M. A. RAMSELAAR LIGSTOELEN 't SMULHUIS BAKKERIJ FIRMA Vanaf f 1.20 AMERSFOORT DAMES, Koopt Uw brood en ge bak in Amersfoortsch meest hygiënisch en modernst ingerichte Tel. 890 Tel. 890 ONZE KWALITEIT STAAT AAN DE SPITS OP DENNENHEUVEL fëruifoft /n nDieren/and. f/Jc HET ELFENFEEST door C. E. DE LILLE HOGER WAARD. Hoofdstuk IX. Bob schrijft een Comediestuk. Dc vacantia, welke mol zulk mooi weer begonnen wasde zon scheen zelf schik ie hebben in al bet licht en de vroolijkheid, welke zij om zich heen verspreidde bleek plotseling geheel van karakter te veran deren. Donkere wolken verdrongen de hel derblauwe lucht en konden hun nieuws gierigheid niet bedwingen. Zij moesten naar de aarde toe, kennismaken met men- schen, kinderen, dieren en planten en zien. wat daar te doen was. Het natuurlijke gevolg hiervan was, dat de regen bij stroomen neerviel cn allen, dio niet buiten behoefden te zijn, naar bin nen joeg. De wolken schenen echter nog lang niet genezen te zijn van hun nieuws gierigheid cn dus nog geen plaats to wil len maken voor de zon, tot groote teleur stelling van ieder, die zich genot buitens huis in do vacantie had voorgesteld Ook op Dennenheuvel hield de stroomen- dc regen de kinderen binnen. Maar dat vonden zij heelemaal niet erg! Zij hadden immers het Tooverslot om zich in terug te trekken, het Tooverslot, dat juist op donkere regendagen zoo geheimzinnig leek in de duistere hoeken, waar het licht, dat door de smalle raampjes naar binnen viel, clan niet doordrong! De kinderen hadden or al zoo dikwijls gespeeld, maar zouden nu toch eens iets nieuws verzinnen: een comediestuk je zou den ze opvoeren, geschreven door den veel- belovcnden elf-jarigen schrijver Bob en op gevoerd door bet gezelschap Tervoren met Loek de Bont als gast, a. g. zooals Bob keurig op d.e programma's geschreven had. Klonk dat soms niet echt? En 't mooiste was nog. dat Vader sinds bet voorjaar eleclrisch licht had laten aan leggen in het Tooverslot, zooclat het be gon al vroeg donker te worden dc voor stelling bij avond gegeven kon worden. Natuurlijk zou dit de feestvreugde nog verhoogen. ..De toeschouwers worden uitgenoodigd; ze hoeven geen entree te betalen," zei Bob met de royaliteit van een toonecldirecteur, die de winst aan liet een of ander liefda dig doel afstaat en dus geheel belangeloos met zijn gezelschap optreedt. Het toonecl was niet groot, maar daar alle bedrijven vrijwel hetzelfde décor ver- cischten,werd de zaak aanmerkelijk vcr- eenvougd. Langs één kant van den toren werden twee rijen stoelen achter elkaar geplaatst in de ruimte, welke door dc trap en oen gordijn van liet eigenlijke tooneel werd af gescheiden. De genoodigden bestondeu uit: de heer en mevrouw Tervoren, de bewoners van Ruimzicht cn nog enkele kennissen uit dc buurt, terwijl Lena, het dienstmeisje, de generale repetitie mocht bijwonen. Er waren natuurlijk heel wat voorberei dingen aan voorafgegaan en terwijl Bob het stuk schreef, zochten Miek, Loek en Hans in een groote kist op zolder naar oude kleeren, welke wellicht dienst konden doen. Hun moeite werd ruimschoots beloond, want de kist bevatte allerlei schatten: kleeren nog uit Moeders jeugd van Oma en de Tantes, waarmee Moeder als meisje reeds op menigen regendag het weer bui tenshuis vergeten was: ouderwetsche sleepjaponnen cn groote hoeden met vee- ren. Eindelijk brak bet oogenblik aan. waarop Bob niet zonder trots verklaarde, „dat het comediestuk af was". Het