DE ORANG-PENDEKH
RADIOBRIEF UIT AMERIKA
JEUGDHERBERGEN
HET NIEUWE DUITSCHE
LUCHTSCHIP
ELECTRO- EN RADIO-TECHNISCH BUREAU
F. H. LOGANS - Utr.str. 15 Tel. 483
Wij vertegenwoordigen de bekende
OUCRETET en PHILIPS toestellen
Betaling in overleg met den kooper
Het nas ongeveer op do grens van 1924
tot 1925, dat ik in ccn kort artikel in één
der dagbladen een beknopt overzichtje gaf
■van dc ontwikkeling der jeugdherbergen
in Duitschland. Ik kon toen daar geen der
gelijk overzicht voor Nederland aan toe
voegen, omdat, er hier nog geen ontwikke
ling van jeugdherbergen was. Hoe snel is
sedert dien die groei gegaan. Thans bezit
ons land ccn groot aantal, waaronder zeer
goed ingerichte, uitnemend gelegen en wel
gebouwde jeugdherbergen. liet spreekt van
zelf, dat zij, als alle nieuwe waarden, die
zich rcaliseercn, oude waarden \ernietigd
en geschaad hebben. Zoo het uit logeereu
gaan, waardoor men veel inniger cn ver
trouwelijker met. menschen en met een
streek in aanraking kon komen en van
welks beteekenis de twee bekendste kop
stukken der Camera, dc familie Stastok cn
de familie Kegge, een blijvende getuigenis
afleggen. Zoo ook het samen uitgaan cn
buiten zijn van de geheele familie, die in
de spanning van liet dagelijkschc leven el
kaar zoo minder vertrouwelijk ziet. en in
dn vacantia met elkaar samenleeft.
De jeugdhorbergbeweging is zeker een
symptoom van onzen tijd: meer zelfstan
digheid, d.w.z. meer losgemaakt zijn van
het gezinsverband van onze jeugd, minder
verdieping in een klein stukje werkelijk
heid. groote belangstelling voor het uitge
breide, strepen naar eenvoud, soberheid,
zakelijkheid, zucht om iets aan tc pakken
en naar vrijheid van den dagelijksclien
gang van 't leven, men vindt dit ook op
andere terreinen cn dit alles behoort tot
dc geestelijk-economische structuur van on
zen tijd.
En dat alles is niet onverdeeld gunstig,
wat de moderne tijd ons te zien geeft.
De jeugdherbergen zijn echter, als men
eenmaal haar 'tegenzijde aanvaardt (die
naar ik geloof samenhangt met den gchcc
len cconomischen bouw van ons huidig
samenleven) wel de uitdrukking mee van
het beste, dat er leeft in de jeugd van de
zen tijd. Ze zoekt frissche lucht voor 't
werk, niet door tc blijven hangen in één
omgeving die niet meer prikkelt, maar
dcor tc trekken, door zich iu te spannen.
Zij stelt geen cischcn van hoog gemak,
zij laat. zich niet leven, maar zij is tevre
den met het voldoende en goede noodzake
lijke. Zij is niet bedacht op veel geld uit
geven, maar stelt er haar eer in, met wei
nig ver tc komen. Zc wil zich niet slechts
'•psluiton in eigen sfeer maar ontmoet ook
van* tijd tot tijd gaarne anderen: anderen
van richting, van beroep, van afkomst on
geestelijken aard, een gezonde objcctiviteits
zin. Zc zoekt de natuur en is noch bang
voor den zonneschijn, noch voor den regen
van onzen zomer. Dat zoekt zc en vindt zc
in dc jeugdherbergen, grootendccls door
haar eigen medewerking ontstaan cn in
stand gehouden. Zo reist cn vindt overal
haar huis. Voor dc ouders is dit ook een
groote gerustheid: ze weten dat dc kindcroD
komen in oen omgeving wier samenstelling
niet geheel willekeurig is, in een huis waar
een leiding is die niet. op winst maar op
zorg is bedacht, waar de drankverleiding
niet. beslaat, noch de wccldeverleiding. Een
centraal verband houdt dit alles bij elkaar
en schept zoo een eenheid, over ons land,
over 'n stuk van Europa. Dat hierdoor zoo
wel de nationale als internationale gedach
te bevorderd kan worden, lijdt geen twijfel.
