KLEUP- EN KNSPPLAAT Dl SPAARPOT Raadselhoekje Oplossingen der raadsels uit 't vorige nummer. Voor grooteren. Voor kleineren. Om op te lossen. Voor grooteren. Voor kleineren. Koos Knor, een aardig varkentje, Zag eens zijn eigen beeld. Het lijkt precies, zei Koos, 'k geloof, Dat 't maar beel weinig scheelt! Een spaarpot is het bovendien En sparen brengt geluk! Of ik nog wat te missen heb? Een twee en half cent stuk! Ik knip het varkentje dus uit En zet het netjes op! Voorzichtig, dat 't geen bult'ling maakt, Niet valt op zij of kop! Koos Knor had nu een spaarpot en Gauw rammelde bet ding, Omdat er werk'lijk menigmaal Een geldstukje in ging. En toen Koos' moeder jarig was, Kocht Koos een mooi cadeau Van al het opgespaarde geld Voor baar. Was 't knap? O, zoo! Wie dus Koos' voorbeeld volgen wil, Die knipt het plaatje uit En spaart, als hij heel ijverig! Begin maar daad'lljk, guit! C. E. d. L. H. (Nadruk verboden). naar ons kijken, maar ze kunnen niet bij ons komen en zo brengen wel eens wat lek kers mee. Verleden week was er hier nog zoon knaap, die mij op twee slakken trak teerde. Ik denk, dat die jongen jarig was; anders zou hij niet zoo gul geweest zijn, want de slakken zijn duur in dezen tijd van 't jaar!" Ik begon te begrijpen, dat ik wel is waar mijn vrijheid kwijt was, maar dat ik daar voor in ruil kreeg vrije kost en inwoning. Ook moest ik mij door dc Artisbezoekers laten bekijken. Veel had ik vau dit -laatste niet te doen, want de meesten zeiden, als ze .mij zagen: „Een spreeuw? O, dio ken ik al lang!" en dan bekeken ze het puttertjo of don appelvink of do ringmusch. Aan die kleurige vogels schenken zij veel meer aan dacht dan aan mij. Toch had ik hier laatst nog Iemand voor het hek, die zei tot zijn .zoontje: „Kijk, Jan! Daar zitten twee vogels zachtjes te fluiten, die merel en die spreeuw. Let er nu eens op: bij allebei zie 'je de -keel duidelijk óp cn'iieor gaan, maar ,verder zie je grootc verschillen. Dc spreeuw* zet zijn snavel wijd open, slaat met zijn vleugels on houdt den staart stil. De merel daarentegen houdt den snavel dicht, be weegt zijn vleugels niet en Iaat zijn staart op en neer gaan." Ik vond het prettig, dat die mijnheer on zijn zoontje zooveel belang in mij stelden. Dat js heel wat aangenamer dan dat je van jezelf hoort zeggen: „Hem ken jk al lang!" Recht tegenover ons woont een glans- spreeuw. Dat is een prachtdier! Groen, blauw, wit, oranje, zwart dat zijn zijn voornaamste kleuren en over dat alles ligt een verrukkelijke glans. Hij behoort thuis in Afrika. In zijn volière zijn rotsen aange bracht en allerlei planten. Vlak naast ons huizen twee kroonduiven uit Australië. Dat zijn de grootste duiven, die er bestaan en mooi dat zc zijn! Maar hun gekoer, daar loop je van weg. 't Is eigenlijk meer een gebrul dan een gekoer. Dan houden den kop naar beneden en gaat het: „Oeh! Oeh! Oeh!M 't Klinkt net, alsof er in de verte iemand den zwengel van een pomp op en neer be weegt Ik gevoel me hier nu al recht op mijn gemak en eiken avond zing ik met de an dere spreeuwen ons mooie volkslied op de wijze van „Wien Neêrlandsch Bloed": Wij, spreeuwen, bouwen op het dak. Ons nest van heel mooi stroo En 's avonds, vóór we slapen gaan, Dan zingen w' altijd zoo: P: :t piet, tok lok, ret tet, *a ta, P.et tok, ret tet, ta ta! Ring ring, tra ra, mek mek la lal Wie fluit ons liedje na? (bis). Nadruk verboden). 