A N.V. COMPAGNIE LYONNAISE TEL ^79^ AMERSFOORT 'AMEOSFOORTSCH DAGBlAff DE NEDERL. SPOORWEGEN IN 1931 WILLEM GROENHUIZEN GROOTE OPRUIMING - LAGE PRIJZEN Feuilleton Maandag 27 Juni 1932 -DE EEMIANDER" 30e Jaargang No. 305 STAAT MOET 21 MILLIOEN BIJPASSEN Electrificatie voldoet TWEEDE BLAD ARBEIDER DOOD GESCHOTEN UIT DE STAATSCOURANT «HP» Fortinbras' Toovermacht Ongunstige uitkomsten veroor zaakt door de tijdsomstandig heden en de autobus Aan het jaarverslag dor N.V. Maatschap pij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen en der N. V. Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij over het jaar 1931 ontleenen wij het volgende: De zich nog steeds uitbreidende econo mische ontwrichting heeft zich in het afge- loopen jaar ook in het spoorwegbedrijf ern stig doen gevoelen. Zoowel het vervoer van personen als dat van goederen zijn belang rijk afgenomen en de opbrengsten waren dientengevolge niet voldoende tot bestrij ding van alle kosten en lasten. Voor de an nuïteit tot dekking van het tekort in het spoorwegpensioenfonds is dus niets beschik baar en zelfs moet de Staat ruim twee en een half millioen gulden bijpassen ter be reiking van de aan de Maatschappijen ge garandeerde winstsaldo's. Het zou intusschen niet juist zijn deze on gunstige uitkomst uitsluitend aan de tijds omstandigheden te wijten. Daaraan is krachtig medegewerkt door de auto, in het bijzonder de autobus en de vrachtauto, die, vrij van lasten en verplichtingen van ver schillenden aard, die op de spoorwegen drukken, tegenover deze een grooten voor sprong hebben en daarvan in toenemende mate gebruik maken om vervoer tot zich te trekken. Wij hebben niet nagelaten de aan dacht van de Regeering daarop te vestigen en het ook onze plicht geacht in een adres aan de Tweede Kamer der Staten Generaal te wijzen op den zorgvollcn toestand, waar in de spoorwegen meer en meer dreigen te geraken. De opbrengsten verminderden in totaal met ruim 11.200.000.—. De exploitatiekosten waren ruim 1.800.000 lager dan in het vorige jaar. De pcrsoneel- uitgaven bleven ongeveer op dezelfde hoog te; tegenover eene vermindering doordien eene extra zware uitkeering aan het perso neel achterwege bleef en een aantal vacatu res als gevolg van het terugloopende vervoer niet vervuld behoefde te worden, stond eene stijging, voortvloeiende uit eene verlaging van de percentages, waarmede in de lagere loonklassen de bezoldiging ten opzichte van die in de eerste loonklasse verminderd wordt. De afneming van de exploitatiekos ten vindt dus geheel haar oorsprong in an dere dan personceluitgaven, en wel voorna melijk in mindere onderhoudskosten en la ger prijzen van brandstoffen en materialen. De electrificatie. Het spoorwegnet onderging een belangrij ke verbetering door het inrichten van de spoorwegen AmsterdamAlkmaar en Uit geestVelsen voor electrische tractie. De daardoor noodige werken waren op 15 Mei zoover voltooid, dat do nieuwe bedrijfsvorm bij de toen in werking tredende nieuwe dienstregeling in dienst kon worden gesteld. Evenals op onze overige electrisch geëxploi teerde lijnen wordt de reizigersdienst uitge voerd met motorwagentreincn volgens eene starre dionstregeliog en worden slechts een enkele doorgaande reizigerstrein en de goe derentreinen nog met stoom gereden. De nieuwe electrische exploitatie heeft tot dus ver in technisch opzicht geheel voldaan en, de tijdsomstandigheden in aanmerking ge nomen, bevredigende uitkomsten opgeleverd. Met machtiging van den Minister van Waterstaat werd de exploitatie