„HET WORDT WEL WEER BETER"
DE A.V.R.O. IN 'T AFGELOOPEN JAAR
EEN SALDO OVERSCHOT
VAN 4 TON
De omroepstrijd verstard
Onze Postviiegcr
s
onderweg
BIJKANTOOR
Amersfoortsch Dagblad
SOESTERWEG 107
TEVREDENHEID OVER DE
LUISTERVINKEN
De kwestie over de
1875 M.
,,'AIs de A.V.R.O. is de omroep van
de millionairs, dan zijn het
gierige millionairs"
Zaterdagmiddag is te Rotterdam de alge-
meene vergadering van de A.V.R.O. gehou
den. De voorzitter, de heer G. de Ciercq,
heeft de vergadering geopend met de vol
gende rede:
Openingsrede.
Ik open deze jaarlijksche algemeene ver
gadering van de A.V.R.O. en ik heet u, af
gevaardigden van de 12 gewesten onzer
vereeniging, hartelijk welkom als de ver
tegenwoordigers van de leden-luistervin-
ken uit het gehcele land.
Zelden hebben wij zooveel luistervinken
op een algemeene vergadering bijeen ge
zien als deze keer het geval is. Ik schrijf
dat toe aan de plaats der vergadering,
waarvoor ditmaal Rotterdam is aangewe
zen, en Rotterdam is altijd een geweldig
sterk A. V. R. O.-bohverk geweest.
Ik begin met te verklaren, dat het onze
vereeniging in het afgeloopen jaar buiten
gewoon voor den wind gegaan i6.
De bijdragen van de luistervinken waren
verleden jaar begroot op /5S0,0O0. In wer
kelijkheid 6telden de luistervinken ons ech
ter een bedrag ter beschikking van bijna
ƒ678,000.
De netto baten uit de Radiobode begroot
ten wij op 450,000, terwijl ze in werkelijk
heid bedroegen ruim ƒ485,000.
De baten uit de A.V.R.O.-uitgeverij, zoo
als schema's etc., werden begroot op ƒ5000,
doch beliepen in werkelijkheid ruim
42,000.
De interest van het belegde kapitaal
6teeg tot bijna 48,000.
Het saldo overschot, dat verleden jaar ge
raamd werd op 200,000, bedroeg in wer
kelijkheid meer dan 400,000. Hiervan
moet ik echter ongeveer 166,000 aftrek
ken, wanneer ik het zuiver boekhoudkun
dig verlies op de waarde van ons effecten
bezit. in rekening breng.
Met deze cijfers voor oogen i6 het niet
noodig, dat de voorzitter van de A.V.R.O.
nog lang uit\Vijdt over den toestand der
vereeniging; die toestand is kerngezond en
als een granietrots zoo krachtig.
Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat
wij vernamen, dat er in officieele kringen,
die iets met den Omroep te maken hebben,
gezegd werd: „Weet'u waf'wij nu zoo on
sympathiek vinden bij die A.V.R.O.. dat
is het rammelen in deze droevige tijdsom
standigheden met den geldzak."
Dames en hecren, tegen zulk een bewe
ring moet ik protesteeren. Het protsig ram
melen met den geldzak is onder alle om
standigheden en door wio het ook gebeurt,
een weerzinwekkend bedrijf. Ik roep ech
ter alle aanwezigen, die geluisterd hebben
naar microfoonpraatjes en die de Radio
bode hebben gelezen tót getuige, om te ver
klaren, dat de A.V.R.O. zich nooit schul
dig gemaakt heeft aan het „rammelen met
den geldzak". Integendeel, voortdurend is
er op gewezen, dat de groote bijdragen,
die aan onzen omroep ter beschikking wor
den gesteld, in een behoorlijke verhouding
staan tot onze behoeften. Wij hebben ge
lukkig groote inkomsten, maar daar tegen
over staan groote uitgaven.
De programmakosten in 1931 bedroegen
bijna ƒ578,000, terwijl de bedrijfskosten be
liepen 276,000. Voorts bedroegen de kos
ten van het drukken, administreeren, re
dactie en verspreiden van ons officieel or
gaan ƒ882,000, zoodat alles tezamen de uit
gaven ruim 1,732,000 bedroegen.
