„DE WITTE" EEN REUSACHTIG 00RL0GSGEDENKTEEKEN THEE COMPLET MEENINGEN VAN HENRY FORD Gebruikt nu Uw GESOIGNEERDE 60 CENT VAN 21/2-51/2 Aniersfoortsch Dagblad COMPLETE MEUBILEERINGEN j Fa. van Achterbergh DORPISME VOOR KLEINE TUINEN DE WERKLOOSHEID OP HET HEERLIJKE TERRAS VAN ^oildagsbla VaiiAei T i- ir.. <v WESTSINGEL 10-13 door H. G. CANNEGIETER. Er gaat een verhaal van een eenvoudigen boer uit Savoye, die toen het gesprek op den koning van Frankrijk kwam, de opmerking maakte, dat als deze koning maar zijn best had gedaan, hij zeker wel hofmeester bij „onzen hertog" had kunnen worden. Voor dien boer was de hertog van zijn eigen landje een hooger personage dan de koning van het groote rijk, dat hij slechts bij name kende. Dit verhaal doet mij denken aan een ge beurtenis, welk ik zelf in mijn jeugd heb beleefd. Wij waren in dien tijd, toen het pacifisme nog niet was ingeburgerd, hart- tochtelijke liefhebbers van de uniform. Sol daatje spelen was onze lust en ons leven. Eén onzer had van zijn vader de verschil lende rangen geleerd cn zoo werden wij na de exercities, welke wij na schooltijd dage lijks maakten, bevorderd van soldaat tot korporaal, van korporaal tot sergeant, van sergeant tot luitenant en zoo verder tot generaal toe. Nu was er op ons dorpje een echte sol daat en deze had het zelfs onder dienst tot korporaal gebracht. Deze korporaal Mulder was voor ons allen een figuur van beteeke- nis, tot wie wij met heldenvereering opza gen. En zoo was het begrijpelijk, dat dege ne onzer, die het bij soldaatje-spelen tot ge neraal had gebracht, altijd nog als aller hoogste onderscheiding tot „korporaal Mul der" bevorderd kon worden. Er zullen menschen zijn, die zoowel den Savoyschen boer als ons, dorpskinderen van toen, uitlachen en die zich toch aan dezelf de dwaasheid schuldig maken zonder dat zij het weten. De overschatting van den kleinen kring, waarin wij zijn grootge bracht, is een algemeen verschijnsel cd slechts weinigen gelukt het, hun gezichts veld uit te breiden tot de wereld daarbui ten. Men pleegt dit verschijnsel „dorpismc" te noemen, maar „dorpisme" komt ook bul ten de dorpen voor. Ja, men kan het zelfs in de wereldsteden vinden en juist daar maakt het den laatsten tijd, eigenaardig genoeg, opgang. „De liefde tot zijn land is ieder aange boren", heeft Vondel gezegd. Maar deze lief de behoeft niet met zelfoverschatting ge paard te gaan en mag niet ontaarden in kleineering van andere gebieden, die in allerlei opzicht soms meer kunnen beteeke- nen dan ons eigen gebied. Het duidelijkst toonen zich onze fouten in haar overdreven gedaante. Ik herinner mij, dat ik eens een plaatsje bezocht, waar van de naam spreekwoordelijk is om het kleinste en afgelegendste gehucht aan te duiden. Eigenaardig klonk mij in den mond der inwoners de zelfbewustheid, waarmee ze spraken van „bij ons in...". Klaarblij kelijk was hun manier van leven, hun deugd, hun beschaving en hun rijkdom maatstaf en richtsnoer voor de rest van de wereld. Maar waarom is de zelfoverschatting van deze trouwhartige dorpelingen dwazer dan het gezaghebbend gebaar, waarmee men in sommige kringen der maatschappij eigen gewoonten en opvattingen tot wet ver klaart? „Dit doet men niet! Dat hoort niet!", zegt men, en men vergeet zelfs, er achter te voe gen: Dit doet men niet... bij ons! De le vensregelen van het studentencorps, van de „society" van „de beweging", „de familie" proclameert men tot levenswet voor de gan- sche menschengemeenschap. Dorpisme openbaart zich in de betrekking tusschen land en land, tusschen stand en stand, tusschen groepen en volken en we- relddeelen. „Bij ons in Rusland" of „bij ons in Amerika" klinkt even dwaas als „bij ons in Surhuisterveen". Wie als kunstenaar den grooten man in zijn cóterie, als politicus den grooten man in zijn partij, als beoefenaar van de weten schap den grooten man in de school, welke hij aanhangt, tot held en halfgod uitroept, handelt even benepen als de kinderen, die „korporaal Mulder" een hoogeren rang toe kennen dan alle generaals buiten hun dorpje. Toen men Socrates