„LAAT ONS EINDELIJK DADEN ZIEN" MIDDENSTANDSCONGRES TE ARNHEM Als het ontwaken komt NIEUW PARIJS KRISTAL FLY-TOX WAAROM GEEN VERLOF? Zoo ook thans! A. H. V. NIEUWKERK N.V. - K. Beekstraat 6 - Tel. 543 Beekensteinschelaan 10 Uw adres voor Complete Meubileering HUMORHOEKJE Openingsrede van Ed. G. Schürmann, getiteld: „Realiteit" Het 23e Nationaal Middenstandscongies is Woensdagmiddag in „Musis Sacrum" te Arnhem door den voorzitter van den Kon. Ned. Middenstandsbond, den heer Ed. G Schürmann, geopend met een rede, ge titeld „R e a 1 i t c i t'\ waaraan het volgende is ontleend: „Hoewel de ernst der tijden het bestuur van den Koninklijken, Ncderlandschen Mid denstandsbond heeft doen besluiten af to zien van een feestelijke herdenking van het dertigjarig bestaan onzer organisatie, het geen in normale tijden zeker niet achterwe ge zou zijn gebleven, acht ik het mijn plicht bij den aanvang van dit congres Uw aan dacht op dit feit te vestigen, al ware het slechts om, zooals het goede kooplieden be taamt, de balans op te maken over het he den afgesloten tijdperk. Htt zou overbodig zijn in bijzonderheden te treden over de geschiedenis van onzen bond, daar deze, naar ik meen te mogen ver onderstellen U allen bekend zal zijn uit het in 1927 ter gelegenheid van het. zilveren feest, van de hand des heeren Ingcnool ver schenen voortreffelijk gedenkboek. Wanneer ik evenwel toch het verleden aanroer, dan is dit om een vergelijking te maken tusschen de positie van den midden stand- in 1902.cn die van thans. In 1902 slechts hier en daar een plaatselijke rpidden standsvereeniging ter behartiging van so ciale belangen, weinig standsbesef, weinig offervaardigheid en als gevolg weinig aan dacht van de autoriteiten. Ofschoon in de afgeloopcn dertig jaren niet alles kon worden bereikt wat men wenschte, is zooveel verkregen, dat men zonder aarzelen kan spreken van een batig saldo. Ale voornaamste bate beschouw ik het feit, dat ondanks felle tegenkanting, er niet alleen nog een middenstand bestaat, maar zelfs een krachtige middenstand, die vooral in de laatste jaren het bewijs heeft kunnen leveren ten algemcene nutte werkzaam te zijn. Reeds om die reden alleen zou in norma le tijden feestvieren alleszins gewettigd zijn. niet alleen voor den middenstand, maar vöor on6 gansche \olk. Hoe geheel anders zou de toestand heden zijn indien de Nederlandschc middenstand in 1902 niet had kunnen beschikken over de krachtige energieke mannen, bezield met groote liefde voor hun stand, met aan het hoofd de stichter van onzen bond, Meuwsen, aan wien het initiatief tot oprichten onzer landelijke organisatie is te danken. Sedert 1902 dateert de opleving van den midden stand, zoowel in stands- als in vakorganisa tie, met als gevolg, dat do midden stand in tal van college's zijn stem krachtig kan doen hooren, en de gelegenheid heeft voor zijn rechtmatige belangen op te komen. Middenstandsraad, Kamers van Koophan del, Hoogc Raad van Arbeid, commissie voor de economische politiek, gemeentera den, provinciale staten en tal van andere colleges geven thans den middenstand de gelegenheid mede te werken aan besluiten en verordeningen, die zonder een krachtige middenstandsorganisatie over ons en zonder ons genomen zouden worden. Men beschou- we dit alles niet als een gunst. Integendeel! Het zou een grove onbillijkheid zijn, in dien een zoo krachtige groep van burgers, arbeidende in het algemeen belang, een der zuilen waarop het maatschappelijk leven rust, van