Afdruk uitsluitend voor geabonneerderu Plaatsing sluit accoordbevinding mei de leveringsvoorwaarden in. 'Alle rechten Vereenigde Persbureaus SFEER IN HUIS. Een artikel dat niet te koop is! door J. de Boer van Strien. Onze tijden zijn nuchter en vele din gen worden door het geld beheerscht. Maar het brengen van sfeer in huis is nog altijd iets dat door geen geld kan worden gekocht of verworven. Het is de unieke taak van de huisvrouw, om die sfeer aan te brengen. Maar op het ,,Hoe"? is niet zoo gemakkelijk antwoord te geven. Ziet ge, wanneer een jong paartje huwt en het modern-ingerichte flatje be trekt, dan ziet alles er nog echt „model- kamer-achtig" uit. Het is een keurig, soms artistiek-ingericht huisje, maar het móét nog een .thuis" worden. En hier voor helpen stalen noch houten meube len. Het mooiste inheemsche glaswerk en de fraaiste staaltjes van pottebakkers- kunst kunnen er niets aan doen. Zij kun nen de schoonheid in huis brengen, maar ook schoonheid kan koud zijn. Noodig is intimiteit, het gevoel dat er in deze vertrekken gelééfd wordt. Niemand be ter dan vader Tijd kan ons helpen om sfeer in ons huis te brengen, maar ook hij is op dit punt niet alvermogend. Want, niet waar, er zijn van die hui zen, waar men slechts ongaarne komt omdat men, ondanks alle pogingen van de goedwillende gastvrouw, er zich tóch niet behaaglijk gevoelt. Alles is er puik in orde. ge krijgt geurige thee en lekkere koekjes, er zijn sigaretten en aschbakjes, er is desnoods een cocktail met zoute amandeltjes, eventueel een ra dio of gramofoon, maar er is géén sfeer. En helaas kunnen vriendinnen, die dit wel zien en voelen, het de gastvrouw toch niet aan het verstand brengen hoe ze die sfeer zou kunnen verwerven. Want deze is een zuiver uitvloeisel van de persoonlijkheid der bewoners van een huis. En als we dit uitvloeisel missen ach, dan gaat het ons als de Genestet: ..Wees u zelf, zei ik tto iemand, unaar hij kón niet, hij was niemand Misschien moge het een troost voor velen zijn. vooral in deze dagen van al- gemeene bezuiniging en bekrimping, dat het er éigenlijk niet eens zoo erg op aan komt hoe ons huis is gemeubeld, als het er maar warm-gezellig is. Het mag dan verdrietig zijn dat we het lang-begeerde vloerkleed nog steeds niet koopen kun nen en dat de rijdende theewagen ook nog maar altijd op het lijstje der onver vulde wenschen staat, maar ondanks dit alles gaat er van het huis toch iets uit. Anderen, die bij ons komen, voelen er zich door aangeraakt en ze worden los ser en vertrouwelijker. Ze komen er zelfs toe om dingen van zichzelf te vertellen, die men anders zorgvuldig verborgen houdt. V/ie ,,op visite" is, voelt zich zel den tot confidenties genoopt, zelfs al heeft hij het gevoel, dat praten met an deren over moeilijkheden hem zou kun nen helpen. Maar er blijft meestal reser ve, die zich verbergt achter hoffelijkheid, die niets zegt, en conversatie, die mee- rendeels onbenullig is. Doch komt men in een huis met sfeer, dan is opeens alles anders geworden. Dan ziet men met één oogopslag dat die oude rieten fauteuil met het wat verschoten cretonne over trek wérkelijk een ruststoel is en dat er op dit theeuur inderdaad gerust en een beetje droomerig gephilosopheerd kan worden. De theeschenkende gastvrouw eischt niet dat ge een „gezellige gast" zijt. Zonder woorden noodigt ze u slechts uit u op uw gemak te gevoelen! Zeker is het waar, dat het geven van sfeer aan een huis aangeboren moet zijn. Maar toch kunnen we ons zelf op den weg daarheen voorthelpen door be paalde dingen