heette: Eind goed. al goed! Onder eerbiedig gehoor las hij het voor en natuurlijk vonden allen bet prachtig: er kwam een koning en een koningin in voor, een prinsesje, twee prinsjes en een toover- heks. Kon 't mooier cn sprookjesachtiger? De inhoud kwam in het kort hierop neer: In een fraai paleis woonden een koning en een koningin. Zij hadden drie kinderen: twee prinsjes, die slechts één jaar in leef tijd scheelden, en een veel jonger prinses je, dat aller lieveling was. Op een dag, toen zij met hun drieën in bet koninklijk park speelden, werd de gou verneur der jongens even weggeroepen on op dit oogenblik kwam een tooverheks op onverklaarbare wijze binnen dc muren van het park. Zij hief haar tooverstaf op boven hot hoofd van het prinsesje, dat. Olga heette, prevelde eenigc geheimzinnige, onver staanbare woorden ende lieve Olga was in een oud vrouwtje betooverd! Vóór de prinsen, Wladimir en Iwan, om hulp kondenroepen,was 'het onheil ge schied en de tooverheks verdwenen. Groot was de verslagenheid van den ko ning en dc koningin, de gehpelp hofhou ding. ja. van het gansclie volk, toen .zij. het gebeurde vernamen. Dc koning riep alle wijzen uit zijn land bijeen, maar geen wist raad. Op een nacht, droomdo de koningin, dat hij, die de dapperste daad uitvoerde, de macht zou krijgen het prinsesje weer in haar oorspronkelijke gedaante to verande ren. Er werd groote bekendheid aan dezen droom gegeven en velen hoopten in staat te zijn aan den wenscli van den koning en de koningin, ja, van het gansche volk! te kunnen voldoen. Maar hoe dapper ze ook waren, nie mand was het nog mogen gelukken het oude vrouwtje weer in een prinsesje te rug te tooveren. Op zekeren dag vatte Wladimir, de oud ste prins, echter het plan op, de toover heks op te sporen. Na veel zoeken vond hij haar eindelijk in het donkere bosch. Zij was zeer vertoornd, dat men haar kwam storen cn zei boos: „Wat wilt ge?" „Dat ge mijn zusje weer in een prinsesje verandert, cn zoo niet, dan zijt gij een vrouw des doods!" Dreigend liicf Wladimir zijn zwaard op. Door zóóveel moed getroffen, zei de too verheks: „Uw moedige daad stelt u in staat uw wensch te vervullen. Ga naar huis, hef uw zwaard boven het hoofd van uw zuster cn zeg daarbij driemaal: „Hokus pokus situ malords" cn gij zult weer een lief, klein prinsesje tot zusje hebben." Wladimir spoedde zich naar het paleis van zijn ouders terug, deed wat de toover heks hem gezegd had cnin het paleis was tot onuitsprekelijke vreugde van de koningin, den koning, de beide prinsen en het geheele volk! weer een lief prinses je. Zoo verdiende het comediestuk dus ten volle zijn naam: Eind goed, al goed! Bij de rolverdeeling kwam Loek echter in opstand. Bob, die immers de schrijver van het stuk was, vond het niet meer dan natuurlijk, dat hij ook de rollen verdeelde. Eigenlijk had hij het stuk voor hen ge schreven. En dat moest immers wel! Stel je voor, dat het een stuk gewordon was met bijvoorbeeld zes meisjes- en twee jongensrollen, dan was dit immers heele maal niet uitgekomen met de rolverdee ling! ,,'k Zal maar bij het prinsesje beginnen, dat is dan Beppie", zei Bob en het kleine ding voelde zicli overgelukkig: Zoo maar op eens tot prinsesje uitverkoren to wor den! Hans cn Jaap je, die dc beide prin- scnrollcn te vervullen kregen, waren ook in hun nopjes. „En dan ben jij natuurlijk de koning!" riep Loek tegen haar oudste neefje uit enin haar verbeelding zag zc zichzci- vc reeds