Maandag 18 Juli 1932
.DE EEMLAINDER
31e Jaargang No. 15
TWEEDE BLAD
CISKA KREMERt
,,Een engel onder de menschen"
PROF. W. L. P. A. MOLENGRAAFF
DE NOOD SN DE MIJN-
1NDÜSTRSE
De regeering blijft zwijgen
DE REGEERING EN HET
RAPPCRT-V/ELTER
Het standpunt van het
personeel
Eén zoo'n Boom
ROOKT NIET IN
BOSCH OF HEI
ERNSTIG MOTORONGELUK
Fortinbras' Toovermacht
De teraardebestelling
op Zorgvliet
Amsterdam, 1(3 Juli. Op de begraaf
plaats Zorgvliet, is heden het stoffelijk
overschot van de jeugdige actrice Ciska
Kremer onder zeer groote belangstelling te
ruste gelegd. Onder de zeer velen die naar
de begraafplaats waren gegaan om de
laatste eer aan Ciska Kremer te bewijzen,
merkten wij op de hecren H. Bouber, \Y.
Harms. L. de Vries, Max Tak cn den schrij
ver A. M. de Jong.
Dc kist met het stoffelijk overschot werd,
nadat de stoet uit den Haag gearriveerd
was, in de aula geplaatst. Hij ging schuil
onder een 6chat van bloemen.
Onder het spelen van het Largo van
Handel, schaarden zich zeer velen om de
kist.
Allereerst nam het woord de heer W a 1-
ter Schmidt, die wees op het veelbe
lovende leven, dat nu was afgesneden Wij
zijn daarover zeer bedroefd en zeer ont
roerd. Niet alleen is thans een Jong en
veelbelovend leven geëindigd, doch ook een
zeer bewogen leven. Ciska, slaap zacht.
De heer Anton Burgdorffer. van
het gezelschap Bouber, bracht namens alle
leden van dat gezelschap een laatsten
groet.
Jan Lemaire, sprekende namens het
gezelschap waarbij Ciska het laatöt op
trad, zeide dat haar doodsbericht hem had
getroffen als een donderslag. We hadden
je graag willen helpen, maar we wisten het
niet. Wij allen beleefden veel vreugde aan
je successen. Veel heb je ons. ondanks je
jeugd, gegeven. We zijn je hiervoor zeer
dankbaar. Je hebt niet tevergeefs geleefd,
rust zacht.
De heer Eduard Veterman, van
het Rotterdamsch Hofstad Tooneel. wees
erop. hoe Ciska een engel onder de men-
schen was,-Zij is dan nu naar den hemel
gegaan, waar zij thuis hoorde.
Mevr. Braakensiek legde zeer aan
gedaan bloemen aan het geopende graf.
Nadat de heer Louis de Vries de
overledene had geschetst als een actrice
van zeer groote beteekenis, voerden nog
enkele personen hel woord.
Hierna legde de heer Hein Harms
bloemen op het lijkkleed aan de groeve.
Een familielid dankte voor de belang
stelling.
DE HULDIGING VAN
GENERAAL SNIJDERS.
Ter gelegenheid van zijn 30cn
verjaardag.
Bij het Comité, dat zich heeft gevormd om
Z. E. generaal Snijders op zijn 80en ver
jaardag te huldigen, zijn van verschillende
zijden verzoeken ingekomen om aan deze
huldiging te mogen deelnemen.
In verband daarmede is besloten voor
de verecnigingen cn organisaties, die zulks
wenschcn, de gelegenheid open te stellen
zich bij de plechtigheid te doen vertegen
woordigen.
De huldiging zal plaats hebben op 29
September a.6. in het Kurhaus te Schc\V
ningen, welks directie zoo welwillend was
eenige zalen belangeloos ter beschikking
van het Comité te stellen.
Het ligt voorts in het voornemen bij
voldoende deelneming in de huldiging
op te nemen een défilé van de leden van
vereenigingen, organisaties enz, die zich
daartoe aanmelden.
Ten einde tijdig de noodige regelingen te
kunnen treffen, wordt verzocht vóór 1
Augustus a.s. aan het secretariaat van het
Comité, Lange Voorhout no. 7 te 'sGravcn-
hage, bericht in te zenden of men wenscht:
a. zich te doen vertegenwoordigen bij de
huldiging;
b. deel te nemen aan het défilé, zoo ja,
met hoeveel personen ongeveer.