van den tramweg Nunspcet—Hattemerbroek met zij tak Kamperstraatweg—de Zandc op 1 Sep tember 1931 gestaakt, waarna do tramweg werd opgebroken. Bovendien werd het baanvak Winterswijk —Grens (richting Bocholt), waarop sedert de oorlogsjaren slechts goederenvervoer plaats vond, met ingang van 4 October 1931 buiten dienst gesteld. De lengte van het in exploitatie zijnde spoorwegnet verminderde daardoor met 3S.177 K.M. Op 31 December 1931 was het samenge steld als volgt: Hoofdspoorwegen K.M. 2.425.185 Locaalspoorwegen 962.684 Tramwegen 251.248 Totaal K.M. 3.639.117 Vermindering der bedrijfs uitkomsten. Blijkens den vergelijkenden staat van de gezamenlijke bcdrijfsuitkomsten S.S./H.S over het tijdvak 1912/1931 bedroegen de bru- to-opbrengsten der Maatschappijen in 1931 164.295.873.26 tegen 175.508.427.40 in 1930; 11.212.554.14 of 6.39% tegen eene vermin zij verminderden derhalve met d e r i n g in 1930 vergeleken bij 1929 van 5.274.783.60 of 2.92%. De opbrengst van het vervoer van „reizi gers en bagage" v ermin derde van S7.139.616.S2" tot 80.913.065.03 dus met 6.226.581.79 of 7.14% tegen eene verraee r- dering in 1930 in vergelijking met 1929 van 1.202.708.59 of 1.40%; de opbrengst van de „brief- en pakketpost" bedroeg over 1931 4.318.586.21 tegen 3.907.777.33 over 1930; de opbrengst van het „goederenvervoer" d a a 1- d'e van 80.828.263.44 tot 75.028.824.76 dus met 5.199.440.09 of 6.43% na oen vermin dering in 1930 in vergelijking met 1929 van 6.043.318.36 of 7.59%. De „buitengewone ontvangsten" bedroegen in 1931 3.435.397.26 of 197.340.55 minder dan in 1930. De „Exploitatiekosten" bedroegen 127.001.103.441/2 tegen 128.820.966.8U/2 in 1930. Zij verminderde n dus met 1.S19.S63.37 of 1.41%, legen eene verminde ring in 1930 vergeleken bij 1929 van 1.347.741.35 >/2 of 1.035%. In verhouding tot de gezamenlijke op brengsten van het vervoer bedroegen de ge zamenlijke exploitatiekosten 77.30% tegen '3.40% in 1030. De totale loonuitgaven, met inbegrip van die voor constructie en derden, bedroegen in 1931 86.335.000.— tegen S6.610.000.— in 1930, zoodat de vermindering 281.000.be droeg. De Winst- en Verliesrekening bij S.S. sluit met een voordeelig saldo van 720.000. waarvan op de in omloop zijnde 72.000 aan deel en aan toonder van 250.f 10.per aandeel kan worden uitgekeerd. Van het voordeelig saldo der Winst- en Verliesrekening H. S. van f 900.000 kan op de in omloop zijnde 22.500 aandeden aan toonder van 1.000 30 per aandeel wor den uitgekeerd. Bij den Dienst der Exploitatie werd een nieuwe (zesde) afdeeling opgericht. De werkzaamheden, opgedragen aan de vijfde afdeeling van den Dienst van hot Langestraat 43. Juwelier Gevestigd 1885 Groote voorraad gouden TROUW- EN VERLOVINGSRINGEN de juiste modellen. Vervoer, werden gesplitst, in verband waar- medo het aantal afdeelingen van dezen Dienst, vermeerderde met een en gebracht word van vijf op zes. De Inspectie der Comptabiliteit to Haar lem werd overgeplaatst naar Amsterdam. Personeel. Aan person eol uitgaven (loon, premie, gratificatie, bijdrage aan fondsen, dienst klcoding enz.) werd in het geheel betaald f 94.558.000 d.i. 74.45 der exploitatiekos ten, tegenover f 94.520.000 73.37 der ex ploitatiekosten in 1930. Het aantal personen in vasten dienst be droeg op 31 December 1931: 39948 tegen 405S3 op ultimo 1930 en verminderde dus met 635. Bizondere treinen. In 1931 liepen 152 goedkoope treinen, welke 102.588 reizigers vervoerden en op brachten f 284.861.55. Voor het vervoer der bedevaartgangers liepen 48 treinen in