als koningin ofzou Mick met die rol gaan strijken? Neen, dat hoopte ze niet, want dan bleef er voor haar niets an ders over dan tooverheks te worden en dat trok haar allesbehalve aan. Maarals Miek nu ook eens liever koningin was?! In gespannen aandacht wachtte zij af, wat Bob zeggen zou. Zij hing aan zijn lip pen. „Ja, ik ben de koning," gaf Bob ten ant woord en in één adem liet hij cr op vol gen: „En Miek is dc koningin!" „Dat 's flauw!" riep Loek boos uit. „En ik ik wil geen tooverheks zijn! Dank je wel, hoor! Ik doe niet mee!" Boos liep zij naar beneden, zoo vlug als dc wenteltrap dit toeliet. Zij ging haar ka mertje binnen, deed de deur achter zich op slot op dit oogenblik leek zij verba zend veel op een heksje! en ging woe dend voor het raam staan, waar echter niets te zien was. Loek, die thuis gewend was, dat haar Verhaaltje op r/'/'/n </o«- 1 't Was feest, groot feest: een bruiloft werd In Dierenland gevierd En Aapjes hadden heel dc wei Met bloemen mooi versierd. De Koning zond zijn afgezanl. Een Vos, naar 't bruiloftsfeest. Nog nooit was in heel Dierenland Er zoo '11 partij gewoc-st! Een ieder was mooi uijgedost Ter eere van het paar: Twee lieve, jonge Chimpansé's. Die. trouwden met elkaar De Bruidegom was in het zwart. Mij droeg een hoogen hoed. Een Chimpansé weet immers best, Hoe hij er uitzien moot! Het Bruidje nas in sloepjapon Van glanzend, wit satijn; Een ruiker had zij in dc hand. Zij moest de mooiste zijn! 6. Bruidsmeisjes waren er zelfs bij. Die droegen Bruidjes sleep. Hun Apesnoetjes glommen nog Van lekk're, fijno zeep! 7. En in den stoet heuscli! liepen mee De Ouders van dc Bruid En ook die van den Bruidegom, Met blij en stralend snuit! Een Baviaan was ook gevraagd. Twee Wolven cn een Beer. De laatste zag in fecstklccdij! Er uit als een meneer. 9. Voorts Zebra's en een Neushoorndicr, 'n Gazelle cn Kameel. Een bok, een Lama, een Giraf Nam aan de bruiloft doel. 10. Een Olifant besloot de rij. Hij zwaaide met zijn slurf En riep: Zingt allen nu een lied Voor 't Bruidspaar! Toe dan! Durf! 11. Lang leve Bruidegom cn Bruid! 't Is feest bij ons! Hoezee! Komt, dansen w'allen in het rond! Wie doet er niet graag mee? 12. 't Was een geloei, gebrom, geschreeuw, Gebrul en zelfs getier. Maar eensklaps kwam er onverwacht Een eind aan het plezier. 13. Dc regen viel bij stroomen neer. Een ieder ging naar huis En op dc wei in Dierenland Liep niet de kleinste Muis! li. Maar 't was toch heel oebt feest geweest! Je ziet nog op de plaat, Hoe vroolijk of in Dierenland Het op een bruiloft gaat! (Nadruk verboden). haan altijd koning kraaide, kon het denk beeld niet verkroppen, dat Bob ha ar,niet tot kóningin gemaakt had en zij zich met dn rol van tooverheks tevreden stellen moest. „*t Is valsch van Bob, echt valsch!" zei zc hardop, hoewel cr niemand in de kamer was. „Ilij trekt Lock altijd vóór! Natuur lijk omdat ze zijn zusje is! Maar daarvoor hoef ik toch niet te boeten! Kan ik 't soms helpen, dat ik geen broertjes heb? Ik had ze altijd dolgraag gehad, maar als zc zóó zijn! (Wordt vervolgd). (Nadruk verboden). door C. E. DU LILLE HOGEHWAARD. Zilvervleugcltje, een jong Elfje, was ja- i'ig en dien nacht 't was juist volle maan zou er feest gevierd worden op de wei aan den rand van liet bosch. Bijna alle Elfjes hadden dc wei helpen versieren met witte madeliefjes en gele bo terbloempjes, terwijl ze zelfs de groote margrieten bij massa's in het rond had den gestrooid en de