te doen of te laten. We tellen in ons lieve landje nog heel wat van die over-zindelijke huismoeders, die in staat zijn ons met een stoffer en blikje na te loopen waar we maar gaan of staan en het behoeft stellig géén betoog, dat dezulken iederen zweem van sfeer volslagen op de vlucht jagen. Netheid is zeker een deugd, maar overdreven net heid, die van het huis een afgod maakt en van zichzelf de onvermoeide slavin van dien afgod, is een groote ondeugd. Hier tegenover staat natuurlijk weer, dat ook in een huis waar niets in orde is en waar het leven nogal luchtig wordt opgevat wat de dagelijksche dingen betreft, even min sfeer gevonden zal worden. In een huishouden, waar men den éénen dag een uur later eet dan den anderen en waar voor niets vaste wetten bestaan, leeft men een verward en chaotisch leven en de inschikkelijkheid, die hier gevonden wordt, is zeker niet van de ware soort. Schemerlampen, neergehangen doeken met-kunstwaarde, of muziekinstrumen tenze zullen alle niet de sfeer in een huis brengen als niet, van tevoren, de huisvrouw een zekere sfeer in haar be staan heeft gebracht. Daarmee worden zelfs de nuchterste dingen van het alle- daagsche huiselijke leven doordrenkt. Pas wanneer men van het loopen eener huis houding niets merkt, loopt deze huishou ding patent, is wel eens gezegd. En zoo is het inderdaad: als de raderen van de huishoudelijke machine zoetjes en zon der ophef gaan, als de huisvrouw den toon in huis even goed heeft weten te bepalen als de menu's, dan is er een bodem waarop sfeer gedijen kan. En voor deze enkele maal kan men eerlijk zeggen, dat geld ten aanzien van dit alles nu eens géén rol speeltl -o IETS OVER VERLICHTING. Op het gebied van electrische verlich ting doet men steeds de nieuwste vindin gen. In moderne interieurs treft men geen schel licht en geen leelijke verlich tingsornamenten meer aan, ook geen zichtbare gloeilampen, die de oogen ver moeien en vaak hoofdpijn geven. Moderne kamers worden in een zacht geheimzinnig waas gehuld, dat rustig en aangenaam werkt en, wat voor de dames van niet minder beteekenis kan zijn, zeer flatteus werkt. Eén lamp is voldoende om een groote kamer te verlichten; verder ziet men de beeldigste schemerlampjes, in den vorm van vazen, bloemen enz., ook eenvoudi ge voetjes, met een naar moderne ont werpen gemaakt zijden kapje, die in al lerlei vorm en kleur inderdaad een sie raad voor de kamers zijn. MOOIE JAPON. Ook voor gezette dames. Zeer geschikt, ook voor meer gezette dames, is deze aardige eenvoudige zomerjapon, die zoowel van eenvoudig voile als van zijde gemaakt kan worden. Indien men voile of een andere waschstof kiest, zouden wij willen aanraden als afwerking langs hals en jabot een smal afstekend biesje te ma ken, doch voor een zijden japonnetje is een heel smalle plissé als garneering gekleeder. Wij zou den dan aan de opslag van de mouw eveneens een plissé nemen, of geen opslag en een brccdere plissé aan de onderzijde, die naar verkiezing ook tot aan de elleboog of wel als lange aangesloten mouw gemaakt kan worden: bij de laatste kan dan een plissé uit de elleboognaad komen. De japon is verder uiterst eenvoudig te maken, het rechter voorpand sluit met een aangeknipte punt over het linker, terwijl een kleine volant een aardige garneering geeft: het heupstuk sluit strak om de heupen en de rok valt in klokken, terwijl de overtollige ruimte aan de blouse wordt ingehaald op de wijdte van het heupstuk; een ceintuur van dezelfde stof maakt de japon af. Deze japon kleedt alleen in de maten 46 