locaal verkeer en 83 in buitcnlandsch verkeer, waarmede in to taal vervoerd werden 48.865 reizigers met een opbrengst voor do Nedcrlandsche Spoor wegen van f 118.110,32. Overige extra-treinen 714 treinen met 'n opbrengst van f 437.541,19. De achtdaagsche Abonnementskaarten werden ook in 1931 gedurende de zomer maanden (1 Juli tot en met 15 September) verkrijgbaar gesteld, terwijl bet aantal baanvakken, op welke retourkaarten voor buurtverkeer verkrijgbaar zijn, wederom met eenige vermeerderd word. De opbrengsten van hot reizigersverkeer welke in 1927 verminderden met 735.138 64, vermeerderden in 1928 met f 6.287.779,02, in 1929 met f 2.058.917,29 en in 1930 met f 1.228.075,18 terwijl zij in 1931 weder ver minderden met f 6.042 887,63. Tegenover een vermindering in 1927 van 0.96 en een ver meerdering in 1928 van S.30 in 1929 van 2.51 en in 1930 van 1.46 staat thans een vermindering van 7.0S De opbrengst van het rcizigersvervoer verminderde in de le klasse met 14.72 in de 2e klasse met 11.47 en in de 3c klasse met 4.54 De opbrengst van het Eervoer van bagage toont in \crgclijking met 1930 eene ver mindering aan van 10.14 De opbrengst van d£ brief- cn pakketpost was in 1931 10.51 hoogcr dan in 1930. De opbrengsten van het ij 1- en vrachtgoederen vervoer waren in binnenlandsch verkeer langer dan in 1930, ook in verkeer met en over België en Duitschland cn in transietverkeer waren de opbrengsten lager. DE DESTRUCTIE VAN AFGEKEURD VLEESCH. Do betrekkelijke regeling op schort tot 1 Juni 1933? Mon schrijft aan de N.R.Ct.: De N.V. Ned. Thermo-Chcmischc Fabrie ken heeft een brief aan de betrokken ge meentebesturen gericht, waarbij wordt mee gedeeld, dat de datum, waarop de Vlcescli- keuringswet ten aanzien van des destructie van afgekeurd vee en vleesch in werking zou treden, hoogstwaarschijnlijk tot 1 Juni 1933 zal worden opgeschort. VAN DE DUO GESTORT. De 34-jarige motorrijder L. B. reed op den 's Gravenzandscheweg te Hoek van Holland op een motorrijtuig met de 16-jarige mcj. V. uit Maassluis op de duo. Ter hoogte van de Pannenbuurt liep een der banden van den motor leeg, tengevolge waarvan B. tegen een hek reed. De bestuurder kwam met den schrik vrij, doch mej. V., die van den motor sloeg, kreeg een zware hersenschudding. Per auto is het slachtoffer naar haar wo ning overgebracht. Dronkaard die in 't wilde weg schiet Arnhem, 26 Juni. In de vji verwijk te Arnhem heeft in den afgeloopen nacht ecu ernstige schietpartij plaats gehad, die een persoon het leven kostte cn waarbij twee personen gewond werden. De arbeider J. R. was te ongeveer 12 uur in dronken toestand thuis gekomen cn had voor zijn woning kwestie gekregen met eenige buren, legen wie hij sedert ceni- gen tijd een vectc had. Er ontstond een woordenwisseling, waarop R. zijn woning binnenliep, een geladen buks greep en over dc onderdeur in het wilde weg op do voor zijn woning verzamelde personen ging schieten. De 56-jarige arbeider S. werd door een kogel getroffen cn was terstond dood. Twee andere personen ■werden ge wond en werden naar het ziekenhuis over gebracht, vanwaar zij echter, na verbonden le zijn, naar hun woning konden terug- kecren. R. werd onmiddellijk door de po litie gearresteerd en het Arnhemsche par ket was nog in den loop van den nacht ter plaatse. Met slachtoffer S. was gehuwd en vader van eenige kinderen. Opnieuw benoemd tot burgemeester van Harren A. de Ruijter; van Moergestel J. H. Bardoel, van Someren P. J. C. Smulders; van Sassenheim J. P Gouverneur; van Uithuizen Mr. II. Holvinga; van