P. Nierop
GENIE EN BEROEMDHEID
SCHRiJFMACHINELINTEN
Langestr. 90
U zoekt een Banketbakker-Kok
VOOR KLEINE TUINEN
WAT VERLOREN IS
CARBON STEEDS HET BESTE
Fa. H. ELZENAAR
Telefoon 288
Drogisterij „de Gaper"
TAHEIROL
Concertgebouw
„DE VALK"
FLANELLEN PANTALONS
SLIP-OVERS
PLUS FOUR COSTUMES
KLEED1NGMAGAZIJN „DE ADELAAR"
in Amersfoort?
C. DE JAGER
HOEDEN
door PROF. Dr. L. WAGNER.
Er bestaan geen miskende genieën, zegt
de Hamburgechc psychiater Lange-Eich-
baum, die een diepgaande studie heeft go-
maakt over de oude kwesties: welk ver
band er bestaat tusschen genie en krank
zinnigheid. Geen miskende genieën? Neen,
zegt Lange-Eichbaum, er zijn slechts erkende
genieën, want zonder de erkenning als
zoodanig door een groot aantal menschcn
kan niemand zich tot een genie ontwikke
len, al behoorde hij ook tot de meest be
gaafde personen op aarde. Niemand wordt
als genie geboren; toen Napoleon nog de
militaire school bezocht, toen Goethe den
Götz von Bedingen nog niet geschreven
had, waren zij slechts begaafde jongelui
en 'als zij op twintigjarigen leeftijd waren
gestorven, zou nooit iemand hen een genie
hébben genoemd. Zij moesten eerst door
hun daden bewijzen, dat zij genieën waren.
Miskende genieon bestaan dus niet, om
de eenvoudige reden, dat het wezen van
het genie insluit, dat hij dc hoogste top
pen \an den roem reeds bereikt heeft en
dat hij door een groot aantal vereerders
als genie wordt erkend. Wel zijn er vele
ontelbaar vele miskende talenten,
rnenschen die, ondanks hun zeldzame be
gaafdheid en uitstekende prestaties nooit
roem en erkenning verwerven, misschien
zelfs met al hun talent verhongeren. Van
hun gaven maakt niemand gebruik: hun
miskende talenten kunnen zich nooit ten
volle ontplooien. „Hoeveel jonge Napole
ons zullen er niet zijn", zegt Lange-Eich
baum, „vol van een onrustige spanning en
een knagende eerzucht? Overal en altijd
i6 er wel zoo'n complex van aangeboren
talent en karakter, opleiding en oefening,
invloed van omgeving en ontwikkeling,,
ervaring en bijzondere gebeurtenissen
aanwezig en dikwijls nog een tastbare
prestatie bovendien; dat complex wacht
slechts op de gelegenheid, op dc gunstige
omstandigheden".
Waar bestaan die uit? De eerste stap op
den weg naar dc beroemdheid bestaat dik
wijls uit den indruk, dien iemand maakt
op zijn omgeving. De betrokkene valt mis
schien op door iets vreemds, iets geheim
zinnigs of wat dan ook. Napoleon boezem
de een stille vrees in en Bismarck was im
poneerend, zonder dat hun prestaties hier
iets mee te maken hadden. Poe zag er de
monisch uit en Shelley verraste door zijn
verschijning, evenals Lenau en Strindberg
Dikwijls is het dan ook het uiterlijk of een
zekere invloed, die er van de persoonlijk
heid uitgaat, waardoor dc aandacht het
eerst op iemand wordt gevestigd cn niet
op zijn groote talent, een bewonderens
waardig werk of dc gunstige beoordeeling
daarvan. Dikwijls wordt slechts de verba
zing van het groote publiek opgewekt,
bijv. door zonder schroom de heerschende
opvattingen aan te vallen, zooals Giorda
no Bruno of Luther deden, door een gees
lelijke afwijking als bij Höldcrlin en Niet
zsche of door een vroegen dood als bij
Schiller. Dit vreemdsoortige of vreesaanja
gende werkt op de algemecne fantasie en
maakt daardoor niet zelden de niensch
heid opmerkzaam op een talent, dat an
ders misschien in het geheel niet zoo be
langrijk zou zijn gevonden. Zoo is Dosto-
jewski niet in de eerste plaats wereldbe
roemd geworden door zijn talent, maar
door het ondprvyerp, dat hij beschreef, n.l.
zijn gevangenschap in Siberië.
