt en bóm dc laatste glorie, die van een tragische heldenfiguur, ontnomen. Na zijn dood is er trouwens nog meer aan het licht gekomen. Zoo zocht hij zijn rolaties in elk kamp. Zoolang hij nog geld in zijn kassen had, gaf hij het uit voor elk doel, waar hij voordcel in zag. Hij was bijv. een ..overtuigd Pan-Europcaan". Natuurlijk: Europa zonder tolgrenzen is ondenkbaar zonder Europeesche monopolies en wat lag meer voor de band, dan dat bet alles bc- heerschendc Kreuger-concern die gepacht had? Maar ook de communisten kondon nuttig zijn. De Sovjet-unie was n.l. de grootste concurrent, van bet Kreuger-con cern en bot was van belang, daarmee tot opd vergelijk te komen. Ook een commu nistisch georganiseerde staat heeft "kapi taal noodig. Geen politieke beweging, van welke richting ook, versmaadde hij trou wens. Vroeg of laat kon zij immers de macht in handen krijgen? Zijn documen- lenkast zal misschien nog menige verras sing opleveren. UIT HET HOOGE NOORDEN In Kopenhagen woont een beeldhouwer die gedurende vijf jaren zooveel „Wischy"- water kan bestellen als hij wil in ruil voor een kop-in-marmer van de cchtgenoote van den grootsten mineraalwatcrfabrikant van de Koninklijke Dcensche hoofdstad. Een zijner kunstbroeners bewoont een keurige moderne flat a raison van een aquarel per kwartaal. „Faun" in ruil voor een jaar abonnement scheren en knippen, een brons van Kung Christian te paard voor 200 kilo boter, een ultra-moderne houtsnee voor een nieuwe naaimachine en „Fabrieksstad" in olie voor een tuinhek, dat bovendien nog netjes groen en wit geschilderd wordt voor een „Maan boven zee". Het kbnkt wat vreemd dit alles. Maar 't is ernst, nuchtere, zakelijke ernst In de hoofdstad van bet land der gemoede lijkheid kan een huiverende kunstenaar zijn kleermaker opbellen cn hem een „Jong Geitje" in palmhout aanbieden voor een zoo hoog-noodigen warmen ulster-naar maat, kan dc naar ware kunst dorstende bierbrouwer een bekenden, maar dorstigen schilder aanklampen en hem zoo en zoo veel dozijn Gammel Carlsberg offreeren voor diens „Nybrogade", die op de laatste tentoonstelling in Charlottenborg veler be wondering had zonder voor gek te wor den aangezien. Een jaar of zeven geleden opperde de Kopenhaagsche schilder Aage Bertelsen in een kring van vrienden en kunstbroeders, die over de slechte tijden en de geringe be langstelling voor kunst zaten te mopperen het plan. een vereeniging op te richten, die voor het mjlen van kunstwerken tegen goe- deren of arbeidsprestaties, dus tusschen kunstenaars ter eenre en zakenracnscben, winkeliers, ambachtslieden, boeren enz. ter anderer zij, zou zorgen. Het plan werd spoedig verwezenlijkt, „Korist for Varer' werd geboren en natuurlijk met ontelbare witzen en sketches in liedjes en revues, met gelach en afkeuring ontvangen. Men be schouwde het heele geval als een vreemd bedenksel van een stel met hun voeten in de wolken staande artiestelingen, men voorspelde „Konst for Varer" een kortston dig lijden en een spoedigen dood, men voor zag onsympathiek gesjacher met edele kunstproducten. Maar al zeer spoedig bleek bet plan nog niet zoo gek geweest te zijn. Het eerste jaar werden schilderijen en sculpturen voor een waarde van 45,000 kronen door bemidde ling van do snel populair wordende ver eeniging geruild. De omzet steeg het vol gende jaar tot 75,000, bleef dan een paar jaar om en bij de 100,000, om in 1930 tot 125,000 kronen te stijgen. En 't laatste jaar kwam men een eind boven dc 150,000 kro nen, hetgeen waarschijnlijk een indirect ge volg is van de crisis, omdat een goed kunst werk niet zelden veiliger beleggingsobject blijkt te zijn dan een bundel effecten. Aanvankelijk in 't klein en bescheiden begonnen met een nogal primitief tentoon- stellingslokaaltje aan Storragade, beschikt „Konst for Varer nu over een reeks prach tige zalen in een paleisachtig gebouw aan Ny Vestergade, vlak bij Raadhuspladsen. dio door den staat gratis ter beschikking zijn gesteld. Want men ziet in Denemar ken algemeen de groote beteekenis en het nut dezer vereeniging in. De kunstenaars, die immers vaak moeite genoeg hebben om hun werken kwijt te raken al heeft hun naam nog zoon goeden en bekenden klank kregen door „Konst for Varer" beter ge legenheid hun werken aan den man te brengen en het staat vast, dat aan den an deren kant door dezo instelling vrij veel goede kunst reeds onder het groote publiek kwam. Het idee, kunstwerken te ruilen tegen waron of diensten is geenszins nieuw. Hoe vele schilders brachten het niet op eigen initiatief in de praktijk als ze eens finaal blut waren of een oude rekening moesten betalen? Kent men ook ten onzent niet ver scheidene artiestenkroegen, waar de wan den vol gehangen zijn met. schilderijen, die in betaling genomon werden voor een serie maaltijden en hobben de autoriteiten van het aan duizenden toeristen welbekende plaatsje Leksand in Midden-Zweden den schilder Anckercrona niet een flinke be lastingschuld kwijtgescholden in ruil voor zijn