dit recht zou verstoken zijn gébleven. En toch zou dit zonder krachtige, landelijke organisatie het geval zijn ge weest, omdat het niet voldoende is recht matige verlangens te bezitten, maar dat men die ook moet kunnen kenbaar maken Daartoe ontbreekt den enkeling de macht. Onbekend maakt onbemind! Mindere bekendheid met den midden stand heeft bij de regeering het verlangen doen ontstaan nog meer van den midden stand te weten. Het research-Instituut, genaamd „Econo misch Instituut voor den Middenstand" heeft in de commissie van bijstand van dit instituut ruimschoots gelegenheid voor zijn belangen op te komen, daarbij voorgelicht door mannen van de wetenschap. Te oor- deelen naar de resultaten van de cer6te jaren van zijn bestaan, kan voor de toekomst nog veel van deze instelling worden verwacht. Twee verblijdende feiten zijn nog te consta teren In de eerste plaats, dat ondanks het bedanken van de leden, die uit kortzichtig heid mcenen, dat het sparen van enkele guldens aan contributie hen uit de crisis zal voeren, het ledental van onzen bond nog is toegenomen. Dit bewijst, dat dezelfde crisis, die vobr hen een aanleiding tot bedanken is, ande ren doet besluiten toe te ticden tot de or ganisatie. waartoe zij behooren en door wier actie zij toch, zonder de lasten te hel pen dragen, de voordeden zouden genieten. Moge de erkenning van hun dwaling den uitgetreden middenstanders een aanleiding worden hun fout spoedig te herstellen. Het tweede feit, en zeker niet minder belang rijk is, de opkomende en groeiende bewe-1 ging onder de middenstandszonen, 't men- schelijk leven is beperkt, worden de suc cessievelijk openvallende plaatsen niet door jongeren ingenomen, dan is al het werken der ouderen te vergeefs geweest. Men moet 'den fakkel doorgeven; De jonge middenstanders beseffen nu, da op hen een zware verplichting rust. De plicht om den arbeid der ouderen voort te zetten, en, zooals in het leven, voort te bou wen op het werk van ouderen, als kinde ren van hun tijd, met moderne inzichten, die op hun beurt weer voor komende ge slachten zullen moeten plaats maken. Mo ge Ifet hun gegeven zijn op hun beurt hun opvolgers een batig saldo van het dan ver streken tijdperk te kunnen aanwijzen. Dat verleden is thans nog toekomst en de toe komst ziet er op het moment niet bepaald helder uit. Ook de handeldrijvende en de industrieele middenstand ondervindt in hevige mate de gevolgen van de wereldcrisis. De strijd te gen warenhuizen, filiaalzaken, coóperatiev verbruiksverecnigingen, door hooge tarie ven, hooge exploitatiekosten en groote con currentic reeds zoo zwaar, is sedert eenige jaren in hevigheid toegenomen door de we relddepressie, waaraan geen enkele onder neming kan ontkomen, en die op den duur zelfs voor den staat noodlottig kan worden. De middenstand lijdt onder den druk der omstandigheden en ziet door de daling der inkomsten van het publiek zijn omzet ach teruitgaan, hetgeen in vele zaken zelfs de bestaansmogelijkheid heeft aangetast. Toch is er geen reden om te wanhopen. Zoolang deze wereld door mcnschen zal worden be woond, die niet terug willen keeren tot de primitieve levensvoorwaarden der negers van Centraal-Afrika, zal men moeten wo nen, gevoed en gekleed worden, zal men door meerdere ontwikkeling behoefte aan geestelijke ontspanning hebben, waardoor een uitwisseling van goederen moet plaats hebben, door middel van de vervoermidde len te land, te water of door de lucht. Een groot deel der huidige