vroeg, waar hij van daan was, antwoordde hij niet: uit Athene, maar: uit de wereld. Als wij ons, met be houd van de natuurlijke liefde voor ons land, onze familie en ons vak, eens wat meer wereldburger begonnen te voelen, zou de aarde een vrediger woonplaats worden. Van elkander moeten wij leeren, op el kaar zijn wij aangewezen, naar elkaar moe ten wij kijken, niet met kleineering of afgunst, maar in het besef, dat de mensch- heid één groote, onverbrekelijke gemeen schap is. De tentoonstelling der ontwerpen te Berlijn. Berlijn, Juni 1932. Jaren zijn er verloopen, sinds het laatste slachtoffer van den wereldoorlog den dood vond op het slagveld. Ook Duitschland heeft vele onderdanen verloren, die thans begraven liggen in alle deelen van Europa en zelfs in Afrika en Azië. Ter eero van hen allen zal er thans een groot monument worden opgericht door het Rijk cn wel in „het groene hart van Duitschland", in het rustige Berkaer woud, dicht bij het in cul tureel opzicht zoo belangrijke Weimar. Het idee, om een dergelijk monument op te rich ten, is uitgegaan van eenige bekende perso nen, die onder leiding van den president Von Hindenburg tevens een der leiden de figuren in den wereldoorlog een op roep hebben gericht tot alle Duitscho kun stenaars om ontwerpen voor dit monument in to zenden. Uit alle kringen zijn ontwer pen binnengestroomd; ook velen, die geen beroepskunstenaar zijn, hebben hun werk aan dit ontwerp gegeven. Er waren niet minder dan 1828 ontwerpen, welke de jury kreeg te beoordeelen. Een zoodanig belang stelling had men niet verwacht; behalve de prijzen van 1000 Mark elk werden daar om nog 20 troostprijzen van 200 Mark uit geloofd. Thans zijn de 1828 ontwerpen in het openbaar tentoongesteld. De benoodigde wandoppervlakte had een gezamenlijke lengte van niet minder dan 5 K.M., ter wijl ook nog eenige groote kisten vol met plastisch uitgevoerde modellen tentoonge steld moesten worden op tafels. Een rond gang door de tentoonstelling is nauwelijks in één dag te volbrengen. Velen volstaan dan ook met een bezoek aan de zaal, waai de 20 bekroonde ontwerpen zijn opgesteld. De jury heeft haar definitieve beslissing nog niet genomen; elk dezer 20 ontwerpen kan nog worden gekozen. Een goede kans geeft men aan het model, dat als motto het getal 131313 voert en afkomstig is van den Bcrlijnschen beeldhouwer Hans Schell- horn! Een terrasvormig voetstuk leidt naar het geboomte, waar zich het eigenlijke mo nument in den vorm van een steenen urn, waarin een weinig aarde van elk der vele slagvelden uit den wereldoorlog wordt be waard. Bovenaan de terrastreden staat een 25 M. hooge steenen zuil als „vermanend" bij den ingang. Dit ontwerp sluit zich bui tengewoon gelukkig aan bij het landschap. Veel belangstelling trekt ook .liet ontwerp met als motto het „gelukkiger" getal 777777. Het is ontstaan door samenwerking van Het ontwerp „stomme wachters". Een indrukwekkend gedenkteeken voor de gesnêiivélaèli. een architect, een beeldhouwer cn een tuin architect en bestaat uit een reusachtig blok steen, dat van verre zichtbaar is vanuit bet dal en het getal 2000.000 draagt met een kruis. Het blok wordt gedragen door figu ren, die op indrukwekkende wijze liet ge meenschappelijke gedragen leed van den wereldoorlog symbolisecrcn. Een ander ont werp ingezonden onder het cijfer 30, heeft ten doel dc belangrijke cn onderling zoo verschillende gebeurtenissen der wereld oorlog te vereeuwigen. De bezoekers van het monument moeten volgens dc opvat ting der ontwerpers bij het doorwandelen van liet groote terrein herinnerd worden aan dc verschillende slagvelden cn aan dc prestaties der Duitsche soldaten. Dc bedoe ling is dan ook, dat dit geweldige monu ment niet in een korten tijd afgebouwd wordt, doch in den loop van tientallen ja ren uit den grond verrijst. Enkele symbo len als het kruis en dc stormklok cn de figuren der vechtende soldaten, keeren in de meeste ontwerpen steeds weer terug. Ook het symljool van dc 18 Duitsclie lan den, die gezamenlijk in den strijd hebben gestaan, treft men dikwijls aan. Dc andere