1, Volkerak. Koe, valk, kerk, koel, klok. 2. Pa, Niek; paniek. 8. P Pioenroos. eik p -o eg N ij m e g e n PI oen roos zwerver t o r m vos s 4. Mol, oIdt Zaag, Zaan, zaal. Ik droeg eiken dag in de vacantie mijn nieuwe jurk. (ogel) Foei, Bert, lach er toch niet om ah Jantje stout is! (hert) Houdt ie veel van vruchten? Ja appels eet ik al heel graag. (aap) Hij wist niet. dat Bob eerder thuis mocsi zijn dan Hans. (beer). 3. Goud, visch; goudvlseh. L E is V A K A M 1. Mijn beide eerste deelen noemen een edelman, mijn derde heeft verschil lende beteekenisscn en mijn geheel is een bloem. 2. Mijn geheel noemt een bekend spreek woord, dat met 9 letters geschreven wordt. 6, 2, 5 is een \erkorte jongensnaam. Een 6, 4. 9. 5 dient goed den weg of al lcrlei bijzonderheden te weten. Een 9, 4. 5, 1. 7, 8 is een stekelige plant 6, 7, 7. S is een kleur. Een r>, 7. 4. 1 is een viervoetig dier. Een 3, 7, 7, 8 is minder dan het geheel 3. Welke fraaie vogel, die met 4 letters geschreven wordt, verandert in een bloem, wanneer men de tweede let ter door een andere vervangt. i. Verborgen voorwerpen, die men in elk huis gebruikt. Weet Moeder, dat de wesp ons alle twee gestoken heeft. Neem deze jurk, Mies Roobe; zc maakt je slank! Je kunt ons gelooven. Maud; we illustree- ren het verhaal niet. Mijn eerste is een meisjesnaam, Mijn tweed' een vruchtje - klein, En miin geheel smaakt lekker frisoh 'k Denk vast: je vindt me fijn! Kru'sraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een groot rijk in Europa. X X X X X X X X X X X X X lo rij een medeklinker. 2o een diepe groeve. 3n een stad in Drente. 4o 't gevraagde woord. 5o een jongensnaam. 6o een gewicht. 7o een medeklinker. Moeder liet mil gisteren een insect zien en toen zij het omkeerde, werd het een knaagdier. Hoe kan dat? Vul dg rijnwoorden in: Als het straks vacantie wordt, Gaan wij saam naar huiten: Lu'st'ren naar de vogeltjes. Die nog altijd En we maken dan een krans Van de mooiste bloemen. Als de zon schijnt, o, wat feest! En de bijtjes Buitenlucht maakt ons gezond, Geeft ons roode wangen. Wie zou, nu het zomer is. Daarnaar niet ver (Nadruk verboden.) Beste Nichten en Neven, Het is deze week aardig gelukt met bot weer hè? Ik behoef jullie zeker niet to ver tellen, dat ik uiterst blij ben, dat, nu mijn vacantio begint, het jui6t mooi weer Is ge worden. Volgende week ben ik in Zwit sorland, zoodat ik dan geen gelegenheid heb om jullie briefjes te beantwoorden en er ook geen gelegenheid is om vragen be treffende den ruilhandel te doen. Jullie wordt dus verzocht deze week niets over ien ruilhandel tc vragen, daar hierop géén antwoord kan volgen. En de briefjes dan? Daar heb ik dien goeden Oom Tom weer voor opgezocht, die ook dit jaar weer met veel genoegen jullie briefjes zal lezen on beantwoorden. Hij was al blij, dat ik zoo vroeg met vacantie ging, want hij verlang de ernaar om eens te zien hoc jullio met hot schrijven gevorderd waren sinds het vorig jaar. Ik hoop dan ook, dat-jullie vol gende week allen heel mooi zult schrijven want dat wil ik wel verklappen ik hob oom Tom gezegd, dat jullie allen goed vooruit gegaan waren. Nu is het aan jul lie om te. toonen, dat ik niet overdreven heb. Ik groet jullio dus tot hedon over