ontwerp voor het mooie rechtsgebouw? Maar de wijze waarop men in Kopen hagen het idee heeft uitgewerkt geeft toch veel betere resultaten. Daar heeft b.v. een slager, die voor honderd kronen vleeschwa ren wil leveren in ruil voor een schilderij bij „Konst for Varer" keuze uit vele tiental len doeken en kan een chirurg of een lood gieter of een bloemist zich op de lijst laten zetten voor 't geval, dat eens een kunste naar zijn diensten noodig heeft. En het be hoeft niet te verwonderen, dat het Deen sche voorbeeld in Stockholm eD Parijs, mis schien ook elders, reeds nagevolgd is. Ik geloof, dat een dergelijke instelling ook in ons land voor vele kunstenaars een uit komst zou zijn. Wellicht zou een vereeni ging als „Kunst aan hot volk" of „Kunst voor a'.len" door zich aanvankelijk voor zaalhuur 'en administratiekosten garant U stellen, ook op dit terrein nuttig werk kun nen verrichten. Een indirect gevolg van de Kopenhaag- sche „Konst for Varer" is, dat de belang stelling voor de beeldende kunsten opder het groote publick geleidelijk groeit, dat steeds meer mcnschen, die zich tot nu toe met leelijkc oleographieen of rejuoductics van bekende meesters tevreden 6telden. origincele werken in hun bezit willen heb ben, al is dat niet zelden ook uit puur snobisme. Die toenemende belangstelling stemt natuurlijk, om meer dan een reden, verblijdend en rechtvaardigt ten volle den steun, dien de 6taat aan „Konst for Varer' verleent. Maar eenige heeren hebben er snoodelijk misbruik van gemaakt. Zij wa ren pal voor het beginsel „Kunst aan het volk", docb vonden, dat de kunstschilders eigenlijk veel te veel voor hun werken vroe gen, en besloten daarom, geheel in over eenstemming met den geest van dezen tijd, de productiekosten van schilderijen te ver lagen, door die in 't groot te fabriceeren en een streng doorgevoerde artieidsverdee- ling toe te passen. Zij kochten linnen bij honderden vier kante meters tegelijk, sloegen de verf niet bij tubes, maar bij bussen tegelijk in en buurden een aantal aankomende schilders- knechies. Voor de schilderijen werden en kele standaardmaten vastgesteld cn ver schillende standaard-onderwerpen. Voor de bevolking op Jutland moesten het doeken zijn met duinen of heide, voor de men schcn van Seeland stukken met beuken boscb of kustgezichten, voor de stedelingen idyllische landschappen met een boerderij tje of een kerkje of wat koetjes. De schil ders kennen hun werk. De eene doet nim mer iets anders dan bliksemsnel met mallen de schetsen maken, de tweede zet altijd een blauwe lucht op, de derde zaait er wat wolken in, de vierde vult de groene partijen op, de vijfde de bruine, de zesde is specialiteit in boomen, de zevende fabriceert met een paar streken de prach tige branding en de achtste weet precies hoe je in twee minuten een boerderij moet schilderen. Zoo gaan de doeken door tien tallen handen, die er allemaal wAt aan prutsen, om tenslotte te belanden bij een aap jager wal geraakten, kunstschilder, die er zijn niet geheel onbekenden naam on der zet. Hoeveel merschen er in do schilderijen- fabriek werken en hoeveel doeken er per dag geproduceerd worden, is onbekend, maar de capaciteit moet ontstellend groot zijn. Een stuk of twintig agenten bewerken al weken lang het geheele land en keeren telkens met een leege vrachtauto naar de fabriek terug om nieuwen voorraad te ba len. Te Kopenhagen is een vertegenwoor diger, die met een handwagen de huizen langs gaat en niet zelden tegen dc honderd „kunstwerken" per dag aan den man brengt. Het gaat alles op afbetaling, een jaar lang, vijftig ore per week, waarvan de vertegenwoordiger de helft mag behouden. En aan het beroemde Stroget beeft men voor ongeveer 30,000 kronen per jaar een winkel gebuurd, waar de schilderijen voor den schappelijken prijs van 9.95 kr. con tant betalen aan dc kassa tc koop zijn. Het zaakje moet op een goeden dag na tuurlijk 6paak loopen, want als men nog een tijd lang doorwerkt in het tegenwoor dige tempo, dan zal er spoedig in heel De nemarken geen huis meer zijn, waar de agenten hun schoone verhalen over schil derijen als geldbelegging en over „Kunst aan de massa" niet hebben afgedraaid. In tusschen breiden dc fabrikanten hun afzet gebied geleidelijk uit. Malmó ligt vlak bij kopenhagen cn heeft al doorloopend bezoek van handelaren in goedkoope Deenscbe schilderijen. En van Malraö zoeken zij hun koopers verder Zweden in. Men zegt, dat verschillende series schilderijen apart voor Zweden zijn gemaakt, schilderijen met elan den onder oude sparren, met motieven uit do scheren, met rood-houten schuren en blauwe berg op den achtergrond. Het is zelfs al zoo erg, dat men te Stockholm er ernstig over denkt de Dcensche autoritei ten te verzoeken om spoedig maatregelen te nemen, omdat men op de veilingen in het Notarishuis het werk niet af kan van wege de vele Deonschc kunstwerken, die er 3e laatste weken aangeboden worden. Stockholm, ApriL BERTIL t*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 16