Onthulling van een gedenk
steen
In het aan de Lange Hezelstraat te Nij
megen gevestigde bijpost- en telegraafkan
toor, het geboortehuis van prof. Molengraaff,
hebben op initiatief van prof. mr. E J. J.
v. d. Heyden te Nijmegen, wonende oud-
leerlingen van prof. Molengraaff. een ge
denksteen aangebracht met het inschrift:
„Willem Leonard Pieter Arnold Molen
graaff is hier geboren op den lOden Mei
1858."
De onthulling heeft Vrijdag plaats gehad
in tegenwoordigheid van de heeren Smeets,
Miessen, Zuidema, Hekking. leden- van het
comité, prof. Hermesdorf, wethouder mr.
Kmotjes, vertegenwoordiger van het ge
meentebestuur; prof. v. d. Grinten als voor
zitter van de juridische faculteit der R.-K.
Universiteit; .1. de Vreeze, pracses van den
Senaat van het Studentencorps Carolus
Magnus; notaris Courbois; dr. Schwartz,
rector van het gymnasium; den directeur
van het post- en bijpostkantoor ir. Deur,
ontwerper van den steen cn den uitvoerder
steenhouwer Peters.
De plechtigheid geschiedde bij monde van
prof. v. d. Heijden, die den steen aan het
staatsbedrijf der P.T.T. overdroeg. Spreker
schetste de loopbaan van prof. Molengraaff.
Ilij wees op den ontzaglijken arbeid, welken
Molengraaff in zijn vruchtbaar leven heeft
verricht. Dc in 1896 ingevoerde faillissc-
mentenwet is goeddeels zijn werk, waar
door onze wetgeving op dit punt een Euro-
peeschc vermaardheid heeft gekregen. Ilij
drukte het stempel van zijn onbetwistbaar
gezag op dc wijzigingen van het Wetboek
van Koophandel betreffende de koopmans
boeken, dc makelaardij cn de N.V. Terecht
is hij genoemd de vader van ons modern
handelsrecht. Het recht was voor hem so
ciale ethica. Het allerbest in dezen menscli
was zijn zedelijke grootheid. Zonder eigen
baat. zonder zucht naar eer heeft hij ge
arbeid fin wijdde hij zich aan talloozc be
langen van dc gemeenschap en zijn rnede-
mensch.
DE RELLETJES TE OVERSCHIE.
En de conclusie der soc.-demo-
craten.
De soc.-dem. Vooruit wijdt een be
schouwing aan de kloppartij tusschen fas
cisten cn communisten te Ovcrschie. Dat
het blad de schuld van liet geval wijt aan
de fascisten, die provocecrend zouden zijn
opgetreden, is op zichzelf niet zoo merk
waardig, maar in aansluiting daaraan laat
het een mededeeling volgen, die ons belang
rijk genoeg lijkt, om haar even te signalce-
ren:
„Wij zijn tegenstanders van heel deze ge
weldmethode. Wij zijn hartgrondige anti
militaristen. Maar dit uil niet zeggen, dat
wij op den duur zullen kunnen dulden, dat
gewapende benden vrijelijk rondtrekken en
hun tegenstanders belagen. Als de politie
ons daartegen niet voldoende weet te be
schermen cn die benden niet ontwapent, zal
het er van moeten komn, dat wij ons zeiven
beschermen cn geweld tegen geweld stellen.
Wij kunnen het, daarvan zij men verze
kerd."
Den onderhoud met Ir. Klink.
Wat dc mijndireciies wenschen
Het Limb. Dagblad heeft in verband met
de ontslagen bij de vier Oranje Nassaumij-
ncn een onderhoud met den directeur-gene
raal van de Oranje-Nassaumijnen, ir. D. J.
Klink, gehad. Deze wees er op, dat, ofschoon
de productie van zijn onderneming door
ontslag en verzuimdiensten reeds vermin
derd is zoo bedroeg b.v. de productie over
Juni 1931 13 pCt. meer dan over Juni 1932
zij zich nog steeds niet heeft aangepast aan
den sterk verminderden afzet. De productie
dient nog verder verminderd te worden.
Thans zijn zooveel arbeiders ontslagen, dat
althans een van de twee tot nu toe nood
zakelijke „feierschichten" weer kan komen
te vervallen.
Op een vraag, of ir. Klink iets verwachtte
van evcntucelc rcgccringsmaatregelcn, ant
woordde deze dat tot nog toe dc regeering
blijft zwijgen. Op alle telegrammen en brie
ven heeft men geen antwoord gegeven. Men
schijnt zich in Den Haag niet bewust te
zijn yan den noodtoestand, die thans reeds
hcerscht, maar die nog erger dreigt te wor
den. De rcgecring zal wel blijven zwijgen.