Men zegt nu, dat de A.V.R.O. is een om
roep van de bourgeoisie of een omroep van
millionnairs. Als het een omroep is van
millionnairs, zijn het nogal gierige million
nairs, die aan de A.V.R.O. contribuecren,
want dc gemiddelde bijdrage dier million
nairs is 2.50 per halfjaar.
Iedereen van ons weet, dat de A.V.R.O.
is een werkelijk algemeene omroepvereeni-
ging, die onder haar leden telt welgestelde
burgers, zoowel als eenvoudige arbeiders
en de laatste categorie is de grootste.
Verleden jaar was het ledental tengevol
ge van allerlei oorzaken met enkele duizen
den teruggeloopen. Op dit oogenblik heb
ben wij ruim 165,000 leden en onze propa-
gandadienst heeft tot doel gesteld en de
vooruitzichten zijn goed, om op 1 October
a.s. dc 175,000 te overschrijden.
Met betrekking tot de bezetting van den
voorzitterstoel in onze vereeniging een en
kel woord.
Ik heb deze functie sedert de vorige jaar
vergadering na liet aftreden van dr. Mol-
huysen ad interim waargenomen. Sinds
dat oogenblik heeft het voorzitterschap
herhaaldelijk een punt van bespreking uit
gemaakt in onze bestuurscolleges. Wij wa
ren het er over eens, dat, wanneer wij
voor het voorzitters-ambt een 100 A. V.
R. O.-man wenschtcn, die voor dat ambt de
menschelijke en technische eigenschappen
bezat, wij niet lang behoefden te zoeken. In
onzen kring vonden wij er meer dan eer-
Maar wanneer wij iemand begeerden, die
groot gezag kon laten gelden op de plaat
sen, waar de omroepzaken uiteindelijk wor
den beslist ik bedoel in het millieu der
regeeringspersonen, in Den Haag dan
moesten wij wij doen ons zelf niets te
kort door dit te erkennen uitzien naar
een figuur builen onzen kring.
Er is een aantal van zulke personen ge
noemd en een enkele is gepolst. Maar wij
▼oelden bij deze onderhandelingen de vrees
groeien, dat wij bij het aanknoopen van
relaties, zelfs met gematigd politiek-ge-
orienteerde personen gevaar liepen het po
litieke paard van Troje in onze veste te
halen.
Op dit oogenblik zijn wij weer geheel
los van iedere walen ik mag niet ver
helen, dat, na clie onderhandelingen, in
ons midden sterker dc wensch leeft: De
A.V.R.O. worde bestuurd door rasechte
A.V.R.O.-mcnschcn en niet door een in
vloedrijken politickcn „bon6".
Het bestuur wcn6cht de aangelegenheid
van het definitieve voorzitterschap daar
om van zijn programma van urgentie af
te voeren. Het zal iedere opdoemende mo
gelijkheid in dit opzicht ernstig op zich
zelf bekijken, maar het is van meening,
dat er geen aanleiding is in den bestaan-
den toestand wijziging te brengen.
Over onze verhouding met den minister
van waterstaat kan ik zeer kort zijn. Hoe
wel de verzoening in Augustus 1931 tot
stand kwam, zijn wij tot op dit oogenblik
nog geen enkelen keer bij den minister van
waterstaat geweest en het ziet er ook niet
naar uit, dat wij daar spoedig zullen ko
men. Het doet mij leed om het te zeggen,
maar wij zijn zoo goed als vergeten, hoe
het kabinet van den minister van water
staat er uitziet. Dezelfde opmerkingen moet
ik maken ten aanzien van onze verhouding
tot den directeur-generaal van P.T.T.
16 er dan in dat jaar geen aanleiding
geweest om eens met den minister te pra
ten? Naar mijn meening wel. In de eerste
plaats ligt daar nog altijd onafgedaan ons
verzoek om een eigen zender te mogen bou
wen en in de tweede plaats on£ verzoek
om tot zendtijd-uitbreiding te komen door
middel van het z.g. uni-frequentie-systeem
of Gleichwellen-stelsel. Wij hebben naar
aanleiding van het uitblijven van een be
slissing op deze verzoeken meermalen In
lichtingen ingewonnen en aangeboden eens
bij den minister te komen praten, maar
het is er tot dusver niet van gekomen.