Wanneer hoe dan ook dc eerste
stap is gezet op den weg naar de beroemd
heid, die tot liet eindpunt den roem van
hot genie heelt, wanneer dc eerste kleine
groep van aanhangers is gevonden, dan
zijn er mogelijkheden genoeg om de be
langstelling der breede massa voor een
persoon te wekken: lezingen en boeken,
film on radio, tijdschriften en dagbladen,
terwijl dikwijls tusschenpersonen als cri
tici of aanhangers een beslissende invloed
hebben. Als dan de massa meegaat en er
een groote groep van aanhangers ontstaat,
die tot vereering geneigd is, dan en dan
alleen-wordt het talent een genie.
Genie is dus niet iets absoluuts, iets op
zichzelf staands. liet kan slechts bestaan
in een zekere gemeenschap, als drager cn
brenger van iets, dat waarde heeft voor
een groote meerderheid. Het komt cr mei
altijd op aan, of het scheppend talent en
de prestaties van het genie het hoogst mo
gelijke peil hebben bereikt; dikwijls is van
een bijzondere intellectueele activiteit
geen sprake, zooals bij Columbus cn Jean
ne d'Arc.
Bij het begrip genie komt trouwens al
tijd iets van religieus gevoel to pas. De
vereering en verafgoding van menschcn is
zoo oud als de menschheid zelf. Sinds de
Italiaansche Renaissance is do scheppen
de werkzaamheid van den mensch geper
sonifieerd met het genie. Voor het gevoel
gaan de begrippen van held, heilige, genie
cn halfgod door elkaar heen. Dit gemeng
de begrip vinden wij intusschcn alleen bij
dc vurige vereerders van het genie. Ande
ren hebben over zijn persoonlijkheid soms
een gcliecl andere voorstelling. Zoo wor
den Rafael, Schiller en Hölderlin door ve
len slechts talentvolle menschcn, doch
geen genieën genoemd. Soms worden de
genieën tijdens hun leven beschouwd als
niet meer dan talentvol of zelfs geheel
miskend men hield bijv. Robert Mayer,
die dc wet van het behoud der energie
ontdekte, voor een krankzinnige cn Höl
derlin ontplooide zich eerst een eeuw na
zijn dood tot een schitterend genie. Niet
slechts dc verschillende tijdperken der ge
schiedenis, ook de verschillende landen
hebben hun eigen genieën. Mohamed, die
voor zijn volgelingen de grootste profeet
van alle tijden is, wordt duizend kilometer
verder naar het Noorden of Westen als
hysterisch beschouwd.
Hieruit blijkt wel, dat het genie niet
absoluut is, niet iets dat eens en voor al
tijd blijft bestaan, dat voor allen waarde
heeft; het genie ontstaat door waardeering
on door het vertegenwoordigen van dat
gene, wat onder bepaalde omstandigheden
van waarde is. Dc vereerders van een ge
nie voelen zijn werk aan als iets verhe
vens en plaatsen den persoon en zijn
werk, die zij met elk.iar ver<v:izr!vig<:ii, op
een voetstuk. Dit gevoel van iets verhe
vens is psychologisch op vele wijzen te
verklaren. Het ontstaat dikwijls uit hei
besef, dat het vereerde genie boven zijn
medómcnschen uitsteekt door een of an-
dero bijzondere begaafdheid, door een
groote -energie, door een fascineerende per
soonlijkheid, c f door trouw tot in den
dood (Jeanne d'Arc). Dc fascineerende
persoonlijkheid vindt men bijv. bij Goethe
en Schiller; als Goethe bijv. aan den drank
verslaafd was geweest, zou niemand hem
ooit een genio hebben genoemd. Ook het
vreemde, van het gewone afwijkende of
't raadselachtige kan iemand tot 'n genie
maken, evenals een tragisch, geheimzin
nig of gruwelijk lot. De vereerders zien het
genie onbewust het liefst met den marte
laarskroon op het hoofd.