Als er samenwerking met *cen leiding is
van ouderen die toch dc jeugdzelfstandig-
hcid eerbiedigen, kan het jeugdherbergwe
zen een stuk levensvreugde cn opvoeding
der rijpende cn gerijpte jeugd zijn. Ook een
stuk sociale rechtvaardigheid, aan het ook
voor minder bedeelden dc reis in dc va-
cantic mogelijk maakt. En daarom ver
heugt het mij, dat er nu geschreven kan
worden over de ontwikkeling van het. Ne-
derlandsche Jeugdherberg wezen.
PROF. R. CASIMIR.
„Koningsbosch"
Een model-Jeugdherberg zonder luxe. Door steun van Ged. Staten van
Noord-Holland gebouwd in het mooie duinlandschap van Bakkum.
UIT INDIë
Speuren naar dwergen en
menschapen.
Men mag den regel stellen, dat leven in
den schuil van het woud in onzen naar
wetenschap dorstenden tijd een middel is
tot opwekking van belangstelling. Meer dan
ccn halve eeuw kent Indic een belangstel
ling voor dwergen cn anthropomorphc we
zens, zwervend in dc bijkans onbegaanbare
bosschcn van weinig toegankelijk gebied,
zooals men het vindt in midden Sumat
en op Nieuw-Guinea. Het jongste voorbeeld
is de jacht (helaas de jacht!) op den orang
pendekh in Rokan. Heel midden-Sumatra
met zijn drassige wouden telt stammen, die
liefst verscholen leven cn wier bestaan dan
ook zoo primitief is, dat het in vele opzich
ten gelijkt op dat van dc dieren des wouds.
Zij houden zich op in iniddcn-Suniatra be
oosten den Barisan en veelal in de wouden
van het rijk Siak, cn dergelijke stammen,
verwanten waarschijnlijk, werden aangetrof
fen op het Maleische schiereiland, Maïakka,
waar het Maleische volk in oude tijden
zwierf en vanwaar liet in groepen overging
naar Sumatra. Als zwervende stammen er
gens een veilig gebied tot verblijven vonden,
zijn zij allengs ontwikkeld tot een gezeten
volk rnct landbouw. Maar het laat zich be
grijpen, dat tal \an stammen dat voorrecht
misten cn bleven in hun staat van zwerf-
volk, dat den medemensch niet leerde ken
nen als vriend en hem dus vermeed. Hun
leven zonder bescherming in de wildenlis
heeft de voortplanting beperkt cn dc resten
sterven weg. Ook waneer zij zich, gedreven
door allerlei omstandigheden buiten hun
wil, laten opnemen in de bewoonde wereld
en zich onderwerpen aan de gevestigde orde.
verliezen zij het karakteristieke011 de
belangstelling.
Aldus is het den orang Koehoc vergaun,
die 50 jaar geleden nog verkeerde in de bos
schcn van Palembang cn Djambi. Hot wa
ren toen kleine menschen, levend van wat
hét boseh hun bood cn wonend in dc groote
boomen met zware takken en blaren als be
schutting: menschapen, meer mensch dan
aap. Een enkelen keer bekroop huu dc lust
èn de moed de dóesoens van gezeten volk
tc naderen en zij legden tersluiks wat bosch
product neer, hopend er een anderen dag
wat rijst of zout terug tc vinden. Maar op
den duur is dat voor hun verscholen be
staan noodlottig geworden. Want de gezeten
Maleicrs kregen een blik op de Koeboes, dv
hoofden vertelden er over aan dc contro
leurs van het gouvernement en vervolgens
werden allerlei vredelievende manieren bo
dacht om den Koeboe in tc palmen voor
een rustig meeleven in de ordelijke maat
schappij. En nu zijn er eigenlijk geen Koe-
boes meer.
Een dergelijk volkje treft men in Mandau
en Rokan, deelen van het sultanaat Siak in
midden-Sumatra, waar dc orang Sakei op
RADIO
Eenige radio-anecdotes.
Een tooneelstuk over de radiowereld.