twee weken. Het spreekt natuurlijk van zelf, dat ik na mijn reis weer een cn ander zal vertellen over dat mooie bergland, dat tusschen Italië en Duitschland. Frankrijk en Oostenrijk is gelegen. DE CORRESPONDENTIE Wipneus. .Ta, do poesjes groeien nogal snel; mag je zé allemaal houden, of moeten er een paar van weggegeven wor den? Ik denk, dat do hond'wel spoedig aan zc zal wennen. Noordster. Ik heb je een aardig tijdie gemist, maar nu begrijp ik waarom fs hei nogal goed gegaan met de repetities9 tk hoop van wèl. Gekleurde voetbalplaatje,-' heb ik niet meer. Old Wable. Ja. die tentoonstelling vond ik erg aardig, daarom heb ik jullie ook aangeraden erheen te gaan. Heb je hè* druk, dat ie njet met de, raadsels kun* meedoen, en dat nog wel in den vacantie 'fjd? Enfin, ik hoop, dat je in September weer trouw dc oplossingen zult inzenden Turmarbonnen heb ik niet meer; nog wel bedankt voor jc gift. Tompoes Dat is een aardig werkje hè, het verzorgen van konijntjes; ze be ■tinnen ie on het laatst heelomaal te ken non. Bedankt voor je doekjes. Cactus. Nou, dat zijn aardige cijfers voor een opstel Waarschijnlijk zal ik de?cn zomer ook weer een opstellenwedstrijd ge ven, dan zal ik eens zien wat je er van terechtbrengt. Je hebt met dc repetities aardig geboft; het. zijn goede cijfers. Roodborstje. Bedankt voor je gift Je bent met ,je verjaardag aardig ver wend, met al die cadeaux zeg. Ik kan je helaas niet aan a44es helpen, waar je om hebt gevraagd, doch zie maar eens in den ruilhandel. Waren de raadsels deze week te lastig voor je? Onrust. Bedankt voor je gift Dat is een mooie streek Waar jo heengaat. Ik heb vroeger wel eens in die omgeving gekam pcerd. Wat zijn daar een prachtige bos schen hè? Wanneer guan Jullie met het schoolreisje naar Arnhem? Het kastcei Doórwerth is wet interessant om eens t«* bezichtigen; ik ben er eon paar jaar gele don eens geweest. Apenstaart. - Ik vind het best, als je alleen met den ruilhandel wilt meedoen; ik heb deze weck niet veel voor je; alleen een paar Sickeszpunten. Cleopatra. Jammer dat je het eene raadsel niet kon vinden; was het nu wer kelijk zoo moeilijk? Wat scheelt je broertje, toch niet ernstig ziek hoop ik? Wil je hem de groeten van me doen en hem een spoe-' dig herstel toewenschon? Sneeuwklokje. Bedankt voor jo doekjes. Gefeliciteerd met Jo herstel. Je zult je den eersten tijd zeker nog wel erg kalm moeten houden hè? Enfin, je bent nutuurlijk alweer extra blij, dat je thuis benh Palmboom. Het is toch leuk als je na lang zoeken het raadsel nog vindt. Jo wordt nog wel bedankt voor je doekjes. Zie verder maar eens in den ruilhandel. Tobias. Bedankt voor je gift. Dat ritje achterop de fiels is je dus niet al te goed bekomen; je mag voortaan wel wat voorzichtiger zijn! Clyvia. Jo bent van harte welkom; doe je voortaan ook mee met de raadsels of wil je alleen met den ruilhandel mee doen? Zie verder maar eens wat de ruil handel voor nieuws brengt. Nog wel be dankt voor je plaatjes. Wilde Wingerd. Leuk hè, als de planten zoo goed beginnen te groeien. Ik hoop, dat jc voortaan eens extra je best zult doen op het schrijven; wat voor cijfer heb je daarvoor op school? Goudplevier. Wat heb ik jou oen langen tijd gemist; ik dacht werkelijk, dat je mo beelemaal in den steek had gelaten. Ja, ik heb al heel wat gereden