Door het samenvloeien van al deze ge
voelens ontstaat een meer krachtig effect
van heldenvereering en verafgoding van
het genie. Als wij Napoleon als voorbeeld
nemen, dan zien wij naast zijn prestaties
op militair gebied en zijn'werkelijke be
gaafdheid het fascineerende van zijn onge
breidelde eerzucht en zijn onvergelijkelijk
6ucces, het ongewone van zijn opklimming
van luitenant tot keizer, het vreesaanja
gende van zijn onberekenbaar karakter cn
het tragische van zijn verbanning naar
St. Helena en zijn smartelijk, ziek- en
sterfbed.
Het genie is een persoon, die datgene
brengt, wat voor velen waarde heeft. Of
lomand niet een zeldzame begaafdheid er
echter in slaagt om datgene in hem, wat
waarde heeft, aan zijn roedemenschen mee
te dcclcn, hangt van talloozc onmeetbare
omstandigheden af, van den geest van den
lijd en van dc algemecne toestanden tij
dens zijn leven. Vele genieën, die door dc
menschheid als halfgoden worden vereerd,
hebben niet eens een buitengewone be
gaafdheid bezeten. Het nieuwe, dat zij
brachten, was in het geheel geen product
van hun eigen scheppende werkzaamheid,
doch het werd door hen ontdekt op een
tijd, dat de wereld er behoefte aan had.
zoodat zij als tusschcnpersoon tusschen de
menschheid cn hun uitvinding konden op
treden, clan wel, zij slonclcn er toevallig
bij, toen de maatschappij vanzelf iets
voortbracht, dat in een bepaalde
situatie voor duizenden uitkomst bctee-
kcncle. En niet zelden was het „nieuwe",
dat zij brachten cn dat werkelijk uit hen
zelf was voortgekomen, het product van
een geestelijke afwijking cn niet van een
normale begaafdheid
HET OMROEPPLAN IN NOORWEGEN.
Een wetsontwerp betreffende de inrich
ting van den omroep in Noorwegen is voor
gelegd aan hot Noorschc Parlement. Volgens
dit ontwerp zal een programma-commissie
worden ingesteld, bestaande uit 15 leden,
onder toezicht van den Minister van Kun
sten en Wetenschappen en den Minister
van Onderwijs. De technische leiding zal
berusten bij dé Posterijen en Telegrafie.
Het bouwplan strekt zich uit over een tijds
verloop van 3 tot l jaren; het omvat een
vergrooting van het vermogen van de zen
ders Aalesund cn Vardö, alsmede de op
richting van nieuwe stations te Bergen,
Stavangcr, Tromsö, Arendal, Haugesund,
Kirken en Christiansund. Do zender Ber
gen krijgt een vermogen van 20 kW, de
overige stations vermogens van 1 tot 2 kW.
Op het budget 193334 is voor de verwezen
lijking van dit plan een bedrag van 1,2 mil-
liocn kronen uitgetrokken.
Het stekken van goraniums.
Een der meest gebruikte bloemplanten
voor versiering van tuin en huis is wel de
Pelargonium, of zooals ze gewoonlijk wor
den genoemd, Geranium. Deze populariteit
dankt ze aan haar rijke en langdurige
bloei cn aan haar vrij goed bestand zijn
tegen ons klimaat. Wel is ze niet winterhard,
maar ook in den winter stelt ze haar
eischen niet hoog, en in de huiskamer voor
het raam geplaatst bloeit ze zelfs dan door.
Van Pelargonium bestaan verschillende
soorten cn van elke soort weer tal van'va
riëteiten in kleuren welke voornamelijk
\ariceren van wit tot rose en rood. Er zijn
enkele cn gevulclbloemige variëteiten.
Laatstgenoemde zijn minder goed bestand
legen slecht weer, de bloemen smetten dan
spoedig. Voor perkbeplanting wordt het
meest gebruik gemaakt van Pelarg. zonale
trewijl P. Pcllatum, welke kruipende steen-
gels heeft, veel gebruikt wordt voor bal-
conversiering. Afwijkende kleuren cn mooi
gevlekte bloemen hebben de Fransche ge
raniums of P. Odier. Ook de bladervorm is
van deze afwijkend. Ze zijn zeer mooi maar
bloeien niet voldoende door. Een afzonder
lijk soort is P. roseum welke riekende bla
deren heeft. Men beweert weieens dat deze
lucht de muggen op een afstand houdt.