depressie is kunst matig door de hooge tolmuren, die elk land ujt verkeerd begrepen eigenbelang heeft op getrokken. Men leeft in een waan. die, hoe lang deze ook moge duren, eenmaal zal moeten plaats maken voor het besef der realiteit. Op dien dag zal het herstel begin nen. Op dien dag zal elke zaak weder door haar eigen voortreffelijkheid haar bestaans recht moeten bewijzen, zonder dat de staat behoeft bij te springen om noodlijdende on dernemingen in het leven te houden. Dat ontwaken zal den middenstand niet onvoorbereid vinden, gewend als hij is om met beide boenen op den bodem der realiteit te staan, om de zaken te zien. zooals zij zijn en zich niet in te laten met utopien. Rea liteitsbesef zal het parool der naaste toe komst moeten zijn, de leuze bij de aanstaan de economische renaissance. Realiteit zon der prijsgeven van idealen, maar deze op logische wijze tot verwezenlijking trachten (e brengen, zij het streven der naaste toe komst. De middenstand kan dezen weder opbouw van het economisch leven helpen bespoedigen door rustig voort te werken op den ingeslagen weg. al zal dit menigeen moeilijk vallen. Admiraal Nelson's woord: „Engeland verwacht dat iedereen zijn plicht zal doen", wijzige men aldus: ..Nederland verwacht, dat iedereen zijn plicht zal doen". Voor den middenstander bestaat die plicht in de eerste plaats uit aansluiting bij zijn organisatie, en zoo zij aangesloten is, uit medewerking aan de plaatselijke en lan delijkjc actie, om door krachtige samenwer king de slechte tijden to boven te komen, Wat men gedurende den wereldoorlog „Dé faitisme" noemde, mag niet doordringen in de gelederen van den middenstand. Inte gcndecl! De middenstand, gewend zelfstan dig zijn zaken te drijven, heeft reeds zoo veel ups en downs doorgemaakt en is ten slotte door alle crises gekomen, waarom dan nu te wanhopen. De realiteit is immers, dat de middenstand een economische taak te vervullen heeft, dat de jarenlange ondervinding heeft ge leerd, dat de arbeid van den zelfstandigen ondernemer ons land tot. zegen heeft ver strekt en dat uitschakeling van dien stand, zelfs in de moeilijke oorlogsjaren, onhoud baar is gebleken. Men houde rekening met de feiten en late zich niet door moedeloos heid beïnvloeden. Hoe m cnook moge den ken over den duur van den arbeidstijd, de realiteit leert ons, dat werkloosheid tot verval, dat arbeid tot welvaart voert. Door rustig voort te werken steunt men de re geering in haar moeilijke taak om ons volk door de crisis te voeren. De congresagenda bevat belangrijke en actueele vraagstukken die wij gezamenlijk tot oplossing moeten trachten te brengen, in het vaste vertrouwen, dat de kentering nabij is. Laten wij op onze beurt ons herinne rend de honderdjarige herdenking van Goethe's sterfdag bij onze beraadslagin gen de wijze woorden van dezen grooten man indachtig zijn: Woorden zijn genoeg gewisseld, Laat ons nu eindelijk daden zien. Arnhem, 20 Juli In de vergadering van den Koninklijken Xederlandschon Midden- tandsbond, welke alhier gehouden wordt, heeft men heden uitvoerige besprekingen gewijd aan de door de verschillende Bonds- commissies uitgebrachte, rapporten. Over het rapport der Reorganisatiecom missie voerde de heer J. A. Meuyen (A. W. V. Amsterdam) het woord. Spr. ontwik kelde opnieuw bezwaren tegen het persoon lijk lidmaatschap, omdat reeds in de prac- tijk gebleken is, dat dit instituut de nadee- len heeft, welke er van gevreesd werden. De heer Jos. ten Berg (Utrecht) be