zalen bevatten echter eveneens veel, dat waard is om gezien te worden. Vele inzenders konden niet met een prijs worden bedacht, omdat zij zich niet aan dc voorwaarden van do prijsvraag hadden gehouden. Er zijn ook tal van merkwaar dige plannen bij, zoo o.a. het voorstel om zeer uitgebreide bouw- en graafwerkzaam heden voor bet monument te laten ver richten door vrijwilligen arbeid, waar elk Duitscher aan kan deelnemen als hij kan cn wil. Vele inzendingen zijn afkomstig van kleine handwerkslieden, Beierschc beeldsnijders, werkeloozen en oorlogsinva liden. Zij geven soms uitdrukking aan ideeën van een ontroerende schoonheid cn eenvoud, al zijn ze meestal geheel onge schikt om te worden uitgevoerd. Men kan echter deze tentoonstelling niet bezoeken zonder stil te worden bij dc gedachte aan het leed, dat zelfs zooveel jaren na den oor log nog wordt gevoeld cn dat wij als on derdanen van een neutraal gebleven land zoo licht geneigd zijn te vergeten. DUITSCHE OPERA'S IN DEN ENGELSCHEN OMROEP De B.B.C. zal voortaan in haar program ma's ook Opera's uit Duitschland opnemen Dc Opera's worden gezongen in de Berlijn- sclie Studio, dan wel er worden uitvoerin gen uit Berlijnsche Operagebouwen heruit gezonden of rechtstreeks uitgezonden dooi de zenders der B.B.C. Met den Duitschen omroep en dc betrokken Operagezelschap pen is reeds overeenstemming bereikt. Vroe ger werden ook dergelijke uitzendingen in het programma opgenomen, doch toen vol stond men met een enkel bedrijf. Aanvulling van den rotstnin. De rotstuin cn het muurtuintje hadden gedurende eenige weken onze volle aan dacht. Wat kunnen sommige tuingcdcelton mooi zijn. Jammer slechts dat de meeste rots- planten alleen in het voorjaar cn den voor zomer bloeien. Weinigen bloeien in den zo mer en don herfst cn daarom is aanvulling met één-jarige zomerbloemen cn andere planten noodig. Nu is dc keuzo voor het aanvullend plantcnmateriaal niet gemak kelijk. Lang niet alle planten, ook al zijn ze laag, kunnen wc gebruiken. Geschikt zijn o.a. Mcscmbrianlhemum tricolor. Do vooraf in potten opgekweekte planten worden nu uitgeplant cn zullen tot den laten herfst vol op bloeien. Wanneer althans bet zonnet io schijnt want bij donker weer blijven do rose straalbloemen gesloten. IIctzolfdo is liet geval met Gazania splendens, een even eens tot den laten herfst dcorbloeicndo kruipende plant. Dc groote enkele bloemen zijn goudgeel met een zwart hart. Heel mooi cn gemak kelijk tc kweoken is Alyssum Benthami compactum, een witbloeiend plantje dat in den vollen grond kan worden gezaaid; do variëteit procumbens heeft een kruipende groeiwijze cn bloeit even mooi. Van Lobe lia erinus zijn vooral do rankende variëtei ten geschikt. Dc vooraf onder glas gezaaide cn in pot opgekweekte plantjes bloeien ge- ruimen tijd met een overvloed van hemels blauwe bloempjes. In den vollen grond zaaien wo Ionopcidium acaulo of diamant- bloem; dit plantje bloeit den gcheclen zo mer met zachtlila bloempjes. Op een zonnig warm plekje kan men Portulaca grandi- flora plaatsen. Deze wordt onder glas ge zaaid en opgekweekt en met potkluit uitge plant, zoo mogelijk op kalkrijkc grond. Een aardig plantje is Linaria alpina, waarvan do kruipende stengeltjes bezet zijn met kleine, purperroso bloempjes. Met kleine witte bloempjes bloeit Tunica saxifraga. Wo zaaien onder glas cn planten ze met pot kluit op dc plaats van beslemming. Dik wijls blijven dc plantjes meerdere jareu over, ook zaaien ze zichzelf wel, wat ook met andere der reeds genoemde soorten het geval is. Om ruimte voor deze en andere plantjes te maken kunnen wo uitgebloeide Primula- cn Saxifragasoorlen, Aubrietia, Cerastium, Mimulus e.a. nu opnemen, scheu ren cn elders opkweeken, om ze in het na jaar weer in den rolstuin uit te planten, liet planten cn verplanten moet met over leg geschieden. Op tijd sproeien en gieten cn zoo noodig schermen is gewcnscht. In eenige belangwekkende ar tikelen geeft de bekende groot industrieel Ford zijn opvattin gen weer over enkele adueele economische vraagstukken. Het eerste van deze reeks laten