De vergadering kent, naar ik meen, de
situatie. Dc A.V.R.O. heeft verzocht om
een eigen zender te mogen bouwen voor
de 1875 M. golf en voor de 296 M. golf.
Daarnaast wenscht zij een Gleichwellen-
stelsel te bouwen, dat ons zou kunnen hel
pen aan zendtijd voor de helft van de week,
waarin wij nu moeten zwijgen. Ik spreek
nu over dat Glcichwellenstclsel voor het
oogenblik niet en beperk mij tot den eigen
zender. Zeker, ik weet wel, dat deze eigen
zender onder de tegenwoordige omstan
digheden de helft van de week niet dooi
de A.V.R.O. gebruikt zou kunnen worden.
Maar daarmede heeft niemand anders dan
de A.V.R.O. iets te maken. Wij hebben het
er nu eenmaal voor over om gedurende den
tijd, dat wij zenden, op een technisch zoo
volmaakt mogelijk uitzend-apparaat te wer
ken.
Dat wij daardoor weer in prestatie zou
den uitsteken boven andere omroepen is
juist onze bedoeling en deze wedijver in
het leveren van het beste op technisch en
op artistiek gebied is een uitvloeisel van
den omroep-toestand in Nederland, dien
wij werkelijk zoo niet hebben gewild, maar
die door anderen in het leven is geroepen.
In den Xederland6chen Omroep geldt nu
eenmaal de stelregel, wie het best voor den
dag komt, geniet de sympathie en den
steun van den luisteraar. Het is nu toch
al te dwaas om ons kwalijk te nernen, dat
wij pogen zoo goed mogelijk voor den dag
te komen.
Het is voor ons niet anders dan een le
venskwestie. Onze omroep heeft niets an
ders achter zich dan zijn bekwaamheid om:
om te roepen. In dit opzicht verschillen wij
van karakter met andcro omroepen. De
A.V.R.O. beoefent den omroep om den om
roep zeiven naar beginselen van rechtvaar
digheid voor alle denkrichtingen uit ons
volk.
Aanvaardt men het recht, ja, de levens
noodzaak van de A.V.R.O. om zoo goed
mogelijk voor den dag te komen, dan kan
men zich niet verzetten tegen het verlan
gen van de A.V.R.O. naar een eigen zen
der!
De wet is aan onze zijde, het recht is
aan onze zijde, liet geduld is aan onze
zijde. Wij hebben ook zonder dat wij een
eigen zender mogen bouwen, reeds de han
den vol met allerlei andere plannen. Zoo
zijn wij thans bezig met den bouw van
een groot nieuw kantoorgebouw aan de
Keizersgracht 107 te Amsterdam, dat in
onze behoeften zal voorzien, welke bouw
is aangenomen voor een bedrag van rond
ƒ75,000, terwijl in Hilversum binnenkort
een aanvang gemaakt zal worden met den
bouw van een Eerste Nederlandsche Om
roep Studio-gebouw.
De A.V.R.O.-propaganda gaf in het af
geloopen seizoen een opgewekt beeld te
zien.
Onze verhouding met de officieele col
leges uit den radio-onirocp was in het al
gemeen gunstig. Wél hebben wij een mec-
ningsverschil gehad met de algemecno pro
gramma-commissie ten aanzien van het
tooneelstukjc „De Deur van de Badka
mer", en ten aanzien van dc opvoering van
den radio vcrvolg-roman „Dolores Divine'
op het algemeen programma, maar van
belang waren deze meeningsverschillen
niet. Zij zullen verdwijnen, zoodra het al
gemeen programma verdwijnt, hetwelk in
onze oogen een instituut is in den omroep,
dat het nimmer tot bloei zal brengen, om
dat het wortelt in het onrecht, dat op 15
Mei 1930 aan de A.V.R.O. is voltrokken,
omdat het geen rekening houdt met hot
feit. dat alle A.V.R.O.-programma s alge
meen zijn en geen der programma'6 der an
dere organisaties algemeen kAn zijn, zon
der de statuten dier organisaties geweld
aan te doen.