sprak de kwestie van het verbinden van materieele voordeelen aan het lidmaat schap. De Utrcchtsche Handelsvereeniging is daar tegen. Het risico van de glasvcr- zekering b.v. kan de middenstander best zelf dragen. De heer L. de Groot (bondssecretaris) gaf een uiteenzeting, welke belangrijke voor deelen de Bond op het gebied der verzeke ring reeds geeft en nog kón geven. De leden an den Bond van &ed. Schilderspatroons garandeeren voor 5.85 per jaar aan hun nagelaten betrekkingen bij een ongeval een uitkeering van 8000, en dat kan geen enkele verzekeringsmaatschappij doen. LANGESTRAAT 35 De heer W. F. IT. van Z e 1 m 4 (Hengelo) wenschte nog eens te wijzen op de onbillijk heid, dat de groote verccnigingcn een maxi mum contributie betalen. Een kleine ver- ccniging heeft ook haar kosten, terwijl do groote vereenigingen in veel grootere male kunnen profiteeren van het Bondsbureau. De heer Jos. ten Berg (Utrecht) er kende, dat sommige onderlinge verzekerin gen nuttig kunnen werken, o.a. de glasver zekering, maar keurde af het te ver gaan op dit terrein, zelfs al is het als bindmid del voor de leden. De lieer L. Vos (Den Haag) stelde bij amendement voor, dat de leden der jonge renvercenigingen vrijen toegang zullen heb ben tot de bondsvergaderingen en congres sen, doch slechts haar afgevaardigden daar het woord zullen mogen voeren. De heer R. J. Koopmeiners (Rotter dam) waarschuwde, aan de hand van een voorbeeld uit zijn ervaring, tegen een onder linge glasverzekering. De heer Ph. Spier (Dedemsvaart) ver klaarde zich ook tegen het geven van mate rieele voordeelen aan leden van den Bond en van de aangesloten winkeliersvereenlgin- gen. De heer A. Th. Waalberg (V. v. A, W, Amsterdam) vroeg, wat het Bondsbe- stuur heeft gedaan inzake de algemecne organisatie van jo/igeren in den winkeliers stand. De heer J. K. W. F. van B o m m e 1, voorzitter der reorganisatie-commissie, con stateerde met genoegen, dat het rapport in het algemeen een gunstig onthaal heeft gevonden. Dit rapport is natuurlijk te be schouwen als een eerste rapport over onder werpen, waarover do commissie vrijwel een stemmigheid had verkregen en waarop ver der is voort te bouwen. Den heer Meuyen antwoordde spr., dat de kwestie, die zich bij het persoonlijk lid maatschap heeft, voorgedaan, het Bondsbe stuur heeft geleerd, zeer voorzichtig te zijn en daarbij zeer serieus te werk te gaan. Inzake het maximum der contributie voor organisaties met meer dan 1000 leden ver zocht spr., het nadere rapport der commis sic af te wachten. Spr. sloot zich gohccl aan bij de waardeering van den heer Spier voor het Bondsbureau, dat. buitengewoon veel werk moet verzetten. Spr. dringt altijd op uitbreiding der bezetting aan, opdat het Bondsbureau nóg meer vraagstukken ter hand kan nemen. Wat de jeugdorganisatie betreft, aanvaardt het Bondsbestuur het rapport der Permanente Commissie voor Jeugd-aangelegcnhêden. Tegen het door den heer Vos voorgestelde amendement is geen bezwaar. Deze commissie neemt dit gaarne over. De heer F. L. van der Leeuw (secre taris der commissie) deelde mede, dat ook in de commissie verschillende opvattingen omtrent het verbinden van materieele voor declcn aan het lidmaatschap werden gehul digd. Daarom is haar conclusie zeer voor zichtig geformuleerd. ITct bondsbestuur zal de zaak dan ook zeer nauwlettend overwe en. Met de coöperatieve inkoopvereenigin gen kon reeds zeer veel worden bereikt. Spreker wees er voorts op, dat de commis sie spreekt