wij hier volgen. Ik heb altijd werk te doen gehad, of iemand mij in dienst nam of niet. De eerste eertig jaar van mijn leven ben ik onafge broken aan het werk geweest, hetzij in dienst van anderen, betzij in dienst van mijzelf. Ik ben al op zeer jeugdigen leeftijd tot bet inzicht gekomen, dat zonder be taalde betrekking zijn nog iets anders is dan zonder werk zijn. Het eerste komt erop neer, dat niemand iets voor u te doen heeft; het tweede zou beteekenen, dat gij blijft wachten, tot er weer een betrekking voor u open kwam, zonder in dien tussckentijd iets te doen. Het is een feit, dat de moderne mcnsch werk beschouwt als iets, dat een ander gedaan wil hebben en waar die ander voor betaalt. Ongetwijfeld is de groeiende in dustrie v-or een groot deel verantwoorde lijk voor het post vatten van die meening. Zij heeft de menschen gewend aan die op vatting betreffende werk. Wat mij zelf betreft, ik heb niet slechts werk te doen voor anderen, maar ook voor mezelf. Buiten mijn gezinsleven heeft niets mij meer voldoening gegeven dan het con- statceren van het feit, dat het aantal be trekkingen is toegenomen en het financieel voordeel voor hen, die ze bekleedcn, even eens. Het valt niet te ontkennen, dat er op de wereld thans meer betrekkingen zijn en hoogcre loonen worden verdiend dan slechts 18 jaar geleden. Dit werken in loondienst is echter ern stig aangetast door iets, wat geheel buiten de plaatsen, waar gewerkt wordt, omgaat. Het woord „werk-looshcid" is een van de meest gevreesde woorden van elke taal ge worden. De toestand, die ermee aangeduid wordt, heeft ieders ongerustheid opgewekt. Toen dit verschijnsel zich begon voor te doen, kon men drie richtingen uitgaan. Ten eerste kon men het aantal betrekkingen op het maximum houden door alle moge lijke kunstmatige middelen tc baat tc ne men. Werken in loondienst was datgene, waar dc menschen aan gewend waren cn waaraan zij de voorkeur gaven; het was de snelste oplossing van de moeilijkheid. In onze fabrieken is dan ook alles gedaan om de hoeveelheid werk zoo groot mogelijk te doen zijn en om het werk te verdeden over een zoo groot mogelijk aantal perso nen. Ik ben uit principe niet voor „werk maken", want het publiek moet tenslotte voor dat onnoodige werk betalen, doch ei zijn tijden, wanneer de ellende van onze medemenschen ons dwingt om mensclie- lijk te zijn, al is het rnaar met een lap middel en ik moet toegeven dat wij, even als trouwens de meeste fabrikanten, ont slagen hebben voorkomen door bet voort zetten van werk, dat volgens een goed in zicht in zaken stopgezet had moeten wor den. Al onze niet-rendeerende werkzaam heden werden op volle kracht voortgezet Er waren voortdurend tienduizenden bij ons in dienst het kleinste aantal te Dear born bedroeg 40.000 doch daarnaast wa ren er 'Ttijd duizenden, die geen werk had den oi zoo weinig werk, dat hun omstan digheden ver van rooskleurig waren. Wanneer alle mogelijke middelen om werk te verschaffen zijn aangegrepen en onvoldoende zijn gebleken, blijft er niets anders over dan zichzelf helpen of liefda digheid. Ik ben geen voorstander van lief dadigheid in den gewonen zin. Ik vind het een schande, dat iemand dat zou moeten aannemen of geven. Doch menschelijke hulpvaardigheid beschouw ik niet als lief dadigheid. Wat ik tegen de liefdadigheid heb is, dat zij noch menschelijk, noch hulp vaardig is. De liefdadigheid, zooals zij door onze stadsbesturen wordt uitgeoefend, is een van de meest achterlijke dingen in on ze maatschappij. Wat men liefdadigheid noemt, is een modern surrogaat voor per soonlijke vriendelijkheid, persoonlijk mee leven en persoonlijk medewerken om an deren in hun moeilijkheden te helpen. Ech te liefdadigheid is veel meer dan het ge ven van geld. Door giften koopt men maar al tc dikwijls een vrijstelling -van den eeni- gen vorm van hulpverleening, die liefda digheid overbodig zou maken. Wij hebben onze eigen opvattingen om trent het helpen van onze medemenschen gedurende eenige jaren toegepast. Wij heb ben er vele jaren geleden ook dikwijls over gesproken, doch toen