Ik mag dit openingswoord niet beëindi
gen, zonder met dankbaarheid en eerbied
te denken aan de figuur avn den eersten
voorzitter van den Radioraad, dr. J. Th. de
Visser. Wij hebben zijn heengaan gevoeld
als een verlies voor de A.V.R.O., want wij
weten, dat hij ons zeer genegen was en
van die genegenheid liet blijken voor zoo
ver de geboden ambtelijke neutraliteit je
gen6 alle omroepvereenigingen hem dat
veroorloofde.
Over den omroepstrijd en de toekomst
kan ik hier op dit oogenblik geen voorspel
lingen geven. Die strijd is verstard, dc
mceningen zijn op tallooze wijzen verkon
digd en op ontelbare plaatsen geuit. Wij
hebben elkaar niets nieuws meer te zeg
gen. Wij van onzen kant mecnen, dat niet
naar ons gekeken moet worden in dc hoop
van het verkrijgen van een oplossing van
het omrocpvraagstuk. Dat omroepvraag-
6tuk hebben wij niet geteld, maar dat is
ontstaan toen men op de grondslagen, die
wij hadden gelegd, een nieuw omroepstel
sel wilde stichten, dat onvoldoende reke
ning hield met onze aanwezigheid.
Daarna heeft de heer De Ciercq mevrouw
Boon, lid van den Radio-raad en den hcei
Weber, secretaris van dezen raad. welkom
geheeten.
Mr. de Gaay Fortman liad een telegram
van verhindering gezonden.
Vervolgens weiden het jaarverslag en de
rekening en verantwoording van den di
recteur van het Omroepbedrijf, den heer W
Vogt, goedgekeurd.
Tot lid van de controlecommissie voor het
nazien van de rekening en verantwoording
1931 werd de heer J. Peper, directeur van
de Handelsschool te Amersfoort, benoemd
Uit het rapport van den accountant, den
heer J. A. Preyer, blijkt, dat waar het ka
pitaal op 1 Januari 1931 1.002.282 bedroeg,
de toeneming 176.881 is, doch indien men
het als uitgaaf geboekt gecalculeerd koers
verschil op de effecten van 166.342 buiten
beschouwing laat en rekening houdt met
het feit, dat dc betaalde kosten voor de
nieuwe studio ad ƒ57.075 geheel ten lasle
van liet jaar 1931 zijn gebracht, dan is cle
toeneming uit liet bedrijf voortvloeiende op
ƒ100 300 te stellen.
De begrooling sïuir in ontvangsten en uit
gaven met 1.105.000 De voorzitter deelde
mede, dut liet saldo overschot, dal geraamd
is op ƒ230.000. reeds op 80 Juni jl ƒ309.000
bedroeg. In deze ƒ79.000 is echter begrepen
een post groot ƒ20.000 aan koerswinst op
beleggingen boven de beurswaarde op 31
Dec. j.l.
Omtrent den aankoop van het kantoor
gebouw in pand Keizersgracht 107 te Am
sterdam deelde de heer Vogt mede, dat tof
ongeveer een jaar geleden dit pand was
gehuurd voor ongeveer ƒ5000 per jaar. Voor
een som van ƒ55.000 is het pand eigendom
van de A.V.R.O. geworden. Er is besloten
tot een geheel nieuwen bouw over te gaan.
De 17e eeuwsche zandstecngcvel met het
beeld van den walvisch in de kroon blijft
behouden.
Over den 6tudio-bouw in Hilversum deel
de de hoer Vogt mede, dat in October 1931
door medewerking van het bestuurslid
Percy te Hilversum een gunstig gelegen ter
rein aan den 's Gravelandschen weg is aan
gekocht. In deze studio zal een concertzaal
tje, tevens schouwburg voor 500 personen,
met gelegenheid voor filmvertooning ko
men. In beginsel is door het bestuur goed
gekeurd, dat een concert-bio6coop-orgel zal
worden aangeschaft.
Natuurlijk zal aldus Spr. de uitvoe
ring der plannen in het jaar 1932 niet ge
heel gereed komen. Daarom heeft het da-
gelijksch bestuur het besluit genomen om
aan de algemeene vergadering voor te stel
len aan het bestuur een crediet te verleenen
van ƒ500.000, waaruit in eersten termijn de
kosten, verbonden aan de verwezenlijking
van de bouwplannen, zullen worden bestro
den.