Moet er hier ook eerst een dr. Posthuma
opstaan om dc regeering tot hulp te bewe
gen?
Op de vraag: bracht de staking in België
eenig voordeel, gaf ir. Klink een ontken
nend antwoord. Behalve, dat zij reeds ge
eindigd is, heeft zij voor ons een zeer slecht
gevolg, n.l. dat de Belgische regeering toe
gezegd heeft, maatregelen te beramen om de
Belgische mijnindustrie te helpen Dc moge
lijkheid om het afzetgebied voor cle Bclgi
sclie mijnen te vergrooten in het buitenland
bestaat er, gezien den huidigen chaolischen
toestand op de internationale kolenmarkt,
practisch niet. De uitlating van de Belgi
sche regeering kan z. i. dan ook niet anders
beteekenen dan een verscherpte contingen-
tcering in België.
Verder bleek uit het gesprek, dat de <li
rcctic van dc Oranje-Nassaumijnen ernstig
onderzoekt in hoeverre inkrimping van het
ambtenarencorps noodzakelijk is. orn den
omvang daarvan aan te passen aan die van
het hcele bedrijf Op de vraag: hoe denkt u
over dc huidige situatie van onze Neder-
landsche mijnindustrie! luidde het ant
woord: somber. De toestand; verergert nog
steeds cn. wat het meest ontmoedigt, cr is
voorshands geen vooruitzicht op verbete
ring. I)ocn er zich geen gunstige factor n
voor, dan zie ik dc toekomst met groot pes
simisme tegemoet.
Dc Limb. Koerier meldt nog
In een onderhoud met een onzer mede
werkers verklaarde een der mijndirecieuren
dat in den laatsten tijd als de wensch van
de mijndireciies in de pers wordt kenbaar
gemaakt, om de buitenlandsche steenkool
te contingenteeren. Dit is niet juist. Dc
mijndirectics hebben op de allereerste plaats
aan den minister verzocht, dat do regeering
niets zal nalaten om te verkrijgen, dat de
belemmerende bepalingen, die het buiten
land heeft getroffen ten aanzien van den in
voer van Ned. steenkool, zoo spoedig moge
lijk zouden worden ingetrokken. Mocht de
regecring hierin onverhoopt niet slagen,
dan dient, ter bescherming van onze mijn
industrie in de tegenwoordige tijdsomstan
digheden, de invoer van buitenlandsche
steenkool te worden belemmerd.
Vragen van den heer Hermans.
Het lid der Tweede Kamer dc heer Her
mans heeft aan de ministers van Waterstaat
en van Economische Zaken en Arbeid ge
vraagd:
1. Hebben de ministers kennis genomen
van den buitengewoon moeilijken toestand,
waarin het Nederlandsche steenkolenmijn
bedrijf verkeert; van de aanzienlijke ver
korting van den arbeidstijd, waartoe dit be
drijf noodgedwongen reeds moest overgaan
en van het voornemen, om aan duizenden
mijnwerkers ontslag te geven?
2. Zoo ja, is dan door de Regeering
mede naar aanleiding van dc conferentie,
die onlangs heeft plaats gehad met de mijn-
directies en vertegenwoordigers der mijn-
werkersorganisaties overwogen, wat door
haar zou kunnen gedaan worden om dit
zeer belangrijko Nederlandsche bedrijf te
steunen
Bezwaar tegen de korting op
den werkloozensteun?
Van welingelichte zijde verneemt het
Haarl. Dagblad, dat de regecring het rap-
port-Welter in zijn groote beginselen heeft
aanvaard. Dc regeering is voornemens be
houdens wijzigingen op sommige punten
(dit betreft ook de korting van 15 pet. op
do uit keeringen aan werkloozcn) dc richtin
gen voor bezuiniging, welke het rapport-
Wclter aangaf te volgen. Dc bcgrootingen
der onderscheidene departementen worden
thans onder handen genomen in dien zin,
dat het rapport-Weiter daarin verwerkt
wordt. En wat buiten dc begrootingen valt,
daarvan wordt veel in noodwetjes onderge
bracht. Dc komende millioencnnota zal een
zeer somber geluid doen hooien.
Een opvallende benoeming iu dezen tijd
van besparing is wel dit van Mr. II. Albar-
da, secretaris der commissic-Wclter tot com
mies bij minister De Geer. Deze benoeming
zegt al genoeg: de secretaris is noodig voor
de doorvoering van het rapport.
