DE ORANG-PENDEKH RADIOBRIEF UIT AMERIKA JEUGDHERBERGEN HET NIEUWE DUITSCHE LUCHTSCHIP ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU F. H. LOGANS - Utr.str. 15 Tel. 483 Wij vertegenwoordigen de bekende OUCRETET en PHILIPS toestellen Betaling in overleg met den kooper Het nas ongeveer op do grens van 1924 tot 1925, dat ik in ccn kort artikel in één der dagbladen een beknopt overzichtje gaf ■van dc ontwikkeling der jeugdherbergen in Duitschland. Ik kon toen daar geen der gelijk overzicht voor Nederland aan toe voegen, omdat, er hier nog geen ontwikke ling van jeugdherbergen was. Hoe snel is sedert dien die groei gegaan. Thans bezit ons land ccn groot aantal, waaronder zeer goed ingerichte, uitnemend gelegen en wel gebouwde jeugdherbergen. liet spreekt van zelf, dat zij, als alle nieuwe waarden, die zich rcaliseercn, oude waarden \ernietigd en geschaad hebben. Zoo het uit logeereu gaan, waardoor men veel inniger cn ver trouwelijker met. menschen en met een streek in aanraking kon komen en van welks beteekenis de twee bekendste kop stukken der Camera, dc familie Stastok cn de familie Kegge, een blijvende getuigenis afleggen. Zoo ook het samen uitgaan cn buiten zijn van de geheele familie, die in de spanning van liet dagelijkschc leven el kaar zoo minder vertrouwelijk ziet. en in dn vacantia met elkaar samenleeft. De jeugdhorbergbeweging is zeker een symptoom van onzen tijd: meer zelfstan digheid, d.w.z. meer losgemaakt zijn van het gezinsverband van onze jeugd, minder verdieping in een klein stukje werkelijk heid. groote belangstelling voor het uitge breide, strepen naar eenvoud, soberheid, zakelijkheid, zucht om iets aan tc pakken en naar vrijheid van den dagelijksclien gang van 't leven, men vindt dit ook op andere terreinen cn dit alles behoort tot dc geestelijk-economische structuur van on zen tijd. En dat alles is niet onverdeeld gunstig, wat de moderne tijd ons te zien geeft. De jeugdherbergen zijn echter, als men eenmaal haar 'tegenzijde aanvaardt (die naar ik geloof samenhangt met den gchcc len cconomischen bouw van ons huidig samenleven) wel de uitdrukking mee van het beste, dat er leeft in de jeugd van de zen tijd. Ze zoekt frissche lucht voor 't werk, niet door tc blijven hangen in één omgeving die niet meer prikkelt, maar dcor tc trekken, door zich iu te spannen. Zij stelt geen cischcn van hoog gemak, zij laat. zich niet leven, maar zij is tevre den met het voldoende en goede noodzake lijke. Zij is niet bedacht op veel geld uit geven, maar stelt er haar eer in, met wei nig ver tc komen. Zc wil zich niet slechts '•psluiton in eigen sfeer maar ontmoet ook van* tijd tot tijd gaarne anderen: anderen van richting, van beroep, van afkomst on geestelijken aard, een gezonde objcctiviteits zin. Zc zoekt de natuur en is noch bang voor den zonneschijn, noch voor den regen van onzen zomer. Dat zoekt zc en vindt zc in dc jeugdherbergen, grootendccls door haar eigen medewerking ontstaan cn in stand gehouden. Zo reist cn vindt overal haar huis. Voor dc ouders is dit ook een groote gerustheid: ze weten dat dc kindcroD komen in oen omgeving wier samenstelling niet geheel willekeurig is, in een huis waar een leiding is die niet. op winst maar op zorg is bedacht, waar de drankverleiding niet. beslaat, noch de wccldeverleiding. Een centraal verband houdt dit alles bij elkaar en schept zoo een eenheid, over ons land, over 'n stuk van Europa. Dat hierdoor zoo wel de nationale als internationale