Architect voor hot kantoorgebouw is de
heer F .A. Warners, voor de studio de heer
P. Vorkink, beiden te Amsterdam.
Het voorstel tot het verleenen van een
crediet van ƒ500 000 werd aangenomen, na
dat de heer Percy eenige mededcclingen
over de bouwplannen had gedaan, aan de
hand van eenige teekeningen.
Op een vraag uit de vergadering naar do
raming van do algemeene kosten deelde dc
heer Vogt mede, dat het bestuur nog geen
duidelijke voorstelling van de totale kosten
heeft.
Dc vergadering werd na rondvraag ger
sloten.
JONGETJE ONDER EEN TRAM.
Ernstig gewond.
Amsterdam, 31 Juli. Een negenjarige
jongen was hedenmiddag Ie ruim vier uur
met een vriendje aan het spelen onder ccn
bruggetje op den Middenweg bij den Zaaiers-
weg in de onmiddellijke nabijheid van de
rails der Gooischc Stoomtram. Toen de
knaap plotseling van onder cle brug tevoor
schijn kwam, naderde op dat oogenblik uit
de richting der hoofdstad een tram. Ofschoon
dc bestuurder, het gevaar ziende, uit alle
macht remde, kon hij niet voorkomen dat
A.
Ibi*
Duit
•„•c
JJ.vrjf.
28—7
Amsterdam
33-7
28—7
Budapest
Wccnen
of
Amsterdam
Parijs
Marseille
Rome
28-7
Itnndisi
Athene
29—7
Mcrsamtruh
28-7
Cairo
Chaza
30-7
Rutbawells
27-7
Bagdad
Basra
Boeshir
Djask
26—7
Karachi
Jodpocr
25—7
Allahabad
Calcutta
24—7
Akvab
Rangoon
31—7
23—7
Bangkok
30—7
Kohlak
Penang
Medan
29—7
22—7
Pa lembnne
Batavia
29—7
22—7
Bandoeng
f
Vertrek van 't eerstvolgende postvlieg
tuig van. Amsterdam 4 Augustus.
de knaap met de baanschuiver een hevigen
klap legen het achterhoofd kreeg. Bloedend
gewond bleef dc jongen liggen. Spoedig was
Dr. Derkinderen uit Diemcn ter plaatse die
dc jongen een voorloopig verband aanlegde,
waarna hij per auto van dc G.G, en G.D.
naar liet Onze Lieve Vrouwengasthuis is
vervoerd.
HET MOTORONGELUK BIJ SITTARD.
Het tweede slachtoffer eveneens
overleden.
Gisternacht is ook het tweede slachtoffer
van het motorongeluk op den Wintraeker-
berg bij Sittard overleden.
Geeft daar uw Keitje
of Advertentie op
Zonder prljsverhooging
A B O N N F.M ENTSPRIJS
171/2 CENT PER WEEK
EENIGST DAGBLAD
Meest actueel blad ter plaatse
De heer Vogt over de positie
van de A.V.R.O.
Ter algemeene vergadering van de A. V.
R. O. heeft de directeur, de heer Vogt, het
jaarverslag uitgebracht.
Jaarverslag en rekening en ver-
antwoording over 1931 door den
directeur van het Omroepbedrijf.
Alle aanwezigen weten, dat 1931 voot dc
A.V.R.O. een voorspoedig jaar geweest is
en dat het saldo per 31 December 1931 be
droeg 1.179.164.29.
In dit cijfer ligt voldoende de kracht van
onze vereeniging uitgedrukt.
Men zal nu nieuwsgierig zijn naar den
stand van zaken in 1932. Ik behoef nti niet
te zeggen, dat de tijdsomstandigheden on
gunstig zijn. Ook de A.V.R.O. bespeurt de
gevolgen van de maatschappelijke onzeker
heid, maar die gevolgen komen slechts tot
uiting in de relatieve- en niet in de
absolute cijfers van het bedrijf.