Deze Pelargonium heeft weinig sierwaarde
daar de rose bloempjes klein zijn en het
ccn wild groeiende plant is. Nu is het dc
meest geschikte tijd voor het stekken van
al deze geraniums. Hiervoor gebruiken we
jonge scheuten ter lengte van ongeveer
8 c.M. welke met een scherp mes, juist
onder een \olgrocid blad worden afgesne
den. Dit. onderste blad wordt, met de blacl
steel, tot bij den stengel afgesneden. Ver
der snijden we van de grootste bladeren
de bladschijf gewoonlijk half weg om een
te sterke verdamping tegen te gaan. Deze
stekken kunnen we onder glas, in een bak,
maar desnoods ook zeer goed buiten plaat
sen. In beide gevallen moeten ze bij zonnig
weer dc eerste dagen beschermd worden.
We kunnen ze direct in een stekpotje, of
eerst in den vollen grond plaatsen cn dan
zoodra ze geworteld zijn, oppotten. Ook
kunnen we voorloopig eenige, b.v. 7 stekken
in een 7 c.M. stekpot te planten. We stek-
deze, nadat ze zijn geworteld, afzonderlijk
in een 7 c.M. stcekpot te planten. We stek
ken cn planten in bladaarde of lichte tuin
aarde, vermengd met een weinig scherp
zand. Van veel belang is liet volgende:
Plaats dc stekken wel stevig, maar vooral
zeer ondiep in den grond. Wees zuinig met
sproeien en gieten, vooral wanneer de stek
ken nog niet geworteld zijn en doe dit alleen
op het midden van clcn dag.- Gewortelde
stekken laten we builen staan tot einde
September. Bij sterke regenval komt er een
raam hoven. Wc overwinteren ze vorst-
vrij maar koel en licht, b.v. voor liet ven
ster in dc huiskamer.
VERHAAL VAN DE WEEK
De oude kellner, die reeds meer dan der
tig jaren in hetzelfde café bediende, liep
met opzet niet naar den gast toe, doch
hield zich quasi bezig bij het buffet, om tijd
te vinden, alles te onderdrukken en te ver
bergen, wat hem plotseling met schrik,
angst cn ontsteltenis had bevangen. De
oude hand die liet servet vasthield, beefde.
Plotseling huiverde hij: de vreemdeling had
hem geroepen had geroepen met IIcnri
Hope's stem
be kellner trad aarzelend naderbij, naar
het tafeltje in den hoek. Het was reeds wat
schemerig in dezen hoek; de oude man
was blij over dit halfdonker: het vergemak
kelijkte zijn houding. Hij wilde heel onbe
vangen doen; dit was verreweg het beste.
Toen de gast de bestelling deed, voelde
de kellner den grond onder zich trillen:
Hope's stem bestelde Hope's lievelings
drank.
De oude bediende bracht het verlangde
goddank, buiten, vóór het groote venster,
viel reeds dat zekere blauw van den zo
meravond te onderscheiden; in den hoek
werd het zelfs al wat donker; hij behoefde
inderdaad niets te zien; het blad, dat hij
op het marmeren tafeltje neerzette, rinkel
de even ongewoon. Hij maakte een haastige
beweging en wilde snel verdwijnen.
Meteen hoort hij hoe de vreemdeling
zacht vraagt: „Kun je mij misschien enkele
inlichtingen geven0
Meneer vraagt?" Het klonk met
moeite.
„Ga oven erbij zitten. Wil je wat drin-
fken?"
„(Dank u, meneer.... ik heb dienst
„Och ja jaZeg me eens, heb je hier
'in X. ook een meneer Henry Hope ge
kend?"
„J.... ja, meneer Hope, ja, ja."
„Woont hij hier niet meer?"
„N neen, meneer. Hij heeft zestien jaar
geleden het heet, dat zestien jaar gele
den
„Wat heeft hij?"
„Men zegt datdat hij zelfmoord pleeg
dein het water."
