WAT VOORSPELT DE BILT?
G. yAM DUI^
Be! dan ëp No. 42
MODERNE SAIONBANK, zeer apart model 145.00
Electrische
Installaties
en Reparaties
STEUNT HET
Laat Stoomers, Verven eet.
QU8CK
BIJ JUBILEA
BIJ VERJAARDAGEN
BIJ HUWEL9JK
EDELMETAAL BLIJFT
JUWELIER
OPTICiEN
Heist U eesi
Taxi ©f A&ato r8©©dlg?
JEUGDHERBERGEN
9250 meer ingeschrevenen
VIJF DAGEN OF HET
KRUKJE
Het malle geval te Horst
A. H. v. NIEUWKERK N.V. - K. Beekstraat 6 - Tel. 543
Beekensteinschelaan 10
HURflORHOEKJE
BEZOEKAANHETKON.NED.
METEOROL. INSTITUUT
Wat er zooal aan de opstelling
van het dagelijksch weer:
bericht vastzit
Organisatie, inrichting
en werkwijze
Het moge voor den journalist een eenigs
zins pijnlijke erkenning zijn, een feit is, dat
de wccr-rubriek in de krant een van de
meest gelezen rubrieken vormt. De paar re
gelen druks, waaruit het dagelijksch weer
bericht bestaat, zullen vrijwel geen enkelen
lezer ooit ontgaan, en de gretigheid, waar
mede meermalen de kopij van De Bilt in het
lijfblad wordt opgezocht, zal vermoedelijk
iedere, geregeldo kopij leverende journalist
van harte gaarne zijn eigen bijdragen toe-
wenschen. Do overweging lioe De Bilt dag
in dag uit in de behoeften van den dagblad
lezer aan inzicht in het weer van morgen
voorziet, de vraag welke werkzaamheden
zooal aan de aflevering van het dagelijksch
weerbericht vast zouden zitten, voerde ons
naar het Koninklijk Nederlandsch Meteoro
logisch instituut, dat op eenige Kilometers
afstand van Utrecht in een groot hoog ge
bouw temidden van een fraai, rustig park,
is gevestigd.
Met een kort antwoord bleek onze vraag:
„Hoe wordt in het instituut het weerbericht
voor d^krant gemaakt", gelukkig niet vol
ledig te kunnen worden beantwoord. Geluk
kig niet, want in het andere geval zouden
we vermoedelijk gespeend zijn gebleven van
een blik in de organisatie en inrichting van
het instituut, waar het dagelijksch weerbe
richt slechts een onderdeel is van omvang
rijke, ook voor den leek belangwekkende
verrichtingen.
De inleiding tot de beantwoording van on
ze vraag vormde een onderhoud met het
hoofd der afdceling klimatologie, Dr. C.
Braak, die in een populaire verhandeling de
algemeene inrichting van het meteorologisch
instituut uiteen zette. Men onderscheidt do
afdeelingen algemeene dienst, weerdienst en
algemeene meteorologie, klimatologie, ocea-
nographie en martieme meteorologie, aard
magnetisme en seismologie.