Neeritter P. M. II. Driessen; van Susteren J. J. Her mans. Bij K. B. is met ingang \an 1 September benoemd tot leeraar aan dc R.H.B.S. te Zalt- Bommel J. H. Wervclman, thans tijdelijk als zoodanig werkzaam. Is aan ingenieur II. Hessclink, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als buiten gewoon hoogleeraar aan dc Technische Hoogeschool te Delft. Bij beschikking van den Minister van Economische Zaken en Arbeid is weder om benoemd tot tijdelijk assistent aan de Landbouw hoogcschool te Wageningen Ir. Otto Banga aldaar; bij beschikking van den Minister van Economische Zaken cn Arbeid is in het College van Bestuur van den landmeter cursus te Wageningen benoemd tot lid C. J. Kluvers te Wageningen, lector aan ge noemden cursus. 100 JAAR. Gisteren heeft mevr. de wed. M. de Liof- dc geb. Ovcrakker, wonende te Rijswijk (Z. 11.), Wilhelminalaan 30, haar lOOstcn ver jaardag gevierd. NA DEN DOORTOCHT. Amersfoort was weer het brandpunt In het groote snelverkeer. Holland was gansch leeggereden Er was hier geen plekje meer, Waar men op dc straat kon toeven Alles rook weer naar benzien Wat kon draaien, wat maar rond wou Hebben we op 't pad gezien Vrijdag, Zaterdag cn Zondag Nacht en dag cn altijd door Trok een onafzienb're file Ons beweeglijk stadje door. Dag en nacht zag men de kijkers Langs de straat in rijen staan Na te turen, te benijden Wat er is voorbij gegaan. Daags: verschillende touristen In de zaken onzer stad Mccn'gcen heeft door de T.T. weer Nog een buitenkans gehad. s Nachts: weer alles puik gesloten Stel u voor dat zoo één nacht Een van onze neringdoenden Ook nog geld in 't laadje bracht. 's Nachts dient iedereen tc slapen Stel, dat onze zakenman, Die nu door slechts daags tc werken Reeds z'n winst niet bergen kan In den nacht ook nog verdiende! „Lips" kreeg het beslist te druk En leidt niet tè groote weelde Veelal naar het ongeluk? Zeker er zijn ontovrced'ncn Iets wat men bij alles ziet Doch ik zeg: „de stad heeft noodig Rust en warmte anders niet." Slaap dus 's nachts m'n dierb'rc veste Droomend van uw rijken buit! d'Overheid verdient een slaapdrank Als onz' dank voor 't slaap-bcsluit Suja, Suja, oud Amsvorde Want de „klepper" houdt dc wacht, Sluimer in verplichte ruste Deur op slot cn goeden nacht! GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). DE WEGENWET. Treedt op 1 October in werking. In het Staatsblad zijn afgekondigd Kon. besluiten, waarbij: le. het tijdstip van inwerking treden van de wet van 31 Juli 1930 houdende vaststel ling van voorschriften omtrent openbare wegen (Wegenwet) wordt bepaald op 1 Oc tober 1932; 2e het tijdstip van in werking treden \*an het besluit van 5 April 1932 tot uitvoe ring van de artikelen 33, 36 cn 41 tweede üd van de Wegenwet (Wcgenleggerbesluit) 'wordt bepaald op 1 October 1932 3e. het tijdstip van inwerking treden van de wet van 31 Juli 1930 tot wijziging van art. 2 van de Waterstaatswet 1930 eveneens wordt bepaald op 1 October 1932. INSTELLING VAN EEN REGEERINGS- PERSDIENST. Rapport der commissie van advies. Dc commissie van advies voor do instel ling van een regceringspersdicnst, onder presidium van prof. mr. J. P. A. Frangois, chef van de afd. Volkenbondszakcn van het departement van buitcnlandsche za ken, welke commissie in het najaar van 1931 werd ingesteld, heeft thans haar rap port aan den minister van builonlandsche zaken uitgebracht. Wie zich zelf niet beveelt, blijft altijd knecht. naar het Engelsch van William Locke door J. E. d. B. K. 6 De bediende bracht het bestelde