van onderlinge verzekering, waarbij volstrekt niet de bedoeling voorzit, tusschenpersoncn uit te schakelen, al zal dit niet altijd geheel te voorkomen zijn. Na tuurlijk zullen wij nooit groote risico's mo gen aanvaarden, doch de reeds beschikbare gegevens wijzen uit, dat op het terrein van het verzekeringswezen zeer uitecnloopcnde premies berekend worden. Kan de midden stand op die wijze zijn bedrljfsonkosten drukken, dan vergroot, dit zijn Konkur- renzfahigkeit. Op dezelfde wijze le^ft in on zen kring de gedachte, om door lagere ad vertentietarieven de bcdrijfsonkosten te drukken. Tegen een collectief advertentie contract behoeft principieel geen bezwaar tc bestaan. Immers hel is in den handel een bekend gebruik om bij groote orders spe ciale condities te 6tellen. Tenslotte vroeg spreker machtiging der vergadering om op den ingeslagen weg voort te gaan. Het rapport met de daarin vervatte con clusies werd daarop aangenomen. Tehuis voor den bejaarden Mid denstander. Over het rapport der commissie inzake Tehuis voor den bejaarden middenstander werd door verschillende sprekers het woord gevoerd. De heer S. W ij n s c h e n k (Den Haag) achtte het plan te grootscheeps opgezet en verzocht, een ontwerp op bescheidener schaal te projecteeren. De heer W. Krooshof (Deventer) acht te een huurprijs voor gehuwden van 3000 en voor alleenwonendcn van 2000 te hoog, wie dit bedrag kan verteren, maakt geen gebruik van een dergelijk tehuis. Beter ware het, wanneer men zich in verbinding stelde met bestaande inrichtingen, b.v. de Tehui zen van Pro-Senectute. Bovendien zou het aanbeveling verdienen, een dergelijke gele genheid te bieden zooveel mogelijk verdeeld over het geheele land. De heer S. Roselaar (A. W. V. te Am sterdam) betoogde, dat men beter een be staand gebouw zou kunnen aankoopen en dat een aparte directeurswoning niet noodig is; met een inwonende directrice zou kun nen worden volstaan. Spr. meende, dat deze voorziening tc duur is, en er niet mee bereikt worden de krin gen, die men hiermee bereiken wil. Spr. verwees voorts naar zijn lezing, die hij over dat onderwerp voor de Algemeene Winkeliersvereeniging te Amsterdam heeft gehouden. De heer J. B e ij e r (Wagenlngen) ver klaarde met sympathie van het voorstel kennis te hebben genomen. Spr. deed na mens zijn vereeniging de toezegging, voor 500 in het uit te geven aandeelenkapitaal te zullen deelnemen. (Applaus). De heer A. Ch. van Oorschot (Hil versum) juichte het toe, dat de commissie concludeert, dat het particulier initiatief hier voor den middenstand iets tot stand kon brengen. Maar dan moet de midden stand ook zelf bereid zijn, dit toch nog vrij kleine offer te brengen. Wordt het geld ren teloos beschikbaar gesteld, dan zouden de huurprijzen nog wat lager kunnen worden gesteld. De voorzitter der commissie, de heer H J. Sin dram, beantwoordde de gemaakte opmerkingen. Met genoegen had spr. gecon stateerd, dat in het algemeen het rapport de instemming der vergadering heeft. De commissie stelt zich voor, het voor beeld van Pro-Sencctute to volgen. Samen werking met deze vereeniging wordt niet wenschelijk geacht, wij willen baas blijven op eigen terrein. Aan een nieuw gebouw wordt de voorkeur gegeven, aangezien ver bouwing van een bestaande villa duur en onpradisch is. Deze plannen dateeron uit oen tijd met een betere conjunctuur, maar nu wij eco nomisch in de dalende lijn zijn, wil de com missie eventueel bij de uitvoering gaarne rekening houden met de