tot en met 52. HET ZELFMAKEN VAN EEN GEKLEEDE BLOUSE. Op verzoek van verschillende lezeressen geven wij hier een eenvoudige doch gekleede blouse, die tevens zeer flatteus is, zoowel om gedragen te worden bij een tweed rok als bij de meer ge kleede rok van het mantelcostuuin. Het prettige is, dat deze blouse heel gemak kelijk te maken is en tevens zeer voldoet. Hoofdzaak is, dat de kleur gekozen wordt in een tint. die bij de rok past, hetgeen ons echter geen hoofdbrekens kost, dzar de vele alleraardig ste zomerzijdjes voor niet veel geld te kust en te keur in allerlei tinten en kleurschakeeringen te koopen zijn. Aangezien wij meermalen vragen krijgen om trent het in elkander zetten van kleedingstukken zullen wij deze blouse eens samen gaan maken. We hebben de blouse, die uit voorpand, rug, mouwen, manchetten en shawlkraag bestaat ge knipt en beginnen te naaien. We zorgen, dat ons naaidoosje met centimeter, zijde, spelden, schaar en naalden bij de hand staat en we niet telkens behoeven op te staan om een of ander te halen, dat niet alleen tijdverlies beteekent, maar tevens niet prettig werkt. We zorgen er tevens voor, dat strijkplank en ijzer bij de hand zijn. We nemen het voorpand en halen de schouder met een rijgsteek in, op ongeveer 1 c.M. van de schoudernaad af en beginnen te rijgen op 5 c.M. vanaf de hals en eindigen c.M. vanaf het armsgat: hieronder volgen nog drie rijgdraadjes op 24 c.M. afstand van elkander. Het is noodig om te zorgen, dat de rijgsteken regelmatig onder elkander vallen, zoodat de opgenomen steken juist onder elkander komen. De schouder wordt nu ingehaald op de breedte der schouders van de rug; ook de andere rijgdraden worden op die breedte ingetrokken en de naaizijde op de verkeer de kant afgehecht. We maken deze blouse van dunne zijde en kunnen Engelsche naden maken, waardoor de binnenkant er netjes uitziet. We rijgen schouder en zijnaden van voor en achter op de rechte kant en stikken deze op de machine over, strijken de naden uit, knippen ze op Yi c.M. gelijk af en ma ken de tweede naad op de verkeerde kant. Nu de kraag. Hiervoor stikken we de buitenkant (recht op recht) op de verkeerde kant, geven aan de ronding wat inknipjes, waardoor we een mooiere lijn krijgen, strijken de naad, kecren de kraag om en nu rijgen wij deze op de blouse. We leggen de rechte kant langs de binnenzijde der halsuitsnijding, bepalen eerst het midden hals en kraag en spelden dit op elkander, evenals de uiteinden bij het midden vóór, brengen hier en daar een speld aan en rijgeu de kraag eerst op, daarna wordt deze gestikt, uitgestreken, ingeknipt en op de rechte kant der blouse met kleine zoomsteken op de stiksteken gehecht. We moeten vooral zorgen, dat de schuine halslijn niet uitrekt onder het werken en deze losjes voor de hand weg opwerken. Voor de mouwen maken wij eerst weer een Engelsche naad, strijken deze uit en rimpelen de onderkant. De manchetten worden in de breedte dubbel gevouwen en de kleine zijnaadjes gestikt, gestreken en omgekeerd en op de mouw geregen (recht op recht), en gestikt, nadat de ruimte verdeeld is; de binnenkant wordt opgezoomd; een paar knoopjes en knoopsgaatjes dienen als slui ting. De onderkant der blouse wordt gezoomd (V/2 c.M.) en hierdoor wordt een elastiek ge haald, waardoor de blouse eenigszins ruim over valt. Voor dc strik hebben we een lange reep. die we eerst in de lengte op de verkeerde kant stikken en daarna aan de smalle kant dichtmaken. Om deze reep nu gemakkelijk te kceren, bevesti gen we aan het smalle eind een