drinken binnen en na gevraagd te hebben of ze ai de lichten noodig hadden, draaide hij de meeste uit. Nooit vergat Martin dat tafereel: de klei ne lage kamer, de groteske muurschilde ringen, die in de halve duisternis zoo fan tastisch opdoemden, 't Lawaai en de war me geuren, die van de straat opstegen; de spotachtige blikken, waarmee het meisje tegenover hem, met het strootje tusschen haar lippen, hem over haar glas kummel met ijs, aankeek; de gezette figuur en het vriendelijke gezicht van hun vreemden metgezel, die voor vijf francs hem een toe komst wilde scheppen en voorover leunde met de ellebogen op de tafel, zijn kin met de hand steunend, kalm afwachtend tot hij zijn grootste levensgeheimen zou openba ren! Hij was met stomheid geslagen, voel de zich verlegen en, zenuwachtig zuigend aan het rietje, verslikte hij zich in de ster- ka likeur, 't Was iets om voor Corinna zijn hart uit te storten, maar heel iets anders was om een geregeld verslag uit te bren gen over zijn verdrietelijkheden aan een wildvreemde. Ik ben geheel tot je dienst, mijn beste Overshaw, zei deze vriendelijk. Uit wat ik persoonlijk heb opgemerkt en uit wat ik verneem uit je antwoord op Corinna's serie van vragen, krijg ik den indruk, dat er geen opeenstapelingen van ongelukken is geweest, maar dat het je negatieve trage die is een hongerlijdende ziel tc zijn. Een ziel die hongert naar liefde cn vreugde en genot en geestelijk voedsel. Je moeilijkheid is om aan dezen man te zeggen: geef mij brood voor mijn ziel. Heb ik geen gelijk? Een schijntje ironie in zijn lachende oogen of een tintje spot in zijn sonore stem zou het vleiende effect van deze korte speech te niet hebben gedaan. Martin had zich nooit over zijn ziel bekommerd. Deze diagnose stelde zijn leven in een ander licht. De honger van zijn ziel was zonder twijfel de oorzaak van al het verdriet; en dat was veel gewichtiger dan ontevreden heid over je omgeving. Ja, zei hij, u hebt gelijk. Gelegenheid tot ontwikkeling heb ik nooit gehad. Mijn eigen schuld misschien. Ik bad niet genoeg kracht om tegen dc omstandigheden op te tornen. De omstandigheden hebben mij. zooals Corinna zegt, opgesloten als een eek hoorn in een kooitje, en ik heb mijn tijd verbruikt door bet wiel doelloos rond te laten draaien. „En wat was dat voor een wiel?" vroeg Fortinbras. Hebt u wel eens gehoord van Margitts kostschool? Dat heb ik wel, zei Fortinbras, 't is een van de vele verstand bedervende in richtingen, waarop ons vaderland zoo trolsch is. Ik ben blij u dit te hooren zeggon, riep Martin uit. De laatste tien jaren heb ik mee geholpen om den geest van de jeugd te be derven. Ik heb Fransch onderwezen, niet de Fransche taal, maar examen-Franscb. Wanneer de jongste zoon van een kruide nier jongste klerk wil worden op de ge meente-secretarie, dan moet hij bepaald we ten dat bal, cal, carncval, pal, regal, chacal eens in het meervoud krijgen, ofschoon mil- lioenen Franschen door het-leven gaan zon der ooit die woorden in het meervoud te ge bruiken. Hoe kwam u er toch toe om Fransch te onderwijzen? Het is mijn moeders taal, mijn moeder was een Zwitsersche. En uw vader? Was een Engelsche hulpprediker in Zwitserland. Ja, ziet u, 't was zoo. En zoo vertelde de eenvoudige Martin, aan den gang gebracht en nu cn dan geholpen door een goed doordachte sympathieke vraag, zijn heele levensgeschiedenis, terwijl Corinna, die het meeste er van al meer ge hoord had en het dus vervelend vond, zich amuseerde met karikatuurtjes van hem te teekenen op het tafelkleed. Deelde