De klimatologie omvat waarnemingen in
het instituut zelf. in de li secundaire stati
ons in ons land verspreid liggen, en op een
paar honderd binnenlandschc stations, waar
niet gehonoreerde medewerkers den regen
val, onweer en optische verschijnselen op
kaarten vast leggen. Op de secundaire sta
tions wordt 3 maal per dag waargenomen
op temperatuur, vochtigheid, wind, bewol
king, regenval, en de uitslagen dier waarne
mingen komen samen in De Bilt, waar ze
met de uitkomsten van een aantal zelf re-
gistreerende instrumenten als zonneschijn-
meters, wind-meters, barographen en tlicr-
mographen, en van de ter plaatse gedane
waarnemingen, worden verwerkt ten behoe
ve van het weerbericht en van do maand
overzichten, met behulp waarvan men steeds
kan nagaan hoe op een zeker moment „er
gens" in ons land de weersgesteldheid is ge
weest In de praktijk blijkt dit laatste nog
wel eens gewenscht Zoo zal een verzeke
ringsmaatschappij in den regel geen storm
schade uitkeeren als De Bilt niet heeft uit
gemaakt, dat op de plaats en op het oogen-
blik dat do storm werd aangericht, de wind
inderdaad een snelheid van 14 M. per se-
cunde of meer heeft gehad. Voor rechtsza
ken, waarbij het weer in het geding wordt
gebracht (b.v. bij aanrijdingen) worden
de waarnemingen eveneens te hulp geroe
pen. Ook werkt De Bilt mede aan het opstel
len van nieuwe bouwvoorschriften in ver
band met het maximaal te verwachten
winddruk, en de directies van ontworpen
ziekenhuizen willen van het instituut we
ten hoe lang de zon er gemiddeld op zal
schijnen. Verder komen vele vragen in be
treffende regenval, o.a. voor afwatering, be
treffende verdamping, enz. De informaties
omtrent klimatologische gegevens, die de
Bilt bereiken, loopen ieder jaar in de hon
derden. Sedert enkele jaren heeft het insti
tuut ook met de gevreesde aardappelziekte
een en ander uitstaande. Gebleken is n.l. dat
er verband is tussehen die ziekte en vier
weerfactoren. Zoodra nu deze vier wcer-fac-
toren in den lande worden waargenomen,
geeft de Bilt per radio het sein: sproeien in
die streek. Dit sproeien voorkomt de ziekte,
de tijdige waarschuwing voorkomt het on
tijdig. dus nutteloos sproeien.
Het ligt natuurlijk geheel op den weg van
het instituut, dat, voor zoover de eischen der
praktijk daarvoor tijd laten, het waarne-
mingsmateriaal ook voor wetenschappelijk
onderzoek wordt verwerkt.
Dr. Braak bracht ons na zijn inleiding
naar een aantal, in het gebouw en in het
park verspreid staande instrumenten, waar
mede waarnemingen worden verricht. In
den hoogen toren van het instituut zagen
we apparaten, die windrichting, windsterkte
en zonneschijn meten en registreeren, in het
park instrumenten voor het opteekenen van
temperatuur, vochtigheid, regenval, verdam
ping. We zagen hoe men de snelheid van
wolken meet, en hoe men de temperatuur in
den grond waarneemt. Zóó opmerkelijk is de
schijnbare eenvoud van alle instrumenten
voor de waarnemingen, dat zij vermoeden
zouden kunnen wekken, dat de klimatolo
gie een bijster simpele tak van wetenschap
is. De eenvoudige bakjes, die regen opvan
gen noch de bekende thermometers spre
ken tot de verbeelding van den leek. Meer
daartoe in staat is het, met het oog op
snelle temperatuurveranderingen, geheel
geisoleerd interieur van het paviljoen der
afdeeling aardmagnetisme en seismologie,
waar o.a. ingewikkelde instrumenten aard
bevingen registreeren. Dr. Braak verklaar
de ons de werking der seismographen, die
nagenoeg icderen dag een aardbeving van
geringe beteekenis aantoonen, en die De
Bilt in staat stellen, de plaats, hoe ver weg
ook, waar een aardbeving is, op te sporen.
Behalve De Bilt heeft het station Heerlen
instrumenten voor seismologische waarne
mingen, en wel in verband met mogelijke
grondverplaatsingen in de kolen-mijnen in
de omgeving.
De volgende afdeeling, die Dr. Braak ons
deed bezoeken was de afdeeling oceano-
graphie en maritieme meteorologie, waar
de heer Keijser zich een bereidwillig inlei
der toonde. Hij gunde ons een blik in de
ontzaglijke verrichtingen, die over de ge-
hecle wereld worden gedaan teneinde be
hoorlijke gegevens te verzamelen over de
meteorologische verschijnselen op zee en
over de bewegingen van het water der
zeeén en oceanen, ten profijte van de we
tenschap, de scheepvaart en de visscherij.
Met materiaal voor deze afdeeling wordt
voornamelijk geleverd door de waarne
mingen, verricht aan boord van Nederland-
sche schepen der groote vaart, voorts van
oorlogbodems en lichtschepen.
„Onze zeelieden', zei de heer Keijser,
„doen daarvoor zulk schitterend werk, dat
men er geen lof genoeg voor kan hebben,
en wij zijn de directies der scheepvaart
maatschappijen, die dit werk belangloos
doen verrichten, dan ook zeer verplicht.