Dc gemiddelde bijdrage per hoofd der
luistervinken is gedaald, maar aangezien
het aantal luistervinken op verheugende
wijze is gestegen, blijven de inkomsten een
gunstig, beeld geven. De voorzitter heeft het
u zooeven reeds gezegd: Het öaldo over
schot, dat wij geraamd hebben voor 1932, is
nu reeds overschreden. Niettegenstaande
wij, behalve den zooeven genoemden grond
voor Studio-bouw in Hilversum, nog een
groot kantoorgebouw gekocht hebben in
Amsterdam, bedroeg het saldo middelen van
de A.V.R.O. per 30 Juni j.l. 1.4S8.600, waar-.
in ruim 20.000 zitten aan koerswinst op
de effecten sinds 1 Januari 1932.
De merkwaardige samenhang der dingen
in deze wereld wordt gedemonstreerd door
het feit, dat, wanneer b.v. senator Borah
in Amerika een optimistische rede houdt
voor de microfoon, de A.V.R.O. weer een
paar duizend gulden rijker is, omdat haar
effecten in waarde zijn gestegen.
Gedachtig aan het rijmpje van Kovacs
Lajos: „Het wordt wel weer beter, het wordt
wel weer goed", hebben wij dan ook alle
hoop, dat die V/s ton, die wij nu op papier
kwijt zijn, op onze solide obligaties, weer
teruggewonnen zullen kunnen worden.
De luistervink-stortingen bereikten in de
maand Juni 1932 een record-cijfer, want
alleen door stortingen in giro-verkeer en
betalingen aan de ka6, werd niet minder
dan 190.800 ontvangen, zijnde bijna het
dubbele van het bedrag, dat het vorige jaar
in dezelfde tijdsruimte werd geïncasseerd.
Wanneer ik daarbij nog voeg een bedrag
van 26.700, dat via den propagandadienst
binnenkwam, dan zien wij dus, dat bijna
220.000 in één maand geheel vrijwillig
aan de A.V.R.O. werd ter hand gesteld.
Wij mogen dus in alle opzichten over onze
luistervinken tevreden zijn.
\Vij slaagden er voort3 in om. al werd
onze zendtijd theoretisch gehalveerd in
1930, een practische halveering van dien
zendtijd te voorkomen. Wij zonden op 1 Ja
nuari gedurende 1886 uren in de week uit.
Hadden wij onzs activiteit werkelijk tot de
helft ingekrompen, dan zouden wij dus op
ongeveer 940 uur zijn teruggevallen. In wer
kelijkheid wisten wij het echter op 1322 uur
te houden. En wij hebben nog recht op en
kele uren meer, want waar b.v. in het af
geloopen halfjaar de A.V.R.O. cn de V.A.R.A.
te zamen 164J-j uur moesten afstaan aan
kleine Omroepvereenigingen, behoefden de
K.R.O. en de N.C.R.V. samen slechts ruim
90 uur te missen. Aangezien het zendtijdbe-
sluit bepaalt, dat kleine Omroepvereenigin
gen gelijkelijk zendtijd moeten krijgen op
beide zenders, is er dus een verschil van
ongeveer 38 uur in het nadeel van de
A.V.R.O.
Alle actie-uitvoeringen bij elkaar hebben
ons een bate opgeleverd van 5514.59. Nie
mand zal dus kunnen volhouden, dat wij op.
kostbare wijze de tam-tam hebben geroerd.
Er zullen weinig zaken zijn, die kunnen ver
klaren, dat hun reclame-campagne op zich
zelf alleen een batig saldo heeft opgeleverd.
Ik mag niet nalaten de vergadering er op
te wijzen, hoe deze gunstige resultaten ver
kregen werden in een jaar van gezonde ver-
eenigings rust.
Het omrocpvraagstuk zelf in groot ver
band bekeken, is niet veel veranderd. Wij
hebben nog onz> wensehen en om nu niet te
ver te grijpen, noem ik slechts alleen onzen
wensch naar een eigen zendapparaat. In
Mei van dit jaar hebben wij ons laatste
request aan den minister van Waterstaat
gestuurd, waarin wij te kennen gaven, on
der zekere voorwaarden bereid te zijn af
stand te doen van de 1875 M. golf. Dit
request is gevallen als de bekende knuppel
in het hoenderhok en wanneer de teekencn
niet bedriegen, schijnt tengevolge van dit
request zelfs een kleine broedertwist te zijn
ontstaan in het kamp onzer tegenstanders.