„Zóóen had die Hope een vrouw?"
„Een vrouw on een dochter."
„Kun jij mg Vertellen, w^-t ér van deze
vrouw en haar kind geworden is?"
„Mevrouw Hope heeft eenige jaren na
denna het verdwijnen van haar man
meneer Jamar getrouwd."
„Zóó, zóó meneer Jamar- Zij kon toch al
leen dan trouwen als de zelfmoord van
Hope vaststond?"
„Zeker, zeker, meneer."
„Waarom zei je dan daarjuist, het heet
dat Hope zelfmoord pleegde? Hij heeft dien
dan toch begaan?"
„Ja... ja, zeker; neem me niet kwalijk,
meneer, ik heb me misschien wat onhan
dig uitgedrukt... pardon
De oude kellner, heen- en weer geslingerd
tusschen de zekerheid van herkenning cn de
zekerheid van vergissing, trilde van ellen
de; zijn voorhoofd parelt, zijn versleten
stem hakkelt. Misschien een broer, denkt
hij cn hij gelooft het niet.
De ander heeft een poos gezwegen. Dan
opnieuw vraagt hij den oude, doch iets min
der vast dan voorheen, iets meer tastend:
„Is mevrouw Jamar gelukkig?"
De weerlooze man voelt geen moed om te
weigeren deze indiscrete vraag te beant
woorden. „Men zegt van welzij heb
ben twee kinderen...; een goed bestaan..."
De vreemdeling glimlacht eigenaardig,
wordt direct weer zeer ernstig:
„Leeft cle dochter uit het eerste huwelijk
nog?"
„Zeker, zeker, juffrouw Hope, zeker
De oude kellner snakt naar het eind; hij
moet het licht gelukkig opknippen; dat is
een mooie reden te ontkomen. Hij zegt
haastig:
„U kunt meneer en mevrouw Jamar spoe
dig zelf zien, meneer, zij komen hier eiken
avond; zij kunnen elk oogenblik hier ko
men." Snel loopt hij op het buffet toe en
denkt: Nu zal hij dadelijk betalen en heen
gaan, vluchten
Maar de gast blijft zitten.
Mevrouw Jamar komt inderdaad even
later het café binnen. Heel toevallig komt
zij vandaag alleen; zij zal haar man hier
opwachten. Uit oude gewoonte loopt zij op
het hoekplaatsje toe. Dat is het tafeltje,
waar ze geregeld placht te zitten, waar ze
vroeger met ITope zat. Zij heeft daar nooit
bij gedacht, maar eerst aan het eind van
dozen avond zal het haar treffen en pijn
lijk zijn en ze zal in de toekomst een ander
tafeltje kiezen.
Opeens ontdekt zij, dat het bekende plek
je bezet is; blijft even staan kijken, wankelt
dan en met haar hand naar haar mond
grijpend, fluistert ze heesch:
„IIcnri
Do vreemdeling aan het tafeltje springt
op, ondersteunt haar en geleidt haar naar
een stoel vlakbij.
„Voelt u zich niet goed, movrouw
Hij roept den kellner en bestelt een kopje
sterke koffie.
Movrouw Jamar staart hem opnieuw aan
en herhaalt: „Henri...!"
Mijn naam is niet Henri, mevrouw. U is
de dupe van een of andere gelijkenis."
„Henri, vergissen doe ik me niet.;,.,
waarom speel je comcdie?.... ik ken je
toch, jc stem. ik
„Houdt u zich toch kalm mevrouw, hier
is werkelijk ccn vergissing."
Zij laat zich niet van haar stuk brengen.
„Waar ben jo toc'i geweest? Waarom ben
je heengegaan lang-geleden. Alles had nog
wol weer goed kunnen worden in ons hu
welijk als jij maar de juiste woorden had
weten te spreken, inplaats van van weg
te gaan, den dood inzooals ik en allen
meendenJe hebt me zoo ongelukkig,
zoo schuldig gemaakt, toen in die vreese-
lijkc dagen
Opnieuw verzekert hij met ijs-koude stem,
dat hij niet die is, voor wicn zij hem houdt.
Het dringt absoluut niet tot haar door.