New-York, Juni 1932.
Er zijn herhaaldelijk pogingen gedaan om
stukken te schrijven met een studio als
plaats van handeling, doch gewoonlijk von
den de schrijvers daarbij meer moeilijkhe
den op hun weg, dan zij aan konden. Eeni-
germatc is dit ook het geval met W. F.
Manley cn IJ. F. Carlton, die samen menig
goed geslaagd hoorspel, menige aardige
„sketch" voor de radio hebben geschreven
en zich nu hebben gewaagd aan een too
neelstuk, getiteld: „Wild Waves", dat saty-
rjsch bedoeld is en speelt in een studio. De
studio is door de régisseurs zeer goed na
gebootst, bet onderwerp: het hekelen van
de toestanden in dc wereld van den Ainc-
rikaanschen omroep, is dankbaar genoeg,
maar toch blijft het stuk zwak.
Dit behoeft ons niet tc verwonderen, want
ioonccl en radio staan ver van elkaar af.
Reeds in dc eerste jaren van den omroep
moesten vele tooneelspelers tot hun teleur
stelling ondervinden, dat huil succes op het
toonecl, hoe schitterend het ook was, hen
nog niet populair kon maken voor den
microfoon. Het toonecl en de microfoon vcr-
cisclien een geheel verschillende techniek
en men kan een meester zijn in dc cenc
techniek, zonder daarom nog de andere te
bcheerscben. Tul van geroutineerde tooneel
spelers stelden voor den microfoon teleur en
het zijn er maar weinigen, die zooals Ed
die Cantor, zoowel op het toonecl als voor
de filmcamera en den microfoon succes
hadden. Dc televisie zal vermoedelijk weer
soortgelijke moeilijkheden bieden aan dc
artisten.
Dit niet te beschrijven verschil in tech
niek wordt eveneens noodlottig voor som
mige schrijvers, die zoowel voor liet too
necl als voor den omroep trachten te wer
ken. Iemand, die in staat is een successtuk
voor bet toonecl te schrijven', kan daarom
nog geen radio-..sketch" schrijven en aan
den anderen kant is het volstrekt niet ge
zegd dat de populaire negerzangers Amos
en Audy, die zelf hun episodes voor dc ra
dio samenstellen, in staat zouden zijn om
een aantal bedrijven cn scèues te schrijven,
die geschikt zijn om op het toonecl te wor
den opgevoerd.
Wanneer een scenarioschrijver van dc ra
dio ccn tooneelstuk tracht te schrijven,
blijkt dikwijls, dat het hem moeilijk valt
zich los te maken van de principes, die de
populariteit van een radio-sketcb bcheer-
schen. Zij maken een tooneelstuk, dat lang
dradig cn veel te ingewikkeld is Amos en
Audy kunnen eiken avond 12 minuten op-
Uedcn en steeds opnieuw weer een talrijk
gehoor vinden, doch wanneer zij hun epi
sodes aaneenregen om een voorstelling van
een uur tc geven, zouden zij hun publiek
spoedig vervelen. Verder is de indruk, dien
dc stem maakt op den toehoorder, van het
grootst belang als men optreedt voor den
microfoon! Het is dan ook volkomen na
tuurlijk, dat men geen werkwijze kan vin
den, die bruikbaar is bij liet schrijven van
een tooneelstuk. zoowel als van een hoor
spel.
Nog grootcr worden dc moeilijkheden,
wanneer het tooneelstuk moet spelen in de
wereld van den omroep. Het blijft onecht,
evengoed als het. onmogelijk is om op het
toonecl paardenrennen tot onderwerp te
nemen en het publiek dezelfde spanning te
doen gevoelen, die bet vanzelf meemaakt
bij werkelijke races. Bovendien is het too
neelstuk van Manley niet „up to dato".
Een dergelijke drukte vlak voor een uit
zending treft men tegenwoordig niet meer
aan. Dc menschen loopen niet meer wild
door elkaar in een moderne studio. Dc ar
tisten wachten voor de deur op hun beurt,
spreken met een kennis of lezen wat, tot
dat ze twee minuten voor. hun optreden
rustig oen wenk krijgen. En die wenk is
voor heil iets heel gewoons niets opwin
dends of angstaanjagends.
