ALS ADOLPH HITLER SPREEKT!
„DE WITTE"
THEE COMPLET
Gebruikt nu
Uw GESOIGNEERDE
a 60 CENT
VAN 21/2 51/2
10 JAAR
GARANTIE B
jJ.W.v. Achterbergh
NAAR BUITEN!
HET OPENINGSBOD
DE TOOVERSPIEGEL
OP HET HEERLIJKE TERRAS VAN
FAUTEUILS
v.
Firma
WESTSINGEL 10-13
door
H. G. CANNEGIETER.
[Zoodra het volop zomer is geworden, ver
langen wij naar buiten. Maar weten wij
wel, wat dit verlangen behelst? „Ik moet
er eens uit antwoordt, men mij ter ver
klaring. Er uit. Waaruit Naar buiten
Waarbuiten?
Buiten is niet voor elkeen op dezelfde
plek. De stedeling, die zijn werk lieeft te
midden van de ratelende bedrijvigheid van
winkel of fabriek en wiens woning liocg
boven het asfalt in een nauwe straat is ge
legen, snakt naar dc rust van bosschen en
zee. Maar de landman, die eenzaam achter
het ploegpaard over het wijde veld heeft ge
stapt, haakt naar het rumoer van do grooto
stad. Voor den één is buiten juist het tegen
deel van hetgeen het voor den ander is.
En toch is buiten voor beiden hetzelfde
Naar buiten bcteekent builen liet terrein
van onze gewone omgeving, buiten ons ge
zin, waarvan wij dc gezichten en stemmen,
de gewoonten en meeningen zoo door en
door kénnen, buiten den tredmolen van
nzen dagelijkschen arbeid.
Wij moeten er eens uit. Waaruit Uit
ions gewone doen, uit den sleur, uit ons
[huis. Uit onszelf. Want de kern van het
irerlangen om naar buiten te gaan, is dc
ehoefte eens buiten onszelf te treden, ons-
izelf eens voor een oogenblik kwijt te raken.
We willen tijdelijk nu eens een ander zijn
idan dc kantoorman. A. of dc arbeider B.
of de huisvader C. We willen eens in een
jander huid kruipen, eens uit andere oogen
kijken, met een ander gemoed tcgcnovei
de wereld staan.
Naar huiten beteekent tegenwoordig: op
reis. Maar we behoeven niet noodzakelijk
op reis te gaan, om er eens uit te zijn. liet
reizen als algemeene gewoonte bestaat nog
[slechts kort. Een kwart eeuw geleden gin-
Jigcn alleen enkele uitverkorenen op reis,
de rest vierde kermis. De reis is in de plaats
van de kermis gekomen. En dc oudcrwet-
sclie kermis heeft dezelfde taak vervuld
welke men nu aan de reis heeft opgedra
gen; ook zij stelde de mcnschen in de gele
genheid, er eens heelerriaal uit te zijn. En
voorzoo ver de meeste oudcrwetsche mcn
schen te schuw en te schuchter waren om
zonder kunstmatige prikkel buiten zichzelf
tc geraken, namen zij liet bedwelmend me
dicijn van den alcohol te baat, om zichzelf
in een roes te vergeten.
Op het carnaval kroop men in een andere
huid en in de vermomming bereikte men
dezelfde uitkomst als tlians met de' ver
plaatsing. Men word, in alle opzichten, voor
een tijdje een ander mcnscli, zooals men
zich nu een ander mcnsch voelt, wanneer
men als vreemdeling door de straten van
Brussel of Alexandrië wandelt.
J Wie zich de weelde niet veroorlooft, zij
het dan maar voor korten duur, eens naar
buiten tc gaan, verwaarloost een deel van
zijn wezenlijk bestaan. Hij doet lichaam en
geest tc kort cn deze zuinigheid zal zich
wreken.
Maar als mon, gelijk zoovelen in onze da
gen, geen geld heeft om naar buiten te
gaan? Zouden vele misdaden van tegen
woordig niet zijn te verklaren uit den onver-
woostbaren drang naar romantiek, die (Jen
mensch in liet bloed zit? Het is voor de
maatschappelijke veiligheid heilzaam, dut
de bioscoop althans een goedkoop middel
aan de hand doet, om er eens uit te zijn.
Maar wanneer dit middel faalt of zelfs in
de ergste gevallen ontbreekt?