roode zuring, die daar zoo aardig tegen afsteekt, niet vergeten hadden. t Was een heele drukte geweest en na tuurlijk had Zilvervleugcltje cr niets van mogen weten, want dan zou dc aardigheid van dc verrassing af geweest zijn! Of ze niet nieuwsgierig was? Nou en of! Net als jullie, als je gauw jarig bent! En omdat de Elfjes niet in één nacht klaar konden komen, hadden zc Zilver- vleugeltje uit logceren gestuurd. Dat was op zichzelf al een heel feest voor het kleine ding: uit logeeren te gaan bij Gazewaas, haar Grootmoeder, die wel vier weilanden verder woonde en waar ze niets kon zien van alle toebereidselen voor het feest. Grootmoeder Gazewaas kon altijd zoo mooi vertellen: steeds weer nieuwe verha len. Zc raakte nooit uitverteld, 't Aller mooist vond Zilvervleugeltje do vertelsels over kleine menschcnkindcren, dio wondere wezentjes zonder vleugeltjes, die als zc nog heel klein waren op handen cn voe ten liepen cn sliepen in een wiegje van kant met mooie kussentjes, dekentjes cn lakentjes; soms zelfs een spreitje er over! 0, van die wondere wezentjes kon Zil vervleugcltje nooit genoeg krijgen. Wat zou zij er graag eens eentje zien, van heel dichtbij zien! Even, heel eventjes maar! Doch zooiets gebeurde natuurlijk alleen in de sprookjeswereld cn daarom hoorde Zil vervleugeltje cr zoo graag van vertellen. Zoo naderde eindelijk dc avond, waarop Zilvervleugcltje met Grootmoeder Gaze waas gehaald zou worden voor het feest. Beiden hadden dien dag eon extra lang en verkwikkend dutje gedaan; Grootmoeder Gazewaas, die al oud was, om beter tegen de vermoeienissen van den feestnacht te kunnen en Zilvervleugeltje, omdat zij vond en hierin leek ze al heel veel op menschenkindertjcs! dat dc tijd het vlugst voorbijgaat, wanneer je slaapt. Maar eindelijk had Grootmoeder Gaze waas haar toch geroepen, want het was tijd om zich aan te kleedcn voor het feest. De jarige kreeg haar nieuwe jurkje aan van zilveren spinnerag, waaraan heel wat spinnen ijverig gewerkt hadden om het voor het feest klaar te hebben. Haar vleu geltjes schitterden meer dan ooit :n het heldere maanlicht en Grootmoeder vlocht madeliefjes met hartjes van goud door haar blonde lokken. Grootmoeder zelf had ook een nieuwo ia- pon aan en ook haar vleugels schitterden in het maanlicht. Zij ging immers naar een feest, het feest van haar kleindochter Zil vervleugel! Nauwelijks waren heiden klaar of daar kwam bijna onhoorbaar een glazen koets aanrollen, getrokken door zes groote Torren en bestuurd door een Sprinkhaan, die op den bok der glazen koets zat cn de teugels vasthield. Naast hem zat een klei ne Sprinkhaan. Die sprong van den bok om het portier open te maken voor Gaze waas cn Zilvervlcugeltje. Beidon slapten vlug in de koets cn de kleine Sprinkhaan, de palfrenier, sloot het portier, nadat hij eerst goed opgelet had, dat geen slip van do ragdunne kleedjes, noch van de zilveren vleugeltjes er tus- schen komen kon. En voort ging het nu naar het feestter rein, dat niet alleen met bloemen versierd was, maar waar zelfs brecde, groene gras sen als vlaggen vroolijk wapperden. Zilvervlcugeltje slaakte oen kreet van bewondering, toen zij dit alles zag en ook Grootmoeder Gazewaas was verheugd. Daar hield do glazen koets midden op liet weiland stil. Een paar elfjes schoten toe om de beide gasten bij het uitstappen to helpen. Allo anderen waren reeds aan wezig om de ontvangst zoo feestelijk mo gelijk to maken. Tusschen twee rijen