In dc eerste dagen van den omroep kwam
het nog wel voor, dat men op het laatste
oogenblik langs de studio's rende om een
vervanger te vinden voor een artiest, die
niet was verschenen. Dat gebeurde in 1921
b.v. als het slecht weer was en dan had
ccn vast aan dc studio verbonden artist
of de omroeper zelf de taak om het publiek
zoolang bezig tc houden door iets te zingen
of een gedicht voor tc lezen. Men gaf ook
wel eens de persoon, die het vorige pro
gramma juist zou beëindigen, een wenk
om nog maar een kwartier door tc gaan.
Dat alles voranderde echter, toen dc artis
ten met bun optreden \oor den microfoon
geld begonnen tc verdienen. Nu zijn zij
gaarne bereid om uren tc rcpetecren en
zorgen zij er wel voor, precies op lijd te
kunnen beginnen. Een omroeper, die 1250
dollar krijgt voor clkcn keer, dat hij als
ceremoniemeester fungeert, zal niet bij den
gezellig brandenden haard blijven zitton,
hoe slecht het weer ook is. En een zangeres
zal niet thuis blijven, als zij haar bank
saldo kan verhoogen met 1000 dollar door
een aantal liederen op de aethergolven te
laten voortsnellen door een sneeuwstorm,
orkaan of onweersbui.
Bovendien is het niet hetzelfde om de uit
voering mee te maken in werkelijkheid in
de studio of geacteerd in een tooneelzaal.
Velen hebben het Lucky Orchestra van B.
A. Rolfe voor den microfoon zien spelen,
cn hoewel de kleine stoeltjes in de studio
heel ongemakkelijk zijn, gaat zoo'n uur
snel voorbij. Het nabootsen van zoo'n uit
voering buiten de studio doet de typische
sfeer, verloren gaan, zelfs al zou men «Ie
beschikking kunnen krijgen over dezelfde
radio-artisten, wat natuurlijk niet. wordt
toegestaan. Geen tooncoldirectio zou zoo'n
orkest trouwens een uur willen laten spe
ten, hoe goed het ook was. Ook het publick
zou dit niet wenschen, want een schouw
burg is nu eenmaal geen studio cn ook geen
huiskamer, waar de radio aanstaat. In
de studio heerscht volkomen stilte, afge
zien van dc eigenlijke uitvoering. Dc micro
foon en dc mot draperieën behangen wan
den geven er iets geheimzinnigs aan. liet
onzichtbare publick danst misschien op de
hier gespeelde muziek, of het speelt er
bridge bij, of... het luistert er in het ge
heel niet naar. In den schouwburg is dat
alles anders.
Onder dc luisteraars heerscht momenteel
groote opwinding over het nieuwste trucje
van reclame makende firma's. Wanneer een
bekend persoon een redevoering houdt,
wordt deze na eenigen tijd plotseling stop
gezet om wat reclame tc maken, waarna
dc rede weer verder wordt uitgezonden.
Ondanks de ontstemming, die daarvan hot
natuurlijk gevolg is, meent men blijkbaar
toch nog succes tc hebben met een derge
lijke reclame. Dc groote combinatie van
zenders, de z.g. networks, weigeren dezen
vorm van reclame, doch vele kleine om-
ï'oepmaatschappijen nemen juist dergelijke
nummers in hun programma op om hun in
komsten langs dezen weg te vergrooten.
Het huis van O. H. Caldwell, een der
leidende figuren in dc Amerikaansclio ra
diowereld, is vol electrische leidingen, om
dat alles er zooveel mogelijk automatisch
moet gaan. Als er een auto den tuin in
rijdt, wordt automatische heldere verlich
ting ingeschakeld cn als dc auto dc garage
nadert, gaan vanzelf de deuren ervan open.
Onlangs begon het electrische carillon, dat
gewoonlijk dient om bezoekers tc verwel
komen, uit zichzelf tc spelen. Na een gron
dig onderzoek bleek liet, dat er een vuur
vliegje was gaan zitten bij dc foto-elec-
trische cel, die opzij van de oprijlaan in het
groen verborgen was. Het onschuldige
diertje had, zonder iets tc weten van elec-
tronen en dergelijke dingen, rustig zijn
licht uitgezonden cn liet carillon laten spe
len.