Dan lcomt de brave en ingetogen bure^r
in dc verleiding om te nemen, wat hij niet
koopen kan; dan trakteert hij zichzelf cp
de sensatie een dief of een roovcr te zijn
en moordend of stelend zichzelf cn zijn eo.i
tonige sleur voor een oogenblik tc verge
j ten.
Hierom dient het reizen bevorderd. Het
is voor de maatschappij een vcilighéidspo-
lis en voor den enkeling een gezondheids
kuur.
Eén ding is jammer: dat dc eenvormig
heid van de moderne beschaving liet ons
bijna onmogelijk maakt, naar huiten tc
gaan en er eens uit te komen. Want waar
heen wij ons richten, overal stuiten wij op
denzelfden aanblik. Dorpen en steden loo-
pen ineen cn lijken op elkaar; volken en
naties verliezen hun eigenaardige kenmer
ken; de stad wordt bebosclit en het bosch in
een villapark herschapen. Overal dezelfde
menschon van thuis in hun zelfde huizon,
straten, auto's cn vliegmachines. Overal
ions eigen beeld en gelijkenis. Het is, of we,
in de wereldstad aangeland, ons eigen ge
laat. in een duizendvoudigen spiegel weer
kaatst zien.
Het wordt steeds moeilijker naar builen
te gaan!
le man: „Twee schoppen".
2o man: „Twee harten".
3e man: „Eén klaveren".
De doove vierde: „Als jullie allemaal passen, pas ik oak".
Teekening v.h. Amersf. Dagblad van D. van Driest
VERHAAL VAN DE WEEK
Een Japansche vertelling.
In liet kleine Japansche dorpje Jowcruski
was een spiegel een nog onbekende groot
heid en de meisjes daar wisten niet of ze
mooi of lcelijk waren. Dat ervoeren zc eerst
later, als ze verloofd Taakten cn trouwden
en als hun mannen hare lieftalligheid on
der woorden poogden te brengen.
Op zekeren dag nu, vond een jonge Ja
panner, wiens dagelijksch werk bestemd in
het trekken van een licht, Japanseh wa
gentje, een Jinriksha, midden op straat
een klein zakspicgeltjc, dat waarschijnlijk
oen Engelschc Lady verloren had.
Zoo'11 raar ding zag lviki-Tsum voor de
eerste maal in zijn leven. Met oplettendheid
bekeek lnj het van alle kanten cn tot zijn
onbeschrijfelijke verbazing zag hij een bruin
gezicht met zwarte oogen en een uitdruk
king van verwondering in de trekken.
Waarachtig, dat is een portret van mijn
vader zaliger, sprak Kiki-Tsum in zichzelf.
Zou dat misschien een waarschuwing zijn?
Zorgzaam wikkelde hij liet kostbare voor
werp in zijn zakdoek en borg liet Weg in
zijn wijd hemd. Toen hij 's avonds thuis
kwam, verborg hij zijn schat heimelijk in
een ouden pot, waar bijna nooit naar werd
omgezien. hij wist er geen betere plaats
voor le vinden. Zijn jonge vrouwtje vertelde
hij niets van zijn avontuur, want vrouwen
zijn nieuwsgierig en babbclgraag, en Kiki-
Tsum voelde, dat het een te heilig voorval
was, clan dat zóó maar Jan cn alleman zich
er mcc mocht bemoeien
Een dag of wat achtereen bevond Kiki
Tsum zich in grootc agitatie. Hij dacht
steeds maar aan liet portret dat liij gevon
den liad cn menigmaal liet hij opeens zijn
arbeid rusten èn ijlde naar huis, om even
een blik tc werpen op zijn schat.
Zijn vrouwtje Lili—Tsce begreep hecle-
maal niet, waarom haar man zoo vaak naar
huis kwam. Aanvankelijk was zij tevreden
met zijn verklaring, dat hij alleen rnaar was
gekomen, 0111 haar lieve gezichtje eens te
zien, maar toen zich dat dag in dag uit
herhaalde, cn er steeds een trek van hoog
gewicht op zijn gezicht lag, werd zij wan
trouwend en begon wat meer op liet doen
cn laten van haar man te letten.