gewijzigde tijds omstandigheden bij de vaststelling van de huurprijzen. De Voorzitter stelde daarop voor, dat vanwege het Bondsbureau aan de aan gesloten vereenigingen een circulaire zal worden gezonden met de vraag, voor welk bedrag zij in het benoodigde kapitaal wen- schen te participeeren. Aldus word besloten. Algemeone Middenstandsbodrljfs- verzekoring. Vervolgens deed de heer J. van B i n s- b erg en Jr. eenige mededeelingen inzake de „Alg. Middcnstandsbedrijfsvereeniging", betreffende de uitvoering van de Ziektewet. De uitkomsten over het jaar 1930 zijn zeer gunstig geweest. Voor de groep winkels be droeg de premie 13.70 per 1000 loon, te gen 23 bij de ziekenkas van den Raad van Arbeid. Over 1931 was dit 18.30, voor de groep hotels 22, en voor de groep was- scherijen eveneens 22 per 1000 loon. Spreker drong cr op aan, dat de besturen van de plaatselijke organisaties de midden standers zullen opwekken om toe te treden tot de eigen stichtingen van den Bond, want de reorganisatio van do sociale verzekerin gen zal hot mogelijk maken, niet alleen de risico's, maar ook de schade- en contróle- regeling in eigen hand te houden. De Voorzitter dankte den heer Van Binebergcn voor diens belangrijke uiteen zetting, waaruit blijkt, dat de voordeelen van aansluiting veel grooter zijn dan zou volgen uit de contributie, die men betaalt. Tenslotte deed do Voorzitter de voor- loopigc toezegging, dat aan het verzoek van de Alg. Winkeliersvereeniging Amsterdam gevolg zal kunnen worden gegeven, om op de agenda van de volgende jaarvergadering te plaatsen het punt: de verzorging van den bejaarden middenstander. Hierna werd gepauzeerd. Arnhem. 20 Juli. Het 29ste Midden standscongres werd o.a. bijgewoond door den burgemeester van Arnhem, Mr. de Monchy, Baron Wijnbergen, lid van de Tweede Kamer, den heer v. d. Sand, ver tegenwoordiger van den R.K. Middenstands bond, vertegenwoordigers van do K. v. K en andere genoodigden. Op verzoek van de Haagsche Winkeliers vereeniging werd aan de orde gesteld een bespreking van de Winkelsluitingswet. Na eenige discussie werd met algemeene stem men aangenomen een motie, waarin de Middenstandsbond tot de regeering het dringend verzoek richt ten spoedigste maat regelen te nemen tot een zoodanige toepas sing van de wet, dat ook -op Zondag aan die winkeliers, voor wie de Zondagverkoop de meest beteekenende bron van inkom sten vormt, de gelegenheid wordt gegeven door verkoopmogelijkheid op Zondag voor hun gezin het brood te verdienen. Deze motie werd telegrafisch aan de re geering gezonden. Vervolgens werd behandeld het prae-ad- Doodt vliegen, muggen met Gegarandeerd afdoende. Let op de blauwe verpakking. vies van Mr. B. Bouman, secretaris van den Patroonsbond voor de Bouwbedrijven over den „Middenstander-vakpatroon en de Overheid". Na langdurige discussie werd het prao» advies van Mr. Bouman goedgekeurd, ter wijl de uitwerking van dedetailpunten aan hot Bondsbestuur werd overgelaten. Bij acclamatie werd besloten een tele gram van aanhankelijkheid en trouw te zenden aan H.M. de Koningin. Door den Bondsvoorzitter werd aan da ontvangende afdecling een vlag geschon ken, welke de emblemen van den Bond draagt. Do voorzitter van do Arnhemsche Vereeniging aanvaardde het geschenk en overhandigde den Voorzitter een vlag in do Arnhemsche kleuren. Het congres werd daarop verdaagd tot Donderdag. Vragen van den heer Mendels De heer Mendels heeft den Minister van Justitie de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de