Dat er nog altijd 'origine,1elc ideeen voor
red ioprogram ma's voortkomen van de luis
teraars zelf, blijkt, wel uit de mail, die de
groote omroepmaatschappijcn ontvangen.
Een van de merkwaardigste voorstellen was
afkomstig van een man, die een gedresseerd
paard had en dit voor den microfoon wilde
laten optreden. Het kon rekenen en vragen
niet ja of neen beantwoorden door telkens
een bepaald aantal malen te hinniken. Dc
eigenaar van het paard kreeg een afwij
zend antwoord; men vertelde hem, dat de
liften van het betrokken gebouw niet groot
genoeg waren om een paard fc vervoeren,
ferwijl dc studio's op dc 21c en 22e verdie
ping waren gelegen. De eigenaar antwoord
de echter, dat dit. geen bezwaar was, aan
gezien zijn paard Woleens 32 trappen was
opgeloopen.
een zeer lagen trap van beschaving verblijft
in dc bosschcn. Verspreid komen zij voor en
tezamen zijn er wellicht duizend. Hun klee
ding is beperkt tot ccn lendengordel. Zij eten
ongekookte dingen en rauwe visch en gc
lijken daardoor cn door andere gewoonten
wel zeer op een ander volkje, dc arong Be-
noea, dat zwerft op en bij de eilanden van
den Riouw-archipel. Het werd ruim 'n halve
eeuw geleden besclirevon als rondhoofdlg.
klem van neus, klein en schuin van oog,
met groote slappe ooren, laag van voorhoofd,
met vooruitstekendon kaak, met. lang haar
cn ruige leden. Maar ik bezit oen foto van
Sakei's en ook zijn er van Koebocs. waar
men al wezens in ziet van eenige bescha
ving. Zoo verging het ook den orang lom
op Bangka cn in Indr&giri; hij werd vaF
lieverlede aangetrokken door een beschaaf
der bevolking naarmate de eenzaamheid
van zijn wildernis verminderde door het
voortschrijden van den koloniseerenden
arbeid.
En de orang pendekh? Van den orang
Koeboe, Sakei, Benoea enz. bleef ccn soort
legende zweven als van ccn zeldzaam
exemplaar, om het huiselijk tc zeggen: het
midden houdend tusschen mensch en aap.
Inderdaad zijn die orangen anthropologisch
gesproken zeer belangwekkend, mits men
hen kan bestudeeren cn vergelijkingen kan
treffen tusschen hun wezens in verschillen
de stadia. Dat is steeds moeilijk, zoo niet
onmogelijk gebleken. Doorgaans zijn do
orangen, levend en zwervend in wouden en
buiten alle beschaving, klein van gestalte,
en dc kleine boschbewoners, zoo zij een
enkele maal worden gezien, trekken dade
lijk dc aandacht en herinneren aan het ge
heimzinnig proces van dc ontwikkeling van
den primitieven mensch tot een beschaaf
den. Werd een orang pendekh (een „korte
mensen") ontwaard, dan ging het verhaal
van mond tot mond en liet bereikte den
ambtenaar. Enkele jaren geleden was hij,
de orang pendekh, gezien in Palembang cn
Djambi cn toen zijn er expedities uitgetrok
ken om hom na te speuren. Uitkomst had
men niet Maar nu is er in Rokan weer een
gezien en er schijnt een skelet gevonden te
zijn, dat men meent tc herkennen1 als dat
van een orang pendekh, althans van een
wezen, dat zoowel den aap als den mensch
gelijkt. Ilot is zeer verklaarbaar, dat een
controleur zich opmaakt en ijvert om een
bijdrage te leveren tot de oplossing van een
zoo gezellig mysterie. Het schieten van zoo'n
wezen is niet aan tc slaan als een bijzon
dere en opzettelijke wreedheid; wreed is het
schieten van eiken aap, die niet gevaarlijk
blijkt voor zijn omgeving. Men zou er wel
aan doen, het zoeken en bepaaldelijk het
vangen van dien mystcrieuzen verwant van
ons geslacht maar op te geven cn te wach
ten tot hij zich zelf aanbiedt tot inlijving
bij do beschaafde wereld. Want zoo do pen
dekh geen aap is, zal hij dit eenmaal moe
ten doen gelijkerwijs het de orang sakai,
koeboe, benoea enz. heeft moeten doen.