En toen merkte zij, dat hij nooit wegging,
zonder even in het achterkamertje te zijn
geweest. Daar moest wat achter steken,
dacht Lili-Tsce. En daar stak ook wat ach
ter. Eiken dag doorzocht zij eerst het ka
mertje, maar nooit slaagde zij erin, iets ver
dachts te vinden. Op zekeren dag kwam
zij echter plotseling in de kamer en zag
juist, hoe haar man den pot wegborg, waar
in zij haar rozenbladeren bewaarde. Nauwe
lijks was de gestrenge lieer gemaal cle deur
uil, of zij vond tussclicn dc rozenbladeren
den spiegel. Heel voorzichtig nam zij liet
voorwerp in cle hand.
O vrceselijke waarheid Het portret
was een vrouw! Terneergeslagen zette zij
zich neder en begon jammerlijk te schreien.
En dus daarvoor kwam hij zoo vaak naar
huis. Weer keek zij het portret aan en
thans verwonderde zij zich. dat liaar man
in zulk een gelaat iets moois kon vinden:
een gezicht met woedende oogen. Zij was er
bepaald bang van en wou het niet meer
aanzien. Het was haar niet meer mogelijk
liaar werk tc verrichten. Zij voelde, dat zij
ziek zou worden. Toen Kiki-Tsum 's avonds
thuiskwam, was hij niet weinig verbaasd,
noch zijn maal, noch zijn vrouw tc vinden.
Hij stapte dus naar het slaapvertrek.
Zoo, moet ik dat van u ondervinden,
nadat wij nog geen jaar getrouwd zijn?
Hoe meen je dat? Wat dan, Lili-Tsce?
vroeg haar man, die bang begon ie worden,
dat zijn vrouw haar verstand verloren had.
Wat? Wel, dal portret van een meis
je, dat je in mijn rozcnbladerenpot verstopt
hebt. Ik wil het niet meer zien, dat akelige,
lcclijke, boozc gezicht En luide bcgrm Lill
Tscc te wecncn.
Ik begrijp er niets van, zei haar man.
Zoo, begrijp je niets? vroeg zij met een
spottenden lach. Je lioudt van dat meisje
zeker meer dan van mij?
Wat zeg je daar. Lili-Tsee? vroeg Kiki
Tsum, thans heel hoos wórdend. Het is het
portret van mijn vader zaliger. Ik vond het
een poos geleden op straat en borg liet zoo
lang weg.
Meen je dat ik het portret van een
meisje niet van dat van ccn man onder
scheiden kan?
De heide eclitgcnooten wonden zich hoe
langer hoe meer op, zcodat de Bonze, de
burgervader van liet dorp, die juist voorbij
kwam, even liet hoofd binnen de deur stak,
om tot stille te manen.
Beste kinderen, waarom die drukte?
Legt de zaak bij. En denk dat er liefde cn
eendracht onder 11 moet zijn.
Mijn vrouw is gek geworden, zei Kiki-
Tsum.
Mijn zoon, de Vrouwen zijn allen min of
meer dwaas, antwoordde de eerwaardige
Bonze. Gij moogt niet denken dat de uwe
de ecnigc uitzondering zou vormen. Gij moet
11 nu maar daarin schikken.
Ja maar ze denkt allerlei onzin.
Niet waar, riep Lili-Tsee wecnend. Mijn
man heeft liet portret van een vrouw in
den pot met. rozenbladeren verstopt!
Ik heb hcusch geen ander portret dan
dat van mijn vader zaliger! riep de arme
eclugcnoot uit.
Welnu, laat mij dat portret dan toch eens
zien.
De burgervader nam den spiegel en keek
er heel voorzichtig in. Daarop schudde hij
zijn grijze hoofd cn sprak op ernstïgen
toon.
Kinderen, wordt weer goed op elkaar.
Dit portret stelt niemand anders dan een
burgervader voor. Ik begrijp niet, dat gij dat
niet dadelijk hebt gezien. Ik zal het mee
nemen en het in het gemeentehuis oplian
geiv
„Duitschers moeten geen sinaas
appelen eten, want deze worden
in Duiischland niet gekweekt I"
(Door een bijzondcren correspondent).
„De leider komt. Ernstig staat zijn gelaat
als hij het platform betreedt. Maar van ccn
trotsche vreugde vervuld vlammen zijn
oogen, als bij zijn blikken laat gaan over
dc sterke 041 hechte muren van zijn vech
ters. liet muziekcorps speelt de marschen
en de leider schrijdt langs liet front
Ónder de ziclschokkendc kracht van zijn
machtig oog wellen tranen in de oogen van
de dappere jongelingen. Dezen dag zullen
zij nooit vergeten."