Van ieder binnen varend schip ontvangen
we meteorologische journalen, bevattend
de uitslagen van de om de 4 uur gedano
waarnemingen. Per jaar komen hier circa
liOO journalen binnen, die ongeveer 20''.000
series waarnemingen bevatten. Al deze
waarnemingen moeten volgens kaart
systeem gerangschikt en bewerkt worden
om als materiaal te kunnen dienen voor do
atlassen voor de zeevaart en wetenschap,
die door het instituut worden uitgegeven.
De complete serie van 4 atlassen van den
Allantischen Oceaan bevat b.v. zeven mil-
lioen waarnemingen."
„Hoever is men gevorderd met de oceano-
graphie," vroegen we den heer Keijser, na
dat deze ons nog eenige buitenlandsche re
censies getoond had om te bewijzen hoe
gunstig dit Xedcrlandsche werk in do we
tenschappelijke wereld wordt beoordeeld.
„Van de Atlantische Oceaan en van het
Noordelijk gedeelte van den Indischen Oce
aan weet men al zeer veel," luidde het ant
woord. „Maar dc beide Pacific Oceanen lig
gen echter nog zoo goed als geheel braak
Groote internationale samenwerking is vooi
dit gebied noodig, en die bestaat wel, maar
de vorderingen gaan langzaam. Thans zijn
we bezig met het bewerken van de waar
nemingen over het gebied tussehen Japan
en Indiè."
„Vat is het praktisch nut van deze weten
schap," vroegen we vervolgens.
„De verkregen kennis komt ten goede aan
do scheepvaart en de weervoorspelling op
langen termijn; bovendien wordt door het
verrichten van weernemingen de meteorolo
gische kennis bevorderd, hetwelk wederom
ten goede komt aan de navigatie. Om een
(fuidclijk voorbeeld te noemen kan worden
gdregd, dat door vergelijking van de baro
meter-waarnemingen aan boord met do
luchtdruk-gegevens, die. in de atlassen voor
komen, con schip, dat in de tropische wate
ren vaart, veelal in staat zal zijn do gevaar
lijke tropische stormen, als typhoncn, tijdig
to ontloopen."
Na het onderhoud met den heer Keijser,
en na de bezichtiging van de geweldige ar
chieven zijner afdeeling, kwamen we terecht
bij dr. H. G. Cannegicter, die als medewerker
aan de afdceling weerdienst cn algemeene
meteorologie, voor den couranten-lezer een
der „hcoren van De Bilt" vertegenwoordigt
Het is n.l. deze afdeeling, die in de courant
cn door de radio aankondigt wat wc den
anderen dag van het weer te verwachten
hebben. Bij Dr. Cannegicter was het, dat ons
fcindeliik het slot gewerd van het antwoord
op de in den aanvang van dit artikel gestel
de vraag. Toen we hadden plaats genomen
tegenover dezen weerkundige, die heel wal
illusies wekt en illusies doodt, vooral in den
vacantie-tijd, voelden we ons geroepen hem
mede te deelen in hoeverre de voorgaande
colleges ons inzicht in ziin taak hadden
doen rijpen.
„U weet dus, dat de in het binnenland ge
dane waarnemingen hier samen komen," zei
Lr. Cannegieter. „Andere landen hebben
eveneons zulke verzamelpunten: de gegevens
worden 3 maal per dag uitgewisseld, en zóó
ontstaat het weerbericht" We vroegen een
nadere toelichting van deze wel zeer korte
verklaring, aan welk verzoek de heer Canne
gicter ongeveer als volgt voldeed.