Het is in ïndiö do kleino mensch, de
kleine orang, die de. nieuwsgierigheid en
weetgierigheid van reizigers en ambtenaren
gaande maakt, cn dat te meer indien zij
zich liefst schuil houdt en het soberst loven
bemint in de wildernis. De weetgierigheid
wordt daarbij gesterkt, doordat men weet,
hoezeer dc authropologe oen ruimere ken
nis van de voorkomende pygmeeën, de
dwergmenschcn, op hoogen prijs stelt.
Pygmeeën komen in Indic voor op Nieuw-
Guinea en wel in het centraal gebergte, en
hot. bleek ook daar, dat zij niet gemakkelijk
zijn to naderen. Men heeft er gevonden,
levend op 2000 meter hoogte, die lil c.M.
maten. Opmerkelijk is het, dat er op hot
groote eiland Papoes zijn, die tot do
pygmeeën zijn tc rekenen, terwijl in de
laagvlakto Papoes een grootore lengte heb
ben, tc Merauke wol van 170 c.M. Zijn de
kleinen dan wel Papoes? Of zijn zij wellicht
verwant met de negrito's van de Philippij-
non? Het zijn vragon, waarop de anthropo
logic gaarne een antwoord wil zoeken. Dat
dc pygmeeën op Nieuw-Guinea alleen in het
gebergte voorkomen, is naar ik meen niet
juist of niet meer juist. Want langs de Di-
gool-rivier kan men soms zeer kleine Papoes
waarnemen, die uit nieuwsgierigheid gluren
door het gebladerte naar wat voorbijgaat op
het water. Zij gedragen zich voor zoover
men dan kan zien, als zeer primitieve woud-
menschen.
Hoe nader de beschaving komt tot dc wil
dernissen van Sumatra, Borneo, Nieuw-
Guinea, des te moer zal de orang, die om
zijn kleinheid cn om andere kcntcekoncn
dc belangstelling heeft gaande gemaakt, zijn
afzondering moeten opgeven. Maar als er op
hem jacht wordt gemaakt, hetzij vreedzame
hetzij vijandelijke, dan worden dc jongste
dagen van een verdwijnende soort voor de
ongelukkige wezens de ellendigste van hun
bestaan. En dat zal toch niemand hun wil
len berokkenen, of het nu pygmeeën geldt
dan wel orang pendekh.
DENGAN HORMAT.
Nieuwe Omroopgetallen.
De Europeeschc Omroep groeit ondanks
den slechten financieelen toestand nog
steeds met onverminderde kracht. Zoo heeft
b.v. dc Zwitserscho Omroep ccn toertamo
van 12000 toestellen kunnen boeken (Janu
ari). Do Hongaarsche Omroep steeg in dien-
zelfden tijd met 7000 luisteraars. In Zuid-
Afrika telde men op 31 December '31 pre
cies 39.610 luisteraars, in Australië ongeveer
340.000. In Brazilië 6830, Canada ruim
550.000, Japan ruim 920.000, Palestina 612 en
in Albanië 232.
Meer auto's dan ontvangers in Amerika.
De Ford-fabrieken in Detroit publiceerden
deze dagen oen interessante statistiek, vol
gen welke van de 100 Amerikanon er 47 een
auto en 45 een gramofoon bezaten, terwijl
er slechts 36 een radio-ontvanger hebben.
De Favoriet van den Atlantischen Oceaan.
door
Herbert R. Task.
Het geraaxnto van het nieuwe
luchtschip LZ 129, dot momen
teel te Friedrichslialen in aan
bouw is, is praktisch gereed.
Hot is van duralumin en bero-
kend op een inhoud van 200.000
kubieke meter, tweemaal zoo
groot als die van de „Gral Zep
pelin".