Wat dc rijkskweekscholen voor onderwij
zers betreft verneemt het blad tenslotte, dat
het voornemen der regeering is om 5 van
de 37 inrichtingen tc sluiten. Er zullen 4
scholen uitgezocht worden die excentrisch
gelegen zijn en verder nog de speciale
kweekschool voor meisjes te Apeldoorn.
Vergadering van het A.C.O.P.
Vrijdag j.l. kwam het moderne Comité ter
behartiging van dc algemcenc belangen van
overheidspersoneel (A.C.O.P.) te Amsterdam
in vergadering bijeen ter bespreking van het
rap port-Wel ter.
Besloten werd tot het voeren van een snel
le afwecr-actie.
Een plan hiervoor werd opgemaakt.
Na gepleegd overleg mot dc besturen van
N. V. V en S. D. A. P. 'zal dit plan aan de
tegen 22 dezer bijeengeroepen gecombineer
de vergadering van dc Hoofdbesturen van
den Ned. Bond van Personeel in Overheids
dienst, den C. N. A. B., den Bond van Ncd.
Onderwijzers cn den Alg. Bond van Politie
personeel in Ncd. worden voorgelegd cn na
goedkeuring worden gepubliceerd.
Genoemde organisaties tellen te zamen
meer dan 41.000 leden in overheidsdienst.
ZESHONDERD GULDEN VERLOREN.
Een meisje van ongeveer zestien jaar,
een jeugdige kantoorbediende, is te Amster
dam zeshonderd gulden kwijt, geraakt. Zij
had dit geld voor haar patroon van het
girokantoor gehaald en in een tasch achter
op haar fiets gebonden. Op het Rokin werd
zij aangereden cn miste zij haar tasch met
het geld. Of de tasch is weggenomen of
verloren kon nog niet worden uitgemaakt.
zou men niet missen. Haar
jaarlijks gaan duizenden hec
tares bosch door brand ver
torent En die mist men wèl.
Spaar ons nationaal bezit,
DE SALARISSEN BIJ DE K. L. M.
Crltlck van don heer Braaf.
Het lid der Tweede Kamer de heer Braat
heeft den minister van Waterstaat ge
vraagd:
Is het den minister bekend:
dat bij de Koninklijke Luchtvaart Maat
schappij personeel in dienst is menschcn
die viccmde talen moeten kennen dat be
taald wordt met 60 gulden per maand en
een diensttijd van 80 uren per weck;
dat een expeditieknecht daar 17.5 gulden
per week verdient;
dat lager personeel met een maandgeld
van 25—60 guldens wegens bezuiniging ont
slagen wordt;
dat een gids zich beloond ziet met, 25 gul
den per weck, die tevens 45.80 gulden per
week marinepensioen geniet;
dat een boekhouder 275 gulden per maand
geniet, terwijl hij uit een vroegere betrek-,
king reeds pensioen geniet:
drt een sous-chef bij den tcchnischen
dienst 275 gulden per maand verdient en
een pensioen als oud-officier-machinist der
marine heeft van 70 gulden per week;
dat 5000 gulden voor tafelzilver, bestemd
voor het restaurant der Maatschappij, uit
gegeven is?
Is de minister bereid om een onderzoek
naar deze gegevens in te stellen, en zoo die
juist mogen blijken tc zijn, deze Maatschap
pij wegens ondoelmatig beheer, en het be
vorderen van cumulatie van pensioenen
met functies niet meer voor Rijkssubsidie
in aanmerking te laten komen?
De berijder overleden
Zalerdagvond tegen tien uur had op den
Rijksstraatweg te Ouderkerk a.d. Amstel
in de nabijheid van dc Ouderkerkcrlaan
een ernstig motorongeluk plaats.
Een omstreeks 45-jarige inwoner van
Utrecht reed, terwijl zijn vrouw op de duo
zitting gezeten was. met zijn motor in de
richting Amsterdam. Bij een botsing met
een vrachtauto op een kruising van den
weg, vloog de motor in brand.
Voorbijgangers wisten het vuur tc doo-
vcn. Spoedig waren dr. Derkinderen en
dr. Balfoort ter plaatse. De man werd naar
het Burgerzickenhuis te Amsterdam ver
voerd cn is daar Zondagmorgen overleden.
Dc vrouw liep echter enkele lichte schaaf
wonden op.
AUTO-ONGELUK DOOR SLIPPEN.