„Dc weerdienst berust nagenoeg geheel op
dc radiografische ontvangst van de weerbe
richten, gesteld in den code van de interna
tionale meteorologische organisatie, die het
laatst in 1929 in Kopenhagen de weerbericht-
geving internationaal geregeld heeft. Elk
land zendt z^jn waarnemingen op een eigen
golflengte uit, en op tijden, die zoo geregeld
zijn, dat de gelegenheid tot ontvangen tot
haar recht kcmL Indien gewenscht kan men
zoodoende driemaal daags dc waarnemingen
van plm. 500 Europccsche stations verzame
len, en bovendien nog de beknopte mededee-
lingen uit dc andere wcrelddeclen, en zoo
een overzicht verkrijgen van dc meteorolo
gische gesteldheid over de geheelc wereld
Deze berichten worden regelmatig aange
vuld met waarnemingen van schepen op den
Oceaan, waardoor het zeegebied tussehen
de werelddeelcn geheel wordt overbrugd. De
ingekomen gegevens worden door middel
van karakters (het weer heeft honderd ka
rakters) op de werkkaart gebracht, die ten
slotte uitwijst waar de barometer daalt, waar
hij stijgt welke luchtstroom in gen hcerschen,
en waar de koude luchtmassa's vermoede
lijk inet de warme in hotsing zullen komen.
Uit de werkkaart trekken wij de conclusies,
NATUURLIJK
koop ik de benoodigdo visch bij
IJmuider Vischhaudol
H. GLASTRA Co., N.V.,
Utreclitschcstraat 40. TeL 92.
Een billijk cn betrouwbaar adres.
Meermalen bekroond.
B SCHOOLEMAI
NTEL.423
IliHWlllf WBbl 1
PERSE7NST
HAAT 19
I NED. FABRIKAAT
PLAATSELIJK BEDRIJF
bIS
STATIONSSTRAAT 16 - TELEFOON 344
Ecnigste zaak met eigon bedrijf
hier ter stede.
ALTIJD IETS
IN GOUD or
ZILVER
TELEPHOON 8SS.
die dc basis vormen van het weerbericht,
zooals de couranten-lezer dat kent.
Behalve het weerbericht voor de courant
\erzorgt de afdeeling weerdienst den stonn-
waarschuwiugsdienst, de waarschuwingen
voor storm vloeden, de weerberichten ten
dienste van de luchtvaart en den nacht
vorstwaarschuwingsdicnst. Misschien vindt
U het vreemd, maar van onzen stormwaar-
schuwingsdienst wordt o.a. gebruik gemaakt
door eigenaren van circussen. De nacht-
vorstvvaarschuwingen hebben de belangstel
ling van boeren, tuinders, schippers en
steen fabrikanten. Men vraagt ons van alles.
Een aardig voorbeeld daarvan vind ik het
telefoontje van iemand, die een schip in Riga
had liggen cn die ons vroeg of hij het daar,
wat de vorstkansen betrof, 12 dagen kon la
ten voor reparaties"
Dr. Cannegicter weidde vervolgens aan
dacht aan dc prachtige werkwijze der inten
nationale meteorologische organisatie, wel
ker voorzitter en secretaris aan het instituut
in De Bilt verbondon zijn, en hij beëindigde
het onderhoud na een uiteenzetting van de
waarnemingen in de bovenlucht, die per
vliegtuig in Soesterherg en Den Helder wor
den verricht, cn die een waardevolle bijdra
ge leveren voor hel totaal-beeld van de al-
mospherische circulatie, voor de tempera
tuur- en vochtigheidsverhoudingen in de at
mosfeer.
„Welk weer geeft U ons voorloopig," vroe
gen we bij het afscheid.
„De eerste dagen mooi zonnig, niet te
waim zomerweer," gaf Dr. Cannegietcr ten
antwoord.
En hij is zijn belofte trouw nagekomen...
Zoo'n bord is er niet!
maar het zou wèl nuttig wezen,
want elk jaar gaan duizenden hec-
tare» bosch en hei door brand
verloren Spaar ons nationaal bezit,
wees voorzichtig met vuur, en
Rook niet in bosch of hei
Ze worden steeds intensiever
gebruikt
Vacantietijd, dat zijn die weken in het
jaar, waarin een groot deel der menschen
nergens anders aan denikt dan aan zee, bos-
schen en heide en alle andere genoegens,
die de zomervacantie ons kan doen sma
ken.
Maar om het al die velen mogelijk te ma
ken, ongestoord van hun vrije dagen te ge
nieten en de weer zoo noodige krachten
op te doen voor al het werk, dat straks
weer wacht, moet een heele categorie van
menschen druk in de weer zijn. En tot de
genen, die het momenteel zoo druk hebben,
een unicum, en een heel gelukkig unicum
in dezen tijd, behooren zeker de jeugdher
bergen.