Elfjes door liep Zil vervleugcltje met haar Grootmoeder over dc wei. tot zo bij een eerepoort kwamen, waarop met groote letters van madeliefjes tc lezen stond: Leve Zilvervlcugeltje! Daaronder waren ecnige zitplaatsen aan gebracht: voor dc jarige, Grootmoeder Ga zewaas, dc ouders cn het zusje van Zilver vlcugeltje, het kleine Snclvoetjc. Allen namen nu plaats en het feest be gon. Boem! boem! daar sloeg een Kabouter op de Turkschc trom en do muziek begon. De muzikanten waren allen Kabouters en zij speelden do vroolijkate wijsjes. Vooral do Verjaarsmarsch klonk zóó lustig, dat bijna geen enkcl Elfje stil kon blijven zit ten. Daarna zongen de Krekels een lied. Dui delijk kon men do woorden verstaan: Zilvcrvleugel, 't is groot feest! Nooit zijn wij zoo blij geweest! Veel geluk in 't nieuwe jaar En wees vroolijk met elkaar! Kri - kri -k r i-kri-k r i-kri-k r i' Ov'ral vreugde, waar 'k ook zie! Maar het allermooiste oogenblik was: toen dc Glimwormpjes een opmarsch langs den rand der wei hielden cn het hcelc veld plotseling geïllumineerd werd met. wel duizend kleine lichtjes, 't Leek precies een fakkel-optocht! Ook Manus kwam eens kijken, hoo 't daar beneden toeging. Hij lachto van ple zier, zoo'n schik had ook hij in het feest! 't Was nu heelemaal donker geworden, behalvo dan het licht der maan en dc vele lichtjes der Glimwormpjes. En nu begon het bal. Elfjes zweefden vroolijk over de wel. Zij hadden er heusch geen muzikanten bij noodig om dit in de maat te doen. liet lied der Krekels, dat nu en dan af gewisseld werd door Kikvorsch-gekwaak* verstomde evenals dit laatste. En allen dansten vroolijk mee, de Kik kers poot aan poot, do Krekels bij groep jes, tot eindelijk do oude Kabouterkoning het woord nam cn een toespraak hield. Allen luisterden, zelfs de grassprietjes waren een en al gehoor. Zullen wij ook even luisteren naar dc woorden van den Kabouterkoning? Hij zei: Lief Zilvcrvleugel, Elfje-fijn, Zoo vricnd'lijk steeds, zoo zacht, zoo rein! Gclukgewcnscht met dozen nacht, Die zoo'n groot feest ons allen bracht! Leef lang tot vreugd van allen hier! En heb, lief kind. maar veel plezier! Daarna zette de Turksche trom weer in cn klonk opnieuw vroolijk dc muziek. Maar Grootmoeder Gazewaas, die im mers niet jong meer was, begon moe to \v orden. Manus, die hoog aan den hemel staat en alles goed zien kan. vond. dat het nu tijd werd een eind aan het foest te ma ken. Hij kroop daarom achter een wolk, zoodat het plotseling veel donkerder werd* Daar vielen enkele regendruppels cn do lichtjes der Glimwormpjes doofden. Dit was hel sein, waarop allen naar huis gingen. Gelukkig werd het spoedig weer droog, zoodat dc Elfjes, die onder een paar dichte hoornen midden in de wei stonden,- weer te voorschijn durfden komen en niet bang meer behoefden tc zijn voor hun tee- re kleertjes. Zoo eindigde het feest ter cere van ZiU vorvleugeltjc's verjaardag. Fn toen do menschenkinderen, die er van gehoord hadden, den volgenden morgen naar do wei gingen cn hoopten nog iets van het feest te zien, zagen zij niemand, want al« len sliepen op hun verborgen plaatsjes om van de vermoeienis uit te rusten. Alleen aan de rnooie bloemen in de wei kon men zien, dat. er groot feest geweest was. Die hadden heel wat kunnen vertel- Ion. als ze gewild hadden, maarlang niet ieder verstaat de Bloemcntaaj en dat is jammer, heel jammert (Nadruk verboden).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1932 | | pagina 19