Op zulk een gc-cxnllcerdc wijze beschrijft
liet Berlijnsche fascisten-orgaan Der Angriff
de aankomst van Ilitlcr op een parade van
:1e Nationaal-socialistischc stormtroepen, te
Berlijn. En zij geeft de sterke emoties van
dit tooneel geenszins overdreven weer. De
trouwe Hitler-reporter gaf slechts uiting
aan zijn gevoelens, die ontstaan na elke
toespraak van I-liller.
Geen enkel publiek persoon uit dc his
torie van het moderne Duitschland heeft
ooit zulk een macht gehad over zijn ge
hoor. Geen spreker heeft dit gehoor zorg
vuldiger bestudeerd, de effecten gadegesla
gen en de décors beter gekozen.
Indien Hitler niet verkozen had een po
litieke partij te leiden, dan zou hij een an
dere Rcinhardt kunnen zijn. Wat hij nu doet
is eigenlijk niet. veel anders dan het ten
tooneele brengen van Wagner-opera's. En
zij munten uit door ccn krachtige, overwcl-
digend-militairistischo opvatting.
Bij den ingang van dc zaal staan leden
van de stormtroepen jn uniform. I11 landen
als Pruisen, waar bet den Nazi's verboden
is khaki-uniformen te dragen, klceden zij
zich in korte kniebroek, wit sporthemd,
blauwe zeilpet en omgorden zich met zwarte
riemen. I11 het midden van dc zaal, vlak
voor het tooneel, waarvan dc leider zal
spréken, staan do vaandels van de plaat
selijke stormtroepen.
Op het tooneel zelf bevinden zich leden
van dc zwarthemden, de lijfwacht der storm
troepen, in dc houding staande ieder
meet meer dan zes voet en allen zien er
krijgshaftig én agressief uit.
De menigte juicht..
Langs de wanden zijn banieren en doe
ken met fascistische leuzen opgehangen. En
terwijl het publiek binnen stroomt, speelt
hot uitstekende muziekcorps van do Storm
troepen oude en nieuwe militaire marschen.
Vrouwen in de bruine fascisten-uniformen
verkoopen foto's van den leider cn zame
len geld in voor gewonde cn gevangen ge
nomen fascisten.
Wanneer de zaal gevuld is met een aan
dachtig en zwijgend gehoor, hoort men bui
ten trompetgeschal cn een afdeeling van dc
stormtroepen marcheert met vaandels cn
vlaggen naar liet tooneel, waar zij zich in
een schilderachtige formatie opstelt. Het
moet in Münehen gebeurd zijn, waar Prins
August Wilhelm de menigte in het circus
Krone toesprak, dat dc stormtroepen door
bléven marcliceren. Telkens verschenen weer
dezelfde manschappen, zooals op het too
neel geschiedt cn al dien tijd bleef de me
nigte met uitgestrekte armen de vaandels
roeten.
Van de straat klinkt het gejuich van oen
groote menigte. Hitler's Mercedes is aan
gekomen. De kreten worden luider en lui
der en dan, temidden van een tornado van
Heil's, komt Ilitlcr, in zijn bekende lichte
regenjas cn blauw cosluum, het ongedekte
hoofd licht gebogen cn zijn arm uitgestrekt
voor het saluut, glimlachend binnen. Rond
om hem wordt door een andere afdeeling
van de lijfwacht een cordon gevormd, dat
hem begeleidt naar liet platvorm. De storm
troepen presentcercn denkbeeldige wapens,
de groote gast wordt plechtig aangekondigd
en als het Ilcilgcrocp uitgeraasd is, treedt
Hitier naar voren om zijn rede tc beginnen.
•Ms hij begint, staat zijn gelaat ernstig, de
trekken zijn onbewogen, zijn stem rustig,
bèheerscht en overtuigend. Hij spreekt op
een toon van bijna religieuze toewijding, een
beetje melancholisch en teleurgesteld.
Dan, na een minuut of vijf, verandert
zijn 6tem. Zij wordt liooger. Zijn oogen wor
den donker cn zijn gelaat is niet meer zoo
onbewogen; men kan de aderen op liet voor
hoofd zien. Zijn stem is welhaast een kreet
geworden. I-lij beweegt dc armen en zijn
emotionaliteit werkt aanstekelijk. De woor
den zijn niet langer zorgvuldig gekozen.