veiligheidspeld en halen deze binnen door de reep, waardoor wij de rechte kant boven krijgen en deze plat strijken, de uiteinden met onzichtbare steekjes tegen el kander zoomen en de reep in een vlugge strik leggen, die op de blouse wordt bevestigd. We hebben onze blouse nu kant en klaar, strij ken haar nog eens flink op en zullen zeker wel voldaan zijn over ons werkstuk, dat zoo vlug en netjes klaar was. Geschikt voor de maten 42 tot en met 50. MEISJESJURK. Lieve zomerjurk van gebloemd cretonne voor meisjes van zes tot twaalf jaar. Het jurkje bestaat uit een bovendeel met aan geknipt mouwtje en eenvoudig punthalsje: om mouwen en hals zijn biezen in de hoofdtint der jurk gelegd, waarop als garneering kleine knoo- pen; het rokje heeft platte plooien, die deels ge- van dezelfde stof. LAAT DE KINDEREN SPELEÜ! Het is een levensbehoefte voor de kleinen. Eerst in den laatsten tijd is men alge meen tot het besef gekomen, dat het spe len der kinderen veel belangrijker is, dan men vroeger dacht. Het heeft voor hen zoowel een hygiënische als een paedago- gische beteekenis. De spieren worden, door het gebruik sterker, de ademhaling wordt intensiever, de eetlust beter en de spijsvertering versneld. Het spel is voor de kinderen van even groote beteekenis als werk voor volwassenen. Een kind. dat niet naar hartelust spelen mag of kan. voelt zich onbevredigd. Het psycho-ana lytisch onderzoek heeft bewezen, welk een groote en positieve beteekenis het spel heeft voor de geestelijke ontwikke ling van het kind. Het is zeer verkeerd, het kind vol komen natuurgetrouw en ingewikkeld speelgoed te geven. Het is nog niet in staat, dit te apprecieeren en weet er niets mee te beginnen. Gewoonlijk uit de na tuurlijke drang tot bezigheid zich op die wijze, dat het kind het geheim van het nieuwe stuk speelgoed tracht te ontdek ken en het natuurlijk vernielt tot groote verontwaardiging van de ouders, die niet inzien, dat het geen zucht tot vernielen is die het kind drijft. Vernielzucht uit zich in geheel andere dingen. Uit een en ander blijken reeds de voor naamste principes, waardoor men zich ten aanzien van het spel der kinderen moet laten leiden. Zij moeten zooveel mogelijk in de open lucht spelen. Zij moeten zelf nun spelletjes kiezen, dan zal het spel zooveel mogelijk in overeenstem ming zijn met hun behoeften. Zij mogen geen duur speelgoed in handen krijgen: een zandhoop, een schop, een lepel, een emmertje en de kinderen zijn gelukkig, omdat z:j hun fantasie den vrijen teugel kunnen laten. Dr. J. W. F. o ONZE GOEDKOOPE PATRONEN. Patronen worden toegezonden na overschrij ving van ƒ0 58 op girorekening 191919 t.n.v den „Knippatronendienst" te 's-Gravenhage. Aanvragen kunnen ook per postwissel of per brief onder bijsluiting van het bedrag in post zegels worden gezonden aan de Moderedactrice van dit blad, Muzcnstraat 5B, 's-Gravenhage. De maat en het nummer van het gewenschte mo del moet met Uw naam en volledig adres op giro- of postwissclstrookje worden vermeld. Bij elk patroonwordt een beknopte handleiding voor het gebruik medegezonden. WAT DE MODE ONS BRENGT. Nieuwe stoffen. Engelenhuid, de naam zegt het U reeds genoeg, is een der nieuwste en fijnste stoffen, die het zomerseizoen ons te zien geeft. Misschien kent U den Franschen naam peau d'ange beter. Het is een weefsel van buitengewone souplesse, die het beste met een fluweel zachte en mooie huid vergeleken kan worden. Men ziet deze stof in alle tin ten, maar vooral wit en rose geven een prachtig effect. Linnen en katoen. Wij moeten ook aan de