dit jaar en vóór her winter is zullen er nog wel heel wat kilometertjes bijkomen. Do Van Houten's- cn Hagbonnén zijn op! N i c e. Ik vind het erg aardig, dat je zoo goed aan mijn wensch hebt gedacht. Het weer kan haast niet mooier zijn! Neen. die vogeltjes ken ik niet, maar ze lijken me wel aardig, zooals je schrijft. Het lijkt me een aardige afleiding, zoo'n paar vo geltjes. D i m a j o. Bedankt voor je gift. Heb Je een aquarium, of houd je de vischjes gewoon in een potje? Cupido. Ik kan me best voorstellen dat je er met het mooie weer haast niet toe kunt komen ora een briefje te gaan schrij ven. Heb je deze week de raadsels niet kunnen vinden of had je geen tijd meer? Sprinkhaan. Bedankt voor je plaatjes. Ik dank je zeer voor je goede zorgen voor het weer, jullie hebt écht je best gedaan! Ik ga niet naar dc Zeppelin kijken, ik heb hem al verschillende malen gezien Valk. Bedankt voor je gift. Ik heb slechts 1 Vimbon on die heb ik juist wegge geven. Tjiftjaf. Bedankt voor je gift. Ge leficiteerd met je zwemsucces. Doe nog maar eens extra goed je best op dien rug slag. Wie wil een poesje? Een nichtje van me, Langestraat 113, heeft 2 poesjes over. Wie er een van wil hebben kan het aan dat adres komen halen. De oplossingen. VROOMSHOOP Rammelaar Overveen (Oostzaan). O 11 e r 1 o M e p p e 1 S 1 e e n Hond Oom Os P II Als het getij verloopt, verzet men de ba kens met dc woorden: Aalsmeer, Nijmegen, Zetten, voet, hoepel, vorst, kade on bel De prijs is deze week voor Palmboom die hem Maandag aan ons bureau kan ko men afhalen. Nieuwe raadsels. I (van Akron). X X x X X X x X X X g j X X X Op dó krulsjeslijnen komt de naam van een plaats in Utrecht. Op de le rij: het gevraagde woord. Op de 2e rij; heeft men noodig in droeve tijden. Op do 3e rij: een plaats n Drente. Op d». -ie rijeen visch. Op do5e rij: een muzieknoot. Op de üe rij: een uitroep. Opde-7erij: een medeklinker. II (Van Kikker). Mijn geheel is 'een spreekwoord, dat met 33 letters wordt geschreven en uit S woor den bestaat, 28 7 2 7 12 20 23 is een vogel 10 1 18 12 4 32 is oen plaats in Gelderland. 5 11 16 19 31 21 is een zomersport. 3 25 30 15 24 27 is een lokkernij. 14 26 8 23 is een ademhalingsorgaan. 17 29 22 6 vindt men op ieder voetbalveld 13 4 9 is iets waar niemand buiten kan. ONZE RUILHANDEL. Noordster kan een paar Cactusbon nen en Miss Blanche-bonnen komon halen. Old Wable kan een filmfoto en een paar sigarettenbonnen komen halen. Tompoes kan een paar v. Nelle's mer- kon krijgen. Cactus kan een Busslnkplaatjc, K. en G.'s plaatjes, een filmfoto, sigarettendoek- jes en een boekenbon komen halen. Roodborstje kan een paar Miss Blanche-bonnen, 1 Batco-bon, een paar Am- 6telpenningen en 1 Vim-bon (de laatste) halen. Onrust kan een paar voetbalplaatjes, plaatjes van Spoorwegwonderen en sigaret- tendoekjes krijgen. Apenstaart kan een paar Sickesz punten halen. Sneeuwklokje kan een paar cac tusbonnen, 1 Drostebon cn een speldje ko men halen. Palmboom kan een paar cactusbon nen, oen speldje en een Drostebon komen halen. Tobias kan een paar Amstelpenningen, een boekenbon en een filmfoto krijgen. Clyvia kan een paar cactusbonnen, een speldje en een paar sigarettendoekjes ko men halen. Wilde Wingerd kan een filmfoto ha len. Goudplevier kan een Dobbclmann plaatje en een paar Kwattasoldaatjcs