IIet is een stroom geworden van branden
de exaltatie. De toehoorders zijn in een
6laat van brandende opgewondenheid ge
bracht. Zij zijn bereid te weenen, te lachen,
te zingen, roekeloos te leven en glorieus tc
sterven.
1 En dan komt Hitler's derde methode. Hij
A dolt Hitier.
is niet langer de profeet. Hij is niet langer
de dichter. Ilij is de Leider. Hij pleit niet
meer, hij beveelt. Ilij bewijst zijn standpunt.
Hij heeft zijn schilderij geschilderd, hij heeft
zijn ontwerp getoond en hij beveelt Duitsch-
land het tc aanvaarden. Hij laat het publiek
zien met zijn eigen oogen en voelen met zijn
eigen hart. En hij brengt hen er nu toe te
denken met zijn eigen verstand. De toe
hoorders zijn automaten geworden. Zijn stem
die zoocvcn nog ietwat lieesch was, wan-'
kelt niet meer. Zij behoudt het doordrin
gend accent tot het einde.
Aan het slot van zijn redevoeringen, even
als aan het begin, brengt Ilitlcr den Romein-
schcn groet cn roept: „Stormtroepen, heil!"
„Rasgcnootcn, heil!" of „Overwinning, heil!"
wat liet meest geschikt is. Waarop het ge-
hoor antwoordt met een wild geroep van
„Ilitlcr, heil!" en het zingen, met uitgestrek-
tcn arm, van ccn der vele Nazi-liederen. En
wee degene, die liet waagt niet mee te
zingen.
Wanneer I-Iitler's vreemde, electriscerende
slem de aanwezigen niet al lang onder zijn
invloed had gebracht, dan zouden zijn re
devoeringen niemand overtuigen. Zij hebben
een inhoud. Alleen dc wijze waarop zij ge
bracht worden en niet hun inhoud, is over
tuigend. Al jaren lang heeft hij er zorgvul
dig zorg voor gedragen geen practische voor
stellen in zijn propagandaspeechcs te 'berde
te brengen.
Jaren geleden heb ik hem eens een redo
hooren houden, waarin hij onder meer het
zonderlinge voorstel deed: „Duitschers moe
ten geen sinaasappels eten, want deze wor
den in Duiischland niet gekweekt!"
Maar gedurende de laatste Jaren heeft
Ilitlcr zijn politieke uitspraken bewaard
voor interviews en voor de geheime maann
delijkschc bijeenkomsten van die vijftig zon
derlinge leden van den Nationaal-socialisti-i
sclien oorlogsraad in die semi-feodale rood-
cn oranjezaal van het Bruine Huis te Mün
ehen. Niettemin, geheel en al zinneloos zijn
zijn speeches niet. Zij bevatten één concreet:
het dreigen met geweld. En het is deze be
dreiging, verborgen of openlijk uitgespro
ken, die Hitler's gehoor tot het wildste en
thousiasme kan brengen. Daar ligt zijn ware
kracht.
Het is dan ook geen wonder, dat zijn
aanhangers tot hem opzien met een bijna
religieuze devotie. Hij heeft den martialen
geest van liet Duitsche volk weer'doen ont
waken cn voor hun verblinde oogen houdt
hij dc hrillante belofte van dvi overwinning.
BEZIG ZIJN VAN ZIEKE KINDEREN.
Waarmede kan rnen een kind, dat het
bed moet houden, toch bezig houden?,
vroeg ons eens een jong moedertje. Het is
inderdaad moeilijk om kinderen, die lang
rusten, met het noodige geduld in bed te
houden. Alle speelgoed is ook niet geschikt
voor hen, daar de lust tot opstaan dan wel
licht ontwaakt.
Een aardige bezigheid is het uitknippen
van gekleurde plaatjes, die in een album
geplakt worden, ofwel het maken van over-
drukjes, waarbij dc kinderen met spanning
uitzien naar het resultaat.
Het knippen van stoeltjes en tafeltjes
uit ccn oud spel kaarten vinden kinderen
gewoon heerlijk en als do moeder dan met
ceri weinig fantasie nog kleine poppetjes
weet tc knippen, dan is de eigen geknipte
poppenkarner compleet.
Kinderen zijn in den regel enthousiast
over dit eenvoudige speelgoed cn cr is zeker
geen spel, waar zij hun geest zoolang mee
bezig houden.
{Nadruk verboden)