wilde niemand naar ons luisteren. Zij, die de algemecnc be langstelling opeischten voor deze kwesties, worden bespot door dezelfde menschen, die nu het hardst roepen, dat iemand iets moet doen. Ons eigen werk op sociaal gebied kent wel dc gebruikelijke vormen van onmid- dellijken steun in dringende gevallen, hos pitalen en regeling van schulden, doch wij doen nog iets meer; wij helpen de men schen om hun omstandigheden tc verande ren in logische overeenstemming met de veranderde toestanden en wij zijn van rnce- ning, dat alle financieele steun, welke ge noten wordt, terugbetaald moet worden, wanneer dc menschen in betere omstandig heden zijn gekomen. Vele gezinnen bleken er niet zoo slecht aan toe te zijn, als zij dachten; zij hadden slechts leiding noodig om van hun middelen en kansen het beste te maken, wat ervan te maken was. De menschelijke natuur plaatste ons natuur lijk voor de gebruikelijke fnoeilijkheden. Het vertrouwen op de hulp van zijn mede menschen heeft bij velen ten gevolge, dat zij onverschillig worden voor hun eigen be langen. Doch wanneer wij dc menschen on ze medewerking geven, kunnen personen en gezinnen, die eerlijk zijn en zichzelf respecteeren, gewoonlijk geholpen worden om in omstandigheden te komen, die veel minder ongunstig zijn dan zij hadden ge vreesd. O.m. hebben wij vrijwillig de ver antwoording op ons genomen omdat bet op onzen weg lag, maar omdat niemand anders het deed voor een dorp met eeni ge honderden gezinnen, die in een zeer ongunstigen toestand verkeerden. Volgens het gebruikelijke systeem zou er oen groot fonds bijeengebracht moeten worden om iets voor deze menschen te kunnen berei ken. Wij hebben de menschen eraan gezet om hun huizen en tuintjes schoon tc ma ken en vervolgens de straten van hun stad Je, cn daarna lieten wij hen ongebruikte terreinen van ongeveer 200 H.A. in totaal omploegen, die zich rondom hun huizen be vonden. Wij hielden ons niet op met din gen, die geleken op dc gewono liefdadig heid: het schenken van ondersteuningen, doch wij openden inplaats daarvan een modern commissariaat, waar persoonlijko schuldbekentenissen werden aangenomen, benevens een school voor hot maken van kleedcren, terwijl wij dc schoen- en kleer makers van het dorp a».n het werk zetten in het belang van hun medemenschen. liet bleek, dat de menschen diep in dc schul den zaten, doch wij traden op als tusschen- persoon bij het afdoen daarvan door mid del van termijnbetalingen in den vorm van inhoudingen op hun salaris. Vele bewoners van dat dorp zijn thans uit de schulden, iets wat zij sinds vele jaren niet meer had den beleefd. In het dorp lieerscht nu niet alleen een nieuwen geest van vertrouwen in de toekomst, doch ook een nieuw besef van economische waarden en een waardee ring van hun economische onafhankelijk heid, die deze meVischen niet spoedig zul len verliezen. Dat alles zou men niet heb ben kunnen bereiken door op de ouder- wetsche manier ondersteuningen uit te dee len. De eenige ware liefdadigheid ten op zichte van deze menschen was, dat wij met hen samen hun moeilijkheden droegen en hen met onze ervaring in de gelegenheid stelden om in te zien, wat er door men schen in hun omstandigheden kon worden gedaan. Onze huisbezoekers hebben persoonlijk duizenden gevallen behandeld op de wijze, die wij hierboven beschreven hebben. En hoewel onze firma natuurlijk niet de zor gen van liet geheele land de baas kan wor den, meencn wij op grond van onze erva ringen toch een ieder te moeten toeroept dat het lenigen van den heerschenden nood niet voldoende is. Wij zijn ervan overtuigd, dat wij duizenden gezinnen hebben voor bereid voor een groote welvaart, die zij zich kunnen verwerven, zoodra aan de tegen woordige crisis een einde komt. Er is echter nog een derde weg, die zoo veel beter is dan zelfs de best georgani seerde steunactie zijn kan, dat wij eigenlijk met niets anders tevreden behoorden te zijn. Wij bedoelen den weg van het zich zelf helpen, dien wij in ons volgende arti kel zullen bespreken.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 15