Hoewel het seizoen en dc vacantietijd nog
maar pas begonnen, wij nog 'ang niet aan
het eind zijn en dus een volledig overzicht
van de toename van het gebruik der jeugd
herbergen nog niet gegeven kan worden,
blijkt toch wel uit de gegevens, die ons
thans ter beschikking staan, dat dc jeugd
herbergen steeds intensiever gebruikt wor
den en zich in de sympathie van velen mo
gen verheugen.
De volgende cijfers mogen daarvoor een
bewijs zijn.
Einde 1931 waren 11250 personen inge
schreven bij de Nederlandsche Jeugdher
berg Centrale als gebruikers der jeugdher
bergen, welke te zamen 52065 malen over
nacht hebben in de jeugdherbergen.
Bij de voorloopige telling op 1 Augustus
bleek, dat deze cijfers al belangrijk over
schreden waren. Het aantal ingeschreven
trekkers beliep op 1 Augustus j.l. reed6
20500, dus reeds een toename van 9250 inge
schrevenen. En dit alles moet in slechts en
kele maanden gebeuren, wat blijkt uit de
cijfers, die per maand worden opgemaakt
Hieruit blijkt, dat in do maand Juni 2589
nieuwe trekkers werden ingeschreven en in
de maand Juli 4327.
Ilet gebruik van de jeugdherbergen stijgt
naar verhouding.
Wij kiezen twee middelgroote jeugdher
bergen uit.
Apeldoorn heeft 42 bedden en boekte in
de maand Juli 945 overnachtingen, wat be-
teekent, dat elk bed ongeveer 22 maal be
slapen is!
Amersfoort heeft 40 bedden en boekte
over Juli 795 overnachtingen, dus werd elk
bed ongeveer 20 maal gebruikt.
Dit zijn allo getallen, die voor zichzelf
spreken cn aantoonen hoezeer de jeugd de
jeugdherbergen waardeert en gebruikt, en
dat het inderdaad onze jeugd is, die dit net
van jeugdherbergen ons land telt er dit
jaar 43 tegen vorig jaar 35) als rustpunten
op haar tochten gebruikt, blijkt wel uit het
feit, dat van de bovengenoemde cijfers 85%
trekkers waren onder de 25 iaar en 15%
boven 25 jaar, waarvan een groot gedeelte
met de jongeren medo trekt als geleider
of als vader en moeder met do kinderen.
De jeugdherberg trekt ook geen enkele
anders grens dan alleen die van jeugd cn
volwassen. Iedere jongere, die land en volk
wil leeren kennen, niet uit studieboeken,
maar door eigen ervaring, ieder wien de
natuur iets te zeggen heeft, ieder die zich
vrij wil maken van de steden en er op uit
wil trekken, is er welkom Dat leert ons
wel een blik in de lijst van trokkers en ver-
eenigingen, leeraren- en onderwijzers-orga
nisaties.
Er zijn daaronder vogels van do meest
verschillende pluimage, wij zien een kam-
peervereeniging naast een schildersgezcl-
lenbond, een burgerweeshuis en een zen-
dingsvereeniging, wandelclubs en tal van
natuurhistorische clubs, besturen van bij-
zondcro scholen van elke richting, koek
en cacaofabrieken, nijverheidsscholen, gym
nasia en catechisantenclubs, modevakscho
len en raijnwerkersbonden.
Jeugdherbergen zijn voor het geheele
volk, en het geheele volk beg'nt ze ook te
gebruiken, al is het nog lang niet zooals
de N.J.H.C. dat wel graag zou wenschen.
Al lijken de cijfers ook erg groot en al
heeft het ook heel wat voeten in de aarde
om in één maand tijd 5227 brieven en 4949
drukwerken te verzenden, soms zoo, dat er
340 per dag waren, in vergelijking met an
dere voorbeeld, die wij ook heel gemakke
lijk kunnen oproepen is het nog maar ge
ring en staat het werk pas aan het begin.