gedach te bevorderd kan worden, lijdt geen twijfel. Als er samenwerking met *cen leiding is van ouderen die toch dc jeugdzelfstandig- hcid eerbiedigen, kan het jeugdherbergwe zen een stuk levensvreugde cn opvoeding der rijpende cn gerijpte jeugd zijn. Ook een stuk sociale rechtvaardigheid, aan het ook voor minder bedeelden dc reis in dc va- cantic mogelijk maakt. En daarom ver heugt het mij, dat er nu geschreven kan worden over de ontwikkeling van het. Ne- derlandsche Jeugdherberg wezen. PROF. R. CASIMIR. „Koningsbosch" Een model-Jeugdherberg zonder luxe. Door steun van Ged. Staten van Noord-Holland gebouwd in het mooie duinlandschap van Bakkum. UIT INDIë Speuren naar dwergen en menschapen. Men mag den regel stellen, dat leven in den schuil van het woud in onzen naar wetenschap dorstenden tijd een middel is tot opwekking van belangstelling. Meer dan ccn halve eeuw kent Indic een belangstel ling voor dwergen cn anthropomorphc we zens, zwervend in dc bijkans onbegaanbare bosschcn van weinig toegankelijk gebied, zooals men het vindt in midden Sumat en op Nieuw-Guinea. Het jongste voorbeeld is de jacht (helaas de jacht!) op den orang pendekh in Rokan. Heel midden-Sumatra met zijn drassige wouden telt stammen, die liefst verscholen leven cn wier bestaan dan ook zoo primitief is, dat het in vele opzich ten gelijkt op dat van dc dieren des wouds. Zij houden zich op in iniddcn-Suniatra be oosten den Barisan en veelal in de wouden van het rijk Siak, cn dergelijke stammen, verwanten waarschijnlijk, werden aangetrof fen op het Maleische schiereiland, Maïakka, waar het Maleische volk in oude tijden zwierf en vanwaar liet in groepen overging naar Sumatra. Als zwervende stammen er gens een veilig gebied tot verblijven vonden, zijn zij allengs ontwikkeld tot een gezeten volk rnct landbouw. Maar het laat zich be grijpen, dat tal \an stammen dat voorrecht misten cn bleven in hun staat van zwerf- volk, dat den medemensch niet leerde ken nen als vriend en hem dus vermeed. Hun leven zonder bescherming in de wildenlis heeft de voortplanting beperkt cn dc resten sterven weg. Ook waneer zij zich, gedreven door allerlei omstandigheden buiten hun wil, laten opnemen in de bewoonde wereld en zich onderwerpen aan de gevestigde orde. verliezen zij het karakteristieke011 de belangstelling. Aldus is het den orang Koehoc vergaun, die 50 jaar geleden nog verkeerde in de bos schcn van Palembang cn Djambi. Hot wa ren toen kleine menschen, levend van wat hét boseh hun bood cn wonend in dc groote boomen met zware takken en blaren als be schutting: menschapen, meer mensch dan aap. Een enkelen keer bekroop huu dc lust èn de moed de dóesoens van gezeten volk tc naderen en zij legden tersluiks wat bosch product neer, hopend er een anderen dag wat rijst of zout terug tc vinden. Maar op den duur is dat voor hun verscholen be staan noodlottig geworden. Want de gezeten Maleicrs kregen een blik op de Koeboes, dv hoofden vertelden er over aan dc contro leurs van het gouvernement en vervolgens werden allerlei vredelievende manieren bo dacht om den Koeboe in tc palmen voor een rustig meeleven in de ordelijke maat schappij. En nu zijn er eigenlijk geen Koe- boes meer. Een dergelijk volkje treft men in Mandau en Rokan, deelen van het sultanaat Siak in midden-Sumatra, waar dc orang Sakei op RADIO Eenige radio-anecdotes. Een tooneelstuk over de radiowereld. New-York, Juni 1932. Er zijn herhaaldelijk pogingen gedaan om stukken te schrijven met