„Je bent. weinig veranderd, Henri", zij
kijkt langs zich zelf heen en strijkt, onwil
lekeurig langs haar vol maar rimpelig
gezicht „veel minder dan ik. Jij bent
eigenlijk heel, heel knap geworden of
misschien forscher, harder de tint van
verre reizen ligt over je... Maar ik: drie
kinderen, begrijp jeik ben n.l. her
trouwd
Glimlacht hij? Het komt haar zoo voor;
nu begint ze naar verontschuldigingen lo
zoeken, ze raakt in haar woorden verward:
„Wat kon ik doen? Ik ben werkelijk heel
gelukkig geweest sedertNu echter, nu
ik jou opnieuw ziewaar was je
tochalles is toch maar half wat se
dert was; mijn huwelijk met Jamar, goed
maar halfzeg ben je om mij geko
men
Hij heft de hand afwerend op: „Werke
lijk, ik ben het niet, ik weet niet. wie ik
zijn moet. Maar omdat u mij, een vreemde,
uw geheimste gevoelens hebt toevertrouwd,
moet u een raad van dezen vreemdeling
willen aanvaarden en daarom, laten wij
voor een oogenblik aannemen, dat ik de
man was, dien u meent te zien.
Zij wil hem opgewonden in de reden val
len, doch hij pakt met. stevige vingers haar
hand vast, zooals Henri dit eveneens placht
(e doen, als zij hem moest aanhooren. Zij
herkent dezen handgreep precies, is meteen
stil, evenals vroeger.
„Laten wij nu eens aannemen, dat ik uw
verdwenen en teruggekeerde man zou zijn
teruggekeerd met de tint van verre reizen
op het. gezicht, zooals u zelf zegt, zou het
niet goedkoop, heel gemeen-goedkoop zijn,
(leze „verre reizen", deze romantische tint
„der verten" tegen meneer Jamar uit te
spelen? Zou uw Ilenri Hope zich niet moe
ten bekennen, dat ook hij voor u eenmaal
dit, bleckc en vlakke had, wat soms een
lang bij elkaar zijn, een voortdurende na
bijheid kan scheppen en dat hij dit in en
kele maanden van hernieuwd samenzijn in
uwe oogen weer zou terug hebben?
De afstanden „de verten" maken den
mensch blijkbaar groot, de nabijheid schijn
baar klein, maar beide visies berusten op
schijn; in werkelijkheid zou uw eerste een
oude man zijn, niet iemand op de een of
andere wijze vernieuwd. Het is moedigci
mevrouw, dc nabijheid, de werkelijkheid te
verdragen, zelfs lief te hebben dan de lok
stem der verre verten te volgen. Wilt u dat
gelooven van iemand, die in de verten
was?"
„Meneer Jamar!" zie de oude kellner, dio
bij het venster stond en dc straat afkeek
zoo langs zijn neus weg. „Meneer Jamar cn
juffrouw Hope!" vulde hij, als tot zichzelf
sprekend, aan. Hij meent dit te moeten
zeggen, meent te moeten waarschuwen, to
moeten redden.
„Henri", zegt de dame zacht klagend toen
even luider: „Onze dochter komt met hem
De stem van de vreemdeling klinkt plot
seling dringend, wordt warm. „Gaat" u snel
naar buiten mevrouw, ga uw man tegemoet
en houdt hem oen half uurtje hier vandaan
onder een of ander voorwendsel maar laat
uw dochter bij mij komen. Ik kan haar, ik
kar. misschien door haar ook u van nut
zijn... Hij glimlacht, terwijl hij, bijna op
grappigen toon er aan toevoegt: „Zegt u den
kellner maar, dat ik haar niet mag mee
nemen
Zij wil tegenspreken, doch opnieuw voelt
zij den stevigen, imponeerenden druk zijner
vingers. Gehoorzaam staat zij op en gaat
wat onzeker, terwijl haar blik de zijne even
zoekt, het café uit.
Enkele oogenblikken later ziet dc vreem
deling het jongemcisje binnenkomen; hij
grijpt zich aan het tafeltje vast, ten prooi
aan hevige ontroering. Intens staart hij
naar het jonge, ernstige gezichtje, waarop
hij zich vermant en op haar toetredend,
vraagt hij: „Wil je naast mij komen zitten,
Alice?"