Het is een spannende wedstrijd, die reeds
jaren lang tusschen luchtschip on vliegtuig
wordt gevoerd om de heerschappij over den
oceaan. De trans atlantische vluchten van
dc „Graf Zeppelin" hebben er veel toe bij
gedragen, het vertrouwen in het luchtschip
te vergrooten. De veiligheid is n.l. het eer
ste, waar bij een luchtschip naar gevraagd
wordt; dit punt is van veel grooter belang
dan de kwestie der rentabiliteit. Dc groot
ste spanning van de constructeurs wordt
gericht op dc bestrijding van het brandge
vaar cn een succes in deze richting wordt
een dubbel succes geacht. De veel bespro
ken vraag: waterstof of helium? is dan ook
oppervlakkig gezien geen vraag meer,
waar waterstof zoo buitengewoon licht
ontvlambaar en helium absoluut onbrand
baar is. Helium is echter veel zwaarder
dan waterstof en ook duurder. Dc renta
biliteit kwam dus in cpnflict met de vei
ligheid, doch nu is dit nieuwe luchtschip
een poging, om rentabiliteit en veiligheid
met elkaar te vereenigen. Er wordt zoo
wel waterstof als helium gebruikt en wel
zoo, dat de waterstof in gasdichtc omhul
sels wordt aangebracht binnen grootere om
hulsels, waarna dc tusschenruimten met
helium worden opgevuld. De gevaarlijke
waterstof is dus van alle zijden omgeven
door een onbrandbare isoleerendc laag. Dit
systeem beeft bovendien nog bet voordeel
dat men, wanneer bet luchtschip door ster
ke, luchtstroomen teveel omhoog wordt ge
drukt, en daarom ondanks het uitwerpen
van ballast nog gas moet uitlaten om te
kunnen landen, dit gas hot goedkoopc wa
terstof kan zijn inplaats van het dure he
lium. Dit laatste zou hij een uitsluitend met
helium gevuld luchtschip natuurlijk on
vermijdelijk zijn. Daardoor wordt tevens de
installatie overbodig, waarmee men uit do
uitlaatgassen ball astwater kan winnen; een
dergelijke installatie werd tot dusver door
de Amerikaansche luchtschecpsdcskundi-
gen onmisbaar geacht.
Dc veiligheid wordt bovendien nog ver
hoogd, doordat bij dit luchtschip voor het
eerst gebruik wordt gemaakt van Diesel
motoren, terwijl dc exploitatiekosten van
deze met zware olie gestookte motoren laag
blijven. De rentabiliteit van het nieuwe
rouzenluchtschip is veel grooter dan die
van de half zoo groote „Graf Zeppelin". Hoe
grooter eon luchtschip wordt, hoe gunsti
ger n.l. de verhouding tusschen inhoud en
nuttige last wordt; volgens de berekenin
gen zou een luchtschip met een inhoqd van
300.000 kubieke meter het meest rendabel
zijn. Iets nieuws is voorts, dat bij de L Z
129 dc gondel achteraan is weggelaten; in
plaats daarvan is een landingsbak aange
bracht, die tijdens de vlucht wordt opge
trokken om den weerstand der lucht te ver
minderen. Wanneer het luchtschip aan de
landingsraast ligt, rust deze landingsbak op
een speciaal geconstrueerden spoorwagen,
die over een cirkclvorrnigen railbaan loopt.
Zoo kan het luchtschip zonder dc min
ste moeite met den wind meedraaien en
bestaat er geen gevaar, dat bet van den
mas tlosgcrukt zal worden. Do L Z 129 zal
echter niet zoozeer om al deze nieuwe prin
cipes een bij uitstek populair luchtschip
worden, maar door de groote prestaties, die
cr met recht van worden verwacht. Iet
kan naast 60 ton brandstof c.d. 6 ton bal-
lastwater, 1 ton water voor gewoon gebruik
en 8 ton post en vrachtgoed nog 50 passa
giers vervoeren. Aan alle comfort is ge
dacht; de passagiers kunnen zelfs zonder
bezwaar hun dagelijkschc bad blijven ne
men, want het badwater loopt, weg naar do
tanks met het bal]astwater, zoodat de nut
tige last niet vermindert door deze facili
teit tegenover de passagiers.