een studio als plaats van handeling, doch gewoonlijk von den de schrijvers daarbij meer moeilijkhe den op hun weg, dan zij aan konden. Eeni- germatc is dit ook het geval met W. F. Manley cn IJ. F. Carlton, die samen menig goed geslaagd hoorspel, menige aardige „sketch" voor de radio hebben geschreven en zich nu hebben gewaagd aan een too neelstuk, getiteld: „Wild Waves", dat saty- rjsch bedoeld is en speelt in een studio. De studio is door de régisseurs zeer goed na gebootst, bet onderwerp: het hekelen van de toestanden in dc wereld van den Ainc- rikaanschen omroep, is dankbaar genoeg, maar toch blijft het stuk zwak. Dit behoeft ons niet tc verwonderen, want ioonccl en radio staan ver van elkaar af. Reeds in dc eerste jaren van den omroep moesten vele tooneelspelers tot hun teleur stelling ondervinden, dat huil succes op het toonecl, hoe schitterend het ook was, hen nog niet populair kon maken voor den microfoon. Het toonecl en de microfoon vcr- cisclien een geheel verschillende techniek en men kan een meester zijn in dc cenc techniek, zonder daarom nog de andere te bcheerscben. Tul van geroutineerde tooneel spelers stelden voor den microfoon teleur en het zijn er maar weinigen, die zooals Ed die Cantor, zoowel op het toonecl als voor de filmcamera en den microfoon succes hadden. Dc televisie zal vermoedelijk weer soortgelijke moeilijkheden bieden aan dc artisten. Dit niet te beschrijven verschil in tech niek wordt eveneens noodlottig voor som mige schrijvers, die zoowel voor liet too necl als voor den omroep trachten te wer ken. Iemand, die in staat is een successtuk voor bet toonecl te schrijven', kan daarom nog geen radio-..sketch" schrijven en aan den anderen kant is het volstrekt niet ge zegd dat de populaire negerzangers Amos en Audy, die zelf hun episodes voor dc ra dio samenstellen, in staat zouden zijn om een aantal bedrijven cn scèues te schrijven, die geschikt zijn om op het toonecl te wor den opgevoerd. Wanneer een scenarioschrijver van dc ra dio ccn tooneelstuk tracht te schrijven, blijkt dikwijls, dat het hem moeilijk valt zich los te maken van de principes, die de populariteit van een radio-sketcb bcheer- schen. Zij maken een tooneelstuk, dat lang dradig cn veel te ingewikkeld is Amos en Audy kunnen eiken avond 12 minuten op- Uedcn en steeds opnieuw weer een talrijk gehoor vinden, doch wanneer zij hun epi sodes aaneenregen om een voorstelling van een uur tc geven, zouden zij hun publiek spoedig vervelen. Verder is de indruk, dien dc stem maakt op den toehoorder, van het grootst belang als men optreedt voor den microfoon! Het is dan ook volkomen na tuurlijk, dat men geen werkwijze kan vin den, die bruikbaar is bij liet schrijven van een tooneelstuk. zoowel als van een hoor spel. Nog grootcr worden dc moeilijkheden, wanneer het tooneelstuk moet spelen in de wereld van den omroep. Het blijft onecht, evengoed als het. onmogelijk is om op het toonecl paardenrennen tot onderwerp te nemen en het publiek dezelfde spanning te doen gevoelen, die bet vanzelf meemaakt bij werkelijke races. Bovendien is het too neelstuk van Manley niet „up to dato". Een dergelijke drukte vlak voor een uit zending treft men tegenwoordig niet meer aan. Dc menschen loopen niet meer wild door elkaar in een moderne studio. Dc ar tisten wachten voor de deur op hun beurt, spreken met een kennis of lezen wat, tot dat ze twee minuten voor. hun optreden rustig oen wenk krijgen. En die wenk is voor heil iets heel