Op der. provincialen weg tusschen Aduard
on den Ilam kwamen twee luxe auto's met
elkaar in botsing, doordat een der wagens
slipte. Beide auto's kwamen tegen een
boom terecht. Dc voertuigen werden zwaar
beschadigd. Een der inzittenden werd
zwaar gewond en moest naar een zieken
huis worden vervoerd. De overige passa
giers kwamen met den schrik vrij.
Het komt niet zelden voor, dat iemand
stand is slechts de stem van den mensch.
naar het Engëlsch van William Locke
door J. E. d. B. K.
21
Ze is, zooals u ze graag drinkt, zei zo
in haar aardig gebroken Engelsch.
't Is de lekkerste koffie, die ik ooit ge
had heb, zei Martin met een glimlach. Hij
keek naar Fortinbras, die achterover leun
de in de houten stoel, die anders door Co
rinna werd gebruikt.
Weet u wel, mijnheer Fortinbras, dat
Félise me zoo heeft bedorven, dat de maal
tijden in een Engelsch pension me nooit
meer zullen smaken.
Fortinbras legde zijn arm om zijn dochter
heen en drukte haar teeder tegen zich aan.
Ze zou mij ook bederven, als ze er
kans toe zag. 't Is een wonder hoeveel dat
kleine ding al niet zou kunnen doen.
D Félise gaf zich over aan zijn liefkoozing
en streek haar vader over zijn haar.
Dat deed Maman ook zoo, toen ze
jong was, ïi* est cc pas? Ze sprak ransch,
wat haar gemakkelijker afging.
Ja, zei Fortinbras met zijn diepe stem,
loo deed je moedor ook.
Ik doe zoo mijn best om op haar te
gelijken weet u, iederen kser als ik lui ben
of iets verkeerds heb gedaan, denk ik aan
Maman en dan zeg ik, neen, ik wil haar
niet onwaardig zijn en ziet u, dat geeft me
dan weer moed.
Ik heb zooveel van mevrouw Fortin
bras gehoord, zei Martin, dat het mij is,
alsof ik haar goed ken.
Er kwam iets heel treurigs en iets heel
feeders in dc oogen van Fortinbras, toen
hij ze op zijn dochter vestigde.
't Is goed, dat je zooveel over haar
denkt en spreekt. Idealer, brengen den
mensch hoogor. En als 't al te hoog gaat
en schade veroorzaakt, zooals het met Ica
rus gebeurde en niet zijn volgelingen, de
eerste vliegeniers, dan heeft het toch iets
bereikt.
Hij liet haar los en zij vloog naar haar
bezigheden. Met een verschrikt gezicht
kwam ze dadelijk weer terug.
Monsieur Martin, wat is er gebeurd?
Mademoiselle Corinna wil vanmorgen ver
trekken.
Corinna vertrekken! Weet ze, dat ik
gekomen beri? vroeg Fortinbras verbaasd.
Dat weet ik niet, ik heb baar niet ge
zien. Ik had er geen idéé van, dat ze al
op was, omdat ze gewoonlijk zoo laat is.
Maar zc heeft Bapliste gezegd om haar
koffers op de omnibus te zetten, op de
omnibus voor den eersten trein naar Parijs.
Mon Dieu, wat is er gebeurd om haar van
hier te verdrijven?
Misschien wel de visite van Monsieur
Camille Fargot gisteren, zei Martin.
Wat? vroeg Fortinbras op scherpen
toon. En toen zich tot Félise wendend:
Lieve kind, ga naar Mademoiselle
Corinna en leg mijn eerbiedige groeten aan
haar voeten en zeg haar, dat ik een dag en
een nacht gereisd heb om haar te zien en
dat ik haar verzoek mij de eer aan te doen
niet te vertrekken, vóór ik haar gesproken
heb. En dan kun je ook aan Bapliste zeg
gen, dat ik hem zijn hals zal omdraaien
als hij aan de koffers komt. De omnibus
zou best wat vroeger kunnen vertrekken.
Félise ging weg. Fortinbras stak een siga
ret op, die hij tusschen zijn vingers hield
en met boos gezicht beschouwde.
Camille Fargot! Wat kwam die onbe
duidende sukkel hier doen?
Ik denk, dat ze hem heeft laten komen,
zei Martin. Ik geloof dat het beter is u de
geschiedenis te vertellen. Dat heb ik nog
niet gedaan, omdat het mijn zaak niet is.
Ga door, zei Fortinbras en Martin ver
telde hem van het opmaken van de ge
wichtige balans en van Corinna's handel
wijze daarna en van haar zich niet meer
vertoonen na het vertrek van den onbe-
duidenden jongen man.