practische zijde blijven en zien daarom met genoe gen dat linnen en katoen, die beide de laatste jaren in het vergeetboek geraakte stoffen, zich weer een plaats wisten te veroveren. Men ziet de aardigste japonnetjes van deze eenvoudige stoffen dragen, zoowel in de stad als op het strand of buiten. Ook ziet men effen lange of korte lin nen mantels, met groote revers, doch zon der kraag, die gemakkelijk over een dun japonnetje kunnen worden „aangescho ten". Verder blouses onder en boven de rokken met of zonder mouwen of klein pofje; vesten met knoopgarneering, te veel om op te noemen. Alles is eenvou dig en practisch en kan gemakkelijk ge- wasschen worden, terwijl de meeste stof fen ook zon- en lichtecht zijn. De lengte der rokken. Er is een groot verschil in de lengte der rokken van middag- en avondjaponnen. Zelfs de meest gekleede middagjapon houdt het midden tusschen knie en en kels. in ieder geval is de onderkant min stens 24 c.M. van den grond. Avond japonnen vallen in den regel niet onder de enkels, alleen bij groote avondfeesten worden zij tot op den grond gedragen en hebben dan vaak een kleine sleep. Niets toch is minder elegant, dan over dag op straat japonnen te zien dragen die tot op de enkels vallen en daar het toch de bedoeling is van iedere vrouw of meisje er inderdaad „goed" gekleed uit te zien, zouden wij willen aanraden met bovenstaande voorschriften omtrent de lengte der rokken rekening te houden. Sportmode. Sportkleeding moet eenvoudig en prac tisch zijn en aan het gestelde doel beant woorden, maar toch moet rekening ge houden worden met de verbreede schou derlijn en aansluitende taille en heupen. De standaardkleeding is een kleine alpenmuts van vilt, jersey of gehaakte zijde, wol of chenille; een rok van tweed, jersey of wollen tricot, die alleen een ceintuur of ook wel draagbanden heeft, verder een overhemd van linon, toile de soie, wit katoen of wel een wollen swea ter, die om de taille strak is aangesloten en ten slotte een eenvoudige geknoopte das, die het sportieve geheel af maakt. Moezen en streepen. Voor morgen- en middagjaponnen ziet men moezen en streepen dragen. Op effen japonnen van crepe de chine ziet men driekwart lange met bloemen- motieven bedrukte mantels dragen, ter wijl men op de gestreepte japonnen een effen mantel kiest, in de hoofdkleur der streep. Streepen geven een dankbare garnee ring, indien men ze in schuine richting als ingezette deelen verwerkt. Moezen ziet men op wollen, zijden, voile, georgette, ja op alle denkbare stof fen gedrukt, van de kleinste af tot zelfs vrij groote; gemoesde stoffen vormen een dankbare garneering voor effen japon nen. Voor de auto. Wanneer men veel op de buitenwegen in de auto rijdt, is een beige mantel, die over de andere kleeren wordt aangetrok ken, zeer practisch; hij beschermt de ja ponnen tegen het stof der wegen. Deze mantels zijn zeer ruim, worden met of zonder ceintuur gedragen, hebben groote opgestikte zakken en een hoogslui- tende kraag. Het best kan men een kleine tricot of vilten muts hierbij dragen, ter wijl een vroolijk gekleurde wollen shawl voor de noodige fleur van het geheel zorgt. o ROOKENDE VROUWEN. Een nieuwe mode, die zich hopelijk bij ons niet zal inburgeren, vindt men thans in het land der onbegrensde mogelijkhe den, n.l. het rooken van een pijp voor vrouwen. Deze pijpen zijn 10 c.M. lang en worden met speciale tabak gevuld. Hopelijk zullen onze Hollandsche vrou wen deze excentrieke gril laten passee- ren! VcM28

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 18