gewoons niets opwin dends of angstaanjagends. In dc eerste dagen van den omroep kwam het nog wel voor, dat men op het laatste oogenblik langs de studio's rende om een vervanger te vinden voor een artiest, die niet was verschenen. Dat gebeurde in 1921 b.v. als het slecht weer was en dan had ccn vast aan dc studio verbonden artist of de omroeper zelf de taak om het publiek zoolang bezig tc houden door iets te zingen of een gedicht voor tc lezen. Men gaf ook wel eens de persoon, die het vorige pro gramma juist zou beëindigen, een wenk om nog maar een kwartier door tc gaan. Dat alles voranderde echter, toen dc artis ten met bun optreden \oor den microfoon geld begonnen tc verdienen. Nu zijn zij gaarne bereid om uren tc rcpetecren en zorgen zij er wel voor, precies op lijd te kunnen beginnen. Een omroeper, die 1250 dollar krijgt voor clkcn keer, dat hij als ceremoniemeester fungeert, zal niet bij den gezellig brandenden haard blijven zitton, hoe slecht het weer ook is. En een zangeres zal niet thuis blijven, als zij haar bank saldo kan verhoogen met 1000 dollar door een aantal liederen op de aethergolven te laten voortsnellen door een sneeuwstorm, orkaan of onweersbui. Bovendien is het niet hetzelfde om de uit voering mee te maken in werkelijkheid in de studio of geacteerd in een tooneelzaal. Velen hebben het Lucky Orchestra van B. A. Rolfe voor den microfoon zien spelen, cn hoewel de kleine stoeltjes in de studio heel ongemakkelijk zijn, gaat zoo'n uur snel voorbij. Het nabootsen van zoo'n uit voering buiten de studio doet de typische sfeer, verloren gaan, zelfs al zou men «Ie beschikking kunnen krijgen over dezelfde radio-artisten, wat natuurlijk niet. wordt toegestaan. Geen tooncoldirectio zou zoo'n orkest trouwens een uur willen laten spe ten, hoe goed het ook was. Ook het publick zou dit niet wenschen, want een schouw burg is nu eenmaal geen studio cn ook geen huiskamer, waar de radio aanstaat. In de studio heerscht volkomen stilte, afge zien van dc eigenlijke uitvoering. Dc micro foon en dc mot draperieën behangen wan den geven er iets geheimzinnigs aan. liet onzichtbare publick danst misschien op de hier gespeelde muziek, of het speelt er bridge bij, of... het luistert er in het ge heel niet naar. In den schouwburg is dat alles anders. Onder dc luisteraars heerscht momenteel groote opwinding over het nieuwste trucje van reclame makende firma's. Wanneer een bekend persoon een redevoering houdt, wordt deze na eenigen tijd plotseling stop gezet om wat reclame tc maken, waarna dc rede weer verder wordt uitgezonden. Ondanks de ontstemming, die daarvan hot natuurlijk gevolg is, meent men blijkbaar toch nog succes tc hebben met een derge lijke reclame. Dc groote combinatie van zenders, de z.g. networks, weigeren dezen vorm van reclame, doch vele kleine om- ï'oepmaatschappijen nemen juist dergelijke nummers in hun programma op om hun in komsten langs dezen weg te vergrooten. Het huis van O. H. Caldwell, een der leidende figuren in dc Amerikaansclio ra diowereld, is vol electrische leidingen, om dat alles er zooveel mogelijk automatisch moet gaan. Als er een auto den tuin in rijdt, wordt automatische heldere verlich ting ingeschakeld cn als dc auto dc garage nadert, gaan vanzelf de deuren ervan open. Onlangs begon het electrische carillon, dat gewoonlijk dient om bezoekers tc verwel komen, uit zichzelf tc spelen. Na een gron dig onderzoek bleek liet, dat er een vuur vliegje was gaan zitten bij dc