Wij hebben n.l. een paar dagen geleden ver
nomen, dat er een request aan den minister
van Waterstaat gestuurd is met den korten
inhoud: „Excellentie, geef de A.V.R.O. haar
zin alstublieft niet", waarvan nu achteraf
blijkt, dat er weliswaar geen valsche hand-
leekening op voorkomt, maar toch dat er
ten onrechte per procuratie op is getcakend.
Mr. v. d. Deure heeft n.l. aan den minister
laten weten: „Excellentie, van dat request
weet ik niets af!"
Wanneer nu de minister van Waterstaat
zoo verstandig zal willen zijn om dit soort
requesten van onze verbonden tegenstan
ders onder het nuttigen van een korreltje
zout te lezen cn aan den inhoud de waarde
toe te kennen, die zulke requesten onder
deze omstandigheden verdienen, dan zijn
wij gerust.
Overigens schijnt men aan de overzijde
met brieven aan den minister van Water
staat, althans met de handteekeningen on
der die brieven, raar om te springen, want
in het zoocvcn door mij gememoreerde ge
val is er nu sprake van een brief, waarvan
één van de afzenders verklaart, dat hij ten
onrechte namens hem verzonden is, terwijl
wij ons ook nog een anderen brief herinne
ren van Mei 1930, waarvan één van de on
derteekenaars verklaarde, dat zijn handtee-
kening er weliswaar onder stond, maar dat
hij niet precies gelezen had, wat do brief
behelsde.
Wij hebben dus nog reden om alle hoop
te koesteren, dat N.C.R.V. en K.R.Q. aan den
minister zullen laten weten: „Geeft u de
A.V.R.O. dien zender maar op dc 296 M.
golf". De V.A.R.A. verzet zich tegen inwilli
ging van dit verzoek van de A.V.R.O. Dit
verzet heeft ons zeer verbaasd, omdat die
zelfde V.A.R.A. toch een verzoek heaft in
gediend om zelf een zender te mogen bou
wen op de 298 M. golf. Wij dachten, dat nu
iedereen tevreden zou zijn, wanneer ieder
een kreeg wat hij verlangde. „Neen", zegt de
V.A.R.A., „gij hebt dat verzoek van ons ver
keerd uitgelegd, want wij hebben nimmer
bedoeld een eigen zender te vragen voor
ons allee n".
Hoe hebben wij het nu, vragen wij ons af.
Heeft de V.A.R.A. dan al die jaren in het
geheim voor ons willen zorgen? Het is om
er tranen van in de oogen te krijgen.
Neen, wij willen geen pension houder
zijn, maar nog veel minder voelen wij er
voor om in pension te gaan. Wij wil
len ons eigen huis, door ons zélve gabouwd,
door ons zélve gekocht, door ons zélve be
taald.
En men zegge nu niet ten aanzien v*>n
deze verlangens, dat wij hersenschimmen
najagen, want 175.000 luistervinken, die
achter ons staan, zijn toch werkelijk niet
zooveel dwazen, die om dc maan vragen.
De A.V.R.O. is in het Nederlandsche volks
leven een merkwaardig instituut, dat zich
wist te versterken in tegenspoed, dat groei
de en bloeide, niettegenstaande alle om
standigheden samenspanden om clen bodem,
waarin het wortelde, zijn sappen te ontne
men.
De A.V.R.O. wil zijn* bij uitstek dc dienen
de instelling voor alle groepen van het Ne
derlandsche volk, die bij dat dienen gaarne
voorlichting aanvaardt, zelfs zeggenschap
niet uitsluit van dc beste vertegenwoordi
gers uit de stroomingen, die te zamen het
Nederlandsche cultuurleven vormen. Dc
A.V.R.O. wil niet zijn de starre, ongenaak
bare Omrocpvereeniging, die trotsch cn in
het bewustzijn van haar kracht gezeten
blijft op een moeilijk tc naderen ivoren
troon al is zij volkomen in staat om die
houding aan te nemen maar zij wil
samenwerken cn dienen dengenen, die haar
tegemoattreden met een: „Ik vertrouw u en
ik vertrouw u toe!"
Dit oogenblik is nog niet gekomen, mnar
het wordt naderbij gebracht door een ster
ken bondgenoot: den tijd. Wie scherp luis
tert. hoort het zachte, stage knagen van deB
tijd aan schijnbaar sterke posities buiten
het AVRO-hui»