hij iets mede dat zij niet wist, dan hield zij even op en keek hem aan. Evenals bij haar was zijn autobiografie een catalogus van onbe kwaamheid, maar hij sprak niet van ge dwarsboomde eerzucht. Hij sprak heelemaal niet van eerzucht. Wat er uit geopenbaard werd was de berusting van het gedresseerde ezeltje, dat er ook in berustte een lastdier te zijn. Hartstochtelijk verlangen naar genot was er nooit geweest. Waarom te verlangen dat de maan in je schoot zal vallen? Met een salaris van 135 pond in het jaar, waar van hij nog een bedrag moest afstaan aan zijn moeder, die weduwe was, kan een man zich weinig weelde veroorloven. En Martin was niet een van hen, wicn alles meeloopt. Hij had de laatste tien jaren geleefd in een soort van mist, die, alle schittering als 't wa re omfloerste. Maar op dezen avond was de mist opgetrokken. De flonkering van Parijs, zelfs 't Pantheon en de Eiffcltoren hadden geholpen den nevel te verdrijven, zooals Corinna sarcastisch opmerkte. Do zuster lijke belangstelling van Corinna in zijn saaie belangen had er ook toe bijgedragen. Maar meer dan dat alles deed de zelfanaly se, die hij had toegepast onder den dwin- genden invloed van den philantroop met glimmende mouwen en rafelig linnen, tege lijkertijd priester, advokaat en geneesheer, die zijn vijf francs stuk had opgestoken. Hij sprak lang en ernstig; cn hoe meer hij sprak cn hoe meer hij haarfijn vertelde van de dorheid van zijn jong leven zooveel te sterker in hem werd de geest van op standigheid dien hij vroeger nooit had ge kend. Dat is alles, zeide hij eindelijk, zijn be zweet voorhoofd afvegend. 't Heeft mij zeer geinteresscerd, zeide Fortinbras. Ja, niet waar, zeide Corinna. En hij heeft zelfs nooit de dochter van zijn hospita ge kust, die met den loodgieter trouwde. Hier uit blijkt dus hoe volledig Martin's belijde nis geweest is. Uitdagend keek ze hem aan. Ik durf daar een eed op te doen. Verlegen vertrok Martin zijn lippen. Ja wel. Een keer. Waarom niet twee keer, vroeg Corinna. Ja, waarom niet, vroeg Fortinbras, toen hij zag dat Martin aarzelde, en hij glim lachte vriendelijk als een welwillende bis schop. Waarom maar één keer van die am- brosyne lippen geproefd? Martin's olijfkleurige huid werd door een vuurrooden blos overtogen. Dat zeg ik liever niet, het lijkt zoo on- kiesch. Allons done, riep Corinna. We zijn in Parijs en niet in Wendlcbury. Dat moeten we toch weten, mijn beste Martin ik vraag altijd aan mijn cliënten of ik hen bij den naam mag noemen dan is er meer voeling tusschen hen en mij. Dus Martin, ik zeg nog eens we moeten weten hoe de breuk ontstond of de losmaking of het eind van wat schijnt te zijn do eenige romantische épisode in je le ven. Ik maak geen gekheid, zeide Fortinbras ernstig. Van uit een psychologisch oogpunt is liet noodig dat ik het weet. Smeekend blikte Martin hen aan. Fortin bras zoo ernstig. Corinna zoo koel spotach tig- Zoo'n mieserig loodgietertje, dat aange moedigd moest worden? opperde ze. Hij ging rechtop zitten en hijgde: goede hemel, neen. Hij werd rood van verontwaar diging. Zij was een heel fatsoenlijk meisje. Niets van dat alles. Ik wou dat ik er nooit over gepraat had, het is van niets geen be lang. Als dat zoo is, vroeg Corinna, waarom heb je haar dan niet eens gekust? —Als je het dan precies weten wilt, zeido Martin de wanhoop nabij, ik heb een inge- kankerden haat aan uienlucht en werktui gelijk zoog hij door het rietje in zijn glas bet gesmolten ijs op. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 5