Zij staan, na een lang gesprek bij 'den
trein, waarmee hij binnen enkele minuten
zal vertrekken, Alice en Henri.
„Wij zullen elkaar schrijven, Alice, con
tact met elkaar houden."
„En moedor....?" vraagt het jonge meis
je. Ilij lacht weemoedig maar zegt dan
sterk en welbewust:
„Ik ben naar hier gekomen, om een dom
heid te begaan, een domheid en een laag
heid. Ik heb haar niet begaan, niet omdat
ik mij ter wille van meneer Jamar's geluk
wilde opofferen, maar omdat ik me bewust
werd van ccn dwaling, die velen bedreigt
en die ook jou ooit zou kunnen bevangen.
Als men in zijn levon menschcn heeft ont
moet, waarvan men eens zeer veel heeft
gehouden, dan is er in ieder mensch stellig
de gedachlo aanwezig hoe zou alles zijn.
zoo wij weer bij elkaar waren? Wij hebben
indertijd elkaar onvoldoende gekend, nu
zijn wij rijper geworden: wij kennen
elkanders waarde beter, zijn rustiger,, dank
baarder, hebben zooveel doorgemaakt
misschien dat wij nu het geluk samen nog
Langcstraat 84
Telefoon 528
IUUANAPLE1N 4 TELEFOON 63*
NAAST APOTHEEK DE HAAN
IN VOORRAAD
HET INDISCHE NIEUWE GENEESMIDDEL
TEGEN SPATADEREN EN AAMBEIEN
Telefoon 281
Groote en kleine zalen
disponibel
voor feesten, partijen enz.
VOOR DE REIS
LANGESTRAAT 40 TELEFOON 224
Telefoon 338
Beleefd bevelen wi) ons huis aan.
Als specialiteiten: Botercake, Juliana- en
Vruchtencake, alsmede groote sorteering
Gebakjes, slagroom en Petit-fours steeds
versch. Ie klasse Grondstoffen waarborgt
ons huis.
Uitzending van diners. IJsstukken.
Levering per liter van alle IJssoorten.
Steeds verkrijgbaar vruchten soorten (na
tuur) alleen op bestelling.
Aanbevelend:
P. GROENHUIZEN—SCHATORJÉ.
Utrechtscheweg 53. Telofoon 336.
LANGESTRAAT 19
ONTVANGEN DE
NIEUWE COLLECTIE
Bloemenmagazijn „MILLE FLEURS"
Dagelijks versche bloemen.
Groote keuze in diverse soorten potplanten.
Bloemwerk: als manden, bouquetten,
kransen, tafelversiering enz. enz.
Voordeeligst adres hier ter stede.
Zie étalages.
Aanleg van Tuinen. Billijk tarief onderhoud.
Aanbev: J. C. BLEIJERVELD.
Langestraat 80.
DAMESKAPSALON
UW ADRES
TEL. 1452
LANGESTRAAT 71
leeren kennen... Geloof mij, meisje, het
gaat altijd zoo, het gaat een ieder zoo maar,
het is een drogrede, een valsch gevoel
Men bedoelt niet den geliefde of de gelief
de, men bedoelt de jeugdmaar Je
jeugd, dc liefde met alles, wat daarmedo
verbonden is, is er maar eens. Opwekken
uit den dood bestaat voor haar niet en het
somberste heden is beter dan het stralende
vermeend-stralende van gisteren. Als een
dergelijke moeilijkheid je ooit bedreigt,
wees dan moedig meisje
Plotseling gedrang, locomotiefgefluit, aan
maning van don conducteur tot instappen.
„E11 om dat alles duidelijk in te zien, moet
men misschien in een oud stamcafé gezeten
hebben, na zestien jarenklinkt het
wrang en droevig tegelijk in de ooren van
het jonge meisje. En terwijl hij haar de
hand reikt, hoort ze weer de krachtige
6tem van in den beginne:
„Vaarwel lief kindschrijf mij
voor moeder en Jamar blijf ik de vreem
deling.... neen, ik ben niet treurig, ik ben
immers rijker geworden door overwonnen
strijd en nieuwe ervaringenvaarwelV'