Wanneer we bedenken, dat Nederland
16000 vergunningen rijk is en 325 bioscopen
en slechts 43 jeugdherbergen, dan blijkt
wel, dat onze jeugd nog lang niet genoeg
gebouwen ter beschikking staan, waar ze
op gezonde en sobere wijze haar vrijen tijd
kan doorbrengen en zien we integendeel,
dat er veel meer gelegenheden zijn, waar
onze jeugd het zakgeld verteert zonder er
iets goeds, van waarde voor haar innerlijke
vorming, voor te ontvangen.
Nu kunnen alle muzen der toonkunst
dan toch voldaan en tevreden zijn! Eén-
honderd en vier en twintig uren heeft Heinz
Arntz uit Düsseldorf, „der Dauerklavler-
Weltrekordmeister", zijn muzikale offers
geplengd op het altaar der kunst, 124 uren
lang hebben zijne handen een moeizamen
wandeltocht gemaakt over het wit-zwarte
slagveld, dat pianotoetsenbord heet... en
er is toch nog muziek uit gekomen, zoo
meldt de Maasbode.
Heinz Arntz heeft zijn eigen duur-record
pianospelen, dat met 120 uren op zijn naam
stond, verbeterd. Zooals gezegd, hij heeft er
nu 124 van gemaakt en de godin der 6choo-
ne kunsten, moge dankbaar zijn dat een
dergelijk muziekfestijn haar vanuit het rus
tieke dorpje Horst werd opgedragen.
Sinds wanneer levert men pianomuziek
per uur of operette-schlagers per el? Horst
heeft iij dezen het voorbeeld in den lande
gegeven, en men wordt van eene lichte ont
steltenis bevangen bij de gedachte dat onze
naaste buurman, die in het plaatselijke mu
ziekgezelschap „piston" blaast, morgen van
een duurrecord-waanzin bevangen aan het
daucr-blazen gaat. De hemel spare ons voor
do bevliegingen van zulken buurman. In
middels heeft Horst, op den uitverkoren
zomeravond, toen Heinz Arntz zijne finale
inzette met den record-schlager: „Adieu,
mein kleinen Gardeoffizier!" den artist ge
vierd met schuimende champagne, met ap
plaus en zelfs met lofgezangen uit heesche
kelen van de talrijke aanwezigen in het
café-lokaal... en, nauwelijks waren de
laatste klanken van het dagenlange piano
concert verstomd, of de klanken van een
rommelend onweer rolden over het nacht
stille land en tormenteerden boven het dorp
Horst, als hadde eene schikgoding alle mu
zen bij elkaar getrommeld om met roffels
en vuurwerk hunne vreugde over het ge
vestigde duurrecord uit te bazuinen.
In hoeverre deze uiting der natuur door
Heinz Arntz werd gewaardeerd? Ie mid
den van al deze huldigingen trok hij zich
terug in zijne particuliere vertrekken om
zijne bcblaarde vingertoppen to laten ver
binden onder welk bedrijf hij in siaap
viel... na een tijdsduur van 130 uren wa
ken.
En terwijl Heinz Arntz, „der Weltrekord-
meister in Dauerklavierspielen" probeerde
zijn afgebeuld lichaam de hoognoodigo rust
te geven, welke het reeds zoo lang toe
kwam, zaten in de gelagkamer de tallooze
bewonderaars te feesten aan de schuimende
potjes bier... en dronken een „Heil" op het
welzijn van den record-virtuoos.
Zoo heeft het landelijke dorp Horst, in de
stille gouwen van het Noord-Limburgsche
platteland zijn reputatie gevestigd door dit
schokkende wereldgebeuren, waarbij een
broodcloos Duitsch musicus om zijn boter
ham gevochten heeft... en ondanks dit al
les heeft de wereldbol niet een oogenblik
stil gestaan of hare loopbaan in eene an
dere richting verlegd.
„Ne cherohez point a nous tirer de la sot-
tise dans laquelle nous sommes tombés!"
WSi U STEEDS HET M2EUWSTE
BEZICHTIGT DE ETALAGE
BEZOEKT ONZE 18 MODELKAMERS
Vriendelijk heer: Wel, wat is er aan de hand? Ben je
soek geraakt?
Jongetje: Ja, ik had heter moeten weten cn niet naar het
strand moeten gaan met Mammie. Ze marJkt altijd iets zoek.
(Happy Mag.)