Minister kennis genomen van de mededeeling van den voorzitter van het Genootschap tot Zedelijke Verbetering van Gevangenen, gedaan bij diens intree rede, opgenomen in hot Julinummer 1932 van het Weekblad voor berechting en re- classecring, inhoudende, dat Zijn Excellen tie aan mevrouw HoncoopBeekveld, di rectrice van het Rijksopvoedingsgesticht te Zeist, en aan den heer Gijzen Weenink, di recteur der strafgevangenis te Rotterdam, geen verlof zal vorleenen om zitting te ne men in een studiecommissie, door genoemd genootschap ingesteld tot het ontwerpen van een redelijk en doeltreffend s'lelsel van straf en reclasseering voor vrouwen en meisjes, en dat Zijn Excellentie geweigerd heeft een ambtenaar van zijn Departement aan te wijzen als lid dier commissie? 2. Zoo ja, zou de Minister dan willen racdedeelen, wat hem tot die houding heeft genoopt, en bepaaldelijk uit weiken hoofde de Minister de bevoegdheid van de genoem de personen om zitting te nemen in bedoel de commissie afhankelijk meent te mogen en to kunnen stellen van zijn voorafgaand verlof? HET PLAN-KOOPMAN VOOR DEN BOUW VAN EEN SCHOUWBURG- COMPLEX. Het Amsterdamsche raadslid Wouden berg (S.D.) heeft oen voorstel bij den Raad ingediend, om het prae-advies van B. en W. op het adres van dc naaml. venn. De Amsterdamsche Groote Schouwburg aan to houden en B. en W. uit te noodigen, dit praeadvies aan de orde te stellen tegelijk met het rapport van de commissie ter be studeering van het schouwburgvraagstuk te Amsterdam en met het nog uit te bren gen praeadvies op het voorstel van het raadslid Boekman c.s. tot voorbereiding van den bouw van een tweeden Stads schouwburg van 4 Juni 1929. De heer Koopman heeft, als directeur van de N.V. De Amsterdamsche Groote Schouw burg, nog een kort adre6 aan den Raad ge richt, waarin hij opmerkt, dat hij de argu menten in het prae-advies van B. en W. heeft gemeend te kunnen weerleggen, doch dat het tijdsbestek van eenige weken on voldoende is geweest om alle motieven van het prae-advies aan do meening van experts te toetsen. Daarom beveelt hij, zoo de Raad zich te dezer zaken nog onvoldoende voorgelicht zou achten, een verdaging der beslissing tot eind September aan. Onze Etalages z'u'n steeds de moeite van het bezichtigen waard. BRAND IN EEN KOLENTOREN. Sluiskil, 21 Juli. Door het warmloo- pen van een motor geraakte gisteravond een transportband van den kolentoren op de cokesfabriek te Sluiskil in brand. Hel vuur dreigde over te slaan naar de kolen in den toren. Door spoedig ingrijpen van de brandweer van Sluiskil, die onmiddellijk gevolgd werd door die van Terneuzen, was de brand met de motorspuiten spoedig ge- bfuscht, terwijl het ook gelukt was drie werklieden, die op den vijf-cn-derlig meter hoogen toren werkzaam waren, te redden. De schade bepaalt zich tot den verniel den transportband en de door de hitte ont zette machinerie, welker herstel eenige da gen zal vorderen. Doch vermoedelijk zal het bedrijf geen stagnatie ondervinden. KIND VERBRAND. De 5-jurige C. V. in de Pieter de Hoogh- straat te Schiedam, is in een emmer met kokend water gevallen. Het meisje is naar het ziekenhuis vervoerd en daar overleden. Nieuwe dienstbode: „Hoe moet ik hef maal aankondigen, moet ik zeggen „het eten is klaar" of „het eten is opgediend"?" Mevrouw: „Als het net zoo is als giste ren, kun je wel zeggen „het eten is aange brand"^ (Gazzettino Illustratoi f

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 6