krij gen. N i c e kan een paar cactu6bonnen ha len. D i m a j o kan een boekenbon halen. Valk kan een paar Sickeszpunten, cac tusbonnen, duifmerken, Hagenbeckplaatjes en pclikaantjes komen halen. Tjiftjaf kan een paar Hille's bonnen, Cactusbonnen en een filmfoto komen ha len. Volgende week is er géén ruilhandel. Alle bonnen on plaatjes kunnen na Maan dagmiddag 3 uur worden afgehaald OOM PIM. In „Ons Eigen Tijdschrift" van de firma Van Houten las ik het volgende verhaal EEN AVONTUUR MET „DE ZWERVER". Door TINE M. BOOM. Een fluitje, gevolgd door een lulden ruk aan de bel, kondigde Gerrit's komst bij de familie Wijnberg aan. Even later kwam hij de kamer binnen. „Tante, oom, jongens", voor het gemak waren de meisjes daaronder ook begrepen „Henk, we gaan toch hè?" „Och, jongenskwam tante voorzichtig, .zouden jullie het nu wel doen? Er staal een halve storm, en dan jullie alleen met die kleine boot op de breede Watering.... Ik heb 't er niets op begrepen met zulk weer. Man, wat zeg jij ervan?" dit laatste tegen oom. Oom keek eens naar de lucht, keek dan naar de jongens, die met angstig-gespan- nen blikken vader en oom aanzagen, en zei toen: Och moeder, het weer valt nogal mee geloof ik, en ze zwemmen allebei als wa terratten, laat ze maar gaan. Maar... hé, kom eens terug asjeblieft", want de jon gens waren op 't hooren van vaders woor den al weggehold met een haastig „dag allemaal" en stonden al in de gang. Schoorvoetend kwamen ze terug. Zou va der nu z'n toestemming weer intrekken? Maar neen, gelukkig niet hoor. „Luister goed", vervolgde hij, „ik kan erop vertrou wen, dat jullie voorzichtig bent, nietwaar? en uiterlijk om vijf uur ben jullie hier terug. Denk eraan, uiterlijk om vijf uur! Ben je niet op tijd thuis, dan gaat de boot voor een maand achter slot cn grendel, begrepen?" „Ja vader, ja oom, moeder we zullen heusch voorzichtig zijn. DdéAAg", en met een licht hart en een jolige groet stapte het tweetal de deur uit. „Zeg", zei Gerrit toen ze buiten waren, „we gaan maar over bot land, want als we tante Nies voorbij moeten, krijgen we nog veel meer Jammerklachten en raadge- vlnden'. Zoo gezegd, zoo gedaan! Even la ter naren ze bij de boot. „Pas op jó, voorzichtig hoor. hij staat blank. Sjonge, wat een water is er m ge komen. Eerst maar hoozen, hè?" en lustig schopten ze het regenwater over boord. „Haal jij het zeil maar. dan maak ik het hier wei verdér in orde. We nemen de ne men ook mee, hoor, want in die smalle slootjes kun je niet zeilen. Je zit zóó op het land". „Allright kokkia!" Een kwartier van hard werken volgde en toen was alles klaar om te vertrekken. Zc namen ieder een riem en trokken uit alle macht. Na tien minuten moesten ze in de luwte van een „riedebos" even uit blazen. „Wat een wind jd, 'k zweet me dood! Schieten we al op?" vroeg Henk. „Ja hoor, alleen nog eris zoo'n endje", kwam Gerrit kalm, terwijl hij ook met z'ri zakdoek de zweetdroppels van z'n voor hoofd wischte. „Uitgerust? Nou daar gaat ie dan weer. Een 7- twee trekken jong, trekken, we drijven af.. Mooi zoo, dat was op het kantje af hè? Als je in die modderzooi komt, ben je d'r nog niet weer uit." Na een moeilijk kwartiertje lagen ze aan den windkant van do Watering, bet bree de water, waar je zoo fijn op zeilen kon en waar dc beide neven met de „Zwerver" al