foto-elec- trische cel, die opzij van de oprijlaan in het groen verborgen was. Het onschuldige diertje had, zonder iets tc weten van elec- tronen en dergelijke dingen, rustig zijn licht uitgezonden cn liet carillon laten spe len. Dat er nog altijd 'origine,1elc ideeen voor red ioprogram ma's voortkomen van de luis teraars zelf, blijkt, wel uit de mail, die de groote omroepmaatschappijcn ontvangen. Een van de merkwaardigste voorstellen was afkomstig van een man, die een gedresseerd paard had en dit voor den microfoon wilde laten optreden. Het kon rekenen en vragen niet ja of neen beantwoorden door telkens een bepaald aantal malen te hinniken. Dc eigenaar van het paard kreeg een afwij zend antwoord; men vertelde hem, dat de liften van het betrokken gebouw niet groot genoeg waren om een paard fc vervoeren, ferwijl dc studio's op dc 21c en 22e verdie ping waren gelegen. De eigenaar antwoord de echter, dat dit. geen bezwaar was, aan gezien zijn paard Woleens 32 trappen was opgeloopen. een zeer lagen trap van beschaving verblijft in dc bosschcn. Verspreid komen zij voor en tezamen zijn er wellicht duizend. Hun klee ding is beperkt tot ccn lendengordel. Zij eten ongekookte dingen en rauwe visch en gc lijken daardoor cn door andere gewoonten wel zeer op een ander volkje, dc arong Be- noea, dat zwerft op en bij de eilanden van den Riouw-archipel. Het werd ruim 'n halve eeuw geleden besclirevon als rondhoofdlg. klem van neus, klein en schuin van oog, met groote slappe ooren, laag van voorhoofd, met vooruitstekendon kaak, met. lang haar cn ruige leden. Maar ik bezit oen foto van Sakei's en ook zijn er van Koebocs. waar men al wezens in ziet van eenige bescha ving. Zoo verging het ook den orang lom op Bangka cn in Indr&giri; hij werd vaF lieverlede aangetrokken door een beschaaf der bevolking naarmate de eenzaamheid van zijn wildernis verminderde door het voortschrijden van den koloniseerenden arbeid. En de orang pendekh? Van den orang Koeboe, Sakei, Benoea enz. bleef ccn soort legende zweven als van ccn zeldzaam exemplaar, om het huiselijk tc zeggen: het midden houdend tusschen mensch en aap. Inderdaad zijn die orangen anthropologisch gesproken zeer belangwekkend, mits men hen kan bestudeeren cn vergelijkingen kan treffen tusschen hun wezens in verschillen de stadia. Dat is steeds moeilijk, zoo niet onmogelijk gebleken. Doorgaans zijn do orangen, levend en zwervend in wouden en buiten alle beschaving, klein van gestalte, en dc kleine boschbewoners, zoo zij een enkele maal worden gezien, trekken dade lijk dc aandacht en herinneren aan het ge heimzinnig proces van dc ontwikkeling van den primitieven mensch tot een beschaaf den. Werd een orang pendekh (een „korte mensen") ontwaard, dan ging het verhaal van mond tot mond en liet bereikte den ambtenaar. Enkele jaren geleden was hij, de orang pendekh, gezien in Palembang cn Djambi cn toen zijn er expedities uitgetrok ken om hom na te speuren. Uitkomst had men niet Maar nu is er in Rokan weer een gezien en er schijnt een skelet gevonden te zijn, dat men meent tc herkennen1 als dat van een orang pendekh, althans van een wezen, dat zoowel den aap als den mensch gelijkt. Ilot is zeer verklaarbaar, dat een controleur zich opmaakt en ijvert om een bijdrage te leveren tot de oplossing van een zoo gezellig mysterie. Het schieten van zoo'n wezen is niet aan tc slaan als een bijzon dere en opzettelijke wreedheid; wreed is het schieten van eiken aap, die niet gevaarlijk