Goed, zei Fortinbras. toen Martin ge
ëindigd had, heel goed, en wat had mijn
uitstekende zwager toen te vertellen?
Uw uitstekende zwager, zei Martin met
een glimlach, schijnt mij iemand te zijn
die zeer fijn voelt.
Fortinbras vroeg niet verder. Al wach
tende op Corinna spraken ze over koetjes en
kalfjes. Martin, die nu een gezonden eetlust
had, at onnoemelijk veel broodjes en dronk
vele koppen koffie, tot groote vreugde van
Fortinbras. Maar Corinna kwam niet. Toen
stopte Martin een pijp cn vertelde met vuur
aan Fortinbras, wat hij vernomen had in
het café de 1' Univers. Hij zeide zoo ver
wonderd te zijn, dat het volk zoo weinig
geestdrift toonde over de politieke leiders.
Dc politieke avonturier is de vloek van
dit land, beweerde Fortinbras
Op dat moment kwam Corinna naar bin-
lien gestapt; ze-was in reiscostuum en aan
haar arm bungelde een klein geborduurd
taschjc. Met liet hoofd in den nek, zeer uit
dagend van houding liep ze de kamer door
en gaf Fortinbras de hand.
Ik ben gekomen op uw verzoek, maar
laten we gauw afpraten, want ik moet den
trein halen.
Ga zitten, zei Fortinbras, haar een
stoel gevende.
Ze gehoorzaamde en daar zat het drietal
weer om een tafel in een leege eetzaal.
Maar nu was het op een nevclachtigen
morgen in het begin van November, in het
hartje van Frankrijk, dc bergen waren ver
huld en er viel een fijne motregen! Kille
buitenlucht drong naar binnen door het
raam. dat. op het terras uitkwam.
Zoo, lieve Corinna, dus heb je niet dit
tweede consult afgewacht, zooals afgespro
ken was?
Dat is uw schuld en niet de mijne,
antwoordde Corinna. Ik had u al weken
eerder verwacht.
Ongetwijfeld, maar jou verwachten was
voor mij geen reden om te gaan. Doch mijn
stellige belofte gaf je alle reden te ver
wachten, dat ik komen zou, daar kon je
zeker van zijn.
O, heel goed, zei zij, maar dit is nu
allemaal los gepraat. Wat wilt u eigenlijk-
van mij weten?
Ik wou je vragen,'mijn lieve Corinna,
zei Fortinbras op overredenden toon, waar
om je mijn raad in den wind licht geslagen?
En wat was uw raad?
Om niets koppigs, hevigs en onver
standigs te doen, voor we elkaar weer ont
moet zouden hebben.
U hadt eerder moeten komen! Ik heb
gemerkt, dat ik leef van Martin's weldaden
en de tijd is gekomen om al die mallig
heid te laten schieten en naar mijn familie
terug te gaan, met de staart tusschen dc
bcenen. 't Is heel prettig, dat verzeker ik
u.
O, jonge vrouw, met weinig vertrou
wen! Waarom mij niet geraadpleegd in-
plaats van hardvochtige medische studen
ten met bespottelijke moeders?
Corinna werd vuurrood en in haar oogen
kwam een harde uitdrukking.
Ik veronderstel dat de kwaadspreken
de tongen in dit afschuwelijke kleine hotel
aan het babbelen zijn geslagen. Daarom ga
ik nu juist weg, om ze gelegenheid te geven
lo kletsen in mijn afwezigheid.
Maar mijn Penthesilelia, zei Fortinbras
op vertroostenden toon, waarom wordt je
nu zoo boos? In dit afschuwelijke kleine
hotel is iedereen op je hand. Ze zouden alt
les willen doen om je te helpen, met je
mede te voelen en js te toonen, dat ze je
lief hebben!
Ik heb hun sympathie niet noodig, zei
Corinna bits.
Ook geen menschelijke betuiging van
leedwezen of genegenheid? Je wilt je reke
ning voldoen als een jonge vrouw, die in
een auto kwam, een nacht bleef en zoo
weggaan?
Neen, dat wil ik niet, maar ik ben
infaam behandeld en ik wil naar Engeland
terug.
Wie heeft je hier zoo infaam behan-»
deld'f vroeg Fortinbras.
Doet nu niet zoo idioot, riep Corinna*
Ze zijn hier allemaal engelachtig voor me
geweest, zelfs Martin.
(Wordt vervolgd®.