menig uurtje hadden doorgebracht. Henk keek op z'n horloge. „Twee uur, fijn vroeg nog zeg. We gaan om half vijf terug, dan zijn we vast vroeg genoeg. We gaan wel voor 't windje terug, maar als we weer eons vust zitten zooals verleden weck, hebben we den tijd best noodig". Ja, Gerrit vond ook, dut ze maar moesten zor gen om vroeg genoeg thuis te zijn. „Stel je voor jó, dat jc vader de „Zwerver' op borg voor een maand' on Donderdag over een week roeiwedstrijden op bet Noordzee kanaal.... En wij er niet heen kunnen.." „Fijne boot toch hè?' vond Henk, terwijl ze het zeil opzetten en zich klaar maakten om te gaan zeilen. „Ik blijf hier aan 't roer... Hou jij het zeil! Pas op, dat ik het niet weer ra'n kop krijg hoor!".... Mooi dat groen met rood hè... hebben we toch effe fijn samen opgeknapt... Klaar?.-. Mooi... Daar gaat ie dan..." Even bleef het zeil nog slap hammen, toon kwam de wind met vollo kracht er in blazen. Henk gooide het roer om en met een flinke vaart vloog het ranke bootje over de Watering. De jongens genoten. Ze schreeuwden el kaar hun opmerkingen toe, „reuze-windje" en „viereeecen of „anhalen"Als een hevige windstoot het bootje aan den eenen kant bijna water deed scheppen, za ten zij hoog en droog aan den anderen kant en zongen bet hoogste lied tegen den wind in. Het was kwart over vier eer ze eraan dachten. „Terua en naar huis" besliste Henk. Ze gooiden het zeil om, een heel »'ind ging bet nog goed. toeneven vóór de sloot waar ze door moesten om thuis te komen, kwam een extra hevige wndvlaag in het zeil, 't bootje raakte uit den koers., en kwam tusschen de stokken van do vischfuiken terecht. „Strijken, strijken", riepen ze allebei, maar "t was al te laat. de kiel schuurde over de fuiken en één daarvan bleef vast zitten aan den ruwen onderkant van do boot. Ze voelden direct hun vaart minde ren, maar ze sleepten toch de hoele fuiken- geschiedenis met zich mee. Hoe ze ook werkten, ze konden niet vrij komen. Dan maar naar den kant en daar probeeren. Ook daar viel hei niet mee, maar eindelijk kregen ze de fuiken toch los en lagen weer vrij. Met een beteuterd gezicht namen ze de schade op. die ze hadden aangericht. „Dat zal wat kosten", was het eerste wat Henk zei. „Samen natuurlijkantwoordde Gerrit, „maar van wie zouden ze zijn?" „Zal wel uitkomen... ga je mee?" Zwijgend probeerden ze weer in veilig vaarwater te komen en hadden niet be merkt, dat van den anderen kant een boot je, bemand met twe® groote, zware kerels hen genaderd was. „Halt", klonk opeens een barsche stem. „Uitstappen", brulde nummero twee, die veel gelijkenis vertoonde met BLauwbaard. Hoe de jongens ook schrokken, ze moesten toch even lachen om dat tweede bevel: „Uitstappen", midden op do Watering ze ker!? „Hoe is je naam", vroeg de eerste weer. „Henk Wijnberg", was het antwoord. „Waar woon je?" „Voorstraat 99, Willemshoven". De dikke Blauwbaard, die ternauwernood een potlood kon vasthouden, noteerde met een gewichtig gezicht alles in een vuil boekje. „Daar ken je voor dokke, joggie", zei do perste weer. „Hoeveel?" vroeg Henk. Nou, late we zegge tien pop, da's vijf de man". Henk verschoot van kleur en Gerrit werd ook een tintje bleeker. „T-t-tien pop stotterde Henk. „Veel te veel", zei Ge«*-t hmfaal. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 20