blijkt voor zijn omgeving. Men zou er wel aan doen, het zoeken en bepaaldelijk het vangen van dien mystcrieuzen verwant van ons geslacht maar op te geven cn te wach ten tot hij zich zelf aanbiedt tot inlijving bij do beschaafde wereld. Want zoo do pen dekh geen aap is, zal hij dit eenmaal moe ten doen gelijkerwijs het de orang sakai, koeboe, benoea enz. heeft moeten doen. Het is in ïndiö do kleino mensch, de kleine orang, die de. nieuwsgierigheid en weetgierigheid van reizigers en ambtenaren gaande maakt, cn dat te meer indien zij zich liefst schuil houdt en het soberst loven bemint in de wildernis. De weetgierigheid wordt daarbij gesterkt, doordat men weet, hoezeer dc authropologe oen ruimere ken nis van de voorkomende pygmeeën, de dwergmenschcn, op hoogen prijs stelt. Pygmeeën komen in Indic voor op Nieuw- Guinea en wel in het centraal gebergte, en hot. bleek ook daar, dat zij niet gemakkelijk zijn to naderen. Men heeft er gevonden, levend op 2000 meter hoogte, die lil c.M. maten. Opmerkelijk is het, dat er op hot groote eiland Papoes zijn, die tot do pygmeeën zijn tc rekenen, terwijl in de laagvlakto Papoes een grootore lengte heb ben, tc Merauke wol van 170 c.M. Zijn de kleinen dan wel Papoes? Of zijn zij wellicht verwant met de negrito's van de Philippij- non? Het zijn vragon, waarop de anthropo logic gaarne een antwoord wil zoeken. Dat dc pygmeeën op Nieuw-Guinea alleen in het gebergte voorkomen, is naar ik meen niet juist of niet meer juist. Want langs de Di- gool-rivier kan men soms zeer kleine Papoes waarnemen, die uit nieuwsgierigheid gluren door het gebladerte naar wat voorbijgaat op het water. Zij gedragen zich voor zoover men dan kan zien, als zeer primitieve woud- menschen. Hoe nader de beschaving komt tot dc wil dernissen van Sumatra, Borneo, Nieuw- Guinea, des te moer zal de orang, die om zijn kleinheid cn om andere kcntcekoncn dc belangstelling heeft gaande gemaakt, zijn afzondering moeten opgeven. Maar als er op hem jacht wordt gemaakt, hetzij vreedzame hetzij vijandelijke, dan worden dc jongste dagen van een verdwijnende soort voor de ongelukkige wezens de ellendigste van hun bestaan. En dat zal toch niemand hun wil len berokkenen, of het nu pygmeeën geldt dan wel orang pendekh. DENGAN HORMAT. Nieuwe Omroopgetallen. De Europeeschc Omroep groeit ondanks den slechten financieelen toestand nog steeds met onverminderde kracht. Zoo heeft b.v. dc Zwitserscho Omroep ccn toertamo van 12000 toestellen kunnen boeken (Janu ari). Do Hongaarsche Omroep steeg in dien- zelfden tijd met 7000 luisteraars. In Zuid- Afrika telde men op 31 December '31 pre cies 39.610 luisteraars, in Australië ongeveer 340.000. In Brazilië 6830, Canada ruim 550.000, Japan ruim 920.000, Palestina 612 en in Albanië 232. Meer auto's dan ontvangers in Amerika. De Ford-fabrieken in Detroit publiceerden deze dagen oen interessante statistiek, vol gen welke van de 100 Amerikanon er 47 een auto en 45 een gramofoon bezaten, terwijl er slechts 36 een radio-ontvanger hebben. De Favoriet van den Atlantischen Oceaan. door Herbert R. Task. Het geraaxnto van het nieuwe luchtschip LZ 129, dot momen teel te Friedrichslialen in aan bouw is, is praktisch gereed. Hot is van duralumin en bero- kend op een inhoud van 200.000 kubieke meter, tweemaal zoo groot als die van de „Gral Zep pelin". Het is een spannende wedstrijd, die reeds jaren lang tusschen luchtschip on vliegtuig wordt gevoerd om de heerschappij over den oceaan. De trans atlantische vluchten van dc „Graf Zeppelin" hebben er veel toe bij gedragen, het vertrouwen in het luchtschip te vergrooten. De veiligheid is n.l. het eer ste, waar bij een luchtschip naar gevraagd wordt; dit punt is van veel grooter belang dan de kwestie der rentabiliteit. Dc groot ste spanning van de constructeurs wordt gericht op dc bestrijding van het brandge vaar cn een succes in deze richting wordt een dubbel succes geacht. De veel bespro ken vraag: waterstof of helium? is dan ook oppervlakkig gezien geen vraag meer, waar waterstof zoo buitengewoon licht ontvlambaar en helium absoluut onbrand baar is. Helium is echter veel zwaarder dan waterstof en ook duurder. Dc renta biliteit kwam dus in cpnflict met de vei ligheid, doch nu is dit nieuwe luchtschip een poging, om rentabiliteit en veiligheid met elkaar te vereenigen. Er wordt zoo wel waterstof als helium gebruikt en wel zoo, dat de waterstof in gasdichtc omhul sels wordt aangebracht binnen grootere om hulsels, waarna dc tusschenruimten met helium worden opgevuld. De gevaarlijke waterstof is dus van alle zijden omgeven door een onbrandbare isoleerendc laag. Dit systeem beeft bovendien nog bet voordeel dat men, wanneer bet luchtschip door ster ke, luchtstroomen teveel omhoog wordt ge drukt, en daarom ondanks het uitwerpen van ballast nog gas moet uitlaten om te kunnen landen, dit gas hot goedkoopc wa terstof kan zijn inplaats van het dure he lium. Dit laatste zou hij een uitsluitend met helium gevuld luchtschip natuurlijk on vermijdelijk zijn. Daardoor wordt tevens de installatie overbodig, waarmee men uit do uitlaatgassen ball astwater kan winnen; een dergelijke installatie werd tot dusver door de Amerikaansche luchtschecpsdcskundi- gen onmisbaar geacht. Dc veiligheid wordt bovendien nog ver hoogd, doordat bij dit luchtschip voor het eerst gebruik wordt gemaakt van Diesel motoren, terwijl dc exploitatiekosten van deze met zware olie gestookte motoren laag blijven. De rentabiliteit van het nieuwe rouzenluchtschip is veel grooter dan die van de half zoo groote „Graf Zeppelin". Hoe grooter eon luchtschip wordt, hoe gunsti ger n.l. de verhouding tusschen inhoud en nuttige last wordt; volgens de berekenin gen zou een luchtschip met een inhoqd van 300.000 kubieke meter het meest rendabel zijn. Iets nieuws is voorts, dat bij de L Z 129 dc gondel achteraan is weggelaten; in plaats daarvan is een landingsbak aange bracht, die tijdens de vlucht wordt opge trokken om den weerstand der lucht te ver minderen. Wanneer het luchtschip aan de landingsraast ligt, rust deze landingsbak op een speciaal geconstrueerden spoorwagen, die over een cirkclvorrnigen railbaan loopt. Zoo kan het luchtschip zonder dc min ste moeite met den wind meedraaien en bestaat er geen gevaar, dat bet van den mas tlosgcrukt zal worden. Do L Z 129 zal echter niet zoozeer om al deze nieuwe prin cipes een bij uitstek populair luchtschip worden, maar door de groote prestaties, die cr met recht van worden verwacht. Iet kan naast 60 ton brandstof c.d. 6 ton bal- lastwater, 1 ton water voor gewoon gebruik en 8 ton post en vrachtgoed nog 50 passa giers vervoeren. Aan alle comfort is ge dacht; de passagiers kunnen zelfs zonder bezwaar hun dagelijkschc bad blijven ne men, want het badwater loopt, weg naar do tanks met het bal]